De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

BTW en verkoop van reizen vanaf 1 april 2012

Verwante presentaties


Presentatie over: "BTW en verkoop van reizen vanaf 1 april 2012"— Transcript van de presentatie:

1 BTW en verkoop van reizen vanaf 1 april 2012
Vragen kunnen tijdens de presentatie gesteld worden. De sheets hebben veel informatie. Dat is gedaan met het doel dat u achteraf nog iets kan nakijken.Ik gebruik de dia’s als ondersteuning van het verhaal. Ik zal misschien nog niet alle vragen kunnen beantwoorden, wij inventariseren die vragen en zullen schriftelijk antwoord geven. 1 1

2 Onderwerpen Aanleiding voor de veranderingen in de BTW op reizen.
Wat houdt de nieuwe regeling in? Welke reizen vallen onder de nieuwe regeling? Wat is de winstmarge? Winstmarge per reis of tijdvak? Aftrek van voorbelasting. Reis(onderdelen) buiten de EU. Overgangsmaatregelen. Resolutie van 22 maart 1971 vervalt. 2 2

3 Waarom een nieuwe regeling?
De nationale BTW-wetgeving van EU-lidstaten moet overeenkomen met de Europese BTW-richtlijn (Richtlijn van 28 november 2006 betreffende gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde, nr. 2006/112). De reisbureauregeling is onderdeel van de Europese BTW-richtlijn. Doordat de Nederlandse wet deze regeling niet kende, voldeed Nederland niet aan deze verplichting. De Europese Commissie heeft Nederland gedwongen om de reisbureauregeling op te nemen in onze Wet op de Omzetbelasting 1968 3 3

4 Inhoud reisbureauregeling
Volgens de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie kenmerkt een ‘reisdienst’ zich doordat doorgaans sprake is van meerdere verrichtingen met name op het gebied van vervoer en accommodatie. BTW verschuldigd in het land waar de reisorganisator is gevestigd. Het BTW-tarief van dat betreffende land is van toepassing; in Nederland: 19%. BTW verschuldigd over de winstmarge (in plaats van over de ontvangen prijs). Geen aftrek van BTW op inkopen die op deze reis of dit reisonderdeel drukken. De overige inkoop-BTW is aftrekbaar volgens de algemene regeling. Het doel van de regeling is om te voorkomen dat een aanbieder van reisdiensten zich in verschillende lidstaten moet laten registreren om daar aangifte te laten doen. Voorts is het doel om de BTW ten goede te laten komen aan de lidstaat waar de feitelijke dienst wordt verricht. Immers de organisator krijgt de voor hem buitenlandse BTW niet terug. 4 4

5 Voor welke reizen geldt de reisbureauregeling?
De reisbureauregeling is van toepassing op = verkoop van reisdiensten, = op eigen naam verkocht, = direct aan de reiziger en = één of meer onderdelen van de reis wordt of worden ingekocht bij andere ondernemer(s). Als u een reisonderdeel verzorgt in opdracht van een andere reisorganisatie, dan geldt voor u de reisbureauregeling niet. U presteert immers niet rechtstreeks aan de reiziger. Het is niet van belang of de aanbieder van de reis zich presenteert als reisorganisator. De reisbureauregeling geldt voor reizen die op of na 1 april 2012 eindigen. Het HvJ EU heeft al enkele uitspraken gedaan over wat moet worden verstaan onder een reisdienst: HvJ EU oordeelde dat een reisbureau dat losse toegangsbewijzen voor operavoorstelling verkoopt niet valt onder de reisbureauregeling. Een reisdienst kenmerkt zich doordat de reis gepaard gaat met reisdienst met name op het gebied van vervoer of overnachten. Het enkele aanbod van een hotelovernachting valt niet onder de reisbureauregeling. Daarentegen maakt het feit dat bij ‘autovakanties’ het vervoer niet is inbegrepen niet dat de reisbureauregeling niet van toepassing zou zijn. De term ‘direct aan reiziger’ beoogt tussenpersonen en agenten buiten de reisbureauregeling te houden. Als een BV een reis koopt t.b.v. een werknemer, dan is er welliswaar geen sprake van direct aan de reiziger, maar de reisbureauregeling is wel van toepassing.. Een bridgevereniging die bijvoorbeeld een bridgetournooi in München organiseert valt ook onder de regeling. De reis bestaat uit 5 hotelovernachtingen en de organisatie van een toernooi waarbij ook tegen meerdere Duitse bridgers zal worden gespeeld. De reis bestaat uit meerdere elementen (overnachten en toernooiorganisatie), direct aan reizigers, op eigen naam, en de hotelovernachting wordt ingekocht. Op de hotelovernachtingen is de reisbureauregeling van toepassing 5 5

