De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Welkom bij.... Programma 14.15Ontvangst 14.45Wedstrijd 15.45Pauze 16.00Pieter Derks 16.45Uitslag en prijsuitreiking 17.15 Borrel.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Welkom bij.... Programma 14.15Ontvangst 14.45Wedstrijd 15.45Pauze 16.00Pieter Derks 16.45Uitslag en prijsuitreiking 17.15 Borrel."— Transcript van de presentatie:

1 Welkom bij...

2 Programma 14.15Ontvangst 14.45Wedstrijd 15.45Pauze 16.00Pieter Derks 16.45Uitslag en prijsuitreiking 17.15 Borrel

3 ANTWOORDFORMULIER SCHOLIERENTEAM Naam: School: Teamnummer: Namen van andere teamleden: 1. 16. 31. 46. 61. 76. 2. 17. 32. 47. 62. 77. 3. 18. 33. 48. 63. 78. 4. 19. 34. 49. 64. 79. 5. 20. 35. 50. 65. 80. 6. 21. 36. 51. 66. 81. 7. 22. 37. 52. 67. 82. 8. 23. 38. 53. 68. 83. 9. 24. 39. 54. 69. 84. 10. 25. 40. 55. 70. 85. 11. 26. 41. 56. 71. 12. 27. 42. 57. 72. 13. 28. 43. 58. 73. 14. 29. 44. 59. 74. 15. 30. 45. 60. 75. Z.O.Z. 201 3

4 86. 91. 87. 92. 88. 93. 89. 94. 90. 95. 96. 109. 97. 110. 98. 111. 99. 112. 100. 113. 101. 114. 102. 115. 103. 116. 104. 117. 105. 118. 106. 119. 107. 120. 108. Bonus:

5 A. Taaltest spelling werkwoordsvormen

6 1. Hij heeft mij willen uitleggen dat hij snapt wat er gebeur_. a. d b. t Maak steeds de juiste keus.

7 2. Omdat hij het beloof_ had, deed hij mee. a. d b. t

8 3. Toen wij ons tot de minister wen_en, nam hij alle tijd voor ons. a. d b. dd

9 4. Waarom wor_ je niet geadviseerd een extra cursus te volgen? a. d b. dt

10 5. Zij hebben er naar verlui_ mee lopen pronken. a. d b. dt

11 6. Gisteren konden wij alle microfoons e.d. uitgebreid tes_en. a. t b. tt

12 7. Toen die politici op de uitslagen wach_en, waren zij heel gespannen. a. t b. tt

13 8. De student is boos, omdat die docent hem van zijn laatste kans beroof_. a. d b. t c. dt

14 9. De verwach_e verkiezingsoverwinning bleef toen uit. a. t b. tt

15 10. Wij hadden de te verlo­_ prijs op tafel gezet. a. verlote b. verloten c. verlootte

16 11. Je moet wel tegen een stootje kunnen, als je waterpolo_. a. waterpolot b. waterpoloot c. waterpolo‘t d. waterpoloët e. waterpolood

17 12. Toen zij vorig jaar de weg verbre_en, was iedereen aangenaam verrast. a. verbreden b. verbreedden

18 13. Omdat hij zo verbaas_ was, begon ik ook te twijfelen aan de juiste spelling. a. d b. t c. dt

19 14. In die film zit een scène waarin een beul een veroordeelde onthoof_. a. d b. t c. dt

20 15. “Beloof_ is beloof_”, zei hij tegen de winkelier. a. d en d b. t en t c. d en t d. t en d

21 B. Taaltest spelling algemeen

22 16. Maak de juiste keus: a. dyslectie b. dyslexie c. dislectie d. dislexie

23 17. Maak de juiste keus: a. iemand beneiden b. iemand benijden

24 18. Maak de juiste keus: a. het wijdse uitzicht in de wijde omgeving b. het weidse uitzicht in de weide omgeving c. het weidse uitzicht in de wijde omgeving

25 19. Maak de juiste keus: a. Hij kon zijn ogen er niet van afhouden. b. Hij kon zijn ogen er niet vanafhouden. c. Hij kon zijn ogen er niet vanaf houden.

