Blok 2 Tweede Wereldoorlog

Presentatie over: "Blok 2 Tweede Wereldoorlog"— Transcript van de presentatie:

1 Blok 2 Tweede Wereldoorlog
Deelvraag: Welke gevolgen had de Tweede Wereldoorlog voor Europa?

2 Duitsland bezet Oostenrijk en Tsjechoslowakije
Hitler sloot bondgenootschap met Italië en Japan. 1938: Duitsland nam de macht over in Oostenrijk. 1939: Duitsland bezette delen van Tsjechoslowakije. 1939: Duitsland viel Polen binnen. Engeland en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog. Start Tweede Wereldoorlog. Hitler werd als held binnengehaald in Wenen, de hoofdstad van Oostenrijk.

3 De Tweede Wereldoorlog
Begin Tweede Wereldoorlog was succes voor Hitler. 1940: Duitsland veroverde België, Nederland en Frankrijk. 1941: Duitsland viel de Sovjetunie binnen.

4 Duitsland verliest 1943: het Russische leger wont van Duitsland en ging op weg naar Berlijn. VS sloten zich bij Geallieerden aan toen Japan een Amerikaanse marinebasis aanviel. D-day = dag (6 juni 1944) waarop de Geallieerden een grote invasie in Frankrijk uitvoerden om Duitsland te verslaan. 1945 einde oorlog. Hitler pleegde zelfmoord. D-day, 6 juni 1944.

5 Tweede Wereldoorlog in Azië
Omdat Japan grondstoffen nodig had, veroverde het een aantal buurlanden. 1940: Japan werd bondgenoot van Duitsland. Europese landen waren in oorlog met Duitsland en konden hun koloniën niet verdedigen. Japan viel basis van VS aan in Grote Oceaan. VS verklaarden Japan oorlog. VS gooiden twee atoombommen op Japanse steden: Hiroshima en Nagasaki. Japan gaf zich over. Japans machtsgebied op het hoogtepunt in 1942.

6 Aanval op Nederland Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal. 10 mei 1940: Duitsland viel Nederland aan. Drie dagen lang gevechten bij de Grebbelinie. 13 mei 1940: Duitsland brak door de Grebbelinie. De Nederlandse regering vlucht naar Londen. 14 mei 1940: Duitsland bombardeerde Rotterdam. Het Nederlandse leger geeft zich over. Rotterdam in 1943.

7 Jodenvervolging Anti-Joodse maatregelen: Joden worden ontslagen, Joden mogen niet met het openbaar vervoer reizen en ze mogen niet in parken en theaters komen. Ze moeten de Jodenster dragen. Hitler wilde alle Joden vermoorden. Hij bracht ze naar concentratiekampen waar ze vermoord werden of stierven van uitputting. Holocaust of Shoah: systematische massamoord op de Joodse bevolking. Kost 6 miljoen Joden het leven. Duitsers hebben een groep Joden opgepakt. Een man probeert te ontsnappen.

8 Dagelijks leven Politieke partijen verboden, behalve de NSB.
Propaganda = reclame voor bepaalde politieke ideeën. Alleen kranten en radio die gunstig berichtten over de nazi’s mochten blijven bestaan. Avondklok. Veel spullen werden schaars. Nederlandse mannen moesten vanaf 1943 naar Duitsland om te werken. Veel schade aan gebouwen en infrastructuur.

9 Meedoen of verzet? Kleine groep mensen kwam in verzet tegen de Duitse bezetter. Met gevaar voor eigen leven. Bijvoorbeeld staken als protest tegen Jodenvervolging, verbergen van onderduikers, maken van verboden kranten, vervalsen van persoonsbewijzen. Er waren net zo veel mensen in het verzet als mensen die de Duitsers hielpen.