De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

VERLICHTING MODERNITEIT HEDENDAAGSE TIJD Deel III: Kerk en Christendom in de Nieuwe Tijd.

Verwante presentaties


Presentatie over: "VERLICHTING MODERNITEIT HEDENDAAGSE TIJD Deel III: Kerk en Christendom in de Nieuwe Tijd."— Transcript van de presentatie:

1 VERLICHTING MODERNITEIT HEDENDAAGSE TIJD Deel III: Kerk en Christendom in de Nieuwe Tijd

2 Hoofdstuk 7: Kerk en Christendom in de Moderne Tijd

3 Drie revoluties einde 18 e E. In het denken: Verlichting. In arbeid en productie: Industriële revolutie. In politiek: Amerikaanse en Franse Revolutie.

4 1. Verlichting: wetenschap Grenzeloos vertrouwen in rede. -> hoge vlucht van wetenschap:  Aarde om de zon:  Nicolaus Copernicus, Johannes Kepler, Galileo Galilei.  Bloedsomloop: William Harvey.  Zwaartekracht: Isaac Newton.  !!! Nieuw beeld van de kosmos. Groot geloof in de vooruitgang:  Grotere beheersing van de natuur.  Toename kennis : toename deugdzaamheid.

5 Galileo Galilei & Isaac Newton

6 1. Verlichting: filosofen Deïsme: alle godsdiensten gemeenschappelijke kern:  Natuurgodsdienst.  Rationele godsdienst.  ‘Grote horlogemaker’ die zich niet met schepping moeit. David Hume (1711-1776): godsdiensten slechts cultuurproducten, illusies, angsten. Voltaire (1694-1778):  Godsdienst enkel wat te beredeneren is (god en ziel).  Al wat gezag veronderstelt: bestrijden. Jean-Jacques Rousseau (1712-1778): natuurlijke religie: God uit de natuur leren kennen en daar vereren. Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781): door rede gelijkwaardigheid wereldgodsdiensten aanvaarden. Immanuel Kant (1724-1804): uit onmondigheid door kritisch gebruik menselijke rede.  Zuivere rede kan God niet bewijzen/ontkennen.  Bestaan van God komt uit morele plicht.

7 Immanuel Kant

8 2. Vrijheidsoorlog: VS Amerikaanse vrijheidsoorlog: onafhankelijk van VK. Wegens godsdienst gevlucht: juist daarom verdraagzaamheid als basis. Declaration of independence (1776):  Scheiding kerk en staat.  Volledige vrijheid.  Geen godsdienst/kerk bevoordeeld of gehinderd.

9 2. Vrijheidsoorlog: VS

10

11 2. Vrijheidsoorlog: Frankrijk Frankrijk: economisch moeras. Lodewijk XVI: nieuwe belastingen: Staten-Generaal. Derde stand: eisen -> Nationale Vergadering. 14 juli 1789: bestorming Bastille. 26 augustus 1789: ‘Verklaring van de rechten van de mens en de burger’:  Vrijheid en gelijkheid.  ‘Voor het aangezicht van het Opperwezen.’ Katholieke kerk: had Ancien Régime ondersteund.  Kerkelijke eigendommen genationaliseerd, contemplatieve kloosters gesloten, clerici worden staatsambtenaren.  ‘Eed van haat tegen monarchie en trouw aan republiek’.  Ontkerstening: nieuwe kalender, christelijke feestdagen verboden, cultus rede.  Na dood Robespierre: godsdienstvrijheid, scheiding Kerk en staat.  1799: Napoleon: Concordaat:  Meerderheidsgodsdienst.  Staatscontrole.

