De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De balans & de resultatenrekening

Verwante presentaties


Presentatie over: "De balans & de resultatenrekening"— Transcript van de presentatie:

1 De balans & de resultatenrekening
TIBON

2 Waar denken jullie aan bij een balans en een resultatenrekening
Maak opgave 1 in werkboek: Eerst 2 min. Individueel Daarna 3 min. Overleg met buurman/buurvrouw.

3 BALANS

4 RESULTATENREKENING

5 Wat heb je nodig als je een supermarkt wilt starten?
Gebouw of winkelpand Koelinstallaties / schappen / winkelwagentjes / mandjes / lichten / ovens / balie = aankleding van de winkel = inventaris Voorraad (levensmiddelen) Bankrekening Kassa’s Geld/Vermogen Zelf ingebracht Geleend (hypotheek/lening/rood staan/krediet)

6 Wat heb je allemaal nodig als je een bedrijf start ?

7 Allereerst een winkel waar het bedrijf gevestigd is.

8 Dit komt op de balans aan de linkerkant
Dit komt op de balans aan de linkerkant. Deze kant noemen we Debet of Activa Stel dat deze winkel een waarde heeft van ,- Debet / Activa Gebouwen

9 Behalve de winkel heb je ook inboedel/inrichting van de winkel nodig
Vloerbedekking, kassa, paskamer, stellingkasten, verlichting, etc. Deze bedrijfsinrichting heeft inventaris, bijv. € Debet Balans per 31 december Credit Gebouwen Eigen vermogen 48.000 Inventaris 20.000 4% hypothecaire lening Debiteuren 60.000 6% banklening 65.000 Goederen 30.000 Crediteuren 15.000 Liquide middelen Te betalen lonen 2.000

10 Een winkel heeft natuurlijk ook een voorraad aan goederen van bijvoorbeeld € 30.000
Debet Balans per 31 december Credit Gebouwen Eigen vermogen 48.000 Inventaris 20.000 4% hypothecaire lening Goederen 30.000 Crediteuren 15.000 Liquide middelen Te betalen lonen 2.000

11 Iedere onderneming heeft ook geld in de kas(sa) nodig of op de bankrekening hebben. Dit noemen we liquide middelen, stel dat deze € ,- bedraagt. Debet Balans per 31 december Credit Gebouwen Eigen vermogen 48.000 Inventaris 20.000 4% hypothecaire lening Goederen 30.000 Crediteuren 15.000 Liquide middelen Te betalen lonen 2.000 Als we alle bezittingen optellen, dan krijg je een totaal van: €

12 Hoeveel zal er nog geleend moeten worden????
Aan de rechterkant staat hoe de onderneming aan het geld is gekomen. Deze kant heet de creditkant of passiva. Stel de eigenaar heeft eigen geld in de onderneming ingebracht. Dit heet eigen vermogen. Debet Balans per 31 december Credit Gebouwen Eigen vermogen Inventaris 20.000 Goederen 30.000 Liquide middelen Hoeveel zal er nog geleend moeten worden????

13 Nog € 90.000 bij bijv. de bank Wat valt je op?
Debet Balans per 31 december Credit Gebouwen Eigen vermogen Inventaris 20.000 Banklening 90.000 Goederen 30.000 Liquide middelen Wat valt je op? De debetzijde, waar de bezittingen staan = gelijk aan de creditzijde (waar het eigen vermogen en het vreemde vermogen staat). Omdat deze altijd aan elkaar gelijk zijn wordt dit overzicht een balans genoemd.

14 Eigen vermogen + vreemd vermogen
Wat is dus een balans? Debet Balans per 31 december Credit Gebouwen Eigen vermogen Inventaris 20.000 Banklening 90.000 Goederen 30.000 Liquide middelen = Bezittingen Eigen vermogen + vreemd vermogen

15 Debiteuren & Crediteuren
Debet Balans per 31 december Credit Bezittingen Eigen vermogen Vreemd vermogen De debetzijde dankt zijn naam aan de post Debiteuren. Dit zijn klanten van wie de onderneming nog geld heeft te vorderen . De creditzijde dankt zijn naam aan de post Crediteuren. Dit zijn leveranciers waaraan de onderneming nog geld moet betalen.

