De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ZAKELIJK KREDIET MOAD 2015 - 2016. PROGRAMMA FINANCE Week 1: Inleiding en kasstromen (hoofdstuk 1) Week 2: werkkapitaalmanagement en geldmiddelenbeheer.

Verwante presentaties


Presentatie over: "ZAKELIJK KREDIET MOAD 2015 - 2016. PROGRAMMA FINANCE Week 1: Inleiding en kasstromen (hoofdstuk 1) Week 2: werkkapitaalmanagement en geldmiddelenbeheer."— Transcript van de presentatie:

1 ZAKELIJK KREDIET MOAD 2015 - 2016

2 PROGRAMMA FINANCE Week 1: Inleiding en kasstromen (hoofdstuk 1) Week 2: werkkapitaalmanagement en geldmiddelenbeheer (paragraaf 3.2 t/m 3.8) Week 3: balansbeoordeling (hoofdstuk 4) Week 4: vermogensaantrekking (hoofdstuk 5) Week 5: Vermogensvormen, zekerheden en leasing (paragraaf 5.4 t/m 5.6) Week 6: Regelingen die als doel hebben financiering mogelijk te maken (paragraaf 6.3) Week 7: tentamentraining

3 WEEK 3: BALANSBEOORDELING Ratioanalyse Betekenis van de jaarrekening Cijferbeoordeling door financiele instellingen

4 RATIOANALYSE Objectief referentiekader in plaats van afgaan op intuitie Balanced scorecard -> de prestatie van de onderneming wordt gemeten vanuit vier perspectieven Financieel perspectief Klantenperspectief Interne-processenperspectief Innovatie- en leerperspectief 4

5 ALGEMENE BALANCE SCORECARD 5 Financieel perspectief Generieke meetpunten op financieel gebied zijn: rendement op geinvesteerd kapitaal en toegevoegde waarde Financieel perspectief Generieke meetpunten op financieel gebied zijn: rendement op geinvesteerd kapitaal en toegevoegde waarde Innovatie- en leespectief Maakt de infrastructuur zichtbaar die een organisatie moet opbouwen als zij op lange termijn wil blijven groeien en zichzelf verbeteren. Generieke meetpunten op innovatief gebied zijn: tevredenheidsgraad werknemers, beschikbaarheid informatiesysteem Innovatie- en leespectief Maakt de infrastructuur zichtbaar die een organisatie moet opbouwen als zij op lange termijn wil blijven groeien en zichzelf verbeteren. Generieke meetpunten op innovatief gebied zijn: tevredenheidsgraad werknemers, beschikbaarheid informatiesysteem Interne-processenperspectief De interne processen die van doorslaggevend belang zijn en waarin de onderneming moet uitblinken. Omvat primaire processen, operationele processen en service na de verkoop. Generieke meetpunten op interne-processen-gebied zijn: kwaliteit, responsetijden, kosten, afval- en uitvalpercentages, introductie nieuwe producten Interne-processenperspectief De interne processen die van doorslaggevend belang zijn en waarin de onderneming moet uitblinken. Omvat primaire processen, operationele processen en service na de verkoop. Generieke meetpunten op interne-processen-gebied zijn: kwaliteit, responsetijden, kosten, afval- en uitvalpercentages, introductie nieuwe producten Klantenperspectief Generieke meetpunten op klantengebied zijn: tevredenheidsgraad, trouw/duurzaamheid relaties, marktaandeel, accountaandeel. Klantenperspectief Generieke meetpunten op klantengebied zijn: tevredenheidsgraad, trouw/duurzaamheid relaties, marktaandeel, accountaandeel.

