De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Student’s behoefte aan effectiviteit vereist op horizonverruiming van leren te baseren zelfconceptverheldering als adituriënt VVKHO Studienamiddag 5 oktober.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Student’s behoefte aan effectiviteit vereist op horizonverruiming van leren te baseren zelfconceptverheldering als adituriënt VVKHO Studienamiddag 5 oktober."— Transcript van de presentatie:

1 Student’s behoefte aan effectiviteit vereist op horizonverruiming van leren te baseren zelfconceptverheldering als adituriënt VVKHO Studienamiddag 5 oktober 2012 De Schelp Vlaams Parlement Brussel Tussen vrije instroom, oriëntering en selectie loopt – ergens – een weg naar effectiviteit. Bijdrage van Piet J. Janssen Emeritus hoogleraar KU Leuven Stadspark Leuven; 19 augustus 2009, 16u14 1

2 o p z e t v a n d i t b e t o o g Studenten Hoger Onderwijs willen studerend effectief kunnen zijn in het zichzelf, probleem oplossend, maken tot expert. Zij behoeven een hen intrinsiek motiverend eureka. Dat impliceert dat zij tijdens hun studiekeuzeproces tijdig de gelegenheid krijgen zichzelf in eigen sterkten en zwakten te toetsen t.o.v. van wat ‘het’ Hoger Onderwijs - én in het bijzonder de studierichting van hun keuze - van hen vergt. Het is niet verantwoord hen deze behoefte te ontzeggen. Integendeel, democratisering van Hoger Onderwijs, ook als maatschappelijk goed, induceert, zo blijkt uit inzicht in deep level learning, de gedegen uitbouw - just in time tijdens hun keuze - van hun proces van zelfconceptverheldering. VVKHO Studienamiddag 5 oktober 2012 De Schelp Vlaams Parlement Brussel Tussen vrije instroom, oriëntering en selectie loopt – ergens – een weg naar effectiviteit. Bijdrage van Piet J. Janssen Emeritus hoogleraar KU Leuven 2

3 Student’s BEHOEFTE AAN EFFECTIVITEIT vereist op horizonverruiming van leren te baseren zelfconceptverheldering als adituriënt EFFECTIVITEIT (Van Dale) : Het effectief zijn. De mate van effectief zijn. DOELTREFFENDHEID 1 Vooraf 3

4 Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert] De overtuiging dat deze studierichting nu net is wat ik wil, helpt me het nodige te doen om dit jaar tot een goed einde te brengen. Ik vind mijn studie nog interessanter dan ik op basis van mijn keuze verwachtte. Ik kan nu zelf iets bereiken dat voor mij waardevol is. Ik voel me op mijn plaats in deze studierichting omdat ik hier mettertijd ook de ruimte krijgt om zelf bepaalde dingen (experimenten, papers, case studies) te doen. Hier kom ik ook als persoon volledig aan mijn trekken. Ik geef mezelf een stevige kans op succes in wat ik nu doe. Ik heb intussen de goede studiemethode te pakken. Wat ik nu doe, boeit me. Deze studie is me op het lijf geschreven. … VERSUS Ik twijfel nu of deze richting wel de juiste keuze was voor mij doordat ik meer en meer zelfvertrouwen mis. Er was eigenlijk niets dat mij als taak echt interesseerde, toen ik na mijn secundair besliste hier verder te studeren. Meestentijds heb ik zo mijn vragen en twijfels over de relevantie van de inhoud van het vak dat ik aan het studeren ben. … bijgevolg “ Student’s behoefte aan intrinsieke motivatie vereist ….. “ Fig 22, p. 99. Studeren is m.a.w. jezelf transformeren in expert. Dit probleem impliceert ‘n oplossing in EUREKA. Daaraan heeft student intrinsiek behoefte! 4

5 Dit gaat m.a.w. over en om het geluk van (elke) Fons Studenten, ook eerstejaars, moeten gelukkig kunnen zijn in wat zij studerend van eigen leven aan het maken zijn. Anders lukt het niet en blijven ze steken in surface level learning. Elk mens weet zich gelukkig, wanneer hij/zij doet of maakt wat zij/hij graag doet én goed kan; dit zeker wanneer hij/zij dit wat moet, zèlf wil en naar eigen inzicht en eigenhandig tot het gewenste, goede einde aan het brengen is. Dat heet ‘flow’; effectiviteit is er de grondtoon van. Zulks vergt al kiezend niet enkel horizonverruiming maar ook, in het licht daarvan, adequate zelfconceptverheldering. Waar mag/kan IK mij zelf terecht zo‘n Fons weten ? VVKHO Studienamiddag 5 oktober 2012 De Schelp Vlaams Parlement Brussel Tussen vrije instroom, oriëntering en selectie loopt – ergens – een weg naar effectiviteit. Bijdrage van Piet J. Janssen Emeritus hoogleraar KU Leuven 5

