Workshop Plannen. Welke associatie heeft u bij het woord plannen? Uitstippelen, ordenen, voorzien Vooruit kijken, inrichten, bedenken, creëren.

Presentatie over: "Workshop Plannen. Welke associatie heeft u bij het woord plannen? Uitstippelen, ordenen, voorzien Vooruit kijken, inrichten, bedenken, creëren."— Transcript van de presentatie:

1 Workshop Plannen

2 Welke associatie heeft u bij het woord plannen? Uitstippelen, ordenen, voorzien Vooruit kijken, inrichten, bedenken, creëren

3 Waarom plannen?

4 Wat is er nodig? Begin met alles op een rijtje te zetten Plan alles in Hang je to-do lijstje en je planning aan de muur Hou je agenda up-to-date Je hoeft je niet aan een planning te houden

5 Wat is er nodig?

6 Pubers kunnen niet plannen… Sorry, maar het is waar: pubers kunnen niet altijd even goed plannen. Daar is zelfs hard wetenschappelijk bewijs voor. Uit onderzoek blijkt dat de prefrontale cortex bij jongeren nog niet zo goed is ontwikkeld als bij volwassenen. En laat die prefrontale cortex nu net het deel van de hersenen zijn waar functies als beslissingen nemen, plannen en impulsbeheersing worden geregeld.

7 … en hun leven zit bomvol Grote kans dat het hoofd overloopt van de things to do. School is natuurlijk al een gigantische kluif, waar bij zij best wat talent om te plannen kunt gebruiken. En dan heb je ook nog de sportwedstrijden, sociale bezigheden, familiebezoeken en bijbaantjes… Dikke kans dat je pas op het laatste moment begint met leren voor je proefwerk wiskunde.

8 … dus leve de chaos? Een druk leven en je planningskwab nog volop in ontwikkeling, het lijkt geen ideale combinatie. Toch wil dat niet zeggen dat je je maar moet overgeven aan de chaos. ‘Jongeren kunnen met een beetje hulp echt wel grip krijgen op hun leven. Het draait allemaal om het beloningssysteem in de hersenen. Vervolg…

9 Gevoelig voor beloning Jongeren zijn veel gevoeliger voor een kleine beloning op korte termijn dan voor een grotere beloning op langere termijn. Dus als ze de keuze hebben tussen nu de stad in gaan met vrienden of leren voor die toets voor over een paar dagen, dan kiezen de meeste jongeren voor hun vrienden.’ (Barbara Braams, Ontwikkelings- & Onderwijspsychologie)

10 Je hebt geboren planners en geboren chaoten. Het is goed je te realiseren welk type jij bent. Laat je hersenen niet al het organisatiewerk doen, maar zorg voor ‘extern geheugen’, zoals je agenda, notitieboekjes en apps. Zo houd je je hoofd vrij voor de écht belangrijke (en leuke) dingen.

11 Verdeel je werk in de planning in kleine, hapklare brokjes. Door één groot doel op te knippen in kleine, haalbare doelen is de kans groter dat je een goed resultaat haalt. Bijkomend voordeel: je kunt een hoop vinkjes zetten voor volbrachte taken, waardoor het beloningscentrum in je hersenen extra wordt gestimuleerd.

12 Maak een to-dolijst en schrijf daarop alles wat je moet doen, ook privédingen. Maar zorg wel dat je concrete doelen op je lijstje zet. ‘Proefwerk leren’ is te algemeen en daardoor is de kans groter dat je je doel niet haalt.

13 Getting Things Done - David Allen Alle taken die in je hoofd opkomen moet je opschrijven. Want, zo is de gedachte, als je een taak opschrijft, dan zit die niet meer in je hoofd en denk je er ook niet meer aan. Niet vergeten regelmatig op je to-dolijstje te kijken natuurlijk… “Iedere taak die minder dan twee minuten duurt, meteen uitvoeren. Dan is dat maar vast gebeurd.”

14

15 CARTESIUS LYCEUM Frederik Hendrikplantsoen 7 1052 XN Amsterdam www.cartesius.espritscholen.nl info@cartesius.espritscholen.nl 020 584 96 77 @CartesiusLyceum