De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

M-decreet: HGD trajecten CLB en samenwerking met externe partners

Verwante presentaties


Presentatie over: "M-decreet: HGD trajecten CLB en samenwerking met externe partners"— Transcript van de presentatie:

1 M-decreet: HGD trajecten CLB en samenwerking met externe partners
Stedelijk CLB Antwerpen Elif Beyazi Coördinator

2

3 Krachtlijnen M-decreet 1. Toelatingsvoorwaarden BUO/IAC en opstart GON
Inleiding Krachtlijnen M-decreet 1. Toelatingsvoorwaarden BUO/IAC en opstart GON Doorlopen van zorgcontinuüm Criteria typologie opmaak (gemotiveerd) verslag 2. Ondersteuning in het gewoon onderwijs: GON/ ion en waarborgregeling Ondersteuningsmodel Handlingsgericht diagnostisch traject CLB Uitdagingen rond kwaliteitsvol diagnostiek Kwaliteitsverhoging HGD traject CLB Gelijkgerichtheid tussen CLB Samenwerking met externe partners Samenwerkingsovereenkomst CLB - COS

4 Waarom dit decreet? Meer leerlingen in het gewoon onderwijs en dus minder in buitengewoon onderwijs Verruimen van de mogelijkheden in het gewoon onderwijs

5 Eerste evaluaties

6 31 mei 2016 Inclusie niet vanzelfsprekend, vooral secundair
Inclusie en diploma ??? Wat zijn redelijke aanpassingen? Moeilijke vraag. Weigeren van redelijke aanpassingen Continuïteit van de aanpassingen Ouders vinden CLB niet altijd onpartijdig Bemiddeling bij geschillen Scholen soms te snel van zorgbeleid naar sanctiebeleid Individueel curriculum in gewoon onderwijs nadelig voor vervolgtraject Nieuwe attestering heeft groeipijnen PAB en inclusie: overleg nodig! Plaatsing van jongeren in overleg onderwijs/welzijn Competentieverhoging nodig

7 Juni 2016 verhoogde bescherming Parallel inclusief en segregerend
Sociaal model Monitoring en bemiddeling Voortbestaan BUO Waarborgregeling Parallel inclusief en segregerend Dubbele boodschap Geen concept inclusief Niet alle beschikbare middelen ingezet

8 De Morgen vrijdag 9 december 2016

9 Krachtlijnen M-decreet
1. Toelatingsvoorwaarden BUO/IAC en opstart GON Doorlopen van zorgcontinuüm Criteria typologie opmaak m-verslag en gemotiveerd verslag 2. Ondersteuning in het gewoon onderwijs: GON/ waarborgregeling Ondersteuningsmodel

10 Krachtlijnen M-decreet: doorlopen van zorgcontinuüm
Zorgcontinuüm: Zorgbeleid waarin de school 3 fasen doorloopt Brede basiszorg: Een krachtige leeromgeving Systematisch opvolgen Verminderen van risicofactoren en versterken van beschermende factoren Verhoogde zorg: De school neemt extra maatregelen afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften (los van diagnose) De leerling kan het gemeenschappelijk curriculum volgen Uitbreiding van de zorg: Verhoogde zorg wordt verdergezet Het CLB start handelsgerichte diagnostisch traject op

11 Krachtlijnen M-decreet: doorlopen van zorgcontinuüm
Handelingsgericht diagnostisch traject CLB Analyse van de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling op basis van een transactioneel kader, wisselwerking tussen leerling en context Formuleren van onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften Formuleren van adviezen voor betere afstemming van het onderwijs- en opvoedingsaanbod op de zorgvraag /specifieke onderwijsbehoeften Komen tot aanbevolen maatregelen Analyse van de ondersteuningsbehoeften van de leerkrachten en ouders In overleg met alle actoren bekijken wat voor elk actor wenselijk en haalbaar is Komen tot redelijke aanpassingen