26 20. Maak de juiste keus: a. Het staat onderaan de pagina. b. Het staat onder aan de pagina.

27 21. Maak de juiste keus: a. de stressituatie b. de stresssituatie

28 22. Maak de juiste keus: a. zweefvliegen – zweefvliegde – gezweefvliegd b. zweefvliegen – zweefvloog –zweefgevlogen c. beide

29 23. Maak de juiste keus: a. pabo’er b. de paboër c. de pabo-er

30 24. Maak de juiste keus: a. Die auto is geleasd. b. Die auto is geleast. c. beide

31 25. Wat is de juiste afkorting van ‘jongstleden’? a. jl. b. j.l.

32 26. Maak de juiste keus: a. verradelijk b. verraderlijk c. beide

33 27. Maak de juiste keus: a. kathedralen b. kathedraals c. beide

34 28. Maak de juiste keus: a. hardstikke b. hartstikke

35 29. Maak de juiste keus: a. zijn hachje proberen te redden b. zijn hagje proberen te redden

36 30. Maak de juiste keus: a. Die twee films zijn beide in de prijzen gevallen. b. Die twee films zijn beiden in de prijzen gevallen.

37 31. Maak de juiste keus: a. Sommige van de deelnemers aan de taalwedstrijd vinden dit niet moeilijk. b. Sommigen van de deelnemers aan de taalwedstrijd vinden dit niet moeilijk.

38 32. Maak de juiste keus: a. Ik heb gebruikgemaakt van een woordenboek. b. Ik heb gebruik gemaakt van een woordenboek.

39 33. Maak de juiste keus: a. meedogeloos b. meedogenloos

40 34. Maak de juiste keus: a. Hij is ervanaf geweken. b. Hij is ervan af geweken. c. Hij is er vanaf geweken. d. Hij is ervan afgeweken.

41 35. Maak de juiste keus: a. waaien – waaide – gewaaid b. waaien – woei – gewaaid c. beide

42 C. Stijl/zinsbouw

43 36. Het advies van die commissie, dat/die/wat op dit moment afgerond wordt, wordt volgende week bekendgemaakt. a. dat b. die c. wat Maak steeds de juiste keus.

44 Is deze zin correct? 37. Geen van de huidige topclubs kan puntverlies veroorloven. a. correct b. niet correct

45 38. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. De verrassende nederlaag hebben wij te danken aan een gebrekkige inzet. b. Joost heeft daar twee keer zo veel tijd aan besteed als ik. c. Het aantal bezoekers dat te laat kwamen, viel ons niet tegen.

46 Is deze zin correct? 39. Het is te betreuren dat wij niet op tijd kunnen leveren, maar bieden u daarom wel een extra korting aan. a. correct b. niet correct

47 Is deze zin correct? 40. Mijn docent refereerde aan de vorige les. a. correct b. niet correct

48 41. De meeste Vlamingen kennen de spellingregels beter als/dan ons/wij. a. als wij b. dan wij c. als ons d. dan ons

49 42. Ruim 83 procent van de studenten en scholieren heeft/hebben goede resultaten geboekt. a. heeft b. hebben

50 43. Welke zin is wel correct? a. Een van hen zal het toch moeten worden. b. Ons hoofdgebouw is een tijdje gesloten, omdat zij gerenoveerd moet worden. c. Het derde doelpunt betekende de definitieve nekslag.

51 Is deze zin correct? 44. Je moet wel beseffen dat niets vanzelf gaat. a. correct b. niet correct

52 Is deze zin correct? 45. De verbouwing zal ongeveer drie tot vier maanden duren. a. correct b. niet correct

53 46. Welke zin is juist? a. Nederland wacht zware tegenstanders. b. Nederland wachten zware tegenstanders.

54 47. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. Tot mijn verbazing is er van alles misgegaan, maar kan ik u verder niet helpen. b.Hij is een directeur aan wie je alles kunt vragen. c.Bij het vliegveld aangekomen bleek onze vlucht vertraging te hebben.

