De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Workshop 3 Het opnemen van nieuwe rollen Annelies Mincke Vzw Jongerenbegeleiding-Informant

Verwante presentaties


Presentatie over: "Workshop 3 Het opnemen van nieuwe rollen Annelies Mincke Vzw Jongerenbegeleiding-Informant"— Transcript van de presentatie:

1 Workshop 3 Het opnemen van nieuwe rollen Annelies Mincke Vzw Jongerenbegeleiding-Informant annelies@jo-in.be

2 Het opnemen van nieuwe rollen Nieuwe rollen: o De contactpersoon-aanmelder (intersectorale toegangspoort) o Samenwerking met de gemandateerde voorzieningen (consult, aanmelding) Vandaag: o Wat houden deze nieuwe rollen in? o Wat zijn de opdrachten? o Wat zijn de verwachtingen?

3 Op de agenda … 1. Omgaan met verontrusting 2. Het nieuwe jeugdhulplandschap in vogelvlucht 3. De contactpersoon-aanmelder /de intersectorale toegangspoort 4. Samenwerken met de gemandateerde voorzieningen 5. Vragen, opmerkingen, reflecties, ervaringen, …

4 1. Omgaan met verontrusting Problematische opvoedingssituaties => verontrustende situaties: Brede domein van die situaties Waarin hulpverleners, cliënten zelf, andere betrokkenen Zich ongerust maken over de ontwikkeling of integriteit van een minderjarige Kan zich op zeer diverse manieren uiten: o.a. spijbelproblematiek, verwaarlozing, (dreiging tot) zelfdoding, druggebruik, prostitutie, grensoverschrijdend gedrag tussen jongeren, misbruik, geweld, jongeren in extreme armoede, … Oorzaken kunnen toe te schrijven zijn aan: opvoeding, maar ook persoonlijkheid of gedrag (passief of actief) van minderjarigen & gezinsleden, somatische oorzaken, falen van hulpverlening,…

5 Omgaan met verontrusting: een gedeelde verantwoordelijkheid Elke hulpverlener, in elke sector, moet met verontrusting kunnen omgaan Eerste vraag: wat kan ik zelf doen?  Wat kan je doen om de situatie beter in te schatten?  Kan je zelf het gesprek met je cliënt aangaan?  Heb je dit in je team besproken?  … Vandaag:  Welke stappen in verontrustende situaties?  Wanneer naar de TP?  Wanneer naar een GV? Verontrustende situaties:  Wel medewerking/ wel vrijwilligheid => Je kan zelf verder op weg met de cliënt  Geen medewerking/geen vrijwilligheid => Je zit vast en botst op grenzen: GV

6 2. Het nieuwe jeugdhulplandschap

7 gemeen- schaps- instellingen en De Grubbe gemeen- schaps- instellingen en De Grubbe private voor- zieningen en projecten private voor- zieningen en projecten BJB proces verbaal einde parket MOF als misdrijf omschreven feit MOF als misdrijf omschreven feit POS problematische opvoedings- situatie POS problematische opvoedings- situatie einde akkoord geen akkoord akkoord geen akkoord bij hoogdringendheid VAPH einde BC bemiddelings- commissie CBJ comité voor bijzondere jeugdzorg JRB jeugd-rechtbank private voor- zieningen en projecten einde akkoord gemeen- schaps- instellingen en federale centra (geen POS) jeugd- rechtbank SDJ sociale dienst gerechtelijke jeugdbijstand  POS => Verontrustende situaties  Comité Bijzondere Jeugdzorg, 2 taken o POS => Verontrustende situaties en MANO => Gemandateerde voorzieningen (OCJ en VK) o Toegang bijzondere jeugdzorg => Intersectorale toegangspoort  Bemiddelingscommissie => Gemandateerde voorzieningen (OCJ en VK)  JRB en SDJR => Geen toegang tot BJB en VAPH => Intersectorale toegangspoort

8  POS => Verontrustende situaties  Comité Bijzondere Jeugdzorg, 2 taken o POS => Verontrustende situaties en MANO => Gemandateerde voorzieningen (OCJ en VK) o Toegang bijzondere jeugdzorg => Intersectorale toegangspoort  Bemiddelingscommissie => Gemandateerde voorzieningen (OCJ en VK)  JRB en SDJR => Geen toegang tot BJB en VAPH => Intersectorale toegangspoort