12 Krachtlijnen M-decreet: doorlopen van zorgcontinuüm
Diagnostiek vanuit transactioneel kader Elk probleem wordt in zijn context geplaatst: informatie over de context geeft handvatten om te handelen Er wordt gezocht naar wat veranderbaar is bij de leerling, in de onderwijsomgeving, bij de ouders of opvoeders. Bio-psycho- sociaal classificatiesysteem: International classification of functioning (ICF)

13 persoonlijke factoren
Krachtlijnen M-decreet: doorlopen van een zorgcontinuüm ziekte / aandoening functies / anatomische eigenschappen (stoornissen) activiteiten (beperkingen) participatie (participatie- problemen) externe factoren persoonlijke factoren

14 Krachtlijnen M-decreet: criteria typologie
Focus op onderwijsbehoeften maar … ook behoud van typologie en classificerende diagnose

15 Typologie: oud – nieuw Type voor kinderen … Type voor kinderen …
1 met een licht mentale beperking 2 met een matig of ernstig mentale beperking 3 met ernstige emotionele of gedragsproblemen 4 met een lichamelijke beperking 5 in een ziekenhuis of in een preventorium 6 met een visuele beperking 7 met een auditieve beperking 8 met ernstige leerstoornissen basisaanbod: op basis van onderwijsbehoeften 2 met een verstandelijke beperking (IQ ≤ 60) + beperking in sociaal aanpassingsgedrag 3 met emotionele- of gedragsstoornis die geen verstandelijke beperking hebben 4 met een motorische beperking 5 die opgenomen zijn in een ziekenhuis, een residentiële setting of preventorium 6 met een visuele beperking 7 met een auditieve beperking, of taal- of spraakstoornis 9 met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben

16 Typologie BA Aantonen dat de aanpassingen (STICORDI) onvoldoende zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te kunnen blijven meenemen. Maximum 2 jaar, verlengbaar na beslissing klassenraad en CLB. Verplichte ondersteuning van school buitengewoon onderwijs en CLB bij zoeken naar school en zorgen voor ondersteuning tot vlotte overgang 2 significante beperkingen in het intellectueel functioneren (IQ 60), significante beperkingen in het sociale aanpassingsgedrag (- 3 standaarddeviaties ten opzichte van een normgroep van leeftijdgenoten), vóór de leeftijd van 18 jaar, procesdiagnostiek

17 Typologie 3 Emotionele of gedragsstoornis, op basis van gespecialiseerde, multidisciplinair team aangeleverde diagnostiek m.i.v. psychiatrisch onderzoek één van de volgende problematieken: Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis, Gedragsstoornis in enge zin, ‘conduct disorder’, Angst- en stemmingsstoornis Kinderen met een motorisch beperking bij wie op basis van specifieke medische diagnostiek, een uitval wordt vastgesteld in de neuromusculoskeletale en beweginggerelateerde functies. 4

18 Typologie 5 voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis, een residentiële setting of verblijven in een preventorium. Kinderen in type 5 beantwoorden aan alle onderstaande voorwaarden: de medische, psychiatrische of residentiële opvang of begeleiding laat niet toe dat de kinderen voltijds in een school aanwezig zijn, de kinderen hebben behoefte aan een individueel of geïndividualiseerd aanbod dat in de residentiële omgeving verstrekt wordt Kinderen met een visuele beperking zijn kinderen bij wie op basis van specifieke oogheelkundige diagnostiek een gezichtsstoornis werd vastgesteld (uitgebreide criteria) 6

19 Typologie 7 Kinderen met een auditieve beperking op basis van een audiologisch onderzoek door een neus-keel-en-oor-arts (decretale criteria) Kinderen met een spraak- of taalstoornis zijn kinderen zonder een verstandelijke beperking, waarvoor, op basis van een multidisciplinair onderzoek door een erkend gespecialiseerd team met minstens een logopedist, audioloog en neus-keel-en-oor-arts, een van de volgende problematieken wordt vastgesteld: voor leerlingen jonger dan 6 jaar: kinderafasie met een terugval in de taalontwikkeling of een vermoeden van ontwikkelingsdysfasie (zeer moeizame spraak- en taalontwikkeling en met een duidelijke impact op schoolse activiteiten) voor leerlingen vanaf 6 jaar: diagnose ontwikkelingsdysfasie of kinderafasie

