De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Planten Wat ga je doen? Wat ga je leren?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Planten Wat ga je doen? Wat ga je leren?"— Transcript van de presentatie:

1 Planten Wat ga je doen? Wat ga je leren?
Het werkboekje maken met behulp van deze digitale les. Wat ga je leren? Uit welke onderdelen planten bestaan en waar die onderdelen voor dienen. Verder

2 Zaadjes We beginnen de levenscyclus van een plantje bij het zaadje. Het zaadje is afkomstig van een volwassen plant. Uit het zaadje kan een nieuwe plant of zelfs een boom groeien. In het zaadje zitten zaadlobben en een kiempje. Het kiempje is een soort uitsteekseltje. Dit uitsteekseltje zal de plant worden. Er zijn heel veel verschillende soorten zaadjes. Op de volgende pagina zul je een aantal verschillende zaadjes zien. Verder

3 Zaadjes Klik op de plaatjes om te ontdekken welk zaadje van welke plant of boom is. Bekijk ze allemaal. Alles gehad? Verder!

4 De onderdelen van elk zaadje zijn: Poortje Zaadhuid Navel
Zaadjes De onderdelen van elk zaadje zijn: Poortje Zaadhuid Navel Verder

5 Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen van je werkblad
Zaadjes Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen van je werkblad Filmpje kijken Verder

6 Wortels Verder De wortels van de meeste planten zitten in de grond.
Het is meestal niet 1 wortel, maar een wortelstelsel dat uit meerdere wortels bestaat. Veel planten hebben 1 grote wortel die recht naar beneden groeit met een paar kleinere wortels. De grote wortel noemen we ‘hoofdwortel’ en andere wortels heten ‘zijwortels’. Aan alle wortels zitten hele kleine fijne haartjes; de wortelharen. Deze wortelharen hebben als taak het opnemen van water met voedingsstoffen. Wortels zonder hoofdwortel Wortels met hoofdwortel Verder

7 Wortels Verder Andere functies van de wortels:
De wortels worden gebruikt om de plant of boom stevig te verankeren in de bodem. Met zijn wortels zit hij goed vast. Ook zijn de wortels vaak een opslagplaats voor reservevoedsel. Soms worden deze wortels Gegeten door mensen (of dieren). Als de plant gaat bloeien verbruikt hij de reserves in zijn wortel. Wortels met reserve voedsel Verder

8 Maak de vragen over wortels op je werkblad.
Verder De wortels van een boom zijn net zo groot als de boom zelf!

9 Stengels Het grootste deel van een plant dat je ziet boven de grond zijn de stengels. Ook de stam en de takken van een boom zijn stengels. Alle stengels bestaan uit knopen en leden. Aan de knoop zit een blad of een tak vast. Tussen de bladeren in zit een lid (meervoud: leden) De leden zijn dunner dan de knopen. Lid Knoop Knoop Verder

10 Stengels Bij bamboe zijn de knopen en leden erg goed zichtbaar.
Aan de onderkant van de plant zijn de bladeren eraf gevallen. Knoop Lid Knoop Lid Verder Knoop

11 Stengels Er zitten aan de stengels ook knoppen. Uit een knop kan bijvoorbeeld een zijtak groeien. Een knop die zit bij het steeltje van een blad heet okselknop. De hoek erboven heet bladoksel. Helemaal aan het bovenste puntje van een plant of tak zit ook een knop. Deze heet eindknop. Uit de eindknop groeit volgend jaar een nieuw stuk stengel (met bloemen) Deze zone heet bladoksel Eindknop Okselknop Okselknop Okselknop Verder

12 Stengels Soms zijn stengels heel erg stevig; ze zijn gemaakt van hout. Deze planten worden houtachtige planten genoemd. Dit zijn bomen en stuiken. Sommige stengels bevatten geen hout. Deze planten noemen we kruidachtige planten. Deze stengels kunnen ook heel stevig zijn. Als de wortels van een plant te weinig water krijgen, kunnen de stengels slap gaan hangen. Teveel water is niet goed, dan gaan de wortels rotten. Plant met genoeg water Deze plant is niet meer te redden Verder

13 Stengels filmpje! Verder Maar waar zijn de stengels voor?
Ze dragen bladeren en bloemen. Ze bevatten vaten die het water vervoeren. Het transport van water met voedingsstoffen begint in de wortels (wortelharen) en gaat via deze vaten naar de bladeren. De vaten liggen vaak in bosjes bij elkaar. We noemen zo’n bosje een vaatbundel. Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vragen van het werkblad. De gaatjes die je ziet zijn vaatbundels. Hierin zitten hele kleine vaatjes. filmpje! Verder