9 3. De contactpersoon-aanmelder CLB

10 Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie Jeugd hulpregie Gemeenschaps- instelling CrisisjeugdhulpBemiddelingCliëntoverleg CAP H ULPVRAGER M INDERJARIGE - OUDERS - CONTEXT IRPC MDT Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH MDT Politie Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp Probleem gebonden hulp MDT Gemand. voorz. VK OCJ Gerecht. jeugdhulp SDJ Jeugd rechter Jeugd rechter

11 Waar vinden we de geïndiceerde hulp?Welke hulp is er nodig/is wenselijk?

12 Casus 1: De contactpersoon-aanmelder. Aanmelden bij de toegangspoort. Kobe (7) Ine (5) mama Filip Lieve CLB CKG

13 Gerecht. jeugdhulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Gemand. voorz. Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp VK BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp Probleem gebonden hulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie Jeugd hulpregie OCJ SDJ Jeugd rechter Jeugd rechter Gemeenschaps- instelling CrisisjeugdhulpBemiddelingCliëntoverleg CAP Kobe, Ine en mama IRPC MDT Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH MDT Politie CKG verblijf, 6 weken CKG verblijf, 6 weken CLB CKG: verblijf, 6 maanden

14 Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen (registratie in E-Health- kadaster) 3 type aanmelders: o jeugdhulpaanbieders uit RTJ of NRTJ o jeugdhulpaanbieders buiten toepassingsgebied IJH o diensten erkend als MDT Hulpverlener wiens naam op het A- document verschijnt als aanmelder WIE? De contactpersoon-aanmelder CKG CLB CKG Als een erkend MDT betrokken is bij de aanvraag, neemt het MDT steeds de rol op van contactpersoon-aanmelder

15 MDT's: erkenningsvoorwaarden 1.Multidisciplinariteit, basisteam:  Een master in de psychologische of pedagogische wetenschappen (of andere) met kennis inzake onderkennende, classificerende, verklarende en handelingsgerichte diagnostiek;  de competenties van een maatschappelijk assistent, master sociaal werk of criminologische wetenschappen (of andere) inzake analyse van context- en gezinssystemen 2.Kennis en competenties om zowel onderkennende, verklarende als handelingsgerichte of indicerende diagnostiek te kunnen doen. 3. Werking:  verzamelen van diagnostische informatie voor een NRTJ aanvraag; kan desgevallend zelf het diagnostisch proces uitvoeren om A-document in te vullen  de besluitvorming m.b.t. het diagnostisch proces gebeurt in multidisciplinair teamverband  zorgintensiteit bepalen  rol van contactpersoon-aanmelder bij de ITP opnemen  …. CLB MDT

16 Erkende MDT’s Binnen of buiten het toepassingsgebied IJH:  RTJ: CLB, CGG, COS, CAW  NRTJ: OOOC en OBC  Buiten IJH: revalidatiecentra, psychiatrische dienst, … MDT georganiseerd door de overheid:  Gemandateerde voorzieningen  Sociale dienst jeugdrechtbank

17 Cliënten kunnen NIET zélf aanmelden Tenzij:  Aantoonbaar vraag gesteld aan hulpverlener  Aantoonbaar dat hulpvraag niet werd beantwoord (niet omwille van tekort in het aanbod)  Er werd initiatief tot bemiddeling genomen  Er is geen procedure lopende bij een gemandateerde voorziening WIE? De contactpersoon-aanmelder

18 Stappen, opdrachten en verwachtingen t.a.v. contactpersoon-aanmelder  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: Aanmelding bij de TP (A-document)  FASE 3: Na de aanmelding en in afwachting van NRTH  FASE 4: Na opstart NRTH  FASE 5: Vraag naar hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

19  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: Aanmelding bij de TP (A-document)  FASE 3: Na de aanmelding en in afwachting van NRTH  FASE 4: Na opstart NRTH  FASE 5: Vraag naar hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

20 Fase 1: voor de aanmelding 1)Signalen zien, alert zijn voor signalen 2)Signalen bespreekbaar maken bij de betrokken partijen De cliënt: mama, Kobe en Ine Team (objectiveren, ondersteuning, afspraken) 3) Situatie inschatten Signalen inventariseren Objectiveren - gebruik instrumenten: signaallijst POS, vlaggensysteem, signs of safety,….