6 Belasting over de winstmarge
De winstmarge is het verschil tussen - Dat deel van de ontvangen reissom dat niet ziet op ‘eigen prestaties’ en - Het bedrag dat aan derden is betaald voor onderdelen van de reis (incl. de Nederlandse en buitenlandse BTW) die rechtstreeks aan de reiziger ten goede komen. Het 19%-tarief (over de winstmarge) is van toepassing op reisbureauregeling. De kosten van reisonderdelen die niet direct aan de reiziger ten goede komen, behoren niet tot de winstmarge. Deze BTW blijft aftrekbaar van de verschuldigde BTW. Ondernemer moet kiezen voor één methode voor de duur van 5 jaren (dwz 60 maanden). De keuze moet blijken uit de administratie; zij hoeft niet vooraf of separaat aan de Belastingdienst worden gemeld. 6 6

7 Wat als reis niet onder de reisbureauregeling valt?
In dat geval is de normale heffing van toepassing. - Per dienst en of levering bepalen waar deze plaats heeft. - Wordt de dienst of levering in Nederland geacht dan heffing van Nederlandse omzetbelasting over het betreffende omzetdeel. lala

8 Voorbeeld reisbureauregeling
Touringcarbedrijf X in Amsterdam biedt een busreis (inclusief 2 hotel-overnachtingen) naar Maastricht aan. De prijs bedraagt € 195 p.p.(incl. BTW) In het tijdvak werden 100 reizen verkocht. De busreis wordt uitgevoerd met de eigen bussen en het eigen personeel van Touringcarbedrijf X. Van de prijs is € 95 aan de hotelovernachtingen toe te rekenen. € 100 is toe te rekenen aan het busvervoer. De inkoopkosten bedragen: Dit voorbeeld geldt ook als de busreis naar Keulen i.p.v. zou gaan. De enige wijziging die optreedt is dat een gedeelte van het busvervoer buiten Nederland plaatsvindt. De in Duitsland verreden kilometers zijn belast met Duitse Mws 8 8

9 Voorbeeld -vervolg- 9 9

10 Voorbeeld -vervolg- 10 10

11 Gevolgen voor uw administratie
In de administratie moet onderscheid worden gemaakt tussen - kosten en opbrengsten die onder de reisbureauregeling vallen en - kosten en opbrengsten die onder het algemene BTW-regime vallen Bij reizen waarop de reisbureauregeling van toepassing is, mag u geen BTW-bedrag op de factuur vermelden. U moet vermelden dat de reisbureauregeling van toepassing is. 11 11

12 Winstmarge per reis of per tijdvak
U mag kiezen of u de belasting over de winstmarge per reis of per tijdvak berekent. Die keuze hoeft u niet vooraf en niet apart aan de Belastingdienst kenbaar te maken. Het moet blijken uit uw administratie en aangifte. Aan de keuze bent u vijf jaren (d.w.z. 60 maanden) gebonden. De keuze beïnvloedt uw administratie, maar kan ook de hoogte van de totale belastingschuld over reisdiensten beïnvloeden. 12 12

13 Winstmarge per reis De marge is, voor de BTW-berekening, minimaal nihil. Als de marge negatief is, levert het negatieve deel geen belastingvoordeel op. Dat verlies mag niet van de winst van een andere reis worden afgetrokken. 13 13

14 Voorbeeld winstmarge per reis
winstmarge reis 1in tijdvak april 2012 reissom inkoop kosten winstmarge verschuldige BTW: 19/119 x 250 = 39 winstmarge reis 2 in april 2012 reissom inkoop kosten winstmarge negatief 300 verschuldige BTW: 19/119 x nihil = 0 In dit tijdvak € 39 BTW verschuldigd, terwijl de totale marge negatief is. 14

15 Marge per tijdvak De winstmarge wordt per tijdvak bepaald door het saldo van alle ontvangsten en kosten, die onder de reisbureauregeling vallen. De baten en lasten van verschillende reizen worden gesaldeerd. Een verlies op een reis vermindert de marge van een ‘winstgevende’ reis in het betreffende tijdvak. De marge per tijdvak is minimaal nihil. Een negatieve tijdvakmarge mag worden verrekend met de positieve marge van een volgend tijdvak binnen hetzelfde kalenderjaar. Een negatief jaarsaldo, dat door de inspecteur bij beschikking is vastgesteld, mag worden verrekend met een positief saldo van een volgend jaar. 15 15