55 48. Ondanks dat zij langzaam de trap naar beneden afliep, gleed zij uit. a. correct b. niet correct

56 49. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. Uw voorstel hebben wij besproken en zijn tot de conclusie gekomen niet met u in zee te gaan. b. Wij hebben daar recentelijk nog een bericht over ontvangen. c. De omzet is weer gestegen en deze zal naar verwachting jaarlijks met rond de drie procent per jaar toenemen.

57 50. Welke van de volgende drie zinnen is wel correct? a. Veel studenten zijn niet tevreden over het functioneren van de overheid, omdat die de echte oorzaken van de problemen niet aanpakken. b. Diverse medewerkers is gevraagd morgen een uurtje eerder te komen. c. Wij storen ons aan berichten die de werkelijkheid verkeerd weergeeft.

58 D. Interpunctie

59 Welke zin is de beste? 51. Wel of geen komma achter ‘auteurs’? a. Auteurs die in talkshows optreden, zien hun verkoop stijgen. b. Auteurs, die in talkshows optreden, zien hun verkoop stijgen.

60 52. Welke zin is de beste? Wel of geen komma achter ‘brief’? a. In uw laatste brief waarin ons wordt gevraagd deel te nemen aan een onderzoek, is de laatste alinea weggevallen. b. In uw laatste brief, waarin ons wordt gevraagd deel te nemen aan een onderzoek, is de laatste alinea weggevallen.

61 53. Wel of geen komma achter ‘voetballers’? a. Voetballers die op omkoping e.d. worden betrapt, moeten minstens vijf jaar worden geschorst. b. Voetballers, die op omkoping e.d. worden betrapt, moeten minstens vijf jaar worden geschorst.

62 54. Waar staan de aanhalingstekens goed? a. De docent zei: “Pak pen en papier.” b. De docent zei: “Pak pen en papier”.

63 55. Mijn broer die in Amsterdam woont, verandert van baan. Hoeveel broers heb ik? a. één broer b. meer dan één broer c. dat kun je niet weten

64 E. Voornaamwoorden

65 Maak steeds de juiste keus. 56. Hebben jullie hen/hun ook uitgenodigd? a. hen b. hun

66 57. Wij hebben hen/hun geen uitnodiging gestuurd. a. hen b. hun

67 58. Wij hebben hen/hun aangeboden hen/hun te helpen. a. hen, hun b. hun, hen c. hen, hen d. hun, hun

68 59. Als je een beroep op hen/hun doet, kun je altijd op hen/hun rekenen. a. hen, hun b. hun, hen c. hen, hen d. hun, hun

69 60. Welke zin is juist? a. Ik ben gevraagd minister te worden. b. Mij is gevraagd minister te worden.

70 61. Het vertrouwen in het herstel van de euro, …… nu ver te zoeken is, zal ooit terugkomen. a. dat b. wat c. die

71 62. De gemeente Den Haag heeft ……….. parkeerbeleid herzien. a. haar b. hun c. zijn

72 63. Duitsland beweert goed voor ………. burgers te zorgen. a. haar b. hun c. zijn

73 64. De Hoge Raad wil............ achterstand binnen een jaar wegwerken. a. haar b. hun c. zijn

74 65. San Francisco is beroemd om............ tolerantie. a. haar b. hun c. zijn

75 F. Woordenschat

76 Wat is de juiste betekenis? 66. Dat bericht bleek een canard te zijn. a. een bericht dat iemand door omkoping verkregen heeft b. uitgelekt bericht c. verzonnen bericht

77 67. Die directeur is accuraat. a. eerlijk b. precies c. snel

78 68. Wat is een dyslecticus? a. Iemand die veel van dyslexie weet. b. Iemand die dyslectisch is.