12 2. Vrijheidsoorlog: Frankrijk Bestorming Bastille

13 2. Vrijheidsoorlog: Frankrijk Déclaration des droits de l’homme et du citoyen

14 2. Vrijheidsoorlog: Frankrijk Robespierre

15 2. Vrijheidsoorlog: Frankrijk Napoleon Bonaparte

16 3. Reactie tegen vrijheid: Restauratie = herstel toestand voor revolutie. Politieke restauratie: Congres van Wenen (1814/5).  Oude vorstenhuizen terug op troon.  Paus krijgt kerkelijke staten terug.  Oude landsgrenzen 1790.  Heilige Alliantie: Oostenrijk, Rusland en Pruisen: om elke politieke vernieuwing te onderdrukken. Restauratie in de kerken: als bondgenoot vorsten.  Frankrijk: katholicisme opnieuw staatsgodsdienst.  Duitse Bond: protestantse vorst Pruisen domineert.  Nederlanden: Willem I:  Nederlandse Hervormde Kerk: onder voogdij koning (staatssubsidie en bezoldiging predikanten).  Katholieken weigeren.

17 3. Reactie tegen vrijheid: Restauratie Congres van Wenen

18 3. Reactie tegen Verlichting: Romantiek. = tegen rationalisme: gevoel, emotie, bovennatuurlijke, traditie, verleden. Idealisering ME. Goethe: ‘Die Leiden des Jungen Werthers’. Godsdienstig:  Friedrich Schleiermacher (1768-1834):  Godsdienst draait rond hart en gevoel.  Volledige afhankelijkheid van God.  François-René de Chateaubriand (1768-1848):  Waarheid christelijk geloof niet door rede,  Maar vanuit haar schoonheid.

19 Romantische natuurbeleving Caspar David Friedrich

20 3. Reactie tegen Verlichting: Réveil en devoties. = Christendom van hart en daad: streven naar ‘ontwaking’ en ‘opwekking’. Binnen protestantisme: kritiek op gevestigde ‘slappe’ religie -> afscheidingen. Katholicisme: devoties.  Heilig Hart van Jezus.  Verschijningen: Catharine Labouré (1830), La Salette (1846), Lourdes (1858).  1854: Pius IX: Dogma Maria Onbevlekt Ontvangen. Anglicanisme: katholieke wortels:  Oxford-beweging.  John Henry Newman (1801-1890).

21 Bernadette de Soubirous

22 Pius IX: Dogma Maria Onbevlekt Ontvangen

23 John Henry Newman

24 4. 19 e eeuw: filosofische afwijzing religie Wetenschap hoge vlucht & bereikt steeds grotere groepen: opnieuw vertrouwen in rede. Ludwich Feuerbach (1804-1872): religie is projectie van verlangens mens. Karl Max (1818-1883): ‘opium van het volk’. Postivisme/materialisme: werkelijkheid beperkt zich tot zintuiglijk waarneembare, ontkenning bovennatuurlijke.  Auguste Comte (1798-1875).  Evolutieleer Charles Darwin (1809-1882).

25 Karl Marx - evolutieleer

26 4. 19 e eeuw: modernisme in reformatorische theologie Binnenbrengen positivistische wetenschap in theologie. - Historisch kritisch onderzoeken van de bijbelboeken. - Jezus NT is mythische verbeelding door eerste christelijke gemeenten, de werkelijke ‘historische Jezus’ kunnen we niet meer kennen. - Alles wat strijdig is met rede, is latere toevoeging en moet verwijderd worden. - Jezus: voortreffelijke leraar, grote profeet, nieuwe moraal. - Dialoog met moderne levensbesef en moderne wetenschap.

27 4. 19 e eeuw: reformatorische verzet tegen modernisme Sören Kierkegaard:  Tegen verburgerlijkt christendom Deense Lutherse staatskerk.  Hoge eisen evangelie ipv fatsoenmoraal moderne burger.  Openbaring = paradox/tegenstrijdig tov menselijke rede. Ethische theologie.  Tegen kritiekloze aanpassing christendom ‘gemakkelijke’ moderniteit.  Meer dan burgerlijke zedenleer: levensovertuiging hele mens.  Dialoog met cultuur, zonder iets van christendom op te geven. Abraham Kuyper: tot volksbeweging.  Terug oorspronkelijk calvinisme.  Kerk bevrijden van staat.  Antithese: geen compromis met moderne cultuur.  Eigen organisaties: gereformeerde zuil in Nederland (politiek partij, VU in Amsterdam).  Breuk: ‘Gereformeerde Kerken in Nederland’.

