De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Middeleeuwen Willibrord Germaanse goden stop.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Middeleeuwen Willibrord Germaanse goden stop."— Transcript van de presentatie:

1 Middeleeuwen Willibrord Germaanse goden stop

2 Middeleeuwen kastelen
gracht buitenplaats binnenplaats woontoren poorthuis gracht ophaalbrug terug

3 Middeleeuwen kastelen gracht
Een gracht was een grote greppel rondom het kasteel en kon zowel droog zijn of gevuld met water. De gracht was een belangrijk onderdeel van de fortificaties van een kasteel. ophaalbrug buitenplaats poorthuis binnenplaats woontoren

4 Middeleeuwen kastelen ophaalbrug
De ophaalbrug was de hoofd ingang van het kasteel. En gewoonlijk geplaatst over een gracht. De ophaalbrug kon op en neer gelaten worden. Als deze werd opgehaald was het voor eventuele aanvallers onmogelijk het kasteel binnen te komen. Gracht buitenplaats poorthuis binnenplaats woontoren

5 Middeleeuwen kastelen buitenplaats
De buitenplaats was de ruimte tussen de buitenmuren en de binnen muren van het kasteel. Vijanden die een bres hadden geslagen in de buitenmuur konden gestopt worden in de buitenplaats. Van beide kanten konden deze van bovenaf beschoten worden. Gracht ophaalbrug poorthuis binnenplaats woontoren terug

6 Middeleeuwen kastelen poorthuis
In het poorthuis waren de woonvertrekken van de wachters van de hoofdpoort van het kasteel. Toegang tot de binnenplaats was alleen mogelijk door dit poorthuis. Gracht ophaalbrug buitenplaats binnenplaats woontoren

7 Middeleeuwen kastelen binnenplaats
De binnenplaats werd binnen gegaan door het poorthuis. Het was op deze manier beschermd door zowel de buiten- als de binnenmuren. Gracht ophaalbrug buitenplaats poorthuis woontoren

8 Middeleeuwen kastelen woontoren
In de woontoren (Engels: keep) woonde gewoonlijk de edelen zelf met hun familie. De woontoren was het meest versterkte gedeelte van het kasteel. Soms waren ze vierkant, met mooie kamers. Soms waren ze rond en beter verdedigbaar. In de woontoren was een grote hal, het hart van het kasteel. Gracht ophaalbrug buitenplaats poorthuis binnenplaats

9 Middeleeuwen kastelen buitenplaats
Buitenmuur

10 Middeleeuwen kastelen poorthuis
De hoofdpoort was vaak voorzien van een “portcullis”, een valhek. Het was gemaakt van hout en ijzer en was erg zwaar. Dit valhek werd neergelaten om het poorthuis af te sluiten.

11 Middeleeuwen kastelen woontoren
Voorbeelden van woontorens

12 Middeleeuwen Mode in de 15de eeuw wapens Kastelen terug harnas

13 Middeleeuwen wapentuig
schietgaten De Blijde stormram hordeisen evenhoge terug

14 Middeleeuwen wapentuig schietgaten
Schietgaten zijn openingen in de kasteelmuur. Verdedigers konden hier vanachter onder dekking pijlen op de aanvallers schieten.

15 Middeleeuwen wapentuig evenhoge
De evenhoge is een belegeringstoren die even hoog is als de muur van het kasteel. Dit gevaarte wordt tegen de vijandelijke veste gerold, waarna de belegeraars op de muur springen. Om het in brand schieten van een evenhoge te voorkomen wordt deze dikwijls aan de buitenkant nog bekleed met huiden, die nat gehouden worden.

16 Middeleeuwen wapentuig De Blijde
De bekendste werpmachine is de blijde. Aan een uiteinde was een zwaar gewicht en aan de andere kant de zogenaamde schoen. De blijde werpt het meest nauwkeurig, omdat het gewicht steeds gelijkmatig werkt. Met deze machine kan de schutter, zoals een middeleeuwse bron ons meldt, een naald raken.

17 Middeleeuwen wapentuig hordeisen
Hordeisen zijn houten overkappingen met aan de onderzijde werpgaten. Aanvallers konden van hieruit bekogeld worden of met hete vloeistoffen overgoten worden.

