De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De verbanden..

Verwante presentaties


Presentatie over: "De verbanden.."— Transcript van de presentatie:

1 De verbanden.

2 Doel van een verband. Opslorpen van wondvocht, bloed of etter
Wonde afdekken en beschermen Infectie voorkomen Genezing bevorderen Als drukverband Als steunverband

3 Indeling van de verbandmiddelen.
Naar de aard van het materiaal - pleisters - gazen - watten - zwachtels - snelverband - doekverbanden Naargelang de functie van het verband - dekverband - wonddrukverband - drukverband - rust- en steungevend verband - onbeweeglijk makend verband

4 Pleisters Kleefpleister Dienen voor bevestiging van andere materialen.

5 Pleisters Gaaspleister
Bestaan uit een gaasje met een kleefpleister eromheen. Deze dienen voor het bedekken van kleine wonden Het gaas kan gedrenkt zijn in een desinfecterende vloeistof

6 Watten Witte watten Vette watten Zijn gemaakt van ontvette katoen
Nemen goed vocht op Worden gebruikt bij wonden met flink bloedverlies Vanwege het pluizen worden ze nooit rechtstreeks op een wonde gelegd Vette watten Zijn gemaakt van niet-ontvette katoen Nemen geen vocht op Zijn zeer veerkrachtig Aanleggen van drukverbanden

7 Zwachtels Dit zijn rollen verband die van verschillende materialen gemaakt kunnen zijn en dus ook verschillende eigenschappen hebben.

8 Zwachtels. Gaasverband Elastische zwachtels
Bestaan uit hetzelfde materiaal als gazen Zijn niet echt stevig Gebruik: als wondverband Elastische zwachtels Zijn gemaakt van stevig elastisch materiaal Met deze verbanden kan men druk uitoefenen Vooral om lichaamsdelen te steunen

9 Snelverband Dit verband bestaat uit gaas met daaronder een absorberende stof Aan dit verband zijn twee hydrofiele zwachtels bevestigd Als wondverband is het ideaal Het gedeelte dat op de wonde komt, mag niet met de handen aangeraakt worden

10 Doekverband Dit zijn linnen doeken die voor verschillende doeleinden gebruikt kunnen worden Het bekendst zijn de driehoeksverbanden

11 Dekverband Dient voor het steriel afdekken van een wonde
Het kan bestaan uit snelverband of uit een steriel gaasje met erop witte watten en daarboven een gaaszwachtel

12 Wonddrukverband Uitwendige bloedingen die door een dekverband onvoldoende gestelpt worden, worden met een wonddrukverband verbonden Het bestaat uit één of meerdere steriele gazen, witte en vette watten, en daaromheen een elastische zwachtel

13 Drukverband Dit verband wordt gebruikt ter voorkoming van zwellingen van lichaamsdelen ten gevolge van onderhuidse bloedingen Het drukverband bestaat uit vette watten en een elastische zwachtel

14 Rust- en steungevend verband
Dit dient voor het geven van rust en steun aan een gewond lichaamsdeel Vooral bij verwondingen aan de armen en/of handen wordt hier gebruik gemaakt van een driehoeksverband

15 Onbeweeglijk maken verband
Met dit verband wordt het bewegen van een lichaamsdeel onmogelijk gemaakt Het bekendste voorbeeld hiervan is het spalken van een lichaamsdeel bij een botbreuk

16 Belangrijke uitgangspunten bij het verbinden.
Laat het slachtoffer tijdens het verbinden zitten of liggen Werk zo hygiënisch mogelijk Neem tijdens het verbinden een zodanige positie in, dat je het slachtoffer kan observeren Houd het lichaamsdeel tijdens het verbinden in de goede stand Kies het juiste verbandmiddel Verbind een lichaamsdeel altijd van onder naar boven De breedte van een verband steeds aanpassen aan te verbinden wond of lichaamsdeel Een zwachtel steeds aanleggen met de rol naar boven

17 Bevestigen van een verband
Veiligheidsspelden Verbandhaakje Kleefpleister Windel doorknippen en bevestigen met knoop

18 De meest voorkomende handelingen
Oprollen van een zwachtel Stevig oprollen Voorzichtig met elastische windels Werk steeds met propere handen

19 Het aanleggen van een zwachtelverband.
Goede stand van het gewonde lidmaat Ga voor het gewonde lichaamsdeel staan Breedte van de zwachtel aanpassen Zwachtel tussen duim en wijsvinger houden van de rechter hand met de rol naar boven Slechts enkele cm van tevoren afrollen De zwachtel van links naar rechts afwinden, onder de vorm van omwikkelen Om het begin van een verband goed vast te leggen, legt men twee slagen op elkaar of vouwt men het uiteinde van de zwachtel schuin Een overdreven vast verband belemmert de bloedsomloop Het uiteinde van de zwachtel dubbel vouwen en vasthechten met verbandhaakje

