De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

IVAN BOSZORMENYI-NAGY (1920 – 2006)

Verwante presentaties


Presentatie over: "IVAN BOSZORMENYI-NAGY (1920 – 2006)"— Transcript van de presentatie:

1 IVAN BOSZORMENYI-NAGY (1920 – 2006)
CONTEXTUELE THEORIE IVAN BOSZORMENYI-NAGY (1920 – 2006) Geboren te Hongarije in 1950 naar Amerika gegaan Geboren 19 mei 1920 Overleden 28 januari 2007 opleiding medicijnen/psychiatrie Filosoof Martin Buber. Veel invloeden van zijn ouders econoom en advocatuur.

2 PROGRAMMA De eerste twee lessen ligt het accent op het theoretische begrippen kader en op de interventies vanuit de theorie. In de volgende vier lessen staat het practicum centraal; Het maken van een genogram van het eigen gezin van herkomst.

3 Doel in relatie tot de minor
Deze module biedt een kennismaking met het contextuele gedachtegoed. Het biedt een breder perspectief van waaruit je problemen kunt plaatsen (diagnosticeren) en het biedt handvatten om vastgelopen situaties en relaties weer vlot te trekken. Het is een benaderingswijze die vooral ook voor mensen, werkzaam binnen het gedwongen kader van grote waarde kan zijn.

4 DOELEN Dit programma biedt een kennismaking met het contextuele gedachtegoed. Het biedt je een breder perspectief van waaruit je problemen kunt plaatsen (diagnosticeren) en het biedt handvatten om vastgelopen situaties en relaties weer vlot te trekken. Het leert je de natuurlijke, existentiële verbondenheid van jeugdigen met hun ouders te herstellen en/of in stand te houden, ook in situaties waar die relatie ernstig verstoord is. Het leert om aan de hand van de contextuele kernbegrippen richtlijnen voor de hulpverlening te ontwikkelen Je leert je eigen familiegeschiedenis te analyseren aan de hand van het begrippenkader van de contextuele benadering.

5 VERSCHILLENDE MENSVISIES
De Rationele Emotieve Therapie – richt zich bijvoorbeeld met name op het denken van de mens omdat de RET van de vooronderstelling uitgaat dat de mens in de problemen komt als gevolg van een ‘verkeerd’ denken. De Systeemtheorie – richt zich op de interacties die binnen het systeem plaatsvinden omdat deze ervan uitgaat dat vanwege een onbalans of verkeerde interactiepatronen binnen het systeem het individu in de problemen komt. * De contextuele theorie heeft een zekere relatie met de systeemtheorie en wordt daarom ook wel tot een vorm van systeemtheorie gerekend. Het is echter meer dan een methode van werken het wil een gedachtegoed zijn wat overstijgend werkt ten opzichte van de individuele-of het systeemgericht

6 Verschillende mensvisies
De contextuele theorie ziet de mens vanuit de context van de verschillende generaties. Daarom wordt er wel gesproken van íntergenerationele- of transgenerationele benadering. Nagy heeft namelijk (het zeer oude principe) ontdekt dat door geven en zorg dragen voor de ander (m.n. voor ouders en kinderen) de mens vertrouwen, erkenning en daarmee existentiële vrijheid verwerft. Dit principe vinden we terug in de wijze waarop zaken als loyaliteit, rechtvaardigheid, betrouwbaarheid en meerzijdig gericht partijdigheid worden aangewend binnen de hulpverlening.

7 VISIE - NAGY “Wanneer men alleen is op een onbewoond eiland, dan kan men met niemand een relatie aangaan. Men weet niet of men een aardig persoon is of juist vervelend. Er is niemand om gedrag aan te toetsen en daardoor duidelijkheid te krijgen over de relationele kant van de persoonlijkheid. Zodra er iemand op het eiland aanspoelt, is de relationele ethiek van kracht. De een kan de ander helpen of kwetsen, men kan met elkaar een balans van geven en ontvangen opbouwen of men kan elkaar uitbuiten en leegzuigen”. Nagy 1996

8 CONTEXT - ETHIEK CONTEXT - Het woord context (=verband) verwijst naar de dynamische verbondenheid van de mens in zijn netwerk met zijn betekenisvolle relaties over o.a. de verschillende relaties heen. ETHIEK – Hiermee wordt verwezen naar de diepmenselijke waarde en nood aan rechtvaardigheid en billijkheid in relaties. Wat hij met ethiek niet bedoelt is dat men oordelen uitspreekt over wat wel goed of niet goed is in menselijke relaties. Het oordeel over wat wel of niet goed is bij de mensen die zich tot elkaar verhouden ligt bij henzelf.