79 69. Welk woord wordt gebruikt om aan te geven dat een film of programma op een spannend moment wordt onderbroken? a. ankeiler b. cliffhanger c. leader

80 70. Zij eindigden ex aequo. a. gelijk b. precies achter elkaar c. vlak bij elkaar

81 71. De verdachte had een plausibele verklaring. a. aannemelijke b. onlogische c. twijfelachtige

82 72. Wat is een jobstijding? a. een verrassende aankondiging b. een naar bericht c. een waarschuwing voor gevaar

83 73. Wat is een impertinente vraag? a. brutale b. kritische c. niet van toepassing zijnde

84 74. Iets in consideratie nemen. a. beslag b. overweging c. beheer

85 75. Wat is een lumineus idee? a. bruikbaar b. origineel c. schitterend

86 G. Uitdrukkingen, gezegdes, e.d.

87 Wat betekent de volgende uitdrukking? 76. Het daglicht zien. a. iets (ineens) snappen b. geboren worden c. wakker worden

88 77. Flink in de bus blazen. a. een grote mond hebben b. veel drinken c. goed zijn best doen

89 78. Op eieren lopen. a. iets onmogelijks doen b. heel voorzichtig doen c. arrogant doen

90 79. De knuppel in het hoenderhok gooien. a. de discussie aanzwengelen b. ermee stoppen c. heel boos worden

91 80. Welke uitdrukking is juist? a. Wij zullen daar een moeilijke dobber aan hebben. b. Je moet geen slapende koeien uit de sloot halen. c. Daar zitten veel haken en ogen aan.

92 81. Welke uitdrukking is juist? a. Elke dag met een schone luier beginnen. b. Iemand het bos in sturen. c. Er een korreltje zout bij nemen.

93 82. Welke uitdrukking is juist? a. Haast u langzaam. b. Er komen veel valkuilen bij kijken. c. Ik ga er schot in zetten.

94 83. Op beide oren mogen slapen. a. na hard werken lekker kunnen gaan rusten b. kerngezond verklaard zijn c. zich geen zorgen hoeven te maken

95 84. Omwille van de smeer likt de kat de kandeleer. a. men doet vriendelijk uit eigen belang b. wie te weinig te eten heeft, is met weinig tevreden c. je moet een doel hebben om gemotiveerd te raken

96 85. Iets in de ijskast zetten. a. iets uitstellen b. iets verbergen c. iets verzwijgen

97 Maak de volgende uitdrukkingen compleet. Schrijf het woord op. 86. De h…….. met iets lichten.

98 87. Een gezicht als een oo…………. (ontevreden) Maak de volgende uitdrukking compleet.

99 88. Tegen w…….. vechten. (zinloos)

100 Maak de volgende uitdrukking compleet. 89. Zo rot als een m………..

101 Maak de volgende uitdrukkingen compleet. 90. Niet zuiver op de g…….. zijn.

102 H. Uitsmijters

103 91. Ik stond in het natte water. Hoe noemen we deze stijlfout? a. contaminatie b. pleonasme c. tautologie d. hyperbool

104 92. In welke zin staat een foutieve inversie? a. Belangstellenden worden verzocht een mailtje te sturen. b. Op dit moment bespreken wij uw klacht en zullen wij u z.s.m. onze bevindingen laten weten. c. De oorzaak van de problemen moeten eerst worden aangepakt.

105 93. Hoe noem je het tekentje dat in het woord façade voorkomt? a. ampersand b. cedille c. consonant d. accent circonflexe

106 94. Hoe noem je het stijlverschijnsel in de volgende zin? Hij stinkt een uur in de wind. a. eufemisme b. hyperbool c. understatement

107 95. Welke schrijfwijze is juist? a. Hij denkt dat ik er vanuit ga dat... b. Hij denkt dat ik ervan uitga dat... c. Hij denkt dat ik ervanuit ga dat...

108 I. Dictee

109 J. Bonusvraag

110 In welk jaar is de eerste Van Dale verschenen?

111 Pauze


Download ppt "Welkom bij.... Programma 14.15Ontvangst 14.45Wedstrijd 15.45Pauze 16.00Pieter Derks 16.45Uitslag en prijsuitreiking 17.15 Borrel."

Verwante presentaties


Ads door Google