6 RATIOANALYSE (1) Op alle vier gebieden worden prestatie-indicatoren, -maatstaven of kengetallen ontwikkeld -> stuurvariabelen Doelen stellen en checken na afloop van periode of doelen zijn behaald Eventueel correctieve maatregelen treffen of bijstellen doel Instrument voor invulling van financieel perspectief -> ratioanalyse (ratiolyse) Ratioanalyse = verkrijgen van informatie uit de jaarrekening van een onderneming 6

7 RATIOANALYSE (2) Jaarrekening voor interne doeleinden is anders dan die wordt gedeponeerd bij KvK Jaarrekening voor interne doeleinden is uitgangspunt Vergelijkingscriterium is van belang 7

8 BALANSSTRUCTUUR BEDRIJFSLEVEN 2009 OmschrijvingtotaalKB niet- rechtsper -soon KB rechts- persoon MB rechts- persoon MKBGB rechts- persoon In % totaal Activa Vaste activa514637343759 Vlottende activa495463666341 Totaal100 Passiva Eigen vermogen362725 42 Vreemd vermogen647375 58 Totaal100 8

9 HERKOMST EIGEN VERMOGEN NAAR GROOTTEKLASSE KBMBGB Aandelen DGA918143 Aandelen familieleden755 Aandelen andere particulieren 148 Aandelen overigen0943 Totaal100 9

10 CONSTATERINGEN In het MKB is de omvang van de vlottende activa verhoudingsgewijs veel groter Post liquide middelen is bij MKB relatief veel groter Vaste activa bij grootbedrijf relatief groter deel van balanstotaal dan bij MKB Eigen vermogen bij grootbedrijf relatief groter MKB steunt voor wat betreft het eigen vermogen veel sterker op de DGA en familie 10

11 MKB GB kapitaalintensiever -> vaste kosten (afschrijvingen en lonen) hoger dan in MKB Hefboomwerking groter bij productiebedrijven -> relatief kapitaalintensief Omzetmutatie heeft een relatief sterk effect op bedrijfsresultaat 11

12 EIGEN VERMOGEN EV kleiner bij MKB dan bij grootbedrijf Grootbedrijf heeft makkelijk toegang tot de vermogensmarkt Grootbedrijf heeft meer lang VV -> Grootbedrijf is meer kapitaalintensief -> verband tussen de looptijd activa en passiva 12

13 EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen MKB voor groot deel afkomstig van DGA Gebrek aan markt voor EV in MKB Solvabiliteit grootbedrijf hoger Omloopsnelheid totale vermogen hoger in MKB -> detailhandel sterke positie in MKB 13

14 BETEKENIS JAARREKENING Boek 2 BW, titel 9 -> de jaarrekening moet volgens de normen die algemeen aanvaard zijn, een zodanig overzicht geven dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede omtrent de solvabiliteit en liquiditeit van de rechtspersoon Vier aspecten moeten blijken uit jaarrekening: Het vermogen Het resultaat De solvabiliteit De liquiditeit 14

15 JAARREKENING Balans en resultatenrekening op boekwaardebasis Boekwaarde Marktwaarde Keuze grondslagen waardering Situatie op een bepaald moment -> momentopname Statische liquiditeit Dynamische liquiditeit 4 ratio’s: Liquiditeitsratio Solvabiliteitsratio Rentabiliteitsratio Activiteitsratio 15

16 VUISTREGELS VOOR BEOORDELING RATIO’S De current ratio moet groter zijn dan 2 De quick ratio moet groter zijn dan 1 De debt ratio mag niet boven de 80% komen -> solvabiliteit moet min. 20% zijn Positief nettowerkkapitaal De RTV moet altijd boven de RVV liggen 16

17 KANTTEKENING RATIO’S Ratio’s zijn manipuleerbaar Ratio’s bedrijfstakafhankelijk Berekeningswijze ratio’s Beleggingsratio’s soms gunstig in tegenstelling tot marktsentiment 17

18 VERGELIJKINGSCRITERIA Vuistregels niet afdoende Zorg besteden aan definiering vergelijkingscriteria Mogelijke vergelijkingscriteria: Vergelijking van de onderneming met de gestelde doelen Vergelijking met de ontwikkeling van de onderneming in het verleden Vergelijking met andere bedrijven in de bedrijfstak Vergelijking met andere onderdelen binnen de onderneming 18