9 VERTICALE/HORIZONTALE RELATIES
Verticale relaties; Ouders en kinderen zijn verbonden door verticale loyaliteit. Deze is asymmetrisch; het kind is in eerste instantie gerechtigd meer te ontvangen dan te geven in die balans en de ouder heeft in die balans meer verantwoordelijkheid voor het kind dan andersom. Horizontale relaties; Horizontale loyaliteit ontwikkelt zich in gekozen relaties (partners, vrienden, collega’s enz.) en is in principe symmetrisch en wederkerig; beide partijen dragen evenveel verantwoordelijkheid voor de rechtvaardigheid van de balans.

10 GEZIN VAN HERKOMST Voor werkers is het van groot belang om de eigen geschiedenis goed in te schatten. Dit omdat cliënten, die leunen op destructief recht, van hun verlangen dat ze voldoende in voeling zijn met de “rechtvaardigheid van de menselijk orde”, wat iets anders is dan het eigen normen- en waardestelsel. Tevens leren werkers de contextuele thema’s van binnenuit kennen en herkennen. Het kennen van het eigen destructieve recht is van groot belang om schade aan cliënten te vermijden.

11 GENOGRAM In de contextuele praktijk wordt frequent gebruik gemaakt van een genogram, een getekende stamboom met minstens drie generaties. Het gebruik alleen is niet direct contextueel. Het gaat er bij het genogram om dat de hulpverlener in gesprek met de cliënt een contextuele analyse maakt waarbij hij het destructief en constructief recht, de hulpbronnen en breuken inventariseert en een analyse maakt van de dynamiek van de loyaliteiten. Een genogram maken heeft vaak het effect dat de cliënt meer ervaart dat hij of zij bij een groter verband behoort. Ook delegaten en legaten worden gemakkelijker zichtbaar en zo verwoord. Genogrammen laten hiaten in de geschiedenis aan het licht komen en het navragen daarnaar wordt meer voor de hand liggend.

12 Alga, ’04 Jozef, ’05- ’05 Shira, ’08-‘08
Oscar R M O ‘72 Rut A S ’ ’ ‘80 Grootmoeder Grootvader ’ ’50- ‘80 ’30 - ’96 ’50-‘96 ‘46- ‘96

13 DE VIER DIMENSIES De eerste dimensie;gaat over de feiten, objectief verzamelen zoals erfelijkheid, lichamelijke eigenschappen, handicap, leerstoornissen, gebeurtenissen in een mensenleven, zoals echtscheiding, overlijden, werkeloosheid, ongelukken, adoptie enz. De tweede dimensie;gaat over wat de psychologische betekenis is van het bovenstaande, is subjectief, verwerking van ervaringen en innerlijke motieven. De derde dimensie; gaat o.a. over gezins/groeps processen, zoals macht, hiërarchie, conflictoplossing, manipulatie, structuren, verhoudingen, communicatiepatronen en interacties

14 DE VIER DIMENSIES De vierde dimensie is die van de relationele ethiek. Dit is de hoeksteen van deze therapie waarin de balans van geven en ontvangen, loyaliteiten, rechtvaardigheid, betrouwbaarheid, natuurrecht, verworven recht enz. centraal staat. Uiteindelijk raken mensen ten diepste bewogen door recht en rechtvaardigheid. De eerste drie dimensies zijn onontbeerlijk om mensen beter te begrijpen, de vierde dimensie is nodig om hen aan te zetten tot verandering. De vierde dimensie overkoepelt, als ware het een paraplu, de overige dimensies.

15 VOORBEELD Een kind wat niet aan de verwachtingen van zijn ouders kan voldoen zal zich schuldig voelen. Dit kan in het dagelijks leven leiden tot geïnternaliseerde schuld, het naar binnen toe gekeerde kind, hulpeloos en faalangstig of geëxternaliseerde schuld, het kind dat zichzelf overschreeuwt. Werken vanuit de kennis van de pathologie (eerste dimensie) geeft erkenning (vierde dimensie) en zicht op de gevolgen en de betekenis van schuldgevoelens. Door deze te benoemen en te bespreken worden schuldgevoelens uit de sfeer van de emotionele beladenheid weggenomen waardoor ze verminderen.

