De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Probleemgedrag en dementie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Probleemgedrag en dementie"— Transcript van de presentatie:

1 Probleemgedrag en dementie
Een presentatie van Teun Hamer Coördinator ABC-trainingen RINO Zuid-Nederland Klik voor volgende dia

2 Agressief gedrag: conflicten met anderen
Kenmerken van het gedrag Verbale en fysieke doelgerichte handelingen. Kan schijnbaar onverwacht optreden als driftbuien. Verzorgenden kennen de cliënt meestal niet als zodanig. Schoppen, bijten, krabben, slaan en stompen, al dan niet met schelden en schreeuwen. Cliënt is zeer opgewonden en moeilijk te remmen in het gedrag. Frequent voorkomende kenmerken van de persoon Vooral vanaf ernstige dementie. Echter ook lichtere fases zijn vaak makkelijk agressief te ontremmen.   Klik voor volgende dia

3 Veel voorkomende interne BeWegers
Bedreigd voelen; ergens mee zitten; schaamte; angst; wanen/ hallucinaties; desoriëntatie; zich overvraagd voelen; zich gefrustreerd voelen; gewend met agressie te reageren op frustratie; wat “verwend” zijn; zich alleen voelen. Veel voorkomende externe BeWegers Alle verzorgingssituaties; gedrag andere bewoners; verstoring persoonlijke leefsfeer; te hoge eisen; onprettige omgeving of situatie (koude of warmte, fel licht, plotselinge geluiden, lawaai, veel mensen); rondlopende bewoners; uitlokken “nee” antwoorden; alle negatieve communicatie; frustratie van een behoefte; onverwachte benadering of abrupte handeling; respectloze benadering; haast. Klik voor volgende dia

4 Positieve interventies (B en C)
Consequenties die vaak niet helpen Contra agressie; verbale correcties; boos weglopen; cliënt alleen laten; fixatie en isolatie; later ter verantwoording roepen.  Positieve interventies (B en C) Afleiden; eerst in positieve stemming brengen; zinvolle bezigheden; vermijden van frustraties; zelf rustig blijven; respectvol blijven; duidelijk verbaal krachtig reageren: “stop” en daarna andere stimulus; Simpress (preventief); muziek (preventief); op de emotie reageren; preventief aanwezig zijn in woonkamer. Klik voor volgende dia

5 Slaapstoornissen en nachtelijke onrust
Kenmerken van het gedrag Inslaap of doorslaap stoornissen; verward rondlopen en dwalen ’s nachts; vaker verlaagd bewustzijnniveau; vallen komt ‘s nachts veel voor: door uitglijden, struikelen en klimmen. Soms gaat de cliënt zich zelf aankleden en wil naar buiten. Frequent voorkomende kenmerken van de persoon Vooral bij midden stadia van dementie. Echter ook vroeger in de ziekte. Kan dan samenhangen met depressie, wanen en/of hallucinaties, angst, delirante toestand met somatische achtergrond. Klik voor volgende dia

6 Veel voorkomende interne BeWegers
Veranderde slaapbehoefte en slaapopbouw; desoriëntatie in dag/ nacht; desoriëntatie in plaats; dorst; naar de WC moeten; dromen; nachtelijke hallucinaties; pijn en ongemak. Veel voorkomende externe BeWegers Onrustige medecliënten; veel suffen overdag; te weinig daglicht; geen of weinig activiteiten overdag; donkere slaapkamer; bij te vroeg wakker worden: te lichte slaapkamer; onpersoonlijke omgeving; te warme of te koude kamer; onrustige periode voorafgaand aan het naar bed gaan; lawaai; onrustige andere bewoners. Consequenties die vaak niet helpen Slaapmedicatie (op lange termijn); cliënt directief benaderen en proberen terug in bed te krijgen tot elke prijs. Klik voor volgende dia