21 4) Aanwezige krachten en hulpbronnen netwerk cliëntsysteem 5) Andere (betrokken) jeugdhulpaanbieders (brede instap, probleemgebonden, buiten IJH) Ifv zoeken naar gepaste ondersteuning en eventuele doorverwijzing Ifv objectivering Ifv afspraken over wie wat doet (cliëntoverleg en bemiddeling als ondersteuning) Stappen: niet chronologisch, maar wel allen van belang (ook als verantwoording naar de TP of GV) Fase 1: voor de aanmelding

22  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: Aanmelding bij de TP (A-document)  FASE 3: Na de aanmelding en in afwachting van NRTH  FASE 4: Na opstart NRTH  FASE 5: Vraag naar hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

23 Fase 2: aanmelden bij de TP: Wanneer? De gewenste hulp is NRT Nood aan meer intensieve en ingrijpende hulp Aantonen/verantwoorden genomen stappen fase 1 A- document:  Op zoek gegaan naar ondersteuning en aanwezige krachten binnen eigen netwerk cliënt  Op zoek naar gepaste hulp binnen RTH

24 A-document Standaard aanmeldingsdocument: A-document Digitaal, elektronisch instrument (Insisto) Enkel gegevens rapporteren die relevant en noodzakelijk zijn voor het motiveren van de NRTJ-vraag Opbouw ‘dwingt’ aanmelders tot het bespreken van NRTJ-vragen vanuit 2 perspectieven:  uitgebalanceerde visie op belastende en beschermende factoren  interactioneel perspectief Drie luiken:  Identificatie  Vraagverheldering en/of diagnostiek  Bijkomende gegevens/voorstel tot indicatie

25 Identificatiegegevens over:  Aanmelder  (jeugdhulp)aanbieders bijgedragen aan samenstelling A- document  Minderjarige  Betrokkenen (gezinsleden en andere relevante personen) Luik 1: identificatie

26

27 Gegevens over:  beleving en visie o cliëntperspectief o de aanmelder  diagnostische gegevens  positionering cliëntsysteem t.o.v. diagnostische gegevens  al verkregen en actuele hulp met aandacht voor krachtgericht werken  synthese hulpvraag + motivatie voor aanvraag NRTJ  vraag naar contact met team IS Luik 2: vraagverheldering en/of diagnostiek

28

29

30

31

32 Gegevens over:  urgentie NRTJ-vraag  vereiste zorgzwaarte  voorstel indicatiestelling  bekomen schriftelijke instemming cliëntsysteem met NRTJ-vraag  elektronische ondertekening A-document door aanmelder Luik 3: bijkomende gegevens en voorstel van indicatiestelling

33

34

35

36

37 ‘Gewone’ aanmelders  Indicatievoorstel  Geen zorgintensiteit  vrije bewoording  bij voorkeur gebruik taal typemodulering Erkend MDT  meten zorgintensiteit  specifiek indicatievoorstel  benoemen één of meer typemodules NRTJ  selectie uit moduledatabank IJH Onderscheid invullen door ‘gewone’ aanmelders en MDT’s CKG CLB

38 Fase 2: Aanmelden bij de TP: rol C-A Basisprincipe: de aanspreekfiguur voor betrokken partijen tijdens de behandeling van de aanvraag door de TP. Coördinatie van de opmaak van het A-document Positie van ‘best geïnformeerde’ – zowel t.a.v. cliënt als t.a.v. de toegangspoort  Wordt steeds (eerst) geïnformeerd door de toegangspoort  Antwoorden op bijkomende vragen  Contact houden met de cliënt tijdens periode van behandeling aanvraag  De cliënt bijstaan in rechtstreekse contacten met het team indicatiestelling en het team jeugdhulpregie