16 PASSEND GEVEN In relaties is er steeds sprake van geven en ontvangen. Dit geven en nemen dient met elkaar in balans te zijn in die zin dat rekening wordt gehouden met eigen belangen en die van de ander. Dan spreekt met over ‘passend geven’. Het kind moet steeds de mogelijkheid krijgen om te geven. Dit geven mag echter niet tekortdoen aan de eigen belangen in het leven. Te veel geven leidt vaak tot een onvermogen om te ontvangen.

17 LOYALITEIT Verticale loyaliteit - In de contextuele theorie is het van groot belang de essentie van het gebruik van loyaliteit te onderkennen. In de theorie gaat het niet om het psychologische begrip, van zich loyaal voelen en zich loyaal weten naar bijvoorbeeld godsdienst of lands- en groepsbelang maar om een ‘zijnsloyaliteit’ om het loyaal zijn een hele diepe aanduiding over familierelaties en generaties. Deze zijnsloyaliteit gaat terug tot de oorsprong van existentiële, asymmetrische ouder-kind relaties. Door de geboorte is ieder mens in een niet te ontkennen onomkeerbare verhouding met zijn ouders gekomen. Een breuk in de verticale relatie tussen ouders en kind, zal een ernstige weerslag hebben op het individu en nieuwe relaties. Horizontale loyaliteit – Dit speelt bij relaties waarop betrokkenen op voet van gelijkheid staan, waarbij wederzijdse verplichtingen en rechten ontstaan.

18 LOYALITEITEN Gespleten loyaliteit – Een kind wil loyaal blijven aan beide ouders. Als dit onmogelijk wordt gemaakt en het kind wordt gedwongen tot het maken van keuzes dan zal er letterlijk bij het kind een schering c.q. gespletenheid optreden. Het gevolg is dat het kind uit balans raakt en het basisvertrouwen wordt verstoord. Onzichtbare loyaliteit – Dit betekent dat zich aan de buitenkant een onzichtbare of indirecte loyaliteit manifesteert die zich uit in de vorm van onverschilligheid, vermijdingsgedrag of besluiteloosheid ten opzichte van het object, dus persoon, van loyaliteit. Deze negatieve opstelling werkt door bij het aangaan van nieuwe relaties.

19 PARENTIFICATIE In de systeemtheorie wordt parentificatie gezien als gedrag van kinderen waarbij zij de verantwoordelijkheden van (één van) de ouders overnemen omdat die niet adequaat functioneert. Nagy ziet in parentificatie het natuurlijk vermogen van het kind om te geven, en als dat erkend wordt ontwikkelt het kind het vermogen om verantwoordelijkheid op zich te nemen en ontstaat er zelfwaarde. Het is het teveel geven of het niet erkennen van het geven wat leidt tot destructieve parentificatie

20 LEGAAT/DELEGAAT Legaat is dat deel van het erfgoed dat men verdienstelijk kan maken voor zichzelf en het nageslacht. Hier gaat het om de belangen van de toekomstige generatie die behartigd worden. Dit Legaat kan men uit de geschiedenis meekrijgen of ondanks de geschiedenis creëren. Delegaat is dat deel van het immateriële erfgoed waarin de ouders (of de voorouders) hun verwachtingen, vaak te goeder trouw, aan het kind opleggen. De belangen van het kind en zijn toekomst worden hiermee onvoldoende behartigd, dikwijls zelfs beschadigd. Vaak speelt hierin datgene wat de ouders zelf zijn tekort gekomen in hun geschiedenis als een belangrijke drijfveer. Delegaten kunnen leiden tot ernstige parentificatie.anders gezegd ouders lenigen hun psychologische noden. Voorbeeld; Als ik dat zo krijgen zou ik er erg blij mee zijn. Is anders dan ik weet zeker dat hij er heel erg blij mee is. Ik begrijp zo goed wat je bedoelt, ik voel helemaal met je mee. Ik kan het me zo goed voorstellen dat je boos bent.

21 VERDELEND EN VERGELDEND ONRECHT
In de feiten besloten zit vaak al veel onrecht. Nagy maakt onderscheidt tussen twee soorten onrecht; Verdelend onrecht wordt door het leven uitgedeeld. Het lot, het leven heeft je immers niet goed bedeeld. Er is niemand verantwoordelijk voor maar het kan wel, en dat is dan ten onrechte, op derden verhaald worden. Vergeldend onrecht wordt door mensen elkaar aangedaan en komt hierdoor ook in de balans van geven en ontvangen tussen mensen te liggen. Veelal is hier sprake van relationele schuld. Relationele rechtvaardigheid is geworteld in vertrouwen en wordt vrijgemaakt, hersteld, door de waarheid te benoemen.