6 Student’s behoefte aan intrinsieke motivatie vereist op HORIZONVERRUIMING VAN LEREN te baseren zelfconceptverheldering als adituriënt 2 Begin bij de wereld (van je studie)! Fons Renée Fig. 14a p. 77 Fig. 14b p. 77 lezend in transformatie [van ‘n Fons in de Renée] 6

7 .... Intentioneel erop uit om delen van de inhoud simpelweg te reproduceren. Aangereikte ideeën en informatie passief accepteren. In de stof geen leidende principes of denkpatronen kunnen onderkennen. Zich in het ‘studeren’ enkel concentreren op examenvereisten en oude vragen. Feiten en procedures doodgewoon van buiten leren. Bij dit ‘leren’ niet reflecteren over eigen doelen en gebezigde studietechniek. LEREN als quasi onpersoonlijk reproduceren : domweg van buiten blokken …. SURFACE LEVEL LEARNING cursus (uit het hoofd) leren Marton & Säljö (1976) 7 Fenomenografie

8 DEEP LEVEL LEARNING LEREN - via (STIL)LEZEN - als persoonlijk ‘Gestalten’ van eigen LEVEN Je kennisbestand eerst bewerken en pas in functie daarvan de stof ‘blokken’. Intentie om voor jezelf elke cursus door en door te verstaan. Stevig en kritisch omgaan met de cursusinhoud. Ideeën relateren aan eigen voorkennis en persoonlijke ervaring. Zelf persoonlijke integratie van de kennis (  knowledge object) organiseren. Conclusies relateren aan – al dan niet - voorhanden evidentie. Interne logica en structuur in de gang der gedachten evalueren …. cursus  Analyse studeergedrag deel 2, p. 71 t/m 125 STUDEREN: JEZELF IEMAND MAKEN Over studeergedrag als uniek levenswerk Hoofstukken 3 en 4 leren + LEREN = 2 ! Marton & Säljö (1976). Dit fenomenografisch inzicht is empirisch verifieerbaar ! Fig. 21, p. 95. 8

9 Uitgangspunten – in terugblik geformuleerd – van dit onderzoekswerk Studenten zijn als personen : intentionele doelgerichte individuen die streven naar zelforganisatie in afstemming met hun omgeving (STERN, 1911); zij behoeven bijgevolg effectiviteit in wat zij studerend - ‘het’, d.w.z. zichzelf, ‘makend’- doende zijn. Studeergedrag : Wat studenten [als …. ], studerend op zoek naar effectiviteit, zo al zeggen dat ze doen en laten: Een zwak antwoord op een examen brengt mij nog niet direct in paniek. Ik studeer mijn cursussen enkel op het laatste moment, zodat de tijd mij ontbreekt deze grondig door te werken. Docenten zijn veeleisend, ze overladen mij met werk. Formules tracht ik zo te beheersen, dat ik ze zelfstandig en inzichtelijk kan bezigen in mijn werk. Al studerend verandert mijn kijk op de werkelijkheid om mij heen. Mijn studieactiviteiten oriënteer ik op het doel dat ik mij indertijd bij mijn studie- keuze heb gesteld. Mijn studeren verloopt zo gejaagd, dat ik niet goed weet wat ik studeer. Dit programma scherpt mijn inzicht in het dagelijkse leven. Hier kom ik ook als persoon volledig aan mijn trekken. Als ik een examen begin, ben ik vol zelfvertrouwen dat ik het goed zal doen. Ik pluis grondig uit hoe leerstofonderdelen zijn opgebouwd. Heb in de voorbije maanden een goed studieritme ontwikkeld. Ik geef me een stevige kans op succes in wat ik hier doe. Dit programma scherpt mijn inzicht in het dagelijkse leven. Ik begrijp wat ik studeer. Uiteraard structureer ik mijn cursussen zelf als docent dat niet of onvoldoende heeft gedaan. Hier kom ik als persoon volledig aan mijn trekken. …… ….. ……. ……. ……. ….. …… …… ……. …….. ……. ……. ……. ………. enz. enz. enz. Doelstelling van deze analyse Identificatie van de latente dimensionaliteit (  construct validity; inhoudsvaliditeit volstaat dus NIET) in bovenstaande DIVERSITEIT van gedragingen; inzicht in  UNIVERSALITEIT van studerend in [actie*reflectie] te stellen gedrag. Procedure Factoranalyse van via de Likert-techniek - al dan niet en tot op welke hoogte akkoord ? - DOOR STUDENTEN (eerste- zowel als ouderejaars; zowel aan universiteit als in hogescholen) ZELF beoordeelde uitspraken. 9