16 De complete balans Debet Balans per 31 december 2006 Credit Gebouwen
Eigen vermogen 48.000 Inventaris 20.000 4% hypothecaire lening Debiteuren 60.000 6% banklening 65.000 Goederen 30.000 Crediteuren 15.000 Liquide middelen Te betalen lonen 2.000

17 DEFINITIE Een balans geeft een overzicht van de bezittingen en het eigen en vreemd vermogen van een onderneming op een bepaald moment.

18 INDELING BALANS Debet Balans per 01-01-201X Creditzijde
Vaste activa (> 1 productieproces of jaar) Gebouwen, machines, grond, terrein, auto’s, computers, inventaris Vlottende activa (< 1 productieproces of jaar) Voorraden, debiteuren. Liquide middelen Kas & bankrekening € A € B € C Eigen vermogen Lang vreemd vermogen (> 1 jaar) Hypothecaire lening, langlopende leningen Kort vreemd vermogen (< 1 jaar) Rood staan (rekening-courant), crediteuren, kortlopende leningen € D € E € F Totaal € A+ B+ C € D + E + F

19 Bepaling eigen vermogen a.d.h.v. 3 stappen
Stap 1: Je telt de totale waarde van de balansposten op de debetzijde bij elkaar op, dus: A + B + C. Stap 2: Je telt de totale waarde van het lange vreemde vermogen bij de totale waarde van het korte vreemde vermogen bij elkaar op: dus E + F. Stap 3: Vervolgens kun je het eigen vermogen van de onderneming bepalen door van de totale waarde van de debetzijde (= stap 1), de totale waarde van het vreemde vermogen (= stap 2) af te halen.

20 Balansmutatie Inventaris Lisa Balansmutatie Inventaris Lisa
Stel je koopt middels je bankrekening nieuwe spullen om de zaak in te richten ter waarde van € Debet Balansmutatie Inventaris Lisa Credit Inventaris € ABN Amro € Zo wordt dit weergegeven op een tussenbalans Stel dat je het op rekening zou kopen, dan zou je dit als volgt moeten noteren: Debet Balansmutatie Inventaris Lisa Credit Inventaris € ABN Amro € Crediteuren € 5.000

21 Resultatenrekening, belangrijke begrippen + stappenplan
LES 2 Resultatenrekening, belangrijke begrippen + stappenplan

22 De resultatenrekening
Nettowinst Brutowinst Omzet Afzet Verkoopprijs Inkoopwaarde van de omzet Inkoopprijs Bedrijfskosten Loonkosten Huurkosten Energie Overige kosten

23 Definitie resultatenrekening
De resultatenrekening laat zien hoe over een bepaalde periode de winst tot stand gekomen is. Hier staan de kosten & opbrengsten van een onderneming over een bepaalde periode dus weergegeven.

24 Het algemene beeld is als volgt : (Resultatenrekeningen kunnen soms een iets ander beeld hebben).
Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten T I B O N

25 De omzet is het totale bedrag dat verkocht wordt
De omzet is het totale bedrag dat verkocht wordt. Stel deze omzet bedraagt ,- Vul deze in. Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten

26 De omzet is ingevuld. Deze heet soms ook de opbrengst (of verkopen).
Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten

27 Stel dat voor deze goederen 160. 000,- betaald is
Stel dat voor deze goederen ,- betaald is. Dit heet inkoopwaarde. Vul deze in. Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten

28 De inkoopwaarde heet soms ook inkoopwaarde van de omzet.
Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten

29 Dus de onderneming koopt goederen in (de inkoopwaarde) voor 160
Dus de onderneming koopt goederen in (de inkoopwaarde) voor ,- en verkoopt deze voor ,- De brutowinst is dus Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten

30 De brutowinst is dus 80.000,-. Resultatenrekening over 2005 Omzet
Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten

31 De bedrijfskosten vul ik in ….
Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten

32 De bedrijfskosten zijn de verschillende soorten kosten die een onderneming heeft
Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten 30.000 Interestkosten 10.000 Huurkosten 15.000 Overige kosten 5.000

33 Bijvoorbeeld loonkosten, interestkosten (de rente van de leningen),afschrijvingskosten (de kosten van het verouderen van de activa, etc Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten 30.000 Interestkosten 10.000 Huurkosten 15.000 Overige kosten 5.000

34 Niet iedere onderneming heeft dezelfde soort kosten
Niet iedere onderneming heeft dezelfde soort kosten. Dus deze kunnen verschillen. Bijvoorbeeld wel autokosten,geen huurkosten.. Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten 30.000 Interestkosten 10.000 Huurkosten 15.000 Overige kosten 5.000

35 Zoals je kunt zien bedragen de totale bedrijfskosten 60
Zoals je kunt zien bedragen de totale bedrijfskosten ,- Deze worden ook ingevuld. Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten 30.000 Interestkosten 10.000 Huurkosten 15.000 Overige kosten 5.000 60.000

36 De nettowinst (is de winst na aftrek van de bedrijfskosten) bedraagt …..
Resultatenrekening over 2005 Omzet Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten 30.000 Interestkosten 10.000 Huurkosten 15.000 Overige kosten 5.000 60.000 Nettowinst …? ..

37 Nettowinst = € 20.000,- Resultatenrekening over 2005 Omzet 240.000
Inkoopwaarde van de omzet 80.000 Loonkosten 30.000 Interestkosten 10.000 Huurkosten 15.000 Overige kosten 5.000 60.000 Nettowinst 20.000

38 EZELSBRUGGETJE: TIBON Pagina-vorm resultatenrekening
Totale omzet Inkoopwaarde van de omzet Brutowinst Overige kosten (= ook bedrijfskosten) Nettowinst of nettoverlies

39 SCRONTO-vorm resultatenrekening
Kosten Opbrengsten Inkoopwaarde van de omzet Omzet Loonkosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten € 5.000 Nettowinst Totaal

40 Afschrijving (Aanschafwaarde – restwaarde) / economische levensduur (in jaren/maanden/weken/dagen) = afschrijvingskosten per jaar (/maand/week/dag). Stel aanschafwaarde = € ; geen restwaarde, gaat 5 jaar mee  Afschrijvingskosten per jaar van € 2.000 Debet Resultatenrekening Credit Afschrijvingskosten € 2.000 Debet Balansmutatie Credit Transportauto € 2.000 Eigen vermogen

41 Voorraad Debet Balansmutatie Credit Voorraad Kas € 6.500 + € 12.000
Debet Resultatenrekening Credit Inkoopwaarde van de omzet € 6.500 Omzet Debet Balansmutatie Credit Voorraad Kas € 6.500 Eigen vermogen € 5.500

42 Rente / Interest Debet Balansmutatie Credit Kas € 500 Eigen vermogen
Debet Resultatenrekening Credit Rentekosten (5% van € ) € 500 Debet Balansmutatie Credit Kas € 500 Eigen vermogen

43 Stappenplan Stap 1: Oriënteer je op het probleem
Stap 2: Onderstreep de belangrijke informatie. Stap 3: Analyse van het probleem, te maken met de balans of de resultatenrekening? Stap 4: Geef aan of tot een toename of tot een afname leidt. Stap 5: Vul mutatie in op de balans en/of op de resultatenrekening Verwerk deze op de beginbalans of de resultatenrekening. Stap 6: Controle van de voorgaande stappen Stap 7: Evaluatie van het resultaat

44 Stap 1: Oriënteer je op het probleem
Debet Balans per Credit Inventaris Voorraad ING bank Totaal € ,- € ,- € ,- € ,- Eigen vermogen Lening Rabobank Totaal € ,- € ,- € ,- € ,- Wanneer er een financieel feit beschreven wordt, bijv.: “Ondernemer Jeffrey koopt een voorraad ter waarde van € 5.000,-. Hij betaalt de helft hiervan met behulp van zijn bankrekening en de overige helft betaalt hij de leverancier over een maand”; lees deze dan aandachtig door.