28 Sören Kierkegaard & Abraham Kuyper

29 4. 19 e eeuw: katholicisme: integralisme en neo- scholastiek Integralisten: heksenjacht op modernisten. Monopolie neo-scholastiek/neothomisme. Vaticanum I (1869-1870): Pius IX:  Antwoorden dwalingen modernisme.  Pauselijke onfeilbaarheid: Pastor Aeternus.  Tegenstanders kunnen concilie tijdig verlaten.  Ex cathedra, als herder en leraar onder H. Geest, over geloof en zeden.  ‘Oud-Katholieke Kerk’.  Struikelblok oecumene.  September 1870: Rissorgimento onder Victor Emmanuel II: gevangene van het Vaticaan.

30 Vaticanum I

31 4. 19 e eeuw: katholicisme: integralisme en neo- scholastiek Veroordeling katholieke modernisten Alfred Loisy (1857-1940) en George Tyrrell (1861-1909).  Pius X in 1907: Lamentabili en Pascendi domini gregis.  Anti-modernisten-eed.

32 5. Sociale kwestie Industriële revolutie:  Ontdekkingen techniek en nieuwe arbeidersorganisatie.  Bevolkingsexplosie: groei vraag producten, daling waarde menselijke arbeid. Urbanisatie:  Weg van platteland.  Harde strijd om te overleven. Socialisme:  Christendom heeft onderdrukkend economisch systeem nooit bekritiseerd.  >< Kerken: binnenwereldse heilsstaat strijdig met Gods Rijk.  Marx: maatschappelijke klassen strijden tot communistische heilsstaat zonder privé-eigendom bereikt wordt.  >< Kerken: bedreiging rust en orde. Kerken verliezen contact met arbeiders!!!

33 5. Sociale kwestie 1891: Rerum Novarum van Leo XIII:  Socialisme afgewezen, privé-bezit is natuurlijk recht.  Solidarisme: organisch lichaam met harmonie ledematen.  Arbeiders mogen zich organiseren.  Staat moet zich inmengen: sociale wetgeving. Ontstaan christelijke vakbonden, ook reformatorisch:  Grote bloei eerste helft 20 ste eeuw.  Belangrijke onderhandelingspartners.  Christelijke zuil.

34 5. Sociale kwestie

35 6. Twee Wereldoorlogen Breuk:  Christelijke naties in oorlog: onvolkomenheid christelijke beschaving.  Breuk optimisme, vooruitgangsgeloof, menselijkheid. 1914-1918:  Pius X: vredesoproep.  Benedictus XV: hulpprogramma en diplomatie.  10.000.000 doden, gekrenkt zelfvertrouwen, instabiele vrede door verdrag van Versailles. Interbellum:  Totalitaire oplossingen: individu ondergeschikt aan staat.  Staatscommunisme in Sovjetunie.  Fascisme in Italië, Spanje en Portugal.  Nationaal-socialisme in Duitsland.  Anarchie: individu is norm, ontrekken aan alle regels.

36 6. Twee Wereldoorlogen: kerken versus Hitler Protestantisme.  ‘Deutsche Christen’.  Één Lutherse Kerk onder één rijksbisschop.  Verwerpen OT, NT nationaal-socialistisch herschrijven.  ‘Bekennend Kirche.  Tegen nationaal-socialisme.  Geïnspireerd door Karl Barth.  Dietrich Bonhöffer. Rooms-katholieke Kerk.  Concordaat van 20 juli 1933: alles ivm godsdienst vrij, alle politiek stopgezet.  Hitler houdt zich niet aan concordaat -> Pius XI in 1937: Mit brennender Sorge: tegen verafgoding ras, volk en leiders.  Sommige bisschoppen: nazisme = antwoord op communisme.  Holocaust:  Pius XII zwijgt.  Von Galen (Münster), de Jong (Utrecht), Bonhöffer, Titus Brandsma.