39 Waar vinden we de geïndiceerde hulp?Welke hulp is er nodig/is wenselijk?

40 Ontvangt het A-document Opvragen bijkomende informatie: binnen de 10 dagen na ontvangst A-document Onderscheid bespreking- en consensusdossiers Einddoel: indicatiestellingsverslag (ISV) – meest wenselijke hulp:  combinatie van één of meer NRTJ-typemodules  verwijzing naar RTJ  verwijzing diensten buiten toepassingsgebied IJH Dossierverantwoordelijke bezorgt ISV aan betrokkenen  cliënt: brief met indicatiestellingsverslag  contactpersoon-aanmelder: via mail kopie van brief met indicatiestellingsverslag Timing: Opmaak ISV 30 dagen On hold: 5 dagen Team indicatiestelling

41 Second opinion: cliënt niet akkoord met ISV Stel dat team IS, i.p.v. langdurig verblijf in het CKG, perspectiefzoekende pleegzorg indiceert. Mama is hier niet mee akkoord. Akkoord cliënt met ISV via Insisto. Indien niet akkoord: aanvraag overgemaakt naar team IS toegangspoort andere Provincie Het team IS dat de zgn ‘second opinion’ uitvoert, heeft geen zicht op het oorspronkelijke ISV. Komt het tweede team IS tot een ander ISV, dan kiest de cliënt met welk ISV de jeugdhulpregie opgestart moet worden. Om te vermijden dat jeugdhulpregie al aan de slag is met het ISV, wordt het dossier 5 werkdagen ‘on hold’ gezet tussen indicatiestelling en jeugdhulpregie; tenzij de cliënt eerder laat weten akkoord te gaan met het ISV.

42 Vraag naar een Versnelde Indicatiestelling en Toewijzing (urgente vraag) Telkens met akkoord van de cliënt In 4 situaties:  diagnostiek achter de toegangspoort (vb. OOOC’s en de OBC’s)  time-out  noodzakelijke snelle hulp geïndiceerd vanuit crisisjeugdhulp  specifieke acties voor de versterking van de draagkracht (voorheen preventieve sociale actie) … VIST

43 1. Inschrijven van het indicatiestellingsverslag op de intersectorale registratielijst 2. Prioriteren (JHR of IRPC) 3.Matching vraag en aanbod Longlist en shortlist, cliënt aan zet  Timing: 15 dagen – Jeugdhulpvoorstel Team jeugdhulpregie

44  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: Aanmelding bij de TP (A-document)  FASE 3: Na de aanmelding en in afwachting van NRTH  FASE 4: Opstart NRTH  FASE 5: Vraag naar hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

45 Fase 3: na aanmelding en in afwachting van NRTH Hulpcoordinatie en aanspreekfiguur voor alle betrokken partijen Instaan voor hulpcoördinatie is niet hetzelfde als zelf de hulp aanbieden:  zelf hulp organiseren  opstart RTH  lopende hulpverlening verder zetten (evt. via cliëntoverleg)  doorverwijzen waar nodig Inhoud en intensiteit van de acties zijn afhankelijk van cliënt tot cliënt Specifieke situaties:  Crisissituaties: aanmelden bij het meldpunt crisis  Conflict: bemiddeling aanvragen  Verontrustende situaties – maatschappelijke noodzaak: gemandateerde voorzieningen  Noodsituaties: melding bij politie en parket CrisisjeugdhulpBemiddelingCliëntoverleg

46 Indien de matching niet resulteert in opstart van de hulp binnen een redelijke termijn of indien de hulpvraag geprioriteerd is en complex Hulpregiebespreking (met cliënt, aanmelder of vertrouwenspersoon en hulpaanbod) Hulpaanbieders formuleren een concreet voorstel Jeugdhulpregie: hulpregiebespreking

47 Indien de hulpregiebespreking geen resultaat heeft opgeleverd Na prioritering van het dossier en bepaling van IPH door jeugdhulpregie in geval van te grote complexiteit van de hulpvraag Bij aanvraag jeugdrechter in procedure hoogdringendheid Beschikt de jeugdhulpregisseur over een toewijzingsmandaat Jeugdhulpregie: Intersectorale prioritaire hulpvragen

48  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: Aanmelding bij de TP (A-document)  FASE 3: Na de aanmelding en in afwachting van NRTH  FASE 4: Opstart NRTH  FASE 5: Vraag naar hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

