De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

GGD Amsterdam Oktober 2010 Jale Simsek.  Nederland is een sterk geindividualiseerde samenleving met daarbij behorende waarden en normen. 1) Onafhankelijkheid/

Verwante presentaties


Presentatie over: "GGD Amsterdam Oktober 2010 Jale Simsek.  Nederland is een sterk geindividualiseerde samenleving met daarbij behorende waarden en normen. 1) Onafhankelijkheid/"— Transcript van de presentatie:

1 GGD Amsterdam Oktober 2010 Jale Simsek

2  Nederland is een sterk geindividualiseerde samenleving met daarbij behorende waarden en normen. 1) Onafhankelijkheid/ eigen grenzen 2) Zelfontplooing/ zelfreflectie 3) Man- vrouw gelijk 4) Innerlijke controle mechanisme/ eigen verantwoordelijkheid 5) Praatcultuur/ schuldcultuur

3  De Nederlandse samenleving is op grond van individualisme georganiseerd: - Meepraten/ meedoen - Vanuit het IK input leveren aan de samenleving - Weten wat je wil en wat je nodig hebt - Opeisen van je rechten/ eigen belang voorop - Nakomen van maatschappelijk verantwoordelijkheden/ de ander hierop aanspreken

4  In Nederland wonen groepen mensen die als achtergrond een collectieve orientatie hebben (inclusief autochtonen) met daarbij behorende waarden en normen. 1) Afhankelijkheid is niet negatief 2) Individu is onderdeel van het geheel 3) Vrouwelijke seksualiteit onder beheer van de man

5 4) Externe controle/ verantwoordelijkheid ligt in het systeem en wordt gedeeld 5) Zwijgcultuur/ schaamtecultuur

6  Spelregels binnen deze groepen: - Groepsnormen en regels staan hoger dan individuele belangen - Meedoen betekent: handhaven van de groepscode’s; regels van de eigen groep - Geen individuele inbreng in de samenleving: wel die van de groep ( men spreekt namens de groep) - Vechten voor rechten in plaast van vragen (overleving)

7  Participatie in de Nederlandse samenleving is gebaseerd op de eisen van de individualistische samenleving; daar horen vaardigheden bij ( autonomie)  Zowel de individuele als de collectieve mentaliteit reageren vanuit de schaduwkant van de ander; de nadruk ligt te veel op botsingen ( zij tegen wij)

8  Bevorderen van individualisatieproces bij de groepen met een collectieve achtergrond De IK ontwikkeling  Bevorderen van collectivisme bij de groepen met een individualistische achtergrond De WIJ ontwikkeling

9  Uit collectieve culturen ontwikkelen zich anders dan de jongeren uit de individualistische samenlevingen

10 1) Psycho- seksuele ontwikkeling: lichaam is mannelijk of vrouwelijk. Acceptatie van het eigen lijf; ontwikkelen van zelfbeeld 2) Proces van separatie en individualisatie  Emotionele gehechtheid aan de ouders inwisselen voor relaties met leeftijdgenoten  Loskomen van identificatie met de ouders; geinternaliseerde ouderbeelden

11 Om loyaal te kunnen blijven zal de jongere streven naar een gedragslijn die door de ouders gewaardeerd wordt. Als de jongere de indruk krijgt dat zijn ouders zijn zelfstandigheid als ontrouw beschouwen, ontstaan er gevoelens van tekort schieten en schuld. 3) Proces van verandering en zelf-regulering

12 - Eigen gedrag zelf reguleren en onafhankelijk worden van de mening van anderen - Gevoel van eigenwaarde minder afhankelijk van de beoordeling van de ouders - Spanningsveld: beeld dat de jongere van zichzelf heeft en beeld dat de ouders van hem/ haar hebben

13  Problemen van allochtone jongeren staan niet los van de maatschappelijke spanningen tussen allochtonen en autochtonen: isolatie; weinig interactie met Nederlanders; hoge werkloosheid; negatieve beeldvorming; Islamisering; polarisatie  Behoren tot een andere cultuur is geen verklaring van problemen; inzicht in cultuur kan de onderliggende mechanismen verklaren

14  Nederlandse samenleving wordt door ouders uit collectieve culturen niet beschouwd als een referentiekader; men sluit zich af en er is sprake van afstand tussen deze gemeenschappen en de Nederlandse samenleving  Gemeenschappen houden vast aan de, uit landen van herkomst meegebrachte, waarden en normen

15  Nederlandse waarden en normenstelsel wordt niet (h)erkend door de collectief georienteerde gemeenschappen; er is sprake van zich afzetten tegen.

