De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wisselwerking tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven DAIR seminar 2004, 3 en 4 november 2004 Workshop Samenwerking met het bedrijfsleven Pim den.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wisselwerking tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven DAIR seminar 2004, 3 en 4 november 2004 Workshop Samenwerking met het bedrijfsleven Pim den."— Transcript van de presentatie:

1 Wisselwerking tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven DAIR seminar 2004, 3 en 4 november 2004 Workshop Samenwerking met het bedrijfsleven Pim den Hertog en Frank Bongers (Dialogic) Gerhard Meinen (CBS)

2 2 Globaal programma 14:15Introductie & Wisselwerking in cijfers 14:40Naar een meetlat voor wisselwerking 15:00Vragen naar aanleiding van presentatie 15.15Workshop gedeelte 16.30Einde

3 3 Introductie (1): aandacht wisselwerking Principiële redenen (selectie) 1.Complexiteit maatschappelijke vraagstukken 2.Fundamentele wijzigingen in ‘kennisproductie’ 3.Groei collectieve vormen van onderzoek & sourcing strategieën MNOs 4.Opkomst echte science-based sectoren 5.Werking kennismarkt als concurrentiefactor

4 4 Introductie (2): aandacht wisselwerking 6.Europese innovatieparadox (diffusie/benuttingsprobleem) 7.Wisselwerking als motor van dynamische innovatiesystemen 8.Aandacht rol human mobility 9.Vraagstukken rond toeëigening/bescherming (IE) van resultaten publiek gefinancierd onderzoek 10.Vraagstukken rond innovation governance & eigenlijke rollen van instituten (bv. 3e taak univ.)

5 5 Introductie (3): aandacht wisselwerking Praktische (beleids)redenen in de Nederlandse context 1.Zorgen Ned. concurrentiepositie (‘losing momentum’, Nl’se innovatieparadox) & behoefte aan innovatiegedreven groei 2.Aankomend tekort kenniswerkers 3.Internationalisering onderwijs en onderzoek in m.n. EU 4.Institutionele vormgeving kennis- en innovatiesysteem (spaghetti, Cie Wijffels, Innovatieplatform) 5.Accountability (‘how much bang for your buck’, denk ook aan VBTB, beleidsevaluatie)

6 6 Introductie (4): aandacht wisselwerking Kleine hausse in recente publicaties/gremia zoals: Internationale studies o.a. benchmark studies OECD & EU Nationale analyses van o.a. CPB (Pijlers onder kenniseconomie), AWT, CPB, IBO etc. Beleidsdocumenten als Wetenschapsbudget (prestatiebekostiging universiteiten)/ Innovatienota (o.a. publiek-private samenwerking) Activiteiten Innovatieplatform (Cie wisselwerking), Cie Wijffels (Kracht van directe verbindingen) Ook in onderzoek o.a.: NWO programma Dynamisering van innovatie (thema 1 wisselwerking) Recente EU Conferentie investing in Research and Innovation

7 7 Introductie (5): aandacht wisselwerking Weerspiegeling in nieuwe stimuleringsmaatregelen, bijv: Innovatievoucher MKB Publiek-private uitwisseling onderzoekers Werven (buitenlandse) kenniswerkers TechnoPartner Subsidieregeling Kennisexploitatie (SKE) Valorisatie / discussie 3e taak universiteiten Maar ook meer fundamentele discussies, bijvoorbeeld over rol in regionale innovatie- netwerken (HBO) en financiering universiteiten

8 8 Introductie (6): aandacht wisselwerking Ook kritische kanttekeningen (Elsevier):  Slechts 19% van de hoogleraren vindt dat universiteiten zich te veel afsluiten voor vragen uit het bedrijfsleven  73% van de hoogleraren vindt dat het bedrijfsleven te weinig investeert in fundamenteel onderzoek  80% van de hoogleraren verwacht niks van het Innovatieplatform, 5% wel.