19 AD VERGELIJKING VAN DE ONDERNEMING MET GESTELDE DOELEN Balance scorecard -> doelen van de onderneming -> onderliggende doelstellingen -> prestatie-indicatoren en meetpunten Dupont Chart -> leidt vanaf een hoofddoelstelling (bepaalde hoogte van de RTV) onderliggende doelstellingen, prestatie-indicatoren en meetpunten af (omloopsnelheid totaal vermogen en brutowinstmarge) Onderliggende doelstellingen zijn te formuleren in termen van ratio’s Uitkomst analyse kan gebruikt worden om variabelen te sturen teneinde de doelstellingen te behalen 19

20 AD VERGELIJKING MET DE ONTWIKKELING VAN DE ONDERNEMING IN HET VERLEDEN Ratioanalyse is momentopname Vergelijking met de waarden van de gebruikte ratio’s in het verleden Levert een positieve of een negatieve ontwikkeling aan Bepaalde veranderingen buiten beschouwing laten 20

21 AD VERGELIJKING MET ANDERE BEDRIJVEN IN DE BEDRIJFSTAK Branchemonitoren EIM -> rapporten Kleinschalig ondernemen, Ondernemen in sectoren en Kennissite MKB en Ondernemerschap Analyse van de situatie in de bedrijfstak, marktontwikkelingen etc. Financiele resultaten ondernemingen in bedrijfstak Brancheorganisaties Rabobank -> Cijfers en Trends 21

22 AD VERGELIJKING MET ANDERE ONDERDELEN BINNEN ONDERNEMING Filiaalstructuur Rekening houden met omgevingsfactoren 22

23 CONCLUSIE RATIOPROFIEL ONDERNEMING Bedrijfstak onderneming van belang Aan de hand van branche/sectorprofielen bedrijfstak een beeld vormen van prestatie onderneming t.o.v. bedrijfstak Corrigeren met buitengewone veranderingen Historisch perspectief plaatsen -> verklaring voor gunstige/ongunstige ontwikkelingen Op basis van doelen analyseren op welke terreinen veranderingen moeten worden doorgevoerd Kanttekening: beoordeling solvabiliteit van familiebedrijven -> sterk gefinancierd met EV 23

24 BEPERKINGEN EN KANTTEKENINGEN BIJ TOEPASSEN RATIOANALYSE Invloed waarderingsgrondslag Meting op een bepaald moment Hoogte van de ratio Onduidelijkheid bij de ondernemer Versluiering van het beeld Eenzijdige indruk Invloed van factoring of leasing Niet gebaseerd op marktwaarden maar op boekwaarden Invloed goodwill en eventuele pensioenvoorziening Activiteitratio’s -> rekening houden met gelijke grondslag 24

25 VOORDELEN RATIOANALYSE Eenvoud Objectieve meting Standaardisatie Conclusie: ratio’s geven een goede eerste indruk van de stand van zaken binnen de onderneming. Houd de genoemde beperkingen in je achterhoofd. In welke mate wordt de ratioanalyse door financiele instellingen gebruikt bij de beoordeling van een kredietaanvraag? 25

26 CIJFERBEOORDELING DOOR FINANCIELE INSTELLINGEN Jaarrapporten worden door financiele instellingen opgevraagd Veelal te summier Beoordelingen veelal in kader van directe of indirecte kredietverlening Indirect -> kredietverzekering, factoring of herfinanciering van vorderingen Creditscoring-programma Grote kredieten met langere looptijd -> kredietanalist 26

27 KERN ANALYSE: PLAUSIBILITEIT EN NORMERING (1) Lezing rapporten Analyseren balansen, winst- en verliesrekeningen + overige gegevens in spreadsheetprogramma Berekeningen maken en verbanden leggen Onwaarschijnlijkheden boven tafel krijgen Analist moet verschillende mogelijkheden onderzoeken: Fout gemaakt bij invoering gegevens Fout gemaakt in verslag Andere plausibiliteit vinden Extreme score vanwege bijzondere situatie 27

