Sensoren Algemeenheden 2. Soorten.

Presentatie over: "Sensoren Algemeenheden 2. Soorten."— Transcript van de presentatie:

1 Sensoren Algemeenheden 2. Soorten

2 Algemeenheden Schakelafstand :
de afstand die het voorwerp verwijderd is van het actieve vlak van de sensor op het ogenblik dat het schakelen veroorzaakt wordt.

3 Algemeenheden Bondig : de sensoren kunnen tot aan het actief vlak in het metaal ingebouwd worden. Niet bondig :

4 Algemeenheden Bedrijfsspanning : minimale en maximale waarde van de voedingsspanning voor goede werking. Eigen stroomopname : stroomopname in rust Schakelstroom: maximum stroom door de uitgang van de sensor.

5 Algemeenheden Schakelfrequentie : maximaal aantal wisselingen per seconde van bedempte naar niet bedempte toestand.

6 Algemeenheden Soorten uitgangen : contact uitgangen
Tweedraads gelijkspanning

7 Algemeenheden Soorten uitgangen : contact uitgangen
Driedraads gelijkspanning

8 1. Algemeenheden Soorten uitgangen : contact uitgangen
Vierdraads gelijkspanning

9 1. Algemeenheden Soorten uitgangen : contact uitgangen
Tweedraads wisselspanning

10 1. Algemeenheden Serie en parallelschakelen is enkel mogelijk bij 3 en 4 draads DC en 2 draads AC !! serie DC parallel

11 1. Algemeenheden Let op voor: restspanning Let op voor: reststromen
Serie en parallelschakelen is enkel mogelijk bij 3 en 4 draads DC en 2 draads AC !! serie AC parallel Let op voor: restspanning Let op voor: reststromen

12 1. Algemeenheden Soorten uitgangen: sensor met analoge uitgang : deze levert een uitgangssignaal evenredig met de afstand tot het gedetecteerde voorwerp Stroom : 0-20 mA. Spanning : 0-10 V.

13 Soorten Inductief Magneet inductief Capacitief Optisch Ultrasoon

14 Inductieve

15 Inductieve Kontactloos detecteren van metalen voorwerpen
Probleemloze werking Slijtvast Lange levensduur Hoge nauwkeurigheid van schakelpunt Hoge schakelfrequentie Kleine bouwvormen mogelijk Ongevoelig voor vreemde invloeden

16 Inductieve Principewerking:
Een HF oscillator wisselt van amplitude op het ogenblik dat een metalen voorwerp in de buurt komt. Dit wordt gedetecteerd.

17 Inductieve Toepassingen

18 Capacitieve

19 Capacitieve Kontactloos detecteren van elektrisch geleidende en niet geleidende voorwerpen Bv. hout, glas , karton, kunststof, leder, vloeistoffen, keramiek, mineralen, metaal Principe:

20 Capacitieve - Toepassingen

21 Magneet Inductieve

22 Magneet Inductieve Kontactloos detecteren van de zuiger bij pneumatische cylinders

23 Ultrasone

24 Ultrasoon Kontactloos detecteren van geluidsreflecterende voorwerpen
Grote reikwijdte Kleur en materiaalonafhankelijke detectie Onderdrukking van nevengeluiden Principe: een ultrasone impuls, afkomstig van een zender, raakt een geluidsreflecterend voorwerp. De reflextie wordt gedetecteerd, de duurtijd tussen zenden en ontvangen is evenredig met de afstand.

25 Ultrasoon Aandachtspunten bij het gebruik
Opletten bij gebruik van meerdere sensoren naast elkaar Oneffenheden op het voorwerp verminderen de reikwijdte Temperatuur: hete oppervlakken weerkaatsen het geluid slechter dan koude Bij vloeistoffen: goeie oriëntering van de sensor is belangrijk Weefsels, schuimstof, watte obsorbeerd het geluid: de sensor wordt minder gevoelig

26 Optische sensoren

27 Optische sensoren Systeemuitvoeringen Zender – ontvanger systeem
Zender – ontvanger in aparte behuizing Detectie van lichtondoorlatende voorwerpen Voor grote afstanden en moeilijke omstandigheden

28 Optische sensoren Systeemuitvoeringen Retro-reflectief systeem
Zender – ontvanger in dezelfde behuizing Detectie van lichtondoorlatende voorwerpen Voor grote afstanden en moeilijke omstandigheden

29 Optische sensoren Systeemuitvoeringen Diffuus systeem
Zender – ontvanger in dezelfde behuizing Detectie wanneer voldoende licht naar de ontvanger weerkaatst Detectie van transparante voorwerpen.

30 Optische sensoren Systeemuitvoeringen Convergente systemen
Zender – ontvanger in dezelfde behuizing Detectie van kleine voorwerpen, het bepalen van kanten of het positioneren van transparante materialen. De te detecteren voorwerpen mogen het scherpte-dieptebereik van de sensor niet verlaten.

31 Optische sensoren Systeemuitvoeringen
Diffuse sensoren met achtergrondonderdrukking Zender en twee ontvangers in dezelfde behuizing Voorwerpen verder gelegen dan de maximum detectieafstand worden niet gezien, zelfs al zijn ze sterk lichtreflecterend.

32 Optische sensoren Systeemuitvoeringen Lichtgeleiders
In plaatsen met geringe inbouwruimte of hoge temperaturen (250°C) Geleiders in glas of kunststof Werken volgens zender-ontvanger principe of retro-reflectief of diffuus systeem

33 Optische sensoren Schakelgedrag
Lichtschakelend : als de detector licht ontvangt Donkerschakelend : als de ontvanger het door de zender uitgestuurde licht niet ontvangt.

34 Optische sensoren Functieprincipe
Merk op : er wordt enkel gemoduleerd licht gebruikt, dit om de invloed van omgevingslicht te vermijden.

35 Sensoren D E N I E