14 Bladeren Verder Bladeren bestaan uit de bladsteel en de bladschijf.
De bladsteel is het deel waarmee een blad vast zit aan een knoop. De bladschijf is de rest van het blad. Door de bladschijf lopen nerven; hier zitten de vaatbundels in. Een hoofdnerf loopt meestal door het midden van een blad, de andere nerven zijn zijnerven. Een nerf vertakt zich tot steeds kleinere nerven. Ze transporteren voedingsstoffen en water, maar zorgen ook voor stevigheid. Bladsteel Zijnerf Hoofdnerf Bladschijf Verder

15 Bladeren Verder De bladschijf heeft veel nerven.
Alle delen tussen deze nerven noemen we bladmoes. Het bladmoes is dus het groene materiaal tussen de nerven. In de herfst verkleurd de bladmoes vaak. Soms zie je wel eens een blad waar geen bladmoes meer in zit. Dit noemen we een bladskelet. Bladskeletten Verder

16 Bladeren Verder Hebben bladeren ook een functie? Jazeker!
Planten hebben hun bladeren nodig om energie te maken en te groeien. De meeste levende wezens hebben ándere wezens nodig om aan stoffen te komen waar we ons eigen lichaam van bouwen. Zo eet jij misschien wel eens boterham (graan komt van een plant) met worst (komt van een dier). De stoffen die in het vlees en het graan zitten komen zo in jouw lichaam terecht. Die stoffen worden gebruikt om stoffen van jouw eigen lichaam te maken (groeien bijvoorbeeld) of om te verbranden voor wat energie. Planten zijn de enige levende wezens die niemand anders nodig hebben hiervoor. Met behulp van zonlicht kunnen ze met hun bladeren zelf stoffen maken. Verder

17 Bladeren Verder Een mens is gemaakt van vlees.
Planten bestaan niet uit vlees, maar uit glucose. Glucose is een soort suiker (het wordt een koolhydraat genoemd). Alle planten zijn hiervan gemaakt. De glucose wordt ook gebruikt door planten (en dieren als ze het eten) om te verbranden zodat ze energie krijgen om bijvoorbeeld te groeien (of voor dieren; om te bewegen). Het proces in de groene delen van de bladeren dat de glucose maakt heet fotosynthese. (uitspraak: foto-sin-thee-su). Dankzij fotosynthese ontstaat er steeds nieuw voedsel op aarde. Bijvoorbeeld: Om een koe te kunnen eten, moet een koe eerst veel gras kunnen eten. Bij fotosynthese ontstaat niet alleen glucose. Er wordt ook zuurstof gemaakt. Zonder zuurstof kunnen we niet leven. Verder

18 Bladeren filmpje! Bekijk dit filmpje.
Je hoeft het filmpje maar te kijken tot 0.58 seconden. Als je het leuk vind mag je het filmpje ook afkijken. Maak daarna de laatste opdrachten van je werkblad. filmpje! Laatste pagina!

19 Einde Dit was het. Schrijf je naam op het werkblad en lever deze in bij de docent Druk op de Esc knop op je toetsenbord om te stoppen

20 Einde Dit was het. Schrijf je naam op het werkblad en lever deze in bij de docent Druk op de Esc knop op je toetsenbord om te stoppen

21 Einde Dit was het. Schrijf je naam op het werkblad en lever deze in bij de docent Druk op de Esc knop op je toetsenbord om te stoppen

22 Einde Dit was het. Schrijf je naam op het werkblad en lever deze in bij de docent Druk op de Esc knop op je toetsenbord om te stoppen

23 Eikel - Eik Zaadje: +- 2cm Terug

24 Pinda- Pindaplant Zaadje: +- 1cm Terug

25 Walnoot - Walnootboom Terug

26 Kastanje - Kastanjeboom
Terug

27 Appelpit - Appelboom Zaadje: +- 0,5cm Terug

28 Amandel - Amandelboom Terug

29 Pistache - Pimpernootboom
Terug

30 Zonnebloempit - Zonnebloem
Terug

31 Tuinboon - Tuinbonenplant
Terug

32 Mosterdzaad - Mosterdboom
Zaadje: +-1,5mm Terug


Download ppt "Planten Wat ga je doen? Wat ga je leren?"

Verwante presentaties


Ads door Google