10 GEDRAG Als TAAKgestuurde wisselwerking tussen jezelf als PERSOON en SITUATIES waarin je psycho- logisch komt te verkeren. [ Actie * Reflectie ] ATTRIBUTIE van (in)effectiviteit aan product van [KUNNEN * betrachten] ZI(e)N + WERK(en) X (STERN, 1911) (HEIDER, 1958) EFFECTIVITEIT  HET MAKEN Dat laat studenten niet alleen toe binnen hun studeren als proces hun [intellect*motivatie] situationeel werkzaam te zien, maar ook hun EFFECTIVITEIT - als impliciet gezocht product van dit gedrag - strategisch effectief te organiseren (=sturen). Inderdaad “To the extent that students can craft their own goals, keep track of their own accomplishments, reflect on their own thinking and learning – where it has improved, where it continues to fall short - they become partners in their own education.” (Howard Gardner, 1999). Resultaat 9 specifieke factoren die zich bij nader toezien als 9 constructs t.o.v. elkaar situeren in een [3*3] matrix (met 4+1 overkoepelende dimensies). Dit binnen een in aanzet UNIVERSEEL begrippenkader: Geïdentificeerd als (differentieelpsychologische) basisdimensies in ‘het (effectuerend jezelf) maken’ via het product van ACTIE (gedrag) én REFLECTIE (als er motivationeel in werkzame causale attributie). Persoon Taak Situaties Zien Kunnen Werken 10

11 [3*3] van studeergedrag; psychologische inhoud van elk van de 9 erin werkzame gedragsdimensies 1) Studeergedrag in [ACTIE*REFLECTIE] persoonlijk zinzicht A*R zin van taak A*R voorhanden wegwijs A*R persoonlijk kunnen A*R taak aankunnen A*R geboden kunnen A*R persoonlijk werken A*R taakgericht werken A*R inwerking situatie A*R TAAK PERSOON SITUATIES Betrachtend ZIN ZIEN (lerend groeien in) KUNNEN Betrachtend WERKEN 1) Gedefinieerd vanuit hun coördinaten; aansluitend te vertalen in specifieker constructs. 11

12 [3*3] van studeergedrag; constructs in hun structuur van 4+1 gedragssubsystemen 1). Studeergedrag in [ACTIE*REFLECTIE] intentie A*R agenda A*R wegwijs A*R ondernemende durf A*R effectiviteit A*R comfort A*R actiecontrole A*R discipline A*R impact A*R TAAK (qua transformatie) PERSOON (in accommodatie) SITUATIES (zoals te assimileren) Betrachtend ZIN ZIEN (lerend groeien in) KUNNEN Betrachtend WERKEN 1)In // met the big 5 persoonlijkheidsdimensies, zoals door VAN LIESHOUT (2004) begrepen als ‘behavioral problem solving dimensions’ binnen de 3 fasen in elk in kunnen resulterend ‘leren’: sturing, betekenisvinding, contrôle, groei in competentie. Deze matrix laat zich ook - getuige model rechts - meerdimensionaal denken ! 12

13 Intentie [A*R] Diepe interesse uitleven in het synthetiseren van inzichten in omvattend knowledge object. Actiecontrole [A*R] Je ‘nieuwe’ wereld vanuit haar inherente logica en werking naar eigen hand zetten Ondernemende durf [A*R] Geworden wie je in discipline en agenda wil zijn, je zelfredzaam- heid (ter examen) bewijzen. Agenda [A*R] Vanuit eigen studeerbeleid zelf de qua aspiratie gezochte accommodatie organiseren. Discipline [A*R] Van normstudent vereiste systeemcongruentie bewerken in efficiënte sufficiëntie Effectiviteit [A*R] Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. Wegwijs [A*R] In situationele infrastructuur je methode (als weg-naar controle) stap voor stap uitbouwen. Impact [A*R] Assimilerend het complex vreemde in z’n werking smaakvol analyseren. Comfort [A*R] Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING. 13

