De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Davids zonde met Batseba en wat daarna gebeurde

Verwante presentaties


Presentatie over: "Davids zonde met Batseba en wat daarna gebeurde"— Transcript van de presentatie:

1

2 Davids zonde met Batseba en wat daarna gebeurde
In het bijzonder Absaloms poging om de troon te grijpen

3 “Het zwaard zal van uw huis nimmermeer wijken.”
DAVID HAD GEZEGD… “Hij moet viervoudig vergoeden omdat hij dit gedaan heeft en geen medelijden had.” Batsebas zoon Tamar, Amnon Absalom Adonia Viervoudig? “Zo zegt de Here: Zie, Ik zal over u een kwaad doen komen, uit uw eigen huis; Ik zal uw vrouwen voor uw ogen weghalen en aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen op klaarlichte dag. Want gij hebt het wel in het verborgen gedaan, maar Ik zal dit doen in tegenwoordigheid van geheel Israel en in het volle licht.”

4

5 Davids 30 Machtige Mannen Davids 30 Machtige Mannen
DAVID ABSALOM ACHITOFEL CHUSAI (als een spion) Davids 30 Machtige Mannen 2 Samuel 23 23:34 Eliam (zoon van Achitofel de Giloniet) 23:39 Uria de Hitiet (wiens vrouw Batseba, de dochter van Eliam was) Davids 30 Machtige Mannen 2 Samuel 23 Achitofel de Giloniet Uria de Hithiet Eliam Batseba ……….getrouwd…………

6 Psalm 41 Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven.

7 Psalm 41 Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven. 2 Sam. 16:11 “Laat hem met rust en laat hij mij vervloeken, want de Here heeft het hem gezegd.”

8 Psalm 41 Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven. 2 Sam. 17:2b-3 “ik zal alleen de koning neerslaan. Zo zal ik het gehele volk tot u doen terugkeren; de man, die gij zoekt, betekent zoveel als de terugkeer van allen; het gehele volk zal behouden blijven (vrede hebben SVV).”

9 Psalm 41 Misschien… 2 Sam. 15:3-4
Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven. Misschien… 2 Sam. 15:3-4 Dan zeide Absalom tot hem: Zie, uw zaken zijn goed en recht, maar van de zijde des konings is er niemand die naar u luistert. Ook zeide Absalom: Stelde men mij maar als rechter in het land aan! Dan zou ieder die een geding of een rechtszaak heeft, tot mij komen, en ik zou hem recht verschaffen.

10 Psalm 41 Meer waarschijnlijk… 2 Sam. 15:7-8
Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven. Meer waarschijnlijk… 2 Sam. 15:7-8 Absalom: “Laat mij toch gaan, opdat ik te Hebron de gelofte betale, die ik de Here gedaan heb. Want uw knecht heeft, toen ik in Gesur, in Aram, woonde, de gelofte gedaan: indien de Here mij werkelijk naar Jeruzalem terugbrengt, dan zal ik de Here vereren”

11 Maar meer waarschijnlijk… 2 Sam. 15:10
Psalm 41 Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven. Maar meer waarschijnlijk… 2 Sam. 15:10 En Absalom zond spionnen onder alle stammen van Israel met de opdracht: Zodra gij het hoorngeschal hoort, zult gij zeggen: Absalom is koning te Hebron!

12 Psalm 41 Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven.

13 Psalm 41 Ik zeide: Here, wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd. Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven. 2 Sam. 16:23 De raad nu, die Achitofel gaf, woog in die dagen even zwaar als wanneer men een woord Gods gevraagd had; zo zwaar woog elke raad van Achitofel zowel bij David als bij Absalom.

14 Die zichzelf heeft gedood, Evenals Achitofel.
Psalm 41:9 Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven. Door Jezus aangehaald Verwijzend naar Judas, Die zichzelf heeft gedood, Evenals Achitofel. David had Achitofel vertrouwd Jezus had Judas het vertrouwen gegeven om het geld te beheren

15 bvb, Simi PSALM 22 MATTEUS 27 Johannes 19:23-24
1 Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? 6  Maar ik ben een worm en geen man, een smaad voor de mensen en veracht door het volk. 7  Allen die mij zien, bespotten mij, zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd; 8  Wentel het op de Here; laat die hem verlossen, hem redden, Hij heeft immers welgevallen aan hem! 16 …die mijn handen en voeten doorboren 18 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. MATTEUS 27 35 Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij zijn klederen door het lot te werpen 39  En de voorbijgangers spraken lastertaal tegen Hem, schudden hun hoofd 41  Evenzo spotten de overpriesters samen met de schriftgeleerden en oudsten en zij zeiden: Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. Hij is Israels Koning; laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen aan Hem geloven. 43 Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld; laat die Hem nu verlossen, indien Hij een welgevallen in Hem heeft; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. he said, ‘I am the Son of God.’” 46  Omstreeks het negende uur riep Jezus met luider stem, zeggende: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? bvb, Simi Johannes 19:23-24 Toen dan de soldaten Jezus gekruisigd hadden, namen zij zijn klederen en maakten daarvan vier delen, voor iedere soldaat een deel, en zijn onderkleed. Dit kleed nu was zonder naad, aan een stuk geweven. Zij zeiden dan tot elkander: Laten wij dit niet scheuren, maar erom loten, voor wie het zijn zal; zodat het schriftwoord vervuld werd: “Zij hebben mijn klederen onder elkander verdeeld en over mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de soldaten gedaan.”

16 Abraham Lincoln was elected to Congress in 1846. John F
Abraham Lincoln was elected to Congress in John F. Kennedy was elected to Congress in 1946. Abraham Lincoln was elected President in John F. Kennedy was elected President in 1960. The names Lincoln and Kennedy each contain seven letters. Both wives lost their children while living in the White House. Both Presidents were shot on a Friday. Both were shot in the head. Lincoln's secretary, Kennedy, warned him not to go to the theatre.* Kennedy's secretary, Lincoln, warned him not to go to Dallas. Both were assassinated by Southerners. Both were succeeded by Southerners. Both successors were named Johnson. Andrew Johnson, who succeeded Lincoln, was born in Lyndon Johnson, who succeeded Kennedy, was born in 1908. John Wilkes Booth was born in 1839.* Lee Harvey Oswald was born in 1939. Both names are comprised of fifteen letters Booth ran from the theater and was caught in a warehouse. Oswald ran from a warehouse and was caught in a theater. Booth and Oswald were assassinated before their trials.

17 Wat als in 1900 ? Lincoln 1860 Kennedy 1960 40 jaar 60 jaar David
Ezechiël Christus 400 jaar 600 jaar

18


Download ppt "Davids zonde met Batseba en wat daarna gebeurde"

Verwante presentaties


Ads door Google