18 Middeleeuwen wapentuig stormram
Voor het maken van een bres in de muur of het rammen van de poort dienden stormrammen. De stormram werd opgehangen in een verrijdbaar “huisje”, dat de rammeiers moest beschermen tegen de projectielen van de verdedigers. Ook de stormram was bedekt met natte huiden.

19 Zeker op het gebied van hoeden.
In de 15de eeuw zijn er op kleding gebied waarschijnlijk de meest bizare dingen ontworpen en gemaakt. Zeker op het gebied van hoeden. Klik hier voor een impressie. verder

20 verder

21 verder

22 verder

23 verder

24 terug

25 Wodan - de woedende - Donar - de donderaar - Fro - de vruchtbare -
is de vader van alle goden. Deze 'oppergod' is een grote kerel met een lange baard en één oog. Hij gaat vaak gekleed in een lange mantel en heeft een slappe hoed. Hij is alwetend. Deze alwetendheid dankt hij aan een slok uit Mimirs bron, waarvoor hij als tegenprestatie zijn oog moest afstaan. Wodan wordt ook wel de beschermheer der krijgers en de zegeschenker genoemd. Onze woensdag is naar hem vernoemd. Donar - de donderaar - is de beschermheer van de boeren. Hij wordt door boeren vooral vereerd als krijgsgod en vruchtbaarheidsgod. Als dondergod heeft hij natuurlijk direct met wind en regen te maken, beide zijn van grote invloed op de landbouw. De donderdag is naar hem vernoemd. Een goede dag om te trouwen. Fro - de vruchtbare - Als vruchtbaarheidsgod heeft Fro zeggenschap over regen en zonneschijn, en daarmee over de vruchtbaarheid van de aarde. Het loont dus hem aan te roepen voor een goede oogst en voor vrede. Het zwijn wordt aan Fro geofferd. verder

26 Ziu - de rechtgeschapen krijgsheer -
is de Germaanse hemel- en krijgsgod en hoeder van de volksvergadering. Ziu was vroeger de belangrijkste god. Een Germaanse volksverzameling heet een Ding / Thing. Een van de bijnamen van Ziu is dan ook Thingsaz (Dinggod), en in onze weekdag 'dins-dag' zit ook het woord Ding. Loki - de verstoorder - is de meest negatieve figuur uit het Germaanse godenhuis.Zoon van een reus en bloedbroeder van Wodan. Na een eedbreuk naaide de dwerg Brokk Loki's lippen aan elkaar. In het begin is Loki nog een vervelende grappenmaker met positieve trekken, later wordt hij echter een veel duisterder en destructief wezen. Dit kleine en sluwe heerschap helpt de goden aan hun kostbaarste bezittingen, zoals de onverwoestbare Asgaardburcht en het achtbenige paard van Wodan. Balder - de stralende - is een van de belangrijkste goden uit het pantheon, door de rol die hij in de mythen speelt.. Hij is niets dan goeds en van zo'n uitzonderlijke schoonheid en zo licht van tint dat het lijkt alsof hij straalt. Hij woont in Breidablik waar niets onrein is. verder

27 Fosite - de voorzitter-
Frîja - de geliefde - is de hoofdgodin. Ze is de vrouw van Wodan, moeder van Balder. Naast haar functie als liefdesgodin, beschermt ze het vrouwenvolk. Uit haar promiscue gedrag, ze gaat bijvoorbeeld vreemd met de broers van Wodan, Villi en Ve, blijkt haar functie als liefdes- en vruchtbaarheidsgodin. De vrijdag is naar haar vernoemd. Fosite - de voorzitter- Fosite is voorzitter van het ding/thing (een vergadering van vrije mannen die recht mag spreken en wetten op mag stellen) waar hij bij twisten recht spreekt. In de Nederlanden is Fosite is een van de weinige goden die in historische bronnen bij naam genoemd wordt. Hel - de verbergende- Door Wodan is ze naar het rijk dat haar naam draagt verbannen, en hier zwaait alleen zij de scepter. De overledenen in haar rijk waren mensen die eerloos dod gingen door ziekte of ouderdom. In de Hel lijden zij een roemloos en vergeten bestaan na de dood. Hel weerspiegelt de manier waarop overledenen in de gedachte van nabestaanden voortleven. Hel is geen kwade godin zij symboliseert de vastheid van het oordeel over de doden. verder