9 9 Introductie (7): aandacht wisselwerking Wisselwerking draagt bij aan een effectief innovatiesysteem en aan een concurrerende kenniseconomie Verbazingwekkend is dat veel gegevens over wisselwerking partieel zijn en dat de discussie over wisselwerking een hoog borreltafelniveau heeft Inzicht ontbreekt bijvoorbeeld in: –Vormgeving van wisselwerking in sectoren, regio’s, technologiegebieden en disciplines –Kwaliteit en kwantiteit van wisselwerking Daarom is er behoefte aan een meetlat voor wisselwerking

10 10 Introductie (8): het standaardmodel

11 11 Introductie (9): Iceberg model (OECD, 2002)

12 12 Introductie (10): het frameworkconditions model, uitwerking prikkels en barrières (EU, 2002)

13 13 Introductie (11): uitwerking prikkels en barrières (EU, 2002)

14 14 Introductie (12): voorbeeld Higher education-business interaction survey (HEFCE) 60% van het HO-personeel is betrokken bij regionaal beleid om vaardigheden van de beroepsbevolking te verbeteren. 37% van de HO-contracten werden gesloten met het MKB. Het aantal toegekende patenten is met ongeveer 20% gestegen. Ongeveer 80% van de HO-instellingen biedt diensten aan het MKB. Adviesinkomsten van het HO hierdoor met 25% zijn gestegen. De personeelsomvang gericht op ondersteuning van interactie tussen bedrijven en het onderwijs is in de VK toegenomen van 1.268 naar 1.529 fte. Er zijn 20% meer spin-offs gecreëerd. Veel kennistransfers geschieden in de vorm van de uitwisseling van docenten, studenten en medewerkers van bedrijven, maar HO-instellingen houden onvoldoende bij waar hun studenten uiteindelijk terechtkomen.

15 Wisselwerking in cijfers Gerhard Meinen (CBS)

16 16 Kennis en economie Onderzoek en innovatie in Nederland - Statistische gegevens NL kenniseconomie - Nationaal innovatiesysteem uitgangspunt: -Kennispotentieel -Vernieuwing van kennis -Kennisstromen -Resultaten van de kenniseconomie

17 17 Kennispotentieel (1/2) Geslaagden natuur en techniek (% van alle afgestudeerden)

18 18 Kennispotentieel (2/2) Totaalw.o. hbo/wo Bevolking 15+ 12 842 19% Werkzame beroepsbevolking 7 921 24% HRST 3 791 64% Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel (HRST), 2001

19 19 Vernieuwing van kennis Onderzoek en ontwikkeling

20 20 Kennisstromen (1/2) Mobiliteit Bestemming (sector in 2002) eenh.Totaal Industrie en aanverwant Commerciële dienstverl. Overige dienstv. en overheid ICT sector Onderwijs en onderzoek * 1000470971741362439 Herkomst (2001) Industrie en aanverwant%23-48121410 Commerciële dienstverlening4780-76 52 Overige dienstverl. en overheid181133-634 ICT-sector85144-4 Onderwijs en onderzoek53584 -

21 21 Kennisstromen (2/2) Tussen bedrijven en andere actoren –Gebruik informatiebronnen bij innovatie –Innoveren in samenwerkingsverband –R&D-uitbesteding door bedrijven

22 22 Resultaten kenniseconomie Resultaten innovatieprocessen bedrijven –Nieuwe producten en processen –Nieuwe organisatievormen –Nieuwe marketingstrategieën

23 23 Meten invloed wisselwerking Uitdaging: meten wisselwerking –Nu voornamelijk gemeten vanuit personen (enquête beroepsbevolking) en bedrijven (R&D en innovatie-enquête) –Toekomst: vanuit hoger- onderwijsinstellingen? –Welke indicatoren?

24 Naar een meetlat voor wisselwerking Frank Bongers en Pim den Hertog

25 25 Vormen van wisselwerking: een indeling A.Mobiliteit van mensen B.Samenwerking in R&D C.Contractonderzoek en –advisering D.Samenwerking bij onderwijs en training E.Intellectueel eigendom F.Spin-offs en ondernemerschap G.Delen van faciliteiten H.Publicaties I.Deelname aan conferenties en professionele netwerken en besturen J.Overige informele contacten en netwerken

26 26 Vormen van wisselwerking per innovatiefase

27 27 A. Mobiliteit van mensen Waar verwacht u te werken in 2006? (%) (ROA, 2002) AIOU(H)DHL Nederlandse universiteit375565 Academisch Ziekenhuis5-- Nederlands publiek onderzoeksinstituut 6-- Buitenlandse universiteit1731 Bedrijfsleven192- Gestopt met werken-2618

28 28 B. Samenwerking in R&D 21% van de industrie (> 200) werkt samen met universiteiten 8% van diensten (> 200) werkt samen met universiteiten +/- 5% van het MKB (industrie en diensten) werkt samen met universiteiten

