De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Begeleiden van kinderen in de voorschoolse periode

Verwante presentaties


Presentatie over: "Begeleiden van kinderen in de voorschoolse periode"— Transcript van de presentatie:

1 Begeleiden van kinderen in de voorschoolse periode
Workshop 4 Klaar voor de start? Begeleiden van kinderen in de voorschoolse periode

2 Basisbehoeften van het kind
Rust Regelmaat Reinheid zelfstandigheid relatie competentie

3 onderwerpen Godsdienstige vorming bij jonge kinderen
Het belang van taalstimulering in de voorschoolse periode

4 Godsdienstige vorming en opvoeding (1)
Wanneer begint u daarmee? Hoe doet u dat? Bespreek het in tweetallen. Deel het met de hele groep

5 Kenmerken van jonge kinderen (2 t/m 6)
Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar. Ze nemen alles heel letterlijk Ze imiteren graag Ze hebben een kleine woordenschat Gelijkenissen zijn heel moeilijk (beeldspraak) Ze hebben weinig historisch besef Beelden zijn belangrijk Ze hebben sterke voorkeur voor rituelen: vaste gewoonten Ze zijn heel ontvankelijk eren graag Ze hebben sterke voorkeur voor rituelen: vaste gewoonten

6 Hoe vertelt u de Bijbelse boodschap?
Bidden Zingen Voorlezen en vertellen Voorleven

7 Bidden Bidt eenvoudig Bidt al voor de geboorte van uw kind
Voor wie gaan we bidden? Waar mag je om vragen? Denk aan zieke kinderen, verjaardagen, zieke ouders of familieleden, een nieuw hart Niet altijd hetzelfde bidden Bidt hardop aan tafel! Geef het voorbeeld. Vraag en toon een eerbiedige houding Leer kinderen zelf te bidden (in de ochtend en de avond)

8 Zingen Een baby luistert graag naar het zingen van de moeder!
Peuters en kleuters zingen graag op vaste momenten. Dat geeft herkenning, een veilig gevoel. Aanleren van versjes: begin van de dag, verjaardag, christelijke feesten, versjes n.a.v. Bijbelverhalen, gebedjes Zingen met het hele gezin Muziekinstrumenten

9 Voorlezen en/of vertellen
1- 1,5 jaar: kartonboekjes (samen kijken en voorlezen, benoemen wat er op de plaatjes staat, zelf kijken) 2- 2,5 jaar: voorlezen uit de peuterbijbel Vanaf ongeveer 4 jaar: voorlezen uit de kinderbijbel Verschillende leeftijden: neem een kinderbijbel die zowel voor oudere als jongere kinderen iets te bieden heeft (vragen). Niveau: gemiddeld Stel uw kind vragen n.a.v. het verhaal Vervang de kinderbijbel nooit voor de gewone Bijbel! Grotere kinderen kunnen zelf de kinderbijbel lezen Grotere kinderen ook zelf een Bijbel geven! Laat oudere kinderen ook hardop uit de Bijbel (voor) lezen

10 Voorleven Harmonie: wat je tegen kinderen zegt moet ook in je leven zichtbaar zijn. Echtheid: het is moeilijk iets over te dragen wat niet voor je leeft. Wees betrouwbaar: kinderen kijken naar je met een scherpe blik. Ga in gesprek: luister naar kinderen, leef je in, ga in op hun vragen. Gebruik gouden momenten om met uw kinderen te spreken Heeft u voorbeelden van gouden momenten?

11 Stellingen voor het gesprek
Praten over de Bijbel en het geloof, terwijl de ouder zelf geen levend geloof heeft, is een onmogelijk werk Het is (on)gewoon dat een kind door genade de Heere leert kennen. We zeggen soms het meest met wat we niet zeggen

12 Taalstimulering (2) Waar denkt u aan bij het woord taalstimulering?
Welke rol speelt u als ouders daarbij? Bespreek het in tweetallen Deel het met de groep

13 Taalontwikkeling 0 – 6 maanden geluiden en klanken
maanden brabbelen 12 – 18 maanden losse woordjes 18 mnd – 2 jaar korte zinnen (twee woorden) 2 – 3 jaar - langere zinnen (drie of meer) 3e – 5e jaar- zinnen, verhaaltjes, veel vragen 5e – 7e jaar- coherente gesprekken voeren vanaf 7 jaar- verfijning van communicatieve competentie

14 taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal  door feedback merkt hij dat hij iets nog niet precies weet hij gaat letten op de vorm van de taal om zich heen zo ontdekt hij wat hij nog niet wist en krijgt dus nieuwe kennis van de taal

15 Wat kunt u doen om taal te stimuleren?

16 Thuis een rijke leeromgeving scheppen
Voorlezen, spelletjes doen, liedjes zingen, rijmpjes opzeggen Ruimte geven om te spelen Praten met kinderen (benoemen wat je doet) Voeren van gesprekken over alledaagse gebeurtenissen (open vragen stellen) Grenzen stellen aan computeren Belangstelling tonen voor de ontwikkeling op de voorschool Bezoek aan musea, bibliotheek etc. Gezinsroutines handhaven, samen avondeten, vaste bed- en opstatijden Zelf als ouder het voorbeeld geven: de waarde van het leren