20 Typologie 9 voor kinderen met een autismespectrumstoornis en die geen verstandelijke beperking hebben Kinderen met een autismespectrumstoornis zijn kinderen bij wie op basis van gespecialiseerde, door een multidisciplinair team aangeleverde diagnostiek, met inbegrip van psychiatrisch onderzoek, een van de volgende problematieken wordt vastgesteld: a) de autistische stoornis; b) een pervasieve ontwikkelingsstoornis niet-anders-omschreven.

21 criteria typologie en richtlijnen classificerende diagnostiek

22 Richtlijnen inzake diagnostiek van externen in kader van M-verslag
Voornaamste afspraken: Voor type 2 wordt de classificerende diagnostiek in veel gevallen opgenomen door CLB. Omwille van vragen rond de operationalisatie van de cirteria is er een aparte nota uitgewerkt (2015) Voor type 3 en type 9 moet er een multidisciplinair onderzoek zijn met inbegrip van psychiatrisch onderzoek. Het M-decreet stelt niet dat dit door een team moet gebeuren dat extern is aan CLB. Een multidisciplinair onderzoek door CLB in combinatie met psychiatrisch onderzoek volstaat mits er overleg is geweest tussen CLB en psychiater in functie van een multidisciplinaire besluitvorming. Voor de classificerende diagnostiek in kader van type 3 en type 9 worden diagnoses gesteld door een COS of een CAR als voldoende beschouwd.

23 Richtlijnen inzake diagnostiek van externen in kader van M-verslag
Voor type 3 en type 9 is een diagnose op zich niet voldoende. Als de onderwijsbehoeften niet de expertise van type 3 of 9 vereist, kan geen verslag worden opgemaakt. M-decreet formuleert een aantal ‘diagnoses’ voor type 3 en 9. In de praktijk worden diagnoses gehanteerd die niet volledig overeenstemmen met de terminologie van het M-decreet. De motivering tot welke subcategorie de leerling behoort wordt vanaf dit schooljaar opgenomen in ‘eventuele categoriale classificatie’. Bij twijfel is overleg met de betrokken psychiater aangewezen.

24 Richtlijnen inzake diagnostiek van externen in kader van M-verslag
Voor type 4 is er sprake van ‘specifieke medische diagnostiek’. Dit vereist de betrokkenheid van een geneesheer-specialist. Een CLB-arts kan deze rol opnemen, wanneer hij of zij oordeelt en motiveert dat een dergelijk bijkomend onderzoek niet nodig en/of wenselijk is. Voor type 6 en type 7 – auditief blijft de oogarts of NKO-arts, net zoals in het verleden, betrokken bij de diagnostiek. Om te toetsen of voldaan is aan de kwalificatie ‘matig’ of ‘ernstig’ moet er medische informatie aangeleverd zijn. Het toekennen van de kwalificatie ‘matig’/’ernstig’ in kader van GON-ondersteuning is een beslissing die finaal door het CLB grondig onderbouwd en genomen wordt.

25 Richtlijnen inzake diagnostiek van externen in kader van M-verslag
Voor type 7 spraak-taal spreekt het M-decreet uitdrukkelijk over een diagnose door een ‘erkend multidisciplinair team’. Dot houdt in dat de diagnostiek van (vermoeden van) ontwikkelingsdysfasie of kinderafasie die door een extern multidisciplinaire team dient te gebeuren. Diagnostiek door ‘erkend multidisciplinair team’: betrokkenheid van een aantal disciplines, minstens een logopedist, audioloog en NKO-arts. Indien een audiogram is afgenomen door een NKO-arts, hoeft de audioloog niet eer betrokken te worden.