14 Discipline Van normstudent vereiste systeemcongruentie bewerken in efficiënte sufficiëntie [Docent dirigeert] Ik studeer regelmatig i.p.v. mijn werk op de lange baan te schuiven. Ik slaag er inderdaad in te realiseren wat ik me aan studieactiviteiten voorgenomen heb te doen. Ik heb het gevoel dat ik mijn studie op efficiënte wijze aanpak. Ik doe eerst mijn werk voor ik aan ontspanning denk. Ik werk momenteel zeker 40 uur per week. Heb in de voorbije maanden ‘n goed studieritme ontwikkeld. VERSUS Ik studeer mijn cursussen enkel op het laatste moment, zodat de tijd mij ontbreekt deze grondig door te werken. Ik geraak maar traag op gang achter mijn werktafel. Ik maak mij dikwijls zorgen over werk dat ik allang had moeten doen. Als ik dan – eindelijk – achter mijn boeken aanbeland ben, laat ik me nogal gemakkelijk ‘gaan’ in activiteiten die niet van studeren getuigen. Het duurt bij mij tot vlak voor de examens, alvorens het echt tot mij doordringt dat ik de teugels strakker moet aanspannen…... M E R K W A A R D I G Hierover staat N I E T S in studiecontract ! 14

15 Agenda Vanuit eigen studeerbeleid zelf de qua aspiratie gezochte accommodatie organiseren. [Docent coacht] Om een stellingname afdoend te kunnen argumenteren op het examen, ga ik al studerend ook door op minder belangrijke elementen daarin. Ik ontleed mijn stof grondiger en gedetailleerder dan eigenlijk vereist is om er een redelijk examen over af te kunnen leggen. Ik pluis grondig uit hoe de leerstofonderdelen zijn opgebouwd. Ik wens de argumenten voor een stelling in de cursus weer te kunnen geven in hun logische orde. Formules tracht ik zo te beheersen dat ik ze zelfstandig en inzichtelijk kan bezigen in mijn werk. Ik verdiep me graag zo in elke cursus dat ik diens interne logica tot de mijne maak bij het oplossen van problemen en potentiële examenopgaven. Wat ik gestudeerd heb, kan ik niet enkel reproduceren; ik beheers het en ben het meester. Persoonlijke kwaliteiten van studenten met wie ik oefeningen maak in groep, ontgaan mij niet. Gewoonlijk let ik op de manier waarop de docent het bord gebruikt. … 15

16 Agenda Vanuit eigen studeerbeleid zelf de qua aspiratie gezochte accommodatie organiseren. [Docent coacht] Discipline Van normstudent vereiste systeemcongruentie bewerken in efficiënte sufficiëntie [Docent dirigeert] STUREN In je D&A tussen Scylla en Charybdis (door)‘l(av)erend’ : niet ‘als stuurloze zeilboot op drift geraken’ (tussen van weerszijden dreigende gevaren) [// big five’s zorgvuldigheid; Weiner : stability versus chance and/or bad luck] Fig. 16, p. 83. behoefte aan autoregulatie, geen speelbal willen zijn van chaos en wanorde … 16

17 Agenda 1 Vanuit eigen studeerbeleid zelf de qua aspiratie gezochte accommodatie organiseren. 3 [Docent coacht] Discipline Van normstudent vereiste systeemcongruentie bewerken in efficiënt blijkende sufficiëntie 4 2 [Docent dirigeert] Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert] STUREN In je D&A tussen Scylla en Charybdis (door)‘l(av)erend’ : niet ‘als stuurloze zeilboot op drift geraken’ (tussen van weerszijden dreigende gevaren) [ // big five’s zorgvuldigheid Weiner : stability versus chance and/or bad luck] Vier procesmomenten actielogisch [  effectiviteit] geordend : 1.Beleid (in reflectie) 2.Sufficiëntie (in actie) 3.Organisatie (in actie) 4.Efficiëntie (in reflectie) Zie figuur 28 (stap 1), p. 120. 17

18 Impact Assimilerend het complex vreemde in z’n werking smaakvol analyseren. [Docent zet uiteen] Als ik een stuk stof gestudeerd heb, kan ik het niet alleen reproduceren, maar ook zeggen dat ik dat onderdeel beheers en dus meester ben. Eenmaal ik een cursus volledig heb ingestudeerd, voel ik dat ik de stof werkelijk bezit. Ik begrijp wat ik studeer. Ik voel me in staat redeneringen zoals ze in de cursus voorkomen waar nodig stapsgewijze te reconstrueren. Ik kan de cursusstof in eigen woorden uitleggen aan een medestudent die mij daarom zou vragen. VERSUS Als ik studeer heb ik de indruk, dat de werkelijke betekenis van de cursusstof niet echt tot mij doordringt. Ik moet veel van buiten leren zonder te verstaan waarover het gaat. Tot nu toe heb ik, ook in terugblik, het eerste jaar enkel ervaren als een schiftingssysteem en als irrelevant voor mijn verdere studie. Mijn studeren verloopt zo gejaagd, dat ik niet goed weet wat ik studeer. De stof in het eerste jaar is/was voor mij een opeenstapeling van allerhande losse kennis, meer niet. Bij mij rendeert studeren tijdens het jaar allesbehalve; tegen de tijd dat de blok begint, ben ik immers alles weer vergeten. Vaak tijdens de lessen voel ik mij overspoeld. … 18