16 Voorbeeld van twee reizen in april 2012
16

17 Voorbeeld Winstmarge Uitwerking 1e kwartaal + € 9.000
x 19/ = te betalen € 1.437 2e kwartaal /- € 2.000 x 19/ = € 3e kwartaal € 3.000 / = * 19/119 = 159 4e kwartaal /- € x 19/ = € -/- € 2.000 € 1.596 Op verzoek wordt teruggaaf verleend van het betaalde bedrag ad € en wordt een beschikking negatieve winstmarge afgegeven. Het verliesbedrag kan met de volgende tijdvakken worden verrekend. 17 17

18 Aftrek van voorbelasting
Alleen gefactureerde Nederlandse BTW kan voor verrekening in aanmerking komen, mits de kosten niet onder de reisbureauregeling vallen. Aftrek is niet mogelijk als de kosten betrekking hebben op vrijgestelde prestaties. De goedkeuring van de Staatssecretaris om 96% van de voorbelasting toe te rekenen aan aftrekbare prestaties, blijft bestaan. Verzoeken om teruggaaf van BTW van de andere EU-lidstaten worden elektronisch ingediend bij de Nederlandse Belastingdienst. Deze zorgt voor doorzending naar de andere lidstaat. De andere lidstaat verleent teruggaaf. Besluit van 12 februari 2004, nr. DGB2004/620 18 18

19 Reis(onderdelen) buiten de EU
De reisbureauregeling is niet van toepassing op het deel van de ontvangen vergoeding dat ziet op een ingekochte dienst die buiten de EU plaatsvindt. Voorts komt de BTW die betrekking heeft op dat deel van de reis voor teruggaaf in aanmerking. 19 19

20 Overgangsregeling 1 De reisbureauregeling geldt voor reizen die op of na 1 april 2012 eindigen. Overgangsmaatregel 1: U ontvangt vóór 1 april 2012 een aanbetaling voor een reis die op of na 1 april 2012 eindigt. Over deze aanbetaling bent u BTW verschuldigd in het tijdvak waarin 1 april 2012 valt (d.w.z. april 2012 of 2e kwartaal 2012 of kalenderjaar 2012). 20 20

21 Overgangsregeling 2 Overgangsregeling 2
Deze overgangsregeling is van toepassing als u de winstmarge per reis toepast. Het gaat dan om een reis die eindigt op of na 1 april 2012, terwijl u voor die datum al reisonderdelen heeft ingekocht. Voorbeeld: U heeft gekozen de reisbureauregeling per reis toe te passen. De reis vindt plaats van 1 t/m 8 juni De reissom (€ 1.500) ontvangt u op 15 april Een rekening voor ingekochte reisonderdelen (€ plus € 190 BTW) ontvangt u al op 15 januari 2012. De BTW ad € 190 is in januari 2012 gewoon aftrekbaar. Zonder de overgangsregeling zouden de kosten van dit reisonderdeel (€ 1.000) ten laste van de winstmarge komen. Dat zou dubbel op zijn. Immers: teruggaaf van € 190 en een winstmarge van € 500. Door de overgangsmaatregel is de (belaste) winstmarge € 1.500, terwijl het bedrag van € 190 wordt teruggegeven. 21 21

22 Overgangsregeling 3 Bij de keuze voor margeberekening per tijdvak, moet de ingangsdatum gelijk zijn aan de begindatum van uw aangiftetijdvak. Bij maand- of kwartaalaangifte is dat geen probleem. Als u bijvoorbeeld het kalenderjaar als tijdvak heeft, dan zou pas per 1 januari 2013 kunnen kiezen. Door de overgangsregeling kunt u al met ingang van 1 april 2012 kiezen voor tijdvakberekening. 22 22

23 Oude resolutie wordt ingetrokken
Tot 1 april 2012 is de Resolutie van de Staatssecretaris van Financiën van 22 maart 1971 van kracht. Vanaf die datum is die resolutie niet meer van kracht. In punt 11 van die resolutie is goedgekeurd dat in sommige gevallen geen BTW is verschuldigd over bemiddelingsprovisie. Voor reizen die u niet onder eigen naam aanbiedt, is doorgaans sprake van bemiddeling. Deze bemiddelingsdienst valt niet onder de reisbureauregeling. De oude goedkeuring, om in bepaalde gevallen geen BTW te berekenen, geldt dan niet meer. Vanaf 1 april 2012 bent u daarover in beginsel Nederland 19% BTW verschuldigd als u bemiddelt voor een in Nederland gevestigde ondernemer. 23 23

24 Heeft u nog (andere) vragen?
24 24


Download ppt "BTW en verkoop van reizen vanaf 1 april 2012"

Verwante presentaties


Ads door Google