49 Fase 4: Opstart NRTH Opstart van de hulp op initiatief van de voorziening (voorrang prioritaire hulpvragen) o Intakegesprek voorziening o Melden opstart binnen de 24u JHR stelt jeugdhulpbeslissing op (duur) Duur jeugdhulpbeslissing = in principe duur ISV (tenzij cliënt, voorziening of gemandateerde voorziening korter vraagt). => Rol toegangspoort, CLB (contactpersoon-aanmelder) stopt. => Hulpverlener van NRTH-voorziening wordt contactpersoon- aanmelder. Moet actief geïnitieerd worden (Insisto). CKG wordt contactpersoon-aanmelder

50  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: Aanmelding bij de TP (A-document)  FASE 3: Na de aanmelding en in afwachting van NRTH  FASE 4: Opstart NRTH  FASE 5: Hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

51 Belangrijk voor contactpersoon-aanmelder achter de toegangspoort. Vraag naar hernieuwde jeugdhulpregie:  naar verlenging van de lopende hulpverlening Verlenging verblijf Kobe en Ine in CKG met 6 maand ( duur ISV: 1 jaar)  naar dezelfde hulpverlening, maar bij een andere hulpaanbieder Gezin verhuist van Oostende naar Hasselt  naar nieuwe hulpverlening, maar in overeenstemming met het ISV Overgang verblijf naar context (beiden opgenomen in ISV) Overgang verblijf naar dagbegeleiding in groep (beiden in ISV) Termijn ISV mag nog niet verlopen zijn (anders: herindicatiestelling) Fase 5: Hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

52 Herindicatiestelling is een nieuwe hulpvraag naar NRTH:  Als er na het verstrijken van het ISV (duur 1 jaar) nog NRTJ nodig is  Als er een andere hulpvorm nodig is dan geïndiceerd o Overgang pleegzorg naar contextbegeleiding o Overgang verblijf naar dagbegeleiding in groep o Overgang contextbegeleiding naar verblijf o … Fase 5: Hernieuwde jeugdhulpregie of herindicatiestelling

53 Verontrusting Maar met vrijwilligheid, met medewerking van mama. Betrokken HV (Filip en Lieve) kunnen zelf het traject lopen met het cliënsysteem:  Zoeken naar hulp (binnen RTH)  Aanmelden bij TP Geen betrokkenheid GV Kobe, Ine en mama

54 4. Samenwerken met de gemandateerde voorzieningen

55 De gemandateerde voorzieningen 2 organisaties met specifieke expertise bij verontrusting: Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ): Minderjarigen waarvan de ontplooiingskansen/integriteit bedreigd zijn Problematische leefsituaties die de jongeren schaden Vertrouwenscentrum kindermishandeling (VK): Situaties van kindermishandeling Doel: Het werken aan vrijwillig aanvaarde hulp Taken:  Consult bij verontrusting  Expliciet mandaat in situaties van MANO  Aanmelden parket indien vrijwilligheid niet mogelijk is

56 Van verontrusting naar maatschappelijke noodzaak Werken in en met verontrustende situaties is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle jeugdhulpverleners Inschatten of hulp maatschappelijk noodzakelijk is en desgevallend opvolgen is de verantwoordelijkheid van de gemandateerde voorziening

57 Geen vrijwilligheid mogelijk onderzoek case management triade Uitnodigen cliënt en aanmelder Inschatten maatschappelijke noodzaak Teambeslissing over hulpvoorstel en maatschappelijke noodzaak Interveniërend Observerend Procesvoering bij de gemandateerde voorziening aanmelding Motivatiedocument: Wat zijn de krachten/lasten Wat heb je zelf al gedaan Waarom meld je aan Teambeslissing Cliënt geïnformeerd consult Advies Handvatten aanreiken Parket kennisgeving parket, cliënt of dienstverlener

58 Casus 2: Samenwerken met de gemandateerde voorzieningen Proces naar observerend casemanagement (OCJ) Chloé (5) mama Lieve papa Sonja K&GCKG Aisa (9mnd)

59 Gerecht. jeugdhulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Gemand. voorz. Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp VK BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp Probleem gebonden hulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie Jeugd hulpregie OCJ SDJ Jeugd rechter Jeugd rechter Gemeenschaps- instelling CrisisjeugdhulpBemiddelingCliëntoverleg CAP C HLOÉ IRPC MDT Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH MDT Politie K&G CKG consult aanmelding Observatie overeenkomst