17 Invloed op taal-leesresultaten

18 Voorlezen als hulpmiddel om ‘taal’ te leren.
Belang van voorlezen Voorlezen als hulpmiddel om ‘taal’ te leren. Taal leer je niet alleen door te spreken Taal leer je ook door te luisteren (o.a. woordenschat, zinsbouw…)

19 Hoe verloopt de taalontwikkeling?
0 – 1 jaar : brabbelen van korte klanken (‘u’) brabbelen van lange klanken en verhalen 1 – 2 jaar : éénwoordfase: gebruikt eigen taal (‘plu’ / fiets’) overgang naar tweewoord zinnen, benoemen van woorden uit de directe omgeving 2 – 3 jaar : tweewoordzinnen (woordopbouw onvolledig) (‘ikke koek’) meerwoordzinnen, vraagzinnen (‘mag ikke mee?’) 3 – 4 jaar : meerwoordzinnen (3-5 woorden) eenvoudige samengestelde zinnen gebruik van eenvoudige meervoudsvormen (‘boeken’), verkleinwoorden (‘boekje’), werkwoordsvormen (‘ik ga’)

20 woordenschatontwikkeling
Passieve woordenschat: aantal woorden dat het kind begrijpt/herkent 4 jaar : 3000 woorden (snelle woordverwerving!) 6 jaar : 5000 woorden Volwassene : woorden Actieve woordenschat: aantal woorden dat het kind kan zeggen 1, 5 jaar : 50 woorden 4 jaar : 2000 woorden 6 jaar : 3000 woorden

21 Vaders en voorlezen Uit onderzoek komt naar voren dat ouders de grootste invloed hebben op het leesplezier van hun kinderen. In gezinnen met belangstelling voor voorlezen, is de moeder in 65% en de vader in 8% van de gevallen degene die dit het vaakste doet. 17% van de ouders leest ongeveer even vaak voor. Voorlezen door vaders heeft het grootste effect op het leesgedrag van kinderen In 10% van de gezinnen worden kinderen het vaakst voorgelezen door een ander familielid (opa, oma, oom, tante) of iemand buiten de familie (oppasser, leraar).

22 Voorleespatroon Vooraf
nieuwsgierig maken / vragen stellen: kaft, bladeren Bekijk buitenkant boek Wat zie je allemaal? Hoe heet het boek? Waarover zou het boek kunnen gaan? Wat zou er gebeuren in dit verhaal? Tijdens het lezen Laat reageren op tekst of plaat Laat voorspellingen doen Bespreek moeilijke woorden Onderbreek niet te vaak Ga in op gevoelens van je kind Na afloop van het lezen: Check de Voorspellingen (Hebben we het goed geraden? Ging het verhaal echt over…? Laat samenvatten Ga in op eigen ervaringen (Heb je ook wel eens zoiets meegemaakt? Hoe ging dat? Wat heb je toen gedaan? Hoe ging dat in het boek?) Lees een passage nog eens over

23 Problemen taal 5% van de kinderen in Nederland
kinderen per jaar gaan naar logopedie Oorzaken: afwijkingen aan het spraakorgaan gehoorproblemen onvoldoende aanbod vanuit de omgeving specifieke taalstoornis lage intelligentie Risico op sociale, emotionele, gedragsproblemen en problemen met lezen Vroege signalering belangrijk

24 Hulp voor ouders VVE aanbod op peuterspeelzaal/peuteropvang
Digitale prentenboeken, apps voor taalstimulering Zie (sneltest)

25 Peuterspeelzaal, iets voor uw kind?
Ontwikkelingsstimulering Volgen en signaleren Vormgeven doorgaande lijn opvoedingsondersteuning

26 VVE (voor-en vroegschoolse educatie)
Een programma voor de stimulering van vier ontwikkelingsgebieden: taal, rekenen, motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor wie? Plicht gemeenten om alle doelgroepkinderen te bereiken/consultatiebureau Gevaren VVE?

27 Doorgaande lijn Peuters stromen gemakkelijker de basisschool in.
De basisschool heeft bij de start al veel informatie over het kind die hen helpt om goed in te spelen op de onderwijsbehoeften van kinderen. Kinderen met een mogelijke achterstand worden al vroeg opgemerkt en in hun ontwikkeling gestimuleerd. Dit vergroot de kans op een betere start in groep 3 Betrokkenheid van ouders is er al in de voorschoolse periode. (contacten)

28 Principiële overwegingen
Een eigen peuterspeelzaal zorgt ervoor dat de sfeer thuis en op de peuterspeelzaal overeenkomt. De jaarlijks terugkerende herdenkingen als Kerst, Pasen enzovoorts worden op gepaste wijze gevierd. Peuters horen uit de Bijbel vertellen op een voor hen vertrouwde manier. Ouders worden in de opvoeding gesteund door de leidsters van de peuterspeelzaal.

29 Vragen

30 Ik wens u liefde en wijsheid!
Laura Zwoferink


Download ppt "Begeleiden van kinderen in de voorschoolse periode"

Verwante presentaties


Ads door Google