19 Intentie Diepe interesse uitleven in het synthetiseren van inzichten in omvattend knowledge object. [Docent inspireert] Bij het studeren ga ik ook op zoek naar antwoorden op vragen buiten de cursusstof en op vragen die spontaan bij mij opkomen. Ik leg bij het studeren verbanden met wat in andere cursussen aan de orde komt. Ik formuleer steeds kritische bedenkingen op wat ik studeer. Tijdens mijn studeren probeer ik nieuw verworven kennis toe te passen op concrete situaties in mijn dagelijkse leven. Al studerend verandert mijn kijk op de werkelijkheid om mij heen. Met vriend(inn)en praat ik graag over de draagwijdte van theorieën. Naarmate ik mijn cursussen verder bestudeer, valt het mij op hoe hun diepe betekenis dikwijls overeenstemt. Soms zie ik duidelijke gelijkenissen tussen zaken die voordien erg verschillend leken. Ik fantaseer graag over ingewikkelde problemen, ook al kan ik ze nog niet direct oplossen. Ik stel vast dat inzichten in één vak heel verhelderend kunnen werken voor het begrijpen van een andere cursus. Als ik een vak geleerd heb, kan ik me na een poos nog heel goed herinneren wat er in de cursus staat. Voor ik iets memoriseer, heb ik het door en door begrepen. Ik geniet ervan zelf uit te vinden hoe dingen in elkaar zitten. … Leuvens Hoger Onderwijs preekt de passie … 19

20 Intentie Diepe interesse uitleven in het synthetiseren van inzichten in omvattend knowledge object. [Docent inspireert] Impact Assimilerend het complex vreemde in z’n werking smaakvol analyseren. [Docent zet uiteen] VERSTAAN [bevattingsvermogen; (z)in-zicht] Lezen van het impact van het steeds nieuwe vanuit eigen intentie als persoon-in-wording [// big five’s intellectuele autonomie; openheid Weiner : globality versus specificity] Fig. 17, p. 86. LECTIO 20 Villers-la-ville

21 Intentie 1 Diepe interesse (TzgG) uitleven in het synthetiseren van inzichten in omvattend knowledge object. 3 [Docent inspireert] Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert] Impact Assimilerend het complex vreemde in z’n werking smaakvol analyseren. 4 2 [Docent zet uiteen] Alléén zo breng je vanuit je diepdoorleefde nieuwsgierigheid [= wijs(heids)-begeerte?] de wereld van je vak JE LEVEN LANG effectief want creatief – introversief - tot “leven”! Vier procesmomenten actielogisch [  effectiviteit] geordend : 1.Tendenz zur guten Gestalt (als reflectie) 2.Analyseren (als actie) 3.Synthetiseren (als actie) 4.Smaken (als reflectie) Zie figuur 28 (stap 2) p. 120 [Hoe noodzakelijk ook, dit is niet voldoende; vraag is of ‘wereld’ zelf werkt en zich laat bewerken, zoals jij hem – deze chaos op jouw manier als ‘n  LEZEND - denkt ! Je dient dit proefondervindelijk, dus  WERKEND te toetsen. (inductie) 21

22 Actiecontrole Je ‘nieuwe’ wereld vanuit haar inherente logica en werking naar eigen hand zetten [Docent valideert] De verschillende vakken in mijn studie- programma vormen een zinvol geheel, dat me nu reeds toelaat me actief in mijn later beroep te situeren. Dit studieprogramma biedt mij een verfrissende kijk op mensen en dingen om mij heen. Ik acht de grondige theoretische vorming die wij hier krijgen, belangrijk voor de praktijk van mijn later beroep. Dit programma scherpt mijn inzicht in het dagelijkse leven. Het contact met de beroepspraktijk, hier en daar aangeboden, zet mij aan tot stevig studeren. Ik denk dat het belangrijk is problemen rationeel en logisch te benaderen zonder al te snel conclusies te trekken. … VERSUS In deze faculteit moet ik vaak mijn tijd in onbenullige zaken steken. Ze mogen voor mij het grootste deel van de behandelde stof weglaten uit het programma. Soms ken ik hele stukken cursus m.i.v. details, zonder dat ik kan aangeven waarom ik dit vak eigenlijk studeer. Doordat ik hier zoveel van buiten zal moeten leren voel ik mij meer en meer een vreemde in deze studierichting. Ik vraag mij meer en meer af wat voor mij het nut is van wat ik in deze opleiding allemaal voorgeschoteld krijg.... 22