7 Positieve interventies (B en C)
Eigen kamer; dagbestedingprogramma met veel lichamelijke activiteit; middagdutje in stoel en limiteren; vaste tijden opstaan en naar bed gaan; voldoende daglicht; later naar bed laten gaan; ’s nachts even laten betijen; via een afleidingsmanoeuvre terug naar bed (meegaan in de beleving); veiligheid creëren nachtlampje; persoonlijke bezittingen en meubeltjes; bij valgevaar fixatie vermijden of veilig uitvoeren; WC verlichten; geen matjes; rustige avond; warm baden of douchen; slaapmutsje; Voor het slapen naar de WC gaan; cafeïne-vrije koffie; donker gordijnen bij te vroeg wakker worden; pijn bestrijding; ongemak oplossen bv. kleding, beddengoed; kleren opbergen (om aankleden te voorkomen); slaapmedicatie (korte periodes!)  Klik voor volgende dia

8 Motorisch onrustig gedrag, dwalen en weglopen
Kenmerken van het gedrag Bewegingsdrang: eindeloos rondlopen of met armen en benen bewegen en voorwerpen verplaatsen of er mee rommelen. Niet af te remmen. Weglopen en verdwalen. Veel cliënten willen, ook thuis, naar huis. Lijken op zoek te zijn. Soms op momenten van de dag (Sundown) ook wel gehele dag door. Dwalend maar ook wel geagiteerd en snel met ijsberend karakter. Samen met verbale agitatie meest voorkomende probleemgedrag. Op zich zelf is lopen gezond!  Veel voorkomende interne BeWegers Behoefte aan beweging; verveling; pijn en ongemak; ziekte; angst; behoefte aan veilige plek; vermoeidheid (Sundown); wanen en hallucinaties; ontstemming. Klik voor volgende dia

9 Veel voorkomende externe BeWegers
Vastzitten; opgesloten zijn; gebrek aan dagbesteding; andere onrustige cliënten; drukke lawaaierige omgeving; te weinig sensore prikkels; kille omgeving  Consequenties die vaak niet helpen Fixeren of in ruimte beperken; verbale correcties  Positieve interventies (B en C) Ruimte geven en veiligheid bevorderen; gangen en ruimten voorzien van sensore stimuli; Bij bewegingsonrust: iets in handen geven; Bij gevaar van oververmoeidheid en ondervoeding: rustmomenten programmeren; Bij immobiele cliënten: trippelrolstoel. Klik voor volgende dia

10 Verbaal roepen Kenmerken van het gedrag Herhalend roepen bv. “help, help” of “zuster, zuster”; Emotionele functie. Vaak gericht op iemand; kan gepaard gaan met aanklampen, achterna lopen en claimen; Kan karakter hebben van in zichzelf praten (babbelen) zingen of bidden.  Kenmerken van de persoon Meestal begin of midden niveau dementie; vaak immobiel en niet in staat zelf in actie te komen; vaak zorgafhankelijkheid met steunzoekend afhankelijk gedrag.  Klik voor volgende dia

11 Veel voorkomende interne BeWegers
Depressieve stemming; pijn of ongemak; desoriëntatie; wanen en hallucinaties; angst en spanning; eenzaamheid; verveling; slecht zien; doofheid; zoeken van emotionele geborgenheid; gewend zijn aan veel aandacht. Veel voorkomende externe BeWegers Personeel dat langs loopt; personeel in een zitje; lawaai; gebrek aan zinvolle prikkels en bezigheden; weglopen terwijl je bezig bent; weggaan zonder afscheid; andere bewoners die geholpen worden; negeren van belangrijke persoonlijke gewoontes; onpersoonlijke omgeving; alleen achter blijven; nachtelijke duisternis; verwarrende omgeving.  Consequenties die vaak niet helpen Standjes geven; vragen op te houden; negatieve reacties andere bewoners; genegeerd worden; sederende medicatie. Klik voor volgende dia