26 Richtlijnen inzake diagnostiek van externen in kader van M-verslag
Voor type 7 spraak-taal is er in de praktijk gebrek aan aanbod + zeer lange wachtlijsten. Daarom worden een aantal afspraken gemaakt ter verduideijking: Een COS en een revalidatiecentrum worden beschouwd als een ‘erkend team’, zelfs al is er geen NKO-arts of audioloog verbonden aan de dienst. Diagnoses (vermoeden van) ontwikkelingsdysfasie of kinderafasie die door andere multidisciplinaire teams zijn gesteld, kunnen enkel aanvaard worden als de vereiste disciplines betrokken waren. Voor type 7 spraak-taal is het ‘apart verzamelen’ van informatie bij logo, audioloog en NKO-arts niet voldoende om tot een kwaliteitsvolle diagnostiek van ontwikkelingsdysfasie te komen. Indien onafhankelijke actoren (logo, audioloog, NKO, neuropsycholoog, …) een diagnose stellen of elementen die kunnen leiden tot een diagnose aanleveren, voorzien we als overgangsmaatregel dat het CLB minstens twee actoren met elkaar in contact brengt om de aangeleverde elementen af te stemmen in functie van de diagnosestelling. In dit geval is het uitsluiten van een gehoorstoornis essentieel.

27 Krachtlijnen M-decreet: opmaak (gemotiveerd) verslag
Op het einde van een HGD traject bezorgt CLB een verslag In samenspraak met leerling, ouders, school en Clb Bepaalt het vervolgtraject/ schoolloopbaan Gemeenschappelijk curriculum of een individueel aangepast curriculum Op basis van een M-verslag (attest en protocol) Leerling inschrijvingsrecht in buitengewoon onderwijs met individueel curriculum of gemeenschappelijk curriculum (met handelingsplan) Leerling kan zich onder ontbindende voorwaarden inschrijven in het gewoon onderwijs Leerling krijgt individueel aangepast curriculum Op basis van een gemotiveerd verslag Opstart Gon begeleiding Leerling volgt gemeenschappelijk curriculum

28 Krachtlijnen M-decreet
1. Toelatingsvoorwaarden BUO/IAC en opstart GON Doorlopen van zorgcontinuüm Criteria typologie opmaak m-verslag en gemotiveerd verslag 2. Ondersteuning in het gewoon onderwijs: GON/ION en waarborgregeling Ondersteuningsmodel

29 Krachtlijnen m-decreet: Ondersteuning in het gewoon onderwijs
16-17: overgangsjaar in aanloop naar een meer fundamentele hervorming GON en ION ondersteuning: De aanwending flexibel inzetten naar aantal eenheden per leerling Afstappen in de aanwending duur en intensiteit, van leerling meer leerkrachtgerichte ondersteuning Waarborgregeling: vrijgekomen personeel van het buitengewoon onderwijs wordt ingezet voor ondersteuning in het gewoon onderwijs De vrijgekomen uren worden proportioneel verdeeld per onderwijsnet Doel: organiseren van kwaliteitsvolle collegiale ondersteuning op de klasvloer door de middelen voldoende substantieel en zonder versnippering in te zetten Netgebonden commissies selectie van scholen voor buitengewoon en gewoon onderwijs

30 Nota ondersteuningsmodel
Focus van de ondersteuning: leerkracht én leerling belangrijke verschuiving van hoofdzakelijk focus op leerlinggerichte ondersteuning naar ondersteuning van schoolteams in hun pedagogisch-didactisch handelen Verlaten van ‘stoornissen’ en denken in termen van ‘ondersteuning’ Inbedden in bredere leerlingenbegeleiding op school Van ‘diversiteitsdenken’ naar ‘inclusiedenken’ Financieringsstromen gekoppeld aan specifieke doelgroepen verlaten Verdwijnen onderscheid ION en GON Focus op identificatie van leerlingen blijft (gemotiveerd) verslag Focus op fase 2 zorgcontinuüm blijft

