Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLodewijk van Beek Laatst gewijzigd meer dan 7 jaar geleden
1
Klaar met het PW? Lees aandachtig het samenvattingenblad hst 7
Zet je naam op het samenvattingenblad
2
Hst 7 de overheid en ons inkomen
T4 ECONOMIE Hst 7 de overheid en ons inkomen
3
Wat gaan we vandaag doen?
Begrippenblad hst 6. Juist of onjuist. Uitleg 6.1 & 6.2 DOEN: Weet je het nog hst 6 vraag 7 t/m 15 Paragraaf 6.1 tot en met vraag 7. 6 februari PW Hst 5 + 6
4
Onderwijs, politie en aanleggen en onderhouden van wegen vallen onder collectieve goederen.
De overheid had een begrotingstekort van € 16,3 miljard. Een jaar later was dit € 2,7 miljard. Met hoeveel procent is het gedaald? JUIST De WW en WIA vallen onder de sociale zekerheden in Nederland. (n-o)/o x 100% = 83,4% daling. JUIST De belangrijkste inkomsten van de overheid = belastingen. Deze kun je verdelen over 2 groepen. Daarnaast ontvangt de overheid ook geld in de vorm van niet-belastingen, zoals verkoop van aardgas en geld van boetes. Indirecte belastingen heten zo, omdat je ze niet meteen hoeft te betalen. ONJUIST omdat ze via een winkelier aan de overheid worden betaald. JUSIT
5
Paragraaf 7.1
6
Nationaal inkomen BBP Economische groei
Samen paragraaf 7.1 maken Nationaal inkomen BBP Economische groei
7
Vraag 1 Door economische groei: - daalt de werkloosheid,
- verdienen bedrijven meer geld en - verdienen wn meer geld.
8
Vraag 2 c. Door de ec. crisis bedrijven minder investeren, werkloosheid stijgt, nationaal inkomen daalt.
9
Vraag 3 Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting, zijn directe belastingen omdat deze rechtstreeks worden betaald aan de overheid.
10
Vraag 4 A. Door de ec groei verdienen bedrijven meer meer vennootschapsbelasting betalen. Werknemers verdienen ook meer meer inkomstenbelasting afdragen. B. Door de ec groei hebben mensen meer geld om uit te geven, omdat ze meer verdienen. Over gekochte producten wordt btw betaald. De btw-inkomsten stijgen.
11
Vraag 5 Economische achteruitgang
Minder afzet minder productie meer werklozen meer uitgaven sociale zekerheid hogere premies lagere nettolonen.
12
Vraag 6 antwoord direct tonen
A. Periode van economische achteruitgang. B. Als het met de economie niet goed gaat, gaan bedrijven minder produceren en minder investeren, de afzet daalt. De werkloosheid stijgt, omdat werknemers worden ontslagen. Werknemers hebben minder geld te besteden, er wordt minder gekocht, dus de afzet daalt. C. De btw-inkomsten en de ontvangen vennootschapsbelasting zullen hierdoor dalen.
13
Vraag 7 Door bezuinigingen daalt het tekort op de rijksbegroting en kan de staatsschuld op termijn ook dalen.
14
Vraag 8 a De staatsschuld was in 2010 € 382 miljard. 0,04 x € 382 miljard = 15,28 miljard. b De staatsschuld was in 2011 € 406 miljard. € 406 miljard : € 16,5 miljoen = € per inwoner. c (€ 347 miljard - € 259 miljard) : € 259 miljard x 100 = 34%.
15
Vraag 9 € 406 miljard schuld + € 13 miljard schuld - € 28 miljard aflossing = € 391 miljard schuld.
16
Vraag 10 A. € 574 miljard x 60% = € 344 miljard. De staatsschuld in 2010 was € miljard. De staatsschuld bleef dus niet binnen de grenzen van de EMU- afspraken. Of: (€ 382 miljard : € 574 miljard) x 100 = 66,6% van het BBP, dus te hoog. B. inkomsten € 240,8 miljard – uitgaven € 272,1 miljard = € 31,3 miljard begrotingstekort € 574 miljard x 0,03 = € 17,2 miljard. Het begrotingstekort was € 31,3 miljard en bleef dus ook niet binnen de grenzen van de EMU-afspraken. Er zal nu een procedure gestart worden, hoe het komt dat er tekorten zijn.
17
DOEN: Maak vraag 10 t/m 14 van ‘Weet je het nog?’ Blz. 189
Lees de samenvatting van hst 7 goed door. En neem de begrippen al eens door.
18
Paragraaf 7.2
19
Economie Dinsdag 24 januari DOEN: Pak je spullen
20
Wat gaan we vandaag doen?
HW controle ( = weet je t/m vraag 7) Maak paragraaf 6.1 af. Zelfstandig vragen nakijken 6.1 Maak 6.1 hh Klaar? Maak paragraaf 2. Dan heb je vrijdag minder hw. Wat gaan we vandaag doen? Dinsdag 24 januari Hh paragraaf 6.1 = hw + ?
21
Paragraaf 7.3
22
Hoe sociaal zijn we? Nederland is een verzorgingsstaat. De overheid garandeert sociale zekerheid en zorgt voor uitkeringen en goede voorzieningen op het gebied van onderwijs, gezondheid en huisvesting. Sociale zekerheid = dat je altijd inkomen en/of verzorging krijgt als je niet (meer) in staat bent om daar zelf voor te zorgen. uitkeringen. De bijstandsuitkering is het sociale minimum (= het minimale om rond te komen). Ook de AOW voor de mensen die ouder zijn dan 65 (67) hoort bij het stelsel van sociale zekerheid.
23
Uit je hoofd leren! Sociale zekerheid Sociale verzekeringen
volksverzekeringen = voor iedereen. AOW ANW Wordt betaald met premiegeld. Werknemers-verzekeringen = voor mensen in loondienst. WW WIA Sociale voorzieningen Overheid betaalt dit met belastinggeld. WWB AKW Wajong
24
= goed lezen en je antwoorden onderbouwen!
Paragraaf 6.4 = goed lezen en je antwoorden onderbouwen!
25
DOEN: Lees nu de samenvatting. Heb je vragen? Stel ze aan de docent.
Vraag klassikaal bespreken. (Lastige vragen!) Dit doen we in de volgende les.
26
DOEN Niet af = HW voor morgen. TIP:
Nakijken alles van 6.2 Maak 6.3 en hh 6.3 Stel vragen! TIP: De samenvatting is handig om opgaven te maken. Niet af = HW voor morgen.
27
Snelle leerlingen: Ga naar www.mevrouwstals.wordpress.com
Kijk bij hst 5 extra oefenen Open deze links en probeer de opdrachten te maken.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.