60 Opdracht en verwachtingen tav de aanmelder  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: De aanmelding bij de GV  FASE 3: Tijdens het onderzoek door de GV  FASE 4: Na hulpvoorstel en beslissing casemanagement door de GV

61  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: De aanmelding bij de GV  FASE 3: Tijdens het onderzoek door de GV  FASE 4: Na hulpvoorstel en beslissing casemanagement door de GV

62 Fase 1: voor de aanmelding 1)Signalen zien, alert zijn voor signalen 2)Signalen bespreekbaar maken bij de betrokken partijen  De cliënt: mama en papa  Team (objectiveren, ondersteuning, afspraken) 3) Situatie inschatten  Signalen inventariseren  Objectiveren - gebruik instrumenten: signaallijst POS, vlaggensysteem, signs of safety,….

63 4) Aanwezige krachten en hulpbronnen netwerk cliëntsysteem 5) Andere (betrokken) jeugdhulpaanbieders (brede instap, probleemgebonden, buiten IJH) o Ifv objectivering o Ifv zoeken naar gepaste ondersteuning en eventuele doorverwijzing o Ifv afspraken over wie wat doet (cliëntoverleg en bemiddeling als ondersteuning) Stappen: niet chronologisch, maar wel allen van belang (ook als verantwoording naar de TP of GV) Fase 1: voor de aanmelding

64 Eventueel aanmelden bij de Intersectorale Toegangspoort :  Indien nood aan intensieve, ingrijpende hulp  Indien cliënt akkoord en vrijwillige medewerking Consult bij Gemandateerde Voorziening Fase 1: voor de aanmelding

65 Consult Enkel voor professionele hulpvragers Anoniem voor de cliënt Vooral telefonisch Kan gevraagd worden door iedere individuele hulpverlener, hoeft niet vanuit een team (i.t.t. een aanmelding) Doel: advies, ondersteuning, objectivering, … Handvaten om weer verder aan de slag te gaan. Consultvrager in staat stellen op een adequate wijze om te gaan met de verontrustende situatie.

66 Inhoud en resultaat consult Inhoud  Analyse van de verontrustende situatie  Formuleren van werkhypothese  Mogelijkheden en beperkingen tot verdergaande diagnostiek/hulpverlening  Mogelijkheden en beperkingen om anderen in te schakelen  Kennis, mogelijkheden en grenzen van het deontologisch/juridisch kader  Anticiperen op eventuele hindernissen/ belemmeringen in de uitvoerbaarheid van het advies en voorzien van alternatieven indien nodig Resultaat: De consultvrager wordt geadviseerd om :  Lopen de hulp verder zetten of uitbreiding hulp (eigen VZ of derden)  het cliëntsysteem door te verwijzen naar andere hulpverlening  een melding te doen voor actieve tussenkomst binnen de reguliere werking van het VK  een aanmelding te doen bij een gemandateerde voorziening  een aangifte te doen bij de procureur (hoogdringendheid)

67  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: De aanmelding bij de GV  FASE 3: Tijdens het onderzoek door de GV  FASE 4: Na hulpvoorstel en beslissing casemanagement door de GV

68 Fase 2: aanmelding bij de GV Wanneer: bij blijvende ongerustheid en geen vrijwilligheid Beslissing team (niet bij consult) Cliënt op de hoogte brengen Invullen M-document

69  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: De aanmelding bij de GV  FASE 3: Het onderzoek door de GV  FASE 4: Na hulpvoorstel en beslissing casemanagement door de GV

70 Fase 3: tijdens het onderzoek door de GV Aanspreekpunt voor gemandateerde voorziening, bv. voor bijkomende informatie Contact houden met cliënt tijdens onderzoek (kan ondersteund worden door GV) Aanwezigheid op triadegesprek In opvolging van het triadegesprek zelf bieden van hulp of toeleiden naar hulp (miv ITP) Zo mogelijk blijft de GV beroep doen op de betrokken hulpverleners De termijn voor een caseonderzoek is bepaald op 65 werkdagen

