De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Grammatica hoofdstuk 2 blz 68-69

Verwante presentaties


Presentatie over: "Grammatica hoofdstuk 2 blz 68-69"— Transcript van de presentatie:

1 Grammatica hoofdstuk 2 blz 68-69
VMBO 2

2 Doel van de les Onderscheid kunnen maken tussen:
Werkwoordelijk gezegde met ‘te’of ‘aan het’ Werkwoordelijke uitdrukking

3 Werkwoordelijk gezegde met ‘te’ of ‘aan het’
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de werkwoorden in een zin. vb Onder de paraplu/ liepen/ twee kinderen/ te zingen. pv: liepen wg: liepen te zingen Als ‘te’ en ‘aan het’ direct voor een werkwoord staan dan horen ze bij het werkwoordelijk gezegde

4 Zingend liepen de kinderen onder de paraplu.
Wat is de persoonsvorm? Wat is het werkwoordelijk gezegde?

5 Zingend /liepen/ de kinderen /onder de paraplu.
pv: liepen wg: liepen Wat is zingend?

6 Zingend /liepen/ de kinderen /onder de paraplu
Zingend /liepen/ de kinderen /onder de paraplu. pv: liepen wg: liepen bwb: zingend

7 Werkwoordelijke uitdrukking
Soms is een werkwoordelijk gezegde een werkwoordelijke uitdrukking. Een werkwoordelijke uitdrukking is een vaste combinatie van een werkwoord met andere woorden. Vb op de kast jagen.

8 De leerlingen jaagde de nieuwe docent op de kast.
Deze combinatie jaagde op de kast (oftewel op de kast jagen) Heeft een speciale figuurlijke betekenis. De leerlingen jaagde de nieuwe docent niet letterlijk op de kast. De leerlingen maakten hem boos of kwaad. Het werkwoord en de andere woorden van de uitdrukking vormen samen het werkwoordelijk gezegde.


Download ppt "Grammatica hoofdstuk 2 blz 68-69"

Verwante presentaties


Ads door Google