22 SCHULD/SCHULDGEVOEL Schuld;Er is een kant aan schuld wat een hulpbron is; dat schuld de noodzakelijke functie vervult een persoon er toe te brengen om relationele gebeurtenissen te ordenen. Door de dialoog wordt schuld verlicht wat de uitkomst ook is van de dialoog. Schuldgevoel, ligt in de persoon zelf. Kenmerkend is dat men veelal niet in staat is verbintenissen met anderen aan te gaan. Er is een pathologische kant aan schuld en schuldgevoel; dat schuld mensen isoleert, afzondert, dus naar binnenkeert.

23 DESTRUCTIEF RECHT “Destructief recht leidt er toe dat mensen een ander niet kunnen geven, geen zorg kunnen dragen voor een ander of verantwoordelijk kunnen zijn. Zij hebben bovendien niet in de gaten dat ze ongevoelig zijn voor berouw of schuldgevoel over wat zij anderen hebben aangedaan”. Nagy 1990 “Indien men vaart op de koers van vergelding, creëert men zelf nieuw onrecht. Destructie ten opzichte van anderen en destructie ten opzichte van zichzelf gaan gewoonlijk hand in hand. Het is alsof men voortdurend bevestigd moet zien dat de wereld onbetrouwbaar is, dat men uitgebuit wordt, en zo komt men ertoe daar zelf een aandeel te leveren”. Eerenbeemt 1998

24 DESTRUCTIEF RECHT Onder het begrip destructief gerechtigde aanspraak wordt verstaan; Daar waar iemand onrecht wordt aangedaan, waar iemand niet ontvangt waar hij redelijkerwijs recht op heeft, of waar iemand niet in staat gesteld werd om te geven of teveel gaf zonder daar iets voor terug te ontvangen, ontstaat destructief gerechtigde aanspraak. Dit houdt in dat er alsnog recht blijft bestaan om te ontvangen wat niet gegeven is. Men claimt, veelal onschuldig en onwetend, het achterstallig recht. Dit gemis c.q. onrecht wordt op derden, partners, kinderen of de onschuldige anonieme samenleving verhaald. Het verhindert tevens de persoon in hoge mate te zien welk onrecht hij een ander aandoet.

25 ROULERENDE REKENING Waar mensen in hun geschiedenis tekort gekomen zijn, of waar hen onrecht is aangedaan, verwerven zij destructief recht. Zij blijven ethische gerechtigd om te ontvangen wat ze gemist hebben of om in het aangedane onrecht onderkend te worden. Indien er onvoldoende hulpbronnen aanwezig zijn, neigen mensen ertoe dit destructief recht om te zetten in destructieve actie naar onschuldige derden, waardoor ze nieuw onrecht veroorzaken. Dat noemen we de roulerende rekening. Kinderen zijn bij uitstek geschikt om een roulerende rekening te vereffenen vanwege hun verregaande bereidheid om in de relatie met de ouder te investeren.

26 CONSTRUCTIEF RECHT Onder dit begrip wordt verstaan; “Door zorg te geven aan anderen verdienen we het recht op zorg van anderen voor ons zelf. Als wat iemand echt geeft, ontvangen en gezien wordt, neemt zijn vertrouwen in zichzelf en de ander toe. Hierdoor groeit het vertrouwen van de persoon in zichzelf en in de ander (zelfvalidatie). Dan pas durft hij voor zichzelf op te komen en grenzen te stellen aan anderen (zelfafbakening). Kunnen geven maar ook nee kunnen zeggen aan anderen maakt mensen vrij in hun relaties.

27 VOORWAARDEN In staat zijn om de mens achter de destructieve daden zien en daardoor voorwaardelijke empatisch te zijn Zoeken naar de inzet en goede intenties van allen Krediet en vertrouwen kunnen geven aan alle betrokkenen al of niet aanwezig Bevorderen dat mensen onderling krediet gaan geven Gericht zijn op hulpbronnen Goede timing

28 MEER(VEEL)ZIJDIGE PARTIJDIGHEID
Is de grondhouding van de contextueel werker. D.w.z. als werker bewaar je afstand en tegelijkertijd toon je betrokkenheid bij alle aan- en afwezigen. De bedoeling van deze houding is om een echte dialoog op te roepen tussen gezinsleden, betreffende ieders eigen unieke belangen en positie. Tevens creëer je hiermee vertrouwen binnen de hulpverlening.