71  FASE 1: Voor de aanmelding  FASE 2: De aanmelding bij de GV  FASE 3: Tijdens het onderzoek door de GV  FASE 4: Na hulpvoorstel en beslissing casemanagement door de GV

72 Fase 4: Maatschappelijke Noodzaak = Casemanagement Factoren die de mate van aanklampendheid bepalen:  Mate van veiligheid  Risicofactoren en krachten binnen het gezin  Probleeminzicht, motivatie (veranderbereidheid) en verandermogelijkheden van cliënt(systeem)  Relatie met hulpverlener  Ervaringen/ reacties in het verleden met/op hulpverlening case management Interveniërend Observerend

73 Observerend Casemanagement Voorwaarden om naar observerend casemanagement te gaan:  Voldoende medewerking bij cliëntsysteem  Voldoende waarborgen voor ontplooiingskansen en veiligheid van het kind  Voldoende waarborgen voor vrijwillig aanvaarde hulp Verantwoordelijkheid blijft bij hulpaanbieder en cliënt case management Interveniërend Observerend

74 Observerend casemanagement Observerend casemanagement: GV volgt op afstand op, observeert Observatie-overeenkomst:  Overeenkomst tussen GV, cliënt, aanmelder / hulpaanbieder  De maatschappelijke noodzaak (zorgen en krachten), de verwachtingen en de afspraken worden concreet gemaakt Informatieplicht bij jeugdhulpaanbieder en cliënt case management Interveniërend Observerend

75 Observatieovereenkomst Bestaat uit 3 luiken: Beschrijving van de verontrusting en maatschappelijke noodzaak Aangrijpingspunten en verwachtingen Afspraken

76 Beschrijving verontrusting en MANO Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg volgt de hulpverlening op voor Chloé… omwille van : Moeder schreeuwt veel uit onmacht tegen Chloé en de honden. Moeder kan moeilijk grenzen trekken, heeft geen consequente opvoedingsstijl, ziet de noden van de kinderen niet achter het gedrag, Gedrag Chloé: luistert niet naar moeder, maakt speelgoed en andere zaken stuk, is hardhandig met zusje. Aïsa zit heel vaak in het speelpark. Moeder vindt dit geen probleem Huisvesting is niet geschikt voor gezin met 2 kinderen en 2 honden Als er een netwerk beschikbaar is (vb. maternale grootouders) wil moeder hierop wel beroep doen wanneer er een expliciet aanbod is. Ze wil echter niemand last bezorgen Moeder ziet haar kinderen graag Moeder zorgt er voor dat Chloé altijd netjes gekleed en op tijd naar school vertrekt en dat zij altijd alles meeheeft Als deze zorgen blijven voortbestaan in combinatie met de geringe krachten komen de ontwikkelingskansen van het de kinderen in het gedrang. De nood aan het betrekken van vader is de reden waarom het OCJ aanwezig wil blijven.

77 Verwachtingen Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg heeft volgende verwachtingen t.a.v. de ouders: Moeder kan het gedrag van Chloé ombuigen, ze weet hoe ze grenzen kan trekken, straffen en belonen. Moeder zorgt goed voor zichzelf. Dat is ook in het belang van de kinderen. Vergroten van het netwerk, overwegen om terug te gaan werken, regelmatig naar buiten gaan,… zijn zaken die onderzocht en gestimuleerd moeten worden. De ontwikkeling en veiligheid van Aïsa is bespreekbaar en ouders maken samen concreet hoe ze dit kunnen waarborgen. Dit gaat vooral over de ontwikkelingsstimulatie (wat heeft een kind van deze leeftijd nodig aan zorg ifv hechting en aan bewegingsruimte), de aanwezigheid van de honden (hygiëne en veiligheid) en het beschermen van Aïsa tegen ruwe handelingen van Chloé. Vader is op de hoogte van de verwachtingen/doelstellingen/verloop van de hulpverlening en wordt hierin gestimuleerd om een actieve rol te spelen en zelf bij te dragen. Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg wil dat het cliëntsysteem en de hulpverlener samen werken aan het concretiseren en inlossen van deze verwachtingen.