20 Het aanleggen van een zwachtel.

21 Afnemen van een verband
Het gewonde lichaamsdeel een gemakkelijke houding geven De aanhechting losmaken en het verband zachtjes afwikkelen De windingen onmiddellijk oprollen, telkens van de ene in de andere hand overbrengen Indien het afzwachtelen pijn veroorzaakt kan men het verband voorzichtig met een schaar doorknippen Verband dat aan de wonde vastkleeft, losmaken met zuurstofwater

22 Afnemen van een zwachtel

23 Strakheid van zwachtel controleren
Volgende verschijnselen duiden erop dat je de zwachtel te strak hebt aangelegd: Verkleuring van de uitstekende delen Het verergeren van de pijn Tintelingen, overgevoeligheden of eigenaardige gewaarwordingen in de uitstekende delen Vermindering van het vermogen om de uitstekende delen te bewegen

24 Aanleggen van een zwachtel

25 Het spiraalverband. Dit verband kan je enkel gebruiken bij een wonde of een letsel ter hoogte van een lidmaat. Maak spiraalomwindingen rond het lidmaat Eindig met een volledige rechte omwinding en hecht het verband vast Werk steeds van de wonde naar de romp toe, zodat het bloed doorheen de aders gemakkelijk kan terugvloeien naar het hart. Zorg ervoor dat elke omwinding de helft tot twee derde van de vorige bedekt.

26 Spiraalverband.

27 Het scharnierverband. Dit verband kan je aanleggen ter hoogte van de elleboog of de knie. Gebruik voor het aanleggen van een scharnierverband steeds een drukzwachtel, of een crêpezwachtel die je voor de eerste maal gebruikt. Een gaaszwachtel of een reeds gebruikte zwachtel zouden immers verschuiven door de bewegingen van het gewricht.

28 Scharnierverband. Houd het lidmaat lichtjes gebogen
Breng de eerste omwindingen aan op het gewricht zelf Breng afwisselend omwindingen aan onder en boven het gewricht De omwindingen moeten elkaar kruisen aan de binnenkant van het gewricht Eindig met twee rechte omwindingen en hecht het verband vast

29 Scharnierverband.

30 Scharnierverband.

31 Het kruisverband van de arm.

32 Het kruisverband. Het kruisverband is een zeer stevig verband, dat gebruikt wordt als fixatieverband of als drukkend verband aan de hand of de voet. Bij verstuiking doet het dienst ter ondersteuning en immobilisatie (onbeweeglijk maken) van de pols of de enkel. Bovendien helpt het om de zwelling tegen te gaan.

33 Het kruisverband. Breng de hand of de voet in de juiste positie :
de hand : vraag het slachtoffer om de hand in het verlengde van de onderarm te houden ; de voet : leg het been omhoog en vraag aan het slachtoffer om het onderbeen en de voet in een hoek van 90 graden te houden, deze geniet de voorkeur ; tenzij ze met teveel pijn gepaard zou gaan. Breng de eerste omwindingen (1,2,3) onderaan de arm of het been Breng het verband naar het uiteinde van de hand of de voet(4) ; bedek de vingers niet volledig, opdat het slachtoffer deze nog zou kunnen bewegen ; Maak een volledige omwinding rondom de hand of de voet (5) dit moet ervoor zorgen dat het verband niet wegschuift ; Keer terug naar de plaats van vertrek en kruis daarbij het reeds aangebrachte verband(6) ; Herhaal een reeks kruisvormige omwindingen rond de hand of de voet. Leg deze omwindingen steeds iets minder ver van het uiteinde van de hand of de voet. Werk ook hier naar de romp toe (7,8,9,10) ; Eindig met twee volledige omwindingen rond de arm of de voet en hecht het verband vast.

34 Kruisverband van de hand.

35 Kruisverband van de voet.

36 Het kousverband. Het kousverband is een buisvormig verband uit geweven jersey. Het bestaat uit elastisch materiaal. Kousverband is verkrijgbaar op rollen van verschillende breedte. Voor het aanbrengen ervan op de vingers wordt een speciale applicator uit plastiek of metaal gebruikt. Wanneer gebruik je een kousverband? Kousverband is bestemd voor de vingers, tenen, armen, benen of zelfs de romp, en dient enkel om een ander verband te bevestigen.