28 KERN ANALYSE: PLAUSIBILITEIT EN NORMERING (2) Cijfers vergelijkbaar maken zodat een vergelijking kan worden gemaakt Alle analisten moeten dezelfde ‘huisregels’ toepassen -> dezelfde normen moeten worden toegepast Overige zaken moeten ook vermeld worden die de beeldvorming in de juiste context kunnen plaatsen Analist moet aangeven of onderneming voldoet aan de door de instelling gestelde normen 28

29 KERN ANALYSE: PLAUSIBILITEIT EN NORMERING (3) Voldoen aan normen vormt het vertrekpunt voor een gesprek waarin aanvullende informatie kan komen e.d. Rekening houden met sectorbeleid Overwegingen van ethische aard 29

30 BEOORDELING VERSUS CONTROLE In hoeverre mag kredietverlener afgaan op cijferbeoordeling? Eigen controles zijn kostbaar Accountantsverklaring -> voldoende controle Verzonnen ontwikkelingen worden veelal snel ontdekt Ontwikkeling onderneming en ratio’s moeten passend zijn voor de gehele bedrijfstak -> bedrijfstakanalyse Financiele instelling beschikt over eigen gegevens die de plausibiliteit bevestigen (bv omzet op rekening e.d.) Gespecialiseerde medewerkers voor nader onderzoek 30

31 PROGNOSE IN SAMENHANG MET HISTORISCHE ONTWIKKELING (1) Verplichtingen worden pas relevant ver nadat het laatste jaarverslag is afgesloten Goed geleide bonafide ondernemingen doen het vaak goed, ondanks enkele tegenvallers of rampspoed Cijfers extrapoleren met gevoel voor actualiteit Ontwikkelingen die uit investeringen voortvloeien in de cijfer verwerken Bij beoordeling prognoses gelden andere uitgangspunten dan bij jaarrapporten 31

32 PROGNOSE IN SAMENHANG MET HISTORISCHE ONTWIKKELING (2) Prognose vaak wat rooskleurig om financiele instelling te overtuigen van betaalcapaciteit Onderschatting kosten Moeilijk voor analist om een reeel scenario te construeren Historische cijfers van groot belang hierbij -> bepaalde wetmatigheden 32

33 BEOORDELING BETALINGSCAPACITEIT Vermogen om aangegane verplichtingen na te komen Betalingscapaciteit voldoende? (aflossing-, leen- of financieringscapaciteit) Uitgangspunt is historische ontwikkeling die geextrapoleerd en gecorrigeerd wordt met eventuele investeringsplannen 33

34 BEOORDELING SOLVABILITEIT (1) Zegt iets over het gevoerde beleid Evenwichtig financieringsbeleid, goede winstgevendheid en beperkte prive-opnamen Rapportcijfer waar niemand omheen kan! Goed solvabele onderneming kan makkelijk liquiditeit verwerven ivm het goede verleden en veelal meer dan voldoende activa om zekerheid te stellen Solvabiliteit in MKB = het eigen vermogen vermeerderd met gedekte risicoparticipatie van de ondernemer uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal 34

35 BEOORDELING SOLVABILITEIT (2) Bij beoordeling solvabiliteit moet rekening worden gehouden met: Preferente crediteuren Concurrente crediteuren Achtergestelde crediteuren Na faillissement blijft de eigenvermogenverschaffer veelal met lege handen achter 35

36


Download ppt "ZAKELIJK KREDIET MOAD 2015 - 2016. PROGRAMMA FINANCE Week 1: Inleiding en kasstromen (hoofdstuk 1) Week 2: werkkapitaalmanagement en geldmiddelenbeheer."

Verwante presentaties


Ads door Google