78 Afspraken Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg zal op > nagaan in welke mate de verwachtingen van het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg t.a.v. gezin, ouders en jongere ingelost zijn. Dit gebeurt aan de hand van een gesprek met het cliëntsysteem en de hulpverlener Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg benadrukt dat zowel de ouders als de hulpverlener het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg moet informeren over belangrijke gebeurtenissen/evoluties in het hulpverleningstraject en/of de levenssituatie van het cliëntsysteem. Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg zal zelf niet instaan voor een actieve opvolging. Dit is de verantwoordelijkheid van de hulpverlener-cliënt. Andere afspraken: De aanmelder gaat met moeder op kennismaking in het CKG

79 Interveniërend Casemanagement Voorwaarden om naar interveniërend casemanagement te gaan  Onvoldoende waarborgen voor ontplooiingskansen en veiligheid van het kind  Onvoldoende medewerking bij cliëntsysteem  Onvoldoende waarborgen voor vrijwillig aanvaarde hulp Verantwoordelijkheid ligt bij GV  GV neemt over en organiseert zelf de hulpverlening  GV maakt hulpverleningsprogramma op case management Interveniërend Observerend

80 Casus 3: Samenwerken met de gemandateerde voorzieningen Proces naar interveniërend casemanagement (VK) BJB mama Andy (13) Kurt (11) Sylvie (8 ) papa Marleen Kinder psychiatrie

81 Gerecht. jeugdhulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Gemand. voorz. Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp VK BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp Probleem gebonden hulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie Jeugd hulpregie OCJ SDJ Jeugd rechter Jeugd rechter Gemeenschaps- instelling CrisisjeugdhulpBemiddelingCliëntoverleg CAP A NDY EN KURT IRPC MDT Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH MDT Politie K&J psy consult aanmelding Context begeleiding

82 Casus 4: Samenwerken met de gemandateerde voorzieningen Proces naar interveniërend casemanagement (OCJ) mama Jonas (16) Simon (15) Karel BJB

83 Gerecht. jeugdhulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Gemand. voorz. Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp VK BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp Probleem gebonden hulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie Jeugd hulpregie OCJ SDJ Jeugd rechter Jeugd rechter Gemeenschaps- instelling CrisisjeugdhulpBemiddelingCliëntoverleg CAP J ONAS IRPC MDT Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH MDT Politie CLB Context begeleiding aanmelding TCK

84 Evaluatie casemanagement Minstens om de 6 maanden Resultaten evaluatie: De GV blijft opvolgen in dezelfde intensiteit De GV blijft opvolgen, maar in een andere intensiteit  ICM naar OCM want er zijn voldoende waarborgen voor veiligheid en medewerking (casus Jonas)  OCM naar ICM want de hulpverlening heeft meer nood aan de aanklampende rol van GV (casus Chloé) De GV kan haar interventie afsluiten  Geen hulp meer nodig  De cliënt wenst de hulp en er is geen aanklampend optreden nodig Casemanagement wordt in overleg afgesloten case management Interveniërend Observerend

85 Doorverwijzing van de gemandateerde voorziening naar parket Als na een gesprek met de minderjarige en zijn ouders/opvoedings-verantwoordelijken en volgens beslissing van de gemandateerde voorziening jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk is, maar: 1. gepaste jeugdhulpverlening niet wordt aanvaard en als de minimale veiligheid niet is gegarandeerd of de ontplooiingskansen in het gedrang zijn; 2. er weigering is tot meewerken aan het onderzoek naar maatschappelijke noodzaak Gerecht. jeugdhulp Gemand. voorz. VK OCJ SDJ Jeugd rechter Jeugd rechter

86 4 soorten dossiers IJH Comité Bijzondere Jeugdzorg: beslissingsboom A: zonder consulent B: met consulent en OCM C: met consulent en ICM D: jeugdrechtbankdossiers Voor of na 1 maart: bericht per dossier

87 18 + Voorwaarde: Voor 18 jaar een vraag gesteld naar NRTH – Eender welk aanbod/eender welke module – Hulp moet daarom niet opgestart zijn Wordt behandeld door de ITP


Download ppt "Workshop 3 Het opnemen van nieuwe rollen Annelies Mincke Vzw Jongerenbegeleiding-Informant"

Verwante presentaties


Ads door Google