37 Pacelli, de latere Pius XII, staatssecretaris Vaticaan, ondertekent Concordaat tussen Nazi Duitsland en het Vaticaan op 20 juli, 1933. Vice-kanselier von Papen zit links.

38 Pius XI

39 Pius XII

40 6. Twee Wereldoorlogen: verwerking Is het nog mogelijk te geloven in God na Auschwitz? Vredesbewegingen.  Pax Christi.  1963, Johannes XXIII: Pacem in terris. Koude oorlog.  USSR versus VS.  Kerken doorbreken dit dualisme niet.

41 7. Oecumenische beweging  1054: breuk W&O, 16 e E: verdeeldheid westerse kerk.  Heilige onrust.  Besef gemeenschappelijke wortels  Praktijk van missionering: verschillende kerken in concurrentie -> dialoog in praktijk.  1925: Stockholm: For Life and work.  1927: Lausanne: For Faith and order.  1948: Wereldraad der Kerken.  ‘Jezus Christus als Heiland’.  1948: Internationale Raad van Christelijke kerken.  Apostolisch credo, inspiratie en onfeilbaarheid Schrift, Triniteit.

42 7. Oecumenische beweging  Katholieke kerk aanvankelijk weigerachtig tav oecumene:  1928, Pius XI: Mortalium Animos: terugkeer moederkerk als enige oplossing.  Wereldraad als ‘superkerk’.  RK = enige ware Kerk.  Pius XII: Humani generis: veroordeling streven vrede en eenheid dat geen recht doet aan waarheid RK.  Langzame opening:  Hoogkerkelijk: bisschoppen en sacramenten. Anglicanen: Mechelse gesprekken (1921-1926). Orthodoxen: Chevetogne.  Raad voor Christelijke Eenheid in 1960.  Vaticanum II: 1962-1965. Waarnemers andere kerken. Oecumenische beweging, godsdienstvrijheid, niet-christelijke godsdiensten.  Nu: problematisch: Anglicanen: vrouwen als priester. Kerken reformatie niet ten volle als ‘Kerk’ beschouwd.

43 8. Theologie in beweging Na WO I: schok burgerlijk optimisme theologen – Karl Barth. Na WO II: christelijk geloof in dialoog met moderne denken – Nouvelle Théologie en Vaticanum II.

44 8. Theologie in beweging Protestants Karl Barth: dialectische theologie:  Tegenstelling tussen God en mens.  Mens kan niet zelf tot God komen.  Enkel God kan dit: in unieke openbaring van Christus.  Daar kan mens op antwoorden door geloofsbeslissing.  Openbaring: fundamentele kritiek op het aardse:  Bloed en bodem.  Politiek en economie. Rudolf Bultmann: ‘ontmythologisering’.  Bijbel en geloof bepaald door wereldbeeld/godsdienstige verbeelding van een bepaald moment. Paul Tillich:  Cultuur en literatuur stellen wezenlijke vragen die theoloog moeten doordenken vooraleer antwoord in openbaring te zoeken. H. M. Kuitert, Wolfhart Pannenberg:  Vertrekpunt theologie = menselijke zoeken naar zin leven. Jürgen Moltmann: ervaring van het kruis:  Gods delen in het lijden is grondslag hoop wereld. Politieke theologie, feministische theologie.

45 8. Theologie in Beweging Katholiek Katholiek theologie: eerste helft van 20 ste eeuw: herbronning:  Vaticanum II komt niet uit de lucht gevallen.  Aanvankelijk (interbellum) weinig durf tot vernieuwing:  Na felle veroordelingen van modernisme: weinig durf tot theologische vernieuwing.  Neoscholastiek voerde hoofdtoon: handboeken, pauselijke encyclieken, theologische faculteiten/seminaries.  Factoren die aanzetten tot theologische durf:  A. Nagalm WO II.  B. Terugkeer naar de bronnen in theologische wetenschappen.

