De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)

Verwante presentaties


Presentatie over: "Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)"— Transcript van de presentatie:

1 Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)

2 Lastige bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) zegt iets van een zelfstandig naamwoord.

3 Bijna altijd eindigt een bnw op een -e. Voorbeelden: De mooie koe
Het dikke varken De leuke jongen Het mooie meisje

4 Het lieve meisje - een lief meisje Het grote raam - een groot raam
Uitzondering: Een bnw krijgt geen -e als het zelfstandig naamwoord een het-woord is en er 'een' voor staat. Het lieve meisje - een lief meisje Het grote raam - een groot raam Het kleine glas - een klein glas Het dikke varken - een dik varken

5 Let op: Als een bnw een stof aangeeft (dus waar iets van gemaakt is) dan komt er -en achter.
Voorbeelden: De houten lepel Het gouden horloge De leren broek Een wollen trui Een rieten dak (Heel moderne stoffen krijgen helemaal geen uitgang: een plastic bakje, een polyester boot)

6 Een voltooid deelwoord als bnw
Een voltooid deelwoord wordt ook wel eens gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Het is dan geen werkwoord meer, maar vergelijkbaar met woorden als 'lang', 'groen' en 'sterk': het zegt iets over het woord dat erna komt.

7 Als het voltooid deelwoord eindigt op d of t
In de volgende voorbeelden wordt steeds in de derde zin het voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord: Het schip strandde op de kust. (gewoon verleden tijd) Het schip is gestrand. (voltooid deelwoord) Het gestrande schip trekt veel aandacht. (bijvoeglijk gebruikt)

8 De vijand verwoestte het gebouw. (gewoon verleden tijd)
Het gebouw is verwoest. (voltooid deelwoord) Het verwoeste gebouw staat er verlaten bij. (bijvoeglijk gebruikt)

9 De dief ontvreemdde het horloge. (gewoon verleden tijd)
Het horloge is ontvreemd. (voltooid deelwoord) Het ontvreemde horloge is teruggevonden. (bijvoeglijk gebruikt)

10 ze gedragen zich dan net als 'bont/bonte, vreemd/vreemde'.
De genoemde voorbeelden hebben in de verleden tijd dd of tt, terwijl ze dat als bijvoeglijk naamwoord niet hebben: ze gedragen zich dan net als 'bont/bonte, vreemd/vreemde'. Je schrijft het woord dan zo kort mogelijk!

11 De man vergrootte de foto. (gewoon verleden tijd)
De foto is vergroot. (voltooid deelwoord) De vergrote foto hangt in de hal. (bijvoeglijk gebruikt)

12 Men besteedde veel geld aan de snelweg. (gewoon verleden tijd)
Er is veel geld aan besteed. (voltooid deelwoord) Het bestede geld wordt geschat op enkele tonnen. (bijvoeglijk gebruikt) In bovenstaande voorbeelden gedraagt het bijvoeglijk naamwoord zich net als groot/grote, breed/brede.

13 De jager redde het dier. (gewoon verleden tijd)
In bepaalde gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een korte klank + d of + t: De jager redde het dier. (gewoon verleden tijd) Het dier is gered. (voltooid deelwoord) Het geredde dier loopt weer in het bos. (bijvoeglijk gebruikt)

14 Het hout verrotte helemaal. (gewoon verleden tijd)
De vloer is helemaal verrot. (voltooid deelwoord) De verrotte vloer kraakt gevaarlijk. (bijvoeglijk gebruikt) In bovenstaande voorbeelden wordt de eindletter (ter wille van de uitspraak!) verdubbeld, net als zot/zotte.

15 Als het voltooid deelwoord eindigt op 'en'
Sommige sterke werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat eindigt op 'en'. In de volgende voorbeelden wordt steeds in de tweede zin het voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord: Het gehakt is gebraden. (voltooid deelwoord) Gebraden gehakt. (bijvoeglijk gebruikt)

16 De uitleg is begrepen. (voltooid deelwoord)
De begrepen uitleg hoef ik niet meer op te zoeken. (bijvoeglijk gebruikt)   De ruit is gebarsten. (voltooid deelwoord) De gebarsten ruit. (bijvoeglijk gebruikt)  

17 Ik heb mijn hoofd gestoten. (voltooid deelwoord)
Het gestoten hoofd doet flink pijn. (bijvoeglijk gebruikt) In de bovenstaande voorbeelden zie je dat het voltooid deelwoord zijn eindletter n behoudt. Er komt geen verbuigings-e achter, zoals dat wel gebeurt bij 'het gegrilde gehakt', 'de ingekorte uitleg', 'de gesneuvelde ruit' en 'het gebutste hoofd'.

18 Hij is een graag geziene gast. De uitgave is herzien.
Van het werkwoord 'zien' en afleidingen daarvan eindigt het voltooid deelwoord ook op 'en', maar bijvoeglijk gebruikt hebben deze werkwoorden wel de gebruikelijke verbuigings-e: Hij wordt graag gezien. Hij is een graag geziene gast.   De uitgave is herzien. Het is een herziene uitgave.   Deze kosten waren niet voorzien. Dit zijn onvoorziene kosten.   De flat is van een balkon voorzien. De van een balkon voorziene flat.

19


Download ppt "Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)"

Verwante presentaties


Ads door Google