12 Positieve interventies (B en C)
Normaliseren: bv bidden ondersteunen met een rozenkrans; time-out voor verzorgende; negeren als het gedrag niet te storend is; eenvoudige oriëntatie aanbieden; medicatie afstemmen op oorzaak (bv. depressie); zinvolle activiteiten organiseren en dagbestedingprogramma: wandelen; lichaamsbeweging; sociale contacten; muziek luisteren en maken, bekende liedjes zingen, eenvoudige karweitjes, voorlezen, enz.; Simpress (gesimuleerde aanwezigheid); één op één contact; fixatie vermijden; omgeving persoonlijk en herkenbaar houden of maken; geduld hebben; ingaan op achterliggende behoefte. Klik voor volgende dia

13 Vocaal roepen (Vocal Disruptive Behavior)
Kenmerken van het gedrag Ontremd roepgedrag: herhalend, schijnbaar doelloos, niet communicatief gericht, lijkt automatisme, moeilijk te beïnvloeden. Lage kreunende geluiden of harde schrille schreeuwen. Schijnbaar ongericht, aanhoudend. Twee vormen: stopt wel of niet bij contact maken. Veel last voor de omgeving. Klik voor volgende dia

14 Grote zorgbehoefte; meestal gevorderde dementie; meestal gefixeerd.
Frequent voorkomende kenmerken van de persoon Grote zorgbehoefte; meestal gevorderde dementie; meestal gefixeerd. Veel voorkomende interne BeWegers Laag psychisch welbevinden; pijn of ongemak; medische complicaties (bv. urineweg infectie); verveling (als gedrag stopt bij contact maken); doofheid; behoefte aan sensore prikkel; depressieve stemming; wanen en hallucinaties; angst en spanning. Klik voor volgende dia

15 Veel voorkomende externe BeWegers
Lawaai; gebrek aan zinvolle prikkels: gebrek aan bezigheden op eigen niveau; nachtelijk donker Consequenties die vaak niet helpen Gevoelens van machteloosheid en irritatie bij verzorgenden; sederende medicatie; overmatige medicatie; isolatie; onrustige mensen bij elkaar zetten; “ gezellige” schemering. Positieve interventies (B en C) Pijnbestrijding; verhoging comfort; bij verveling: zoeken naar zinvolle activiteiten op eigen niveau; verminderen omgevingslawaai of prikkels; rustige vriendelijke omgang; aanraken; individuele muziek (IMIA); snoezelen; adequate verlichting; Simpress (gesimuleerde aanwezigheid); lichaamsbeweging; persoonlijke aandacht geven. Klik voor volgende dia

16 Afweer en verzet in zorgsituaties
Kenmerken van het gedrag Schreeuwen; wegduwen; slaan; krabben; spugen; stijf of slap houden; schelden. Kenmerken van de persoon Meestal gevorderde dementie. Veel voorkomende interne BeWegers Pijn; angst; onbegrip voor de situatie; schaamte; behoefte eigenwaarde te behouden. Klik voor volgende dia

17 Veel voorkomende externe BeWegers
Starten met een zorgsituatie zonder eerst oogcontact te maken en aan te raken; haast; koude; blootliggen; ontbloot worden; onrustige omgeving (fel licht, in en uitlopen, open deuren, pratende verzorgers, oproepsysteem); onpersoonlijke zorg; wassen; douchen; toilet; eten en drinken; naar bed brengen; op iemand inpraten met harde stem; te hoge eisen stellen; proberen iets nieuws te leren. Consequenties die vaak niet helpen Snel door werken; hardhandig vastpakken of vasthouden; als maar blijven proberen; stoppen met aanraken en doorgaan met directief praten; verbaal corrigeren. Klik voor volgende dia