29 29 E. Intellectueel eigendom % Universiteiten waaraan tenminste 1 van elk soort intellectueel eigendom is verstrekt (CBS, 2003) Octrooiverleningen92 Octrooiaanvragen92 Niet-geoctrooieerd intellectueel eigendom62 Registratie van copyright: -voor computersoftware of databases -voor onderwijsmaterialen -voor multimedia -voor industriële ontwerpen 31 23 15 0 Tekenen van geheimhoudingsverklaring of - overeenkomsten 54

30 30 F. Spin-offs en ondernemerschap Spin-off index per universiteit: jaarlijks aantal spin-offs per 1.000 fte’s (EZ, 2003) # aantal spin-offsFte’sSpin-off index UvA436271,10 VU1,529350,51 TUD1048752,05 TUE725132,79 EUR528271,77 RUG642961,40 UL332830,91 UM1024434,09 UN03610,00 RUN1029113,44 UvT011570,00 UT2025467,86 UU351850,58 WUR1070001,43 Tot/gem. universiteiten89,5459591,95

31 31 H. Publicaties Groeitrend in publiekprivate wetenschappelijke publicaties als percentage van totale publicatieoutput van Nederlandse bedrijven, 1989-90 t/m 1997-98 (NOWT, 2002)

32 32 Conclusie: Lacunes in data CategorieBelangrijkste bronnen A. Mobiliteit van mensenverouderde onderzoeken, evt. ROA B. Samenwerking in R&DCBS/CIS Poot & Brouwer C. Contractonderzoek en –adviseringCBS/CIS D. Samenwerking bij onderwijs en training E. Intellectueel eigendomCWTS, CBS, BIE en EZ spin-off studies F. Spin-offs en ondernemerschapEZ spin-off studies G. Delen van faciliteiten H. PublicatiesCWTS/NOWT I. Deelname aan conferenties en professionele netwerken en besturen J. Overige informele contacten en netwerkenEIM Algemeen: focus op universiteiten en minder op HBO-instellingen

33 33 Agenda (1) Inzichtelijk maken en agenderen van bijdrage hoger onderwijs (ook HBO!) aan wisselwerking en dus aan de kenniseconomie Structureel verzamelen van gegevens over wisselwerking, bijvoorbeeld over: –Mobiliteit van onderzoekers en studenten tussen bedrijven en hoger onderwijs –Gezamenlijk beheer en gebruik van onderzoeksfaciliteiten –Deelname van onderzoekers aan congressen, professionele netwerken, informele contacten, etc. –(Effecten van wisselwerking op kennis en innovatie) –Ook bij HBO instellingen

34 34 Agenda (2) Over welke vormen van wisselwerking moeten (nieuwe) gegevens worden verzameld? (nadruk op lacunes, bijvoorbeeld ‘human mobility’!) Hoe kunnen deze gegevens worden verzameld? (primair – secundair / kwalitatief - kwantitatief) Bij wie kunnen deze gegevens worden verzameld? (hoger onderwijs – bedrijven) Wie kunnen deze gegevens verzamelen en gebruiken? Hoe staat het met de meetbaarheid, beschikbaarheid en beleidsgevoeligheid van deze gegevens? Welke afspraken zijn nodig? (standaardisatie meetinstrument)

35 35 Vragen?

36 36 Workshop (1) Deelnemers opgesplitst in vier subgroepen Elke subgroep krijgt een overzicht van tien vormen van wisselwerking, indicatoren en lacunes Deze lijst wordt in elke subgroep besproken (30 min.) a.d.h.v. de volgende vier vragen: 1.Welke vormen van wisselwerking zijn/worden belangrijk (top 3) 2.Voor welke vormen van wisselwerking is nu reeds informatie/indicatoren voorhanden (noem voorbeeldindicatoren) 3.Welke nieuwe prioriteiten voor indicatorontwikkeling en informatieverzameling levert dit op? 4.Hoe kan deze informatie het beste worden verkregen? NB: Een persoon schrijft resultaat op een groot vel.

37 37 Workshop (2) Plenaire terugkoppeling (20 minuten) Plenaire discussie met aandacht voor (25. min): –Bijdrage van wisselwerking aan de kenniseconomie –Drempels die wisselwerking tussen hoger onderwijs en bedrijven in de weg staan –Hoe deze drempels kunnen worden verwijderd. Welke rol speelt het hoger onderwijs daarbij? –Welke informatie over wisselwerking is echt relevant voor bestuurders?


Download ppt "Wisselwerking tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven DAIR seminar 2004, 3 en 4 november 2004 Workshop Samenwerking met het bedrijfsleven Pim den."

Verwante presentaties


Ads door Google