Neem je TIJD!. november zon dag 1 234 5678 91011 12131415 161718 19202122 232425 26272829 3031.

Presentatie over: "Neem je TIJD!. november zon dag 1 234 5678 91011 12131415 161718 19202122 232425 26272829 3031."— Transcript van de presentatie:

1 Neem je TIJD!

2 november zon dag 1 234 5678 91011 12131415 161718 19202122 232425 26272829 3031

3 het … vandaag / nu / tegenwoordig de … 1 dag 2 dagen 1 week +/- 14 dagen +/- 21 dagen +/- 30 dagen +/- 365 dagen +/- 100 jaar verledentoekomst gisteren eergisteren verleden / vorige week 2 weken geleden morgen overmorgen volgende w. over 2 weken 3 weken geleden V… maand / 1 maand geleden verleden/voRIG j. 1 j. geleden verleden/vorige eeuw / 1 e. geleden over 3 weken volgende m. volgEND j. volgenge eeuw

4 Hij komt nooit te laat altijd

5 Dat is te laat te vroeg

6 Is dat een definitief antwoord? voorlopig

7 Je krijgt het ten vroegste overmogen ten laatste

8 Hij vertrekt overmorgen is eergisteren vertrokken

9 Hij is soms afwezig altijd / nooit

10 Hij zijn aanvankelijk “nee” tenslotte

11 Voortaan is dat zo Tot nu toe was

12 Dat gebeurde dikwijls nooit / zelden

13 Hij zijn aanvankelijk “nee” tenslotte

14 Dat valt bijna altijd voor bijna nooit = zelden

15 Hij komt morgenavond is gisterenavond gekomen

16 het … vandaag / nu / tegenwoordig de … 1 dag 2 dagen 1 week +/- 14 dagen +/- 21 dagen +/- 30 dagen +/- 365 dagen +/- 100 jaar verledentoekomst gisteren eergisteren verleden / vorige week 2 weken geleden morgen overmorgen volgende w. over 2 weken 3 weken geleden V… maand / 1 maand geleden verleden/voRIG j. 1 j. geleden verleden/vorige eeuw / 1 e. geleden over 3 weken volgende m. volgEND j. volgenge eeuw

17 Volgende week vrijdag Verleden week vrijdag

18 Hij is verleden zaterdag vertrokken Hij vertrekt volgende zaterdag

19 Dat vindt over twee weken plaats Dat heeft twee weken geleden plaatsgevonden

20 Dat werd twee maanden geleden al gedaan Dat zal over twee maanden gedaan worden

21 Het gebeurde eergisteren Het zal overmorgen gebeuren

22 Denk aan de toekomst Denk aan het verleden

23 Wat is de volgende vraag? Wat was de vorige vraag

24 Over een goede maand verhuizen we Een goede maand geleden zijn we verhuisD

25 Tot nu toe is dat niet toegestaan Vanaf nu

26 Over veertien dagen geeft hij een antwoord Veertien dagen/twee weken geleden heeft hij…gegeven

27 Tegenwoordig is dat altijd zo Vroeger/In het verleden was dat

28 Dat is onlangs gebeurd lang geleden recent

29 Ze komen in het begin van de week op het einde