37 Een kousverband aanleggen.
Knip het kousverband af op de lengte die iets meer dan twee maal langer is dan de vingerlengte

38 Kousverband aanleggen
Schuif het kousverband over de applicator.

39 Kousverband aanleggen
Breng de applicator over de vinger.

40 Kousverband aanleggen
Houd het kousverband aan de basis van de vinger vast en trek de applicator terug tot aan de vingertop

41 Kousverband aanleggen
Draai de applicator een volledige toer

42 Kousverband aanleggen
Schuif de applicator terug over de vinger.

43 Kousverband aanleggen
Het uiteinde van het verband kan je met een kleefpleister fixeren.

44 Driehoeksverbanden. Wat is een driehoeksverband?
Een driehoeksverband is een driehoekig verband, al dan niet steriel verpakt. Het bestaat uit gaas of cellulose of uit linnen.

45 Driehoeksverband Wanneer gebruik je een driehoeksverband?
Een driehoeksverband kan je opengevouwen gebruiken om er wonden en brandwonden voorlopig mee af te dekken, en als draagdoek. Daarnaast kan je het driehoeksverband ook voor verschillende andere doeleinden gebruiken zoals; - Het uitoefenen van rechtstreekse druk met bemiddeling van een driehoeksverband dat niet is opengevouwen. - Het aanleggen van een licht drukkend verband op en wonde of een letsel, eventueel bovenop een kompres of een ander verband. Gebruik hiervoor een driehoeksverband dat tot een smalle strook werd gevouwen.

46 Een driehoeksverband aanleggen als voorlopige afdekking.
Een arm, voet, elleboog, knie voorlopig afdekken. houd de basis van de driehoek hoger dan de wonde, zodat je de wonde zelf met het midden van het driehoeksverband kan bedekken, draai de uiteinden van het verband één of enkele malen rond de arm of het been van het slachtoffer; bind de uiteinden aan mekaar vast

47 Een arm voorlopig afdekken.

48 Een voet voorlopig afdekken.

49 Elleboog, knie voorlopig afdekken.

50 Een hand voorlopig afdekken.

51 Hand met gescheiden vingers

52 Hoofd voorlopig afdekken

53 Driehoeksverband als draagdoek aanleggen.
Een gewone draagdoek aanleggen. Een gewone draagdoek wordt het meest gebruikt en is ook het gemakkelijkst aan te leggen. Bij een gewonde draagdoek komt het gewicht op beide sleutelbeenderen te liggen. Hij wordt gebruikt: Om een gewonde arm, hand of pols te ondersteunen of te immobiliseren (onbeweeglijk maken). Om het gewicht van de arm te helpen dragen bij een ontwrichte schouder.

54 Het aanleggen van een gewone draagdoek.
leg het driehoeksverband met de top onder de gewonde arm; de lange zijde van het verband moet zich aan de niet gewonde lichaamshelft bevinden; vouw de onderste slip onder de gewonde arm; knoop de beide uiteinden aan mekaar vast met een veiligheidsspeld; breng ter versteviging eventueel een tweede, tot een strook gevouwen driehoeksverband aan rond de arm en het lichaam. Zorg ervoor dat de vingertoppen zichtbaar blijven.

55 Aanleggen van een gewone draagdoek.

56 Een schuine draagdoek aanleggen.
Bij een sleutelbeenbreuk of bij een verwonding van één van de twee schouders, is het onmogelijk om een gewone draagdoek aan te leggen. In die gevallen kan je beter een schuine draagdoek aanleggen. Bij een schuine draagdoek wordt het gewicht immers naar de gezonde schouder gebracht. Een schuine draagdoek kan je ook aanleggen wanneer de hand of de onderarm in hoogstand moeten worden gehouden, bijvoorbeeld om zwelling bij een letsel te voorkomen.

57 Het aanleggen schuine draagdoek.
vraag aan het slachtoffer om de arm die moet ondersteund worden schuin in de hoogte te leggen, met de vingertoppen tegen de tegenoverliggende schouder; leg de top van het driehoeksverband over deze gewonde arm; de lange zijde van de driehoek moet zich aan de niet-gewonde lichaamshelft bevinden; plooi de onderste slip onder de arm en achter de rug van het slachtoffer en leg een knoop op de niet-gewonde schouder; maak de top van de driehoek vast met een veiligheidsspeld; breng eventueel een tweede driehoeksverband rond de gewonde arm en het lichaam, als extra versteviging.

58 Aanleggen van een schuine draagdoek.

59 Een driehoeksverband tot een smalle strook vouwen.

60 Dasverband. De strook kan dienen om een (licht) drukkend verband op een wonde of een letsel aan te leggen, eventueel bovenop een kompres of een ander verband. Stroken kunnen ook gebruikt worden om de benen te immobiliseren.

61 Dasverband van het hoofd.

62 Dasverband arm en hand

63

64


Download ppt "De verbanden.."

Verwante presentaties


Ads door Google