31 Nota ondersteuningsmodel
Organisatiemodel Goede regionale spreiding Samenbrengen expertise Schaalgrootte Inbedding ondersteuners in professionele groep Verbindend samenwerken Projectmatig werken

32 Nota ondersteuningsmodel
Financiering Genereren en toewijzing versus aanwending (leerlinggebonden versus niet-leerlinggebonden). Aanwending wordt lokaal beslist UNIA: alle beschikbare middelen bundelen financiering, integratie in één financieringsstroom (GON/ ion en waarborgregeling nu al verlaten)

33 Handelingsgericht diagnostisch traject CLB

34 Handelingsgericht diagnostisch traject CLB
‘Handelingsgerichte diagnostiek‘: een cyclisch zoek- en beslissingsproces waarin info over individu en omgeving wordt verzameld, geïnterpreteerd en afgewogen met als doel de problemen of hulpvragen te analyseren en te verklaren met het oog op adequate advisering voor het handelen. Het proces verloopt volgens systematisch procedures, in samenwerking met school/ouders/leerling, aandacht voor positieve kenmerken en voor de wisselwerking en wederzijdse beïnvloeding van individu en omgeving. Het CLB werkt op een systematische, planmatige en transparante wijze samen met school en ouders. De specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen en de ondersteuningsbehoeften van onderwijspersoneel en ouders staan centraal én in het bijzonder ondersteuning bij gepaste en redelijke aanpassingen waaronder STICORDI.

35 Handelingsgericht diagnostisch traject
CLB neemt diagnostische hulpvragen op indien: Kinderen en jongeren tot het werkgebied van het CLB behoren De hulpvraag betrekking heeft op onderwijsgerelateerde problemen, zich voordoen in de onderwijsleersituatie of effect op kunnen hebben De school inspanningen heeft geleverd binnen de brede basiszorg en verhoogde zorg en de genomen maatregelen heeft aangegeven Als er nood is aan bijkomende inzichten in de onderwijsleersituatie, de thuiscontext en/ of kindkenmerken

36 Handelingsgericht diagnostisch traject
CLB start handelingsgericht diagnostisch proces: de afstemming van het onderwijs- en opvoedingsaanbod op de zorgvraag optimaliseren HGD traject CLB meest aandacht naar indicerende hulpvragen Omschrijven van onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen en de ondersteuningsbehoeften van zijn ouders en leerkracht Formuleren van maatregelen/ aanbevelingen, op basis van beschikbare gegevens, rond welk handelen wenselijk is voor deze leerling en zijn context Wanneer er afstemming over de aanbevelingen is bereikt tussen de betrokken partijen, krijgen deze het statuut van advies. Onderkennende en verklarende vragen worden meegenomen in de mate dat ze kunnen helpen bij het formuleren van onderwijs en opvoedingsbehoeften van de leerling. met inbegrip van classificerende diagnoses. Sommige problematieken stelt CLB zelf de diagnose en in andere gevallen verwijst het door naar externe deskundigen.

37 Handelingsgericht diagnostisch traject
Handelingsgericht diagnostisch proces: CLB intervenieert om samen met schoolteam en andere actoren het proces van afstemming van het onderwijs- en opvoedingsaanbod op de zorgvraag te optimaliseren CLB formuleert aanbevelingen, op basis van beschikbare gegevens, rond welk handelen wenselijk is voor deze leerling en zijn context Wanneer er afstemming is over de aanbevelingen is bereikt tussen de betrokken partijen krijgen deze het statuut van advies. De adviesfase vindt bij voorkeur plaats in een gezamenlijk gesprek met alle nauw betrokkenen. School, ouders CLB en externe partners zullen onderling afspraken moeten maken over contacten om zo tot een goede afstemming te komen.