23 Wegwijs In situationele infrastructuur je methode (als weg-naar controle) stap voor stap uitbouwen. [Docent gidst, instrueert] Ik studeer planmatig en gebruik tijdschema’s; deze bieden me dagelijks houvast in de organisatie van de eigen werkzaamheden. Uiteraard structureer ik mijn cursussen zelf als docent dat niet of onvoldoende gedaan zou hebben. Ik vind het voor mezelf erg nuttig de gedachtegang in een omvangrijk stuk leerstof in een diagram of schema voor te stellen. Alvorens ik een stuk stof begin te blokken, heb ik hoofd- en bijzaken voor mijzelf al onderscheiden in het licht van de doelstellingen van het vak. Mijn studieactiviteiten oriënteer ik op het doel dat ik mij indertijd bij mijn studiekeuze heb gesteld. … VERSUS Ik voelde mij niet in staat een definitieve studiekeuze te maken en heb dit toen in feite aan anderen (ouders, vriend(inn)en, PMS) overgelaten. Er was eigenlijk niets dat mij echt interesseerde toen ik na het secundair besliste verder te studeren. Voor ‘n ‘multiple choice’-examen zou ik de stof uiteraard minder grondig bestuderen dan voor een mondeling; je hoeft het juiste antwoord bij dat eerste examen alleen maar te herkennen. De werkelijke inhoud van een formule interesseert me niet, als ik ze maar onthouden kan. … 23

24 Actiecontrole Je ‘nieuwe’ wereld vanuit haar inherente logica en werking naar eigen hand zetten [Docent valideert] Wegwijs In situationele infrastructuur je methode (als weg-naar controle) stap voor stap uitbouwen. [Docent gidst, instrueert] BEHEERSEN Je vak zo ‘onder de knie’ én ‘in de vingers’ krijgen (én … hebben), dat je ‘je wereld’ – werkend als vakman en vroed(e)vrouw – vaardig naar je hand zet. [// big five’s extraversie Weiner : (un)controllability] Fig. 18, p. 87. 24

25 Actiecontrole Je ‘nieuwe’ wereld vanuit haar inherente logica en werking (  predictie) naar eigen hand zetten. 1 4 [Docent valideert] Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert] Wegwijs 2 In situationele infrastructuur je methode (als weg-naar controle) stap voor stap uitbouwen. 3 [Docent gidst, instrueert] Pas dan ervaar je werkend ook causality pleasure in wat je in je visie of ‘theorie’ dacht te verstaan! Vier procesmomenten actielogisch [  effectiviteit] geordend : 1.Predictie (als reflectie) 2.Tijdruimtelijk wegwijs (als reflectie) 3.Tijdruimtelijk coördineren (als actie) 4.Beheersing demonstreren (als actie) figuur 28 (stap 3), p. 121 (introversief) verstaan en (extraversief) beheersen van ‘wereld’ dienen effectief hand in hand te gaan; beide vallen niet samen! (deductie) 25

26 Comfort Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING. [Docent doseert] Ik heb het gevoel de belasting van lessen en cursussen aan te kunnen en zo als mens te groeien. De voor mij helemaal nieuwe wereld waarin ik na mijn studiekeuze terechtgekomen ben, is vrij snel mijn nieuwe’ ‘thuis’ gebleken. Ik blijf kalm studeren ook al neemt de in de lessen behandelde stof almaar in omvang toe. De cursussen in dit programma maken mij stilaan wegwijs in een vakgebied dat ik als ‘het mijne’ beleef. Ik geef me een stevige kans op succes in wat ik hier doe. … VERSUS Docenten zijn veeleisend; ze overladen mij met werk. Docenten willen hier in te korte tijd te veel leerstof zien. Ik voel me dikwijls overstroomd door informatie die ik slechts fragmentair kan plaatsen. Ik denk dat ik in tijdnood ga komen met het verwerken van mijn cursussen. Docenten redeneren in de les dikwijls zo snel, dat ik de draad kwijt raak. Ik werk veel, maar heb het gevoel dat ik mijn tijd verpruts. Op een examen krijg ik liefst vragen die letterlijk uit de cursus komen. Het lijkt erop dat ik nooit meer genoeg tijd ga vinden om de inmiddels opgelopen studieachterstand alsnog in te lopen. … 26