45 Stap 2: Onderstreep de belangrijke informatie.
Ondernemer Jeffrey koopt een voorraad ter waarde van € 5.000,-. Hij betaalt de helft hiervan met behulp van zijn bankrekening en de overige helft betaalt hij de leverancier over een maand.

46 Stap 3: Analyse van het probleem, te maken met de balans of de resultatenrekening?
Ondernemer Jeffrey koopt een voorraad (bezitting = balans) ter waarde van € 5.000,-. Hij betaalt de helft (= € 2.500) hiervan met behulp van zijn bankrekening (bezitting = balans) en de overige helft (= € 2.500) betaalt hij de leverancier over een maand (schuld = balans  nieuwe balanspost crediteuren).

47 Stap 4: Geef aan of tot een toename of tot een afname leidt.
Ondernemer Jeffrey koopt een voorraad (bezitting = balans) ter waarde van € 5.000,- (toename). Hij betaalt de helft (= € 2.500) hiervan met behulp van zijn bankrekening (bezitting = balans) (afname) en de overige helft (= € 2.500) betaalt hij de leverancier over een maand (schuld = balans  nieuwe balanspost crediteuren) (Toename).

48 Stap 5: Vul de mutatie in op de balans en/of op de resultatenrekening en verwerk deze op de beginbalans of de resultatenrekening. Debet Balansmutatie Credit Voorraad ING Bank + € € 2.500 Crediteuren + € 2.500 Debet Balans per Credit Inventaris Voorraad ING bank Totaal € ,- € ,- € ,- € ,- Eigen vermogen Lening Crediteuren Rabobank Totaal € ,- € ,- € 2.500 € ,- € ,-

49 Stap 6: Controle van de voorgaande stappen
Is een controle mogelijk? Is de linkerkant gelijk aan de rechterkant? Ben ik niets vergeten? Geen fouten gemaakt? CONTROLEER!!!!!!!

50 Stap 7: Evaluatie van het resultaat
Trek algemene conclusie: In dit geval; wanneer ik als ondernemer een voorraad aanschaf, dan kan ik deze aanschaf betalen middels de liquide middelen (kas of bankrekening) welke logischerwijze zullen afnemen, of kan ik dit financieren door middel van het vergroten van mijn schulden (het afsluiten van een langlopende lening, rood staan bij de bank of het kopen op rekening/krediet (door de post crediteuren te laten toenemen).

51 Groepsopdracht (3 leerlingen)
Bedenk 3 financiele feiten (makkelijk, gemiddeld en moeilijk) a.d.h.v. het stappenplan. Ga telkens uit van onderstaande balans: Debet Balans per Credit Gebouwen Inventaris Auto’s € ,- € ,- € ,- Eigen vermogen € ,- Voorraad Debiteuren € ,- € ,- 5% hypotheek 3% lening € ,- € ,- Kas Rabobank € ,- € ,- Crediteuren ING € ,- € ,- Totaal

52 Les 3: Creatief Boekhouden
Leerlingen verwerken zelfbedachte mutaties

53 Groepsopdracht (3 leerlingen)
Debet Balans per Credit Gebouwen Inventaris Auto’s € ,- € ,- € ,- Eigen vermogen € ,- Voorraad Debiteuren € ,- € ,- 5% hypotheek 3% lening € ,- € ,- Kas Rabobank € ,- € ,- Crediteuren ING € ,- € ,- Totaal


Download ppt "De balans & de resultatenrekening"

Verwante presentaties


Ads door Google