28 Zondag - vernoemd naar de zon. Maandag - vernoemd naar de maan.
De dagen van de week: Zondag vernoemd naar de zon. Maandag vernoemd naar de maan. Dinsdag vernoemd naar, de Germaanse god van de oorlog, Ziu. Woensdag - vernoemd naar Wodan. Donderdag - vernoemd naar, de donder god, Donar. Vrijdag vernoemd naar, de godin van de liefde, Frîja. Zaterdag vernoemd naar, de Romeinse god van de vruchtbaarheid, Saturnus. verder

29 De maanden van het jaar:
Januari - komt van de Romeinse god Janus, de god met twee aangezichten (kijkend naar verleden en toekomst); beschermer van poorten en deuren. Februari - komt van Februus, de god van de reiniging Maart - is vernoemd naar Mars, de Romeinse god van de oorlog. April - is ontleend aan Aphrodite, de Griekse godin van de liefde, schoonheid en vruchtbaarheid. Mei - genoemd naar de godin Maja, van het ontwaken. Juni - komt van Juno, godin van de geboorte en de vrouwen. verder

30 De maanden van het jaar:
Juli is vernoemd naar de Romeinse keizer Julius Caesar. Augustus - genoemd naar de Romeinse keizer Augustus. September- in de Romeinse kalender was dit de zevende maand, misschien ontleent deze maand haar naam aan de Latijnse naam voor zeven. Oktober komt van het Latijnse getal acht, het was bij de Romeinen de achtste maand. November - komt van novem ( Latijns voor negen), het was bij de Romeinen de negende maand. December - komt van decem (Latijns voor tien), het was bij de Romeinen de tiende maand. verder

31 terug

32 Willibrord Men reisde in zekere zin incognito. Het enige dat Willibrord onder- scheidde van de monniken was het borstkruis of pectorale, waarin de hostie onder een edelsteen gedragen werd De mantel die Willibrord boven zijn habijt draagt, werd casula genoemd, omdat hij als een “casa” (hut) de gehele persoon omsloot.

33 Het ordekleed der Benedictijnen was toen nog niet aan strenge regels onderworpen “..Men moet ze maar nemen, zoals zij in de streek voorhanden zijn of goedkoop te verkrijgen.” De kledingstukken zijn: de tuniek, de riem en het scapulier met kap dat over het tuniek werd gedragen De monnik draagt een schoudertas, waarin kleine relieken mee gevoerd werden.

34 Grote relieken, die zeldzaam waren, werden in kisten op een paard meegevoerd. Een kostbaar weefsel, van Byzantijns maaksel, bedekt de kisten als teken van de hoog geschatte betekenis van de inhoud.

35 Waar Willibrord kwam en rust vond voor zijn prediking, zette hij een kruis op. Van dat symbool ging zijn zendingswerk uit. Dáár kwam de kerk, die het werk bewaarde.

36 Frankische ruiters sluiten de stoet af
Frankische ruiters sluiten de stoet af. Zij beschermde de predikers tijdens hun zendingswerk. Achter de groep staan de monniken, die na de afscheidsplechtigheid, de stoet nakijken.

37 “De kathedraal” Sint Salvator
“De kathedraal” Sint Salvator. De turfsteenblokken zijn zeer ongelijk van grootte, naar Romeins voorbeeld. Vaak werden die stenen losgebeiteld uit Romeinse ruines. Bij gebrek aan dakpannen gebruikte men dakbedekking met houtspanen.

38 Een ossewagen met een laadbak van vlechtwerk
Een ossewagen met een laadbak van vlechtwerk. Een monnik heeft het ossenspan geleid. De masten en zeilen van schepen, die uit de Rijn gekomen in de gracht liggen, zijn boven de wal zichtbaar.

39 1270 Teutoonse Duitse ridder
1066 Normandier 1158 Normandier 1250 Teutoonse Duitse ridder terug

40 1306 1325 Italiaanse ridder terug

41 Italiaanse ridder Duitse ridder Duitse ridder terug


Download ppt "Middeleeuwen Willibrord Germaanse goden stop."

Verwante presentaties


Ads door Google