16 Afhankelijk van elkaar; loyaal aan de groep; externe controle mechanisme; seksualiteit van de vrouw valt onder beheer van de man; geen eigen grenzen; conformeren aan de groepsnormen; ja zeggen en nee doen; deel van de groep zijn is van essentieel belang.

17 Individuele orientatie staat haaks op collectieve orientatie.  Individuele orientatie: praatcultuur; kiezen voor jezelf; grenzen afbakenen; innerlijke controle; schuldbesef  Collectieve orientatie: zwijgcultuur: kiezen voor de groep; geen eigen grenzen; externe controle: schaamte

18  Het leven is van te voren uitgestippeld: vanaf 15-16 jarige leeftijd zijn meisjes huwbaar; jongens verantwoordelijk voor het hoog houden en bewaken van de familie-eer  Gehoorzaamheid aan ouders: waardoor loskomen bijna onmogelijk is. Tot de dood jullie scheidt, hoor je je ouders te gehoorzamen

19  Op seksualiteit berust een taboe: sekserollen zijn rigide en van te voren vastgesteld. Jongens huilen niet; meisjes hoeven niet naar school  Maagdelijkheid en bescherming van eer is een heilige taak van jongens en meisjes  Er wordt vanuit rollen en rolpatronen gecommuniceerd en niet vanuit eigen individuele invulling

20  Wat je voor anderen betekent ligt vast: je houdt je aan de groepsnormen; je gehoorzaamt je ouders en je kiest voor de groep  Herkenbare sociale context is die van de ouders en de eigen gemeenschap: eigen ouders en sociale context keuren de Nederlandse samenleving af

21  Jongeren voelen zich tussen hun ouders/ gemeenschap en de Nederlandse samenleving in staan  Jongeren proberen verbinding te leggen tussen twee contexten die sterk van elkaar verschillen en doen dit zonder voorbeelden  Losmaken van de ouders is niet aan de orde

22  Spanningsveld: enerzijds tegen ouders verzetten, anderzijds de ouders zien als de enige continuiteit/ het enige houvast  Experimenteren met seksualiteit is taboe en leidt tot schaamte, stiekem doen, liegen  Zwijgcultuur: het is lastig te benoemen waar de behoeften liggen: schaamte voor individuele behoeften

23  Acceptatie van het eigen lijf: is verbonden met de rol in de gemeenschap; meisjes mogen geen seksuele omgang hebben; de jongens wel, maar alleen met Nederlandse meisjes  Contactleggen Nederlandse leeftijdgenoten is lastig; jongeren uit een collectieve orientatie beschikken nauwelijks over de individuele instrumenten daarvoor

24  Zelfregulering: jongeren uit collectieve culturen zijn gericht op de gemeenschappelijk waarden en normen; deze zijn sterk geinternaliseerd. Controle wordt van buitenaf gereguleerd - Ik kan er niets aan doen - Ze hebben mij uitgelokt - Ellende komt van buitenaf

25  Vasthouden aan eigen groep: radicalisering; afzetten tegen de Nederlandse samenleving  Pijn van de ouders willen wreken: ze snappen ons niet  Door zwijgcultuur geen praatcultuur ontwikkeld. ‘Houd je bek, man!’  Zelfreflectie is bedreigend en tast het gevoel van eigenwaarde aan

26  Inzicht in ouderlijk systeem: hoe ziet het gezin eruit: welke systemen zijn er?  Dubbele taak; herstellen van de band tussen de ouders en tegelijkertijd jongeren steunen in het loskomen van de ouders  Begeleiden in ‘praten over zichzelf’, verwoorden en verbaliseren van eigen emoties zonder deze te stigmatiseren of te oordelen


Download ppt "GGD Amsterdam Oktober 2010 Jale Simsek.  Nederland is een sterk geindividualiseerde samenleving met daarbij behorende waarden en normen. 1) Onafhankelijkheid/"

Verwante presentaties


Ads door Google