38 Uitdaging bewaken kwaliteitsvol diagnostiek

39 Uitdaging bewaken kwaliteitsvol diagnostiek
Kwaliteitsverhoging HGD traject CLB Gelijkgerichtheid tussen CLB rond de HGD trajecten Samenwerking met externe partners Samenwerkingsovereenkomst CLB en COS

40 Uitdagingen bewaken kwaliteitsvol diagnostiek: Kwaliteitsverhoging HGD traject CLB
Verkrijgen van relevante informatie van school, ouders en externe partners Doorverwijzen naar externe diensten voor diagnostiek met duidelijke vraagstelling, gebaseerd op gestelde hypothese Formuleren van onderwijsbehoeften en aanbevelingen/maatregelen Komen tot consensus rond het advies met de betrokken partijen

41 Uitdagingen bewaken kwaliteitsvol diagnostiek:
Gelijkgerichtheid tussen CLB’s Prodia: protocollering diagnostiek Wetenschappelijk onderbouwd, gedragen door overheid Gestandaardiseerde kwalitatieve diagnostiek binnen onderwijscontext M-decreet: aanvulling concordantielijst (link tussen DSM IV en V) Internettensamenwerkingscel (ISC) Toepassen richtlijnen M-decreet: nota ‘richtlijnen diagnostiek’ onderschreven door kabinet als administratie onderwijs als CLB-inspectie Ook een nota ‘operationalisatie criteria M-decreet Type 2 werd in samenwerking met Prof. Bea Maes opgemaakt. Problematiek van de criteria in het M-decreet (bv. type 3 en type 7 spraak-taal) Samenwerking tussen CLB in Antwerpen ‘Werkgroep M-decreet’

42 Uitdagingen bewaken kwaliteitsvol diagnostiek:
samenwerking met externe partners Vraag naar afstemming: Handelingsgericht diagnostisch traject CLB - diagnostisch traject externe partners Criteria m-decreet (terminologie classificerende diagnose en betrokken disciplines) – externe diensten Diagnose en advies wat betreft onderwijsloopbaan

43 Uitdagingen bewaken kwaliteitsvol diagnostiek:
samenwerking met externe partners Nood aan: Overleg rond individuele begeleidingstrajecten afspraken rond samenwerking CLB en met externe diensten Voorbeeld samenwerkingsovereenkomst tussen COS en CLB CLB vragende partij naar samenwerkingsovereenkomst met andere externe partners, zoals kinder- en jeugdpsychiatrie

44 Uitdagingen bewaken kwaliteitsvol diagnostiek:
Samenwerkingsovereenkomst CLB en COS Op niveau van de diagnostische trajecten streven COS en CLB naar een zo goed mogelijke samenwerking CLB engageert zich om door het COS aangeleverde diagnostiek mee te nemen in het handelingsgericht diagnostisch traject Indien mogelijkheid BUO of Gon ter sprake komt: informeert COS de ouders over samenwerking met CLB en leidt ouders toe naar CLB COS engageert zich om te overleggen met begeleidend CLB wanneer er indicaties zijn dat veranderingen in het onderwijsloopbaan zich opdringen, zodat mogelijke adviezen op elkaar afgestemd worden Het COS engageert zich om, mits toestemming van de ouders, onderzoeksgegevens en besluiten door te geven aan het CLB in functie van de inschatting van de onderwijsbehoeften van het kind

45 Uitdagingen bewaken kwaliteitsvol diagnostiek:
Samenwerkingsovereenkomst CLB en COS Opvolging en evaluatie (sept 2016) Addendum: Aanbeveling om in elke regio een netoverstijgend regionaal overleg tussen CLB’s en COS te organiseren Bij verwijzing van CLB naar COS formuleert het CLB een duidelijke vraagstelling COS engageert zich om bij diagnostiek van verstandelijke beperking de nodige stappen te zetten om het beoordelen van ‘adaptief gedrag’ mee te nemen in hun diagnostisch traject (conform criteria M-decreet) ISC en COS en engageren zich om de problematiek van de criteria in het M-decreet opnieuw aan te kaarten bij de overheid


Download ppt "M-decreet: HGD trajecten CLB en samenwerking met externe partners"

Verwante presentaties


Ads door Google