27 Ondernemende durf Geworden wie je in discipline en agenda wil zijn, je zelfredzaam- heid (ter examen) bewijzen. [Docent sterkt, bevestigt] Als ik een examen begin, ben ik vol zelfvertrouwen dat ik het goed zal doen. Wat ik gestudeerd heb, kan ik niet alleen reproduceren; ik beheers het en ben het meester. Ik heb geen moeite om opgaven die betrekking hebben op vrij omvangrijke leerstof, op te lossen. Een zwak antwoord op een examen brengt mij nog niet direct in paniek. Ik voel mij opgewassen tegen die eisen die hier (o.a. op examens) zullen gesteld worden. …. VERSUS Zelfs wanneer ik weet dat ik het kan, twijfel ik nog aan mijn kunnen. Reacties van medestudenten doen mij vaak twijfelen aan mijn mogelijkheden op studiegebied. Het feit dat hier niet zomaar iedereen slaagt, beangstigt mij. Mijn studieactiviteiten worden gekenmerkt door besluiteloosheid en aarzeling. Als docent een vraag stelt tijdens college, durf ik me, zelfs als ik weet dat ik hem antwoorden kan, niet manifesteren, laat staan dat ik naar voren durf gaan om het aan het bord van antwoord te dienen. Tijdens examens ben ik erg nerveus. Zelfs goed voorbereid durf ik niet garanderen dat ‘n examen voor mij goed afloopt …. 27

28 Ondernemende durf Geworden wie je in discipline en agenda wil zijn, je zelfredzaam- heid (ter examen) bewijzen. [Docent bevestigt] Comfort Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING. [Docent doseert] GROEIEN IN KUNNEN ‘groot worden’ kan enkel binnen je continue (D&A)-spiraal – ook ‘n helix ! – in Ausubel’s 3 (drie!) fasen omvattend ‘leren’ [ // big five’s vriendelijkheid (in sociaal functioneren) Weiner : internal versus external locus of control ] Fig. 15, p. 82. Competentie motivatie 28

29 Ondernemende durf 1 Geworden wie je in discipline en agenda wil zijn, je zelfredzaam- heid (ter examen) bewijzen. 4 [Docent bevestigt] Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert] Comfort 2 Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING. 3 [Docent doseert] GROEIEN IN KUNNEN ‘groot worden’ kan enkel binnen je continue (D&A)-spiraal – ook ‘n helix ! – in Ausubel’s 3 fasen omvattend ‘leren’ [ // big five’s vriendelijkheid (in sociaal functioneren) ] 1 2 3 Als zodanig niet begin maar sluitstuk in het ‘leerproces’ van elk STUDENT; mits die in [actie*reflectie] effectiviteit realiseert, d.w.z. ‘het (= zichzelf) maakt’! Vier procesmomenten actielogisch [  effectiviteit] geordend : 1.Zelfredzaamheid (als reflectie) 2.Aarden (als reflectie) 3.Lerend groeien (als actie) 4.Je kunnen (in actie) bewijzen! figuur 28 (stap 4), p. 121. 29

30 Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert] De overtuiging dat deze studierichting nu net is wat ik wil, helpt me het nodige te doen om dit jaar tot een goed einde te brengen. Ik vind mijn studie nog interessanter dan ik op basis van mijn keuze verwachtte. Ik kan nu zelf iets bereiken dat voor mij waardevol is. Ik voel me op mijn plaats in deze studierichting omdat ik hier mettertijd ook de ruimte krijgt om zelf bepaalde dingen (experimenten, papers, case studies) te doen. Hier kom ik ook als persoon volledig aan mijn trekken. Ik geef mezelf een stevige kans op succes in wat ik nu doe. Ik heb intussen de goede studiemethode te pakken. Wat ik nu doe, boeit me. Deze studie is me op het lijf geschreven. … VERSUS Ik twijfel nu of deze richting wel de juiste keuze was voor mij doordat ik meer en meer zelfvertrouwen mis. Er was eigenlijk niets dat mij als taak echt interesseerde, toen ik na mijn secundair besliste hier verder te studeren. Meestentijds heb ik zo mijn vragen en twijfels over de relevantie van de inhoud van het vak dat ik aan het studeren ben. … Fig. 22, p. 99. KERN van elk studeren als …. problem solving Reeds eerder gepresenteerd ! 30

31 Intentie [A*R] Diepe interesse uitleven in het synthetiseren van inzichten in omvattend knowledge object. [Docent inspireert] Actiecontrole [A*R] Je ‘nieuwe’ wereld vanuit haar inherente logica en werking naar eigen hand zetten [Docent valideert] Ondernemende durf [A*R] Geworden wie je in discipline en agenda wil zijn, je zelfredzaam- heid (ter examen) bewijzen. [Docent bevestigt] Agenda [A*R] Vanuit eigen studeerbeleid zelf de qua aspiratie gezochte accommodatie organiseren. [Docent coacht] Discipline [A*R] Van normstudent vereiste systeemcongruentie bewerken in efficiënte sufficiëntie [Docent dirigeert] Effectiviteit [A*R] Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert] Wegwijs [A*R] In situationele infrastructuur je methode (als weg-naar controle) stap voor stap uitbouwen. [Docent gidst, instrueert] Impact [A*R] Assimilerend het complex vreemde in z’n werking smaakvol analyseren. [Docent zet uiteen] Comfort [A*R] Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING. [Docent doseert] 31

32 Doelstelling van deze analyse Identificatie (  deep level !  construct validity !) van de latente dimensionaliteit (inhoudsvaliditeit volstaat dus NIET) in DIVERSITEIT van studeergedrag;  UNIVERSALITEIT van studerend in [actie*reflectie] te stellen gedrag. in voorgaande matrix bereikt? JA, indien deze [3*3] universeel herkenbaar blijkt, dus differentieelpsychologisch in elke expertise werkzaam is; bijgevolg alle humaan leven omvat …. 32

33 INDERDAAD, deze [3*3] blijkt universeel herkenbaar in wat ERIKSON als 8 psycho-sociale ontwikkelingsfasen / dilemma’s cultureel werkzaam ziet binnen elk mensenleven: “levenscompetenties” in een door Elckerlyck zelf te construeren [3*3] van levensexpertise. p. 62 t/m 67. 33

34 [  Ondernemende durf] E - 2 Zelfstandigheid versus Schaamte en Twijfel (1,5 – 3 jaar) [  Discipline] Sociaal-culturele contexten in de werelden van het Wij [  Comfort] E - 1 Basisvertrouwen versus Wantrouwen (0 – 18 maanden) Boreling dient psychisch te aarden, vaste voet te verwerven op, zich stilaan helemaal thuis te weten in het territorium waarin ie beland is. Lukt dit niet, dan blijft bestaan ‘bodem- loos’ …. Overeind blijven (competen- tie) wordt problematisch. In zulk basisvertrouwen groeien peuters door naar relatieve zelf- ’STANDIG’heid. Zij leren essentiële vaardigheden in zelfredzaamheid te kunnen. Stilaan vergroot hun persoonlijke autonomie ….  E-3 Wordt dit een “boom van ‘n vent” ? 34

35 [  Actiecontrole] E – 4 Bedrijvigheid en vlijt versus Minderwaardigheid (tussen 6 en 11 jaar) [  Ondernemende durf] E - 2 Zelfstandigheid versus Schaamte en Twijfel (1,5 – 3 jaar) [  Discipline] Sociaal-culturele contexten in de werelden van het Wij – Men [  Wegwijs ] E – 3 Initiatief versus Schuld (tussen 3 en 5 jaar) [  Comfort] E - 1 Vertrouwen versus Wantrouwen (0 – 18 maanden) Via o.m. hun wat- en waaromvraagstaarten, hun illusie- en rollenspelen verruimen kleuter geworden peuters in E-3 hun gedragshorizon. Ouders dienen adequaat te stimuleren, niet te fnuiken …. Zo groeit in E-4 persoonlijke causaliteit via verwerving van intellectuele, sociale en lichamelijke vaardigheden, ook in het perspectief van wat dat bij peers aan status oplevert. 35

36 [  Intentie] E – 5 Identiteit versus Rolverwarring (adolescentie als humaniora) [  Actiecontrole] E – 4 Bedrijvigheid en vlijt versus Minderwaardigheid (tussen 6 en 11 jaar) [  Ondernemende durf] E - 2 Zelfstandigheid versus Schaamte en Twijfel (1,5 – 3 jaar) [  Discipline] Sociaal-culturele contexten in de werelden van het Wij – Men – Zij [  Wegwijs ] E – 3 Initiatief versus Schuld (tussen 3 en 5 jaar) [  Impact] E – 6 Intimiteit versus Isolement (jongvolwassenheid) [  Comfort] E - 1 Vertrouwen versus Wantrouwen (0 – 18 maanden) Adolescentie (E-5): nieuwe rollen met eigen verwachtingspatronen impliceren abtraherend