46 8. Theologie in Beweging Katholiek A. Nagalm WO II:  Frankrijk: Jacques Maritain (1882-1973): via ‘integraal humanisme’ moet christendom antwoord geven op moderne cultuurproblemen.  Duitsland: Romano Guardini (1885-1968):  Brug tussen katholieke levensbeschouwing en moderne cultuur.  Katholieke theologie dreigde verstard te geraken door scholastieke systeem: opnieuw leven inblazen vanuit bronnen: Bijbel, liturgie, levende spiritualiteit van de Kerk.  = wegbereider Nouvelle Théologie.

47 8. Theologie in Beweging Katholiek B. Terugkeer naar de bronnen: wetenschappelijke interesse in vruchtbare wisselwerking hervorming theologie: Frankrijk na WO II: Nouvelle Théologie:  Onvrede scholastieke theologie: vervreemd van bronnen en onverstaanbaar voor actuele mens.  Herontdekking van de historische Thomas: niet die van de neoscholastiek: terug naar bronnen Thomas. Ressourcement: terugkeer naar bronnen: Bijbel. Liturgie. Kerkvaders. [!Zwaar onder kritiek: afwijking van traditie, en daarom precies ‘nieuwe’ theologie. Veroordeling in Humani Generis: Pius XII: vreest terugkeer naar modernisme.] Serieus nemen problemen actuele mens: Aansluiting met existentialisme: aandacht voor concrete bestaan mens.

48 8. Theologie in Beweging Katholiek Nouvelle Théologie:  Dominicanen: Le Saulchoir/Parijs:  Marie Dominique Chenu (1895).  Yves Congar (1904-1995).  Jezuïeten: Lyon:  Henri de Lubac (1896-1991).  Jean Daniélou (1905-1974).  (Hans Urs von Balthasar (1905-1988)).

49 8. Theologie in Beweging Katholiek Leerlingen Nouvelle Théologie: Edward Schillebeeckx, Karl Rahner, Hans Küng. Vaticanum II:  Kerk: Lumen Gentium:  Einde eenzijdig hiërarchisch kerkbeeld.  ‘Gods volk onderweg’, ‘gemeenschap’.  Openbaring: Dei verbum:  Niet star door God eenzijdig aangereikt pakket.  Zelfopenbaring van God als dynamisch proces in mensengeschiedenis. Spanningen bleven:  Schillebeeckx en Küng op het matje.  De Lubac en Urs von Balthasar: kardinaal. Jaren 60: theologie moet mensen bevrijden.  Politieke theologie: Johann Baptist Metz.  Feministische theologie.  Bevrijdingstheologie: Gustavo Gutiérrez, Leonardo Boff.

50 Vaticanum II

51 Johannes XXIII

52 Paulus VI

53 Kerk in de wereld Afrika:  19 de eeuw, gecombineerd met ziekenzorg en onderwijs.  Aanvankelijk overschaduwd door kolonialisme.  Eigen kerkstructuren, eigen liturgie, …  Snelste groei. China, Japan en Indië:  Eigen hoge cultuur en oude religieuze tradities.  Nationalisme tegen ‘westers christendom’. Filipijnen, Vietnam: katholiek.

54

55 Kerk in het ‘Oostblok’. Onder Tsaren: verstrengeling Kerk en Staat. Russische Revolutie.  Lenin:  Scheiding Kerk en Staat.  Wetenschappelijk atheïsme.  Priesters en bisschoppen staatsgevaarlijk: executies en vluchten.  Stalin:  Staatscontrole Orthodoxe Kerk.  Orthodoxe Kerk nodig voor moraal WOII.  Schijn godsdienstvrijheid, vervolging andere kerken. Democratisering: Michail Gorbatsjov (1989: val Berlijnse Muur). Polen: Katholieke Kerk verzet communisme.  Kardinaal Karol Wotyla.  Vakbond Solidariteit.

56 Oostblok

57 20 ste eeuw. Einde 19 e -begin 20 e E.: verzuiling: eigen organisaties: invloed op leven nog nooit zo groot. Jaren 60: zuilen verbrokkelen, godsdienst wordt privézaak = secularisering.


Download ppt "VERLICHTING MODERNITEIT HEDENDAAGSE TIJD Deel III: Kerk en Christendom in de Nieuwe Tijd."

Verwante presentaties


Ads door Google