29 VOORWAARDEN In staat zijn om de mens achter de destructieve daden zien en daardoor voorwaardelijke empatisch te zijn Zoeken naar de inzet en goede intenties van allen Krediet en vertrouwen kunnen geven aan alle betrokkenen al of niet aanwezig Bevorderen dat mensen onderling krediet gaan geven Gericht zijn op hulpbronnen Goede timing

30 ERKENNING Erkennen is fundamenteel anders dan waarderen, complimenteren of positief heretiketteren, al kunnen deze wel erkennende elementen bevatten. Bij erkennen gaat het om twee belangrijke elementen; het erkennen van de verdiensten van de ander (het geven) en verder het erkennen van het onrecht dat de ander is aangedaan. Wie zich als persoon erkend ziet, groeit in zelfwaardering en zelfafbakening. Erkenning geven voor het onrecht dat mensen is overkomen moet niet verward worden met iemand ‘groot gelijk’ geven. Voorbeeld; Als ik dat zo krijgen zou ik er erg blij mee zijn. Is anders dan ik weet zeker dat hij er heel erg blij mee is. Ik begrijp zo goed wat je bedoelt, ik voel helemaal met je mee. Ik kan het me zo goed voorstellen dat je boos bent.

31 HULPBRONNEN Het opsporen en benutten van hulpbronnen is een belangrijke taak van de hulpverlener in het werken met cliënten. Men moet voortdurend alert over de mogelijke hulpbronnen binnen de context van de cliënt waaruit resterend vertrouwen geput kan worden. Achter breuken kunnen onvermoede vaak de meest wezenlijke bronnen liggen. Ook de hulpverlener is een, weliswaar tijdelijke, hulpbron.

32 ONTSCHULDIGEN Ouders kunnen hun kinderen groot onrecht aandoen. Dit geeft destructief recht, waarop geleund kan worden in de vorm van o.a. onrecht naar anderen. Door het leren kennen van de omstandigheden waaronder de ouders, met hun geschiedenis en onrecht, gehandeld hebben en het weten van hun intenties, wordt de schuld minder aangerekend. Daardoor wordt het oordeel milder. Het in gesprek gaan met deze ouders kan hierbij een belangrijke tussenstap zijn. Ontschuldigen van ouders heeft als doel het stoppen van een roulerende rekening en het opbouwen van constructief recht.

33 MORATORIUM Hoewel de theorie uitgaat van actie door de cliënt in zijn context, is het soms niet mogelijk om een bepaalde actie te bewerkstelligen. Deze wordt dan uitgesteld en ondertussen wordt er gewerkt aan het scheppen van de noodzakelijke voorwaarden.

34 VERBINDEND WERKEN IN DE PRAKTIJK
Contextuele hulpverlening heeft tot doel beweging te brengen in de balans van geven en ontvangen tussen de betrokken personen, zodat zij de kans krijgen iemand te zijn en van betekenis te zijn voor de ander. De hulpverlener werkt verbindend. Hij zal de betrokken personen steunen en stimuleren in het zoeken naar een geschikte vorm om hun loyaliteit naar elkaar tot uitdrukking te brengen. Hulpverlenende interventies hierbij zijn; Erkenning Verwachting van actie Hulpbronnen Hanteren van moratorium Proces van ontschuldiging

35 VERBINDINGEN Onderzoek de balans van geven en ontvangen
Herstellen van het vertrouwen binnen het gezin Relaties herstellen met derden Zoek naar de verbindingen (wegen) tussen de generaties en/of partijen Speur de breuken op Vindt vertrouwensbronnen

36 Boeken Leren over leven in loyaliteit
M.Michielsen,W. Van Mulligen, L.Hermkens Balans in beweging, Ammy van Heusden/Else-Marie van den Eerenbeemt Alle dochters, Else-Marie van den Eerenbeemt De liefdesladder, Else-Marie van den Eerenbeemt Door het oog van de familie, Else- Marie van den Eerenbeemt


Download ppt "IVAN BOSZORMENYI-NAGY (1920 – 2006)"

Verwante presentaties


Ads door Google