18 Positieve interventies (B en C)
Rustige benadering; alle stress vermijden; tijd nemen; oogcontact zoeken; afleider-werker systeem gebruiken; pijn bestrijding; snoezelen: zachte muziek, aromatherapie, strelen, warme handdoeken, lichaam bedekt laten; zoeken naar voorkeursverzorging; time-out nemen en later terug komen; achterwege laten overbodige zorg; verplaatsen zorgmoment; handelingen vereenvoudigen; afleidende prettige prikkels geven; omgeving huiselijk maken; bij hallucinaties en wanen: neuroleptica; bij depressieve achtergrond antidepressiva Bij eten geven: deelhandelingen steunen; met handen laten eten; rustige omgeving. Klik voor volgende dia

19 Seksueel ontremd gedrag
Kenmerken van het gedrag Komt bij dementie nogal eens voor. Kan lopen van verbale uitingen tot en met handelingen zoals uitkleden, openlijke zelfbevrediging en ongepaste toenadering en aanraking. Moeilijk te beïnvloeden. Geeft veel belasting voor omgeving. Frequent voorkomende kenmerken van de persoon Hypomane ontremming in het kader van een stemmingsstoornis kan een verklaring zijn. Komt meer bij mannen voor dan bij vrouwen. Mate van voorkomen onduidelijk. Klik voor volgende dia

20 Veel voorkomende interne BeWegers
Naar toilet moeten; irritatie aan genitaliën; behoefte iets met handen te doen; naar bed willen; wanen/ hallucinaties; desoriëntatie in persoon; maniforme ontremming; ontremming door dementie in combinatie met behoefte aan erotiek en seksualiteit; behoefte aan intimiteit; spanningen; verveling; behoefte zich te manifesteren als man of vrouw Veel voorkomende externe BeWegers Te nauwe kleding; gebrek aan activiteiten; opwindende prikkels zoals muziek, Tv-programma’s, verzorgenden in mooie uniformen, bezoek, gesprekken met licht erotiserend karakter, wassen, aankleden, toilet, enz. Klik voor volgende dia

21 Consequenties die vaak niet helpen
Meedoen door grapjes te maken; geschokt reageren; kwaad worden; veroordelend reageren; iemand zijn gang maar laten gaan; isolatie en fixatie. Positieve interventies (B en C) Niet overreageren; situatie onder controle brengen; kleding aanpassen; aandacht afleiden; naar eigen kamer of privé omgeving brengen; erotiserende aanleidingen voorkomen; bij zelfbevrediging tijdens zorgmomenten even alleen laten; als team praten over eigen houding. Medicatiebeleid: zorgvuldig evalueren en terughoudend toepassen. Klik voor volgende dia

22 Apathie en depressief gedrag
Kenmerken van het gedrag Teruggetrokken met vlakke onverschillige stemming; niet gemotiveerd tot bezigheden; inactief en sociaal teruggetrokken. Frequent voorkomende kenmerken van de persoon Komt voor in alle stadia van dementie in verschillende uitingsvormen. Kan wijzen op stemmingsstoornis, maar dat is niet noodzakelijk. Veel voorkomende interne BeWegers Hersenorganische veranderingen; Verdriet en acceptatie problemen; heimwee; besef van situatie; Somatische problemen (sufheid); pijn en ongemak; eenzaamheid. Klik voor volgende dia

23 Veel voorkomende externe BeWegers
Gebrek aan zinvolle activiteiten; kille onpersoonlijke omgeving; andere bewoners; weinig bezoek; pijn en ongemak; te hoge eisen stellen; ongemakkelijke houding.  Consequenties die vaak niet helpen Terugtrekken van activiteiten; niet erbij gevraagd worden; tactloos opvrolijken; terug trekken; diepgaande gesprekken.  Positieve interventies (B en C) Validerende communicatie; persoonlijke activerende aandacht; dagbesteding met zinvolle activiteiten; plezierige gebeurtenissen; stimuleren; prettige omgeving; kleine stapjes belonen Klik voor volgende dia

24 Meer info ? Neem contact op met RINO Zuid-Nederland
Afdeling nascholing Telefoon Of mail naar Klik voor volgende dia


Download ppt "Probleemgedrag en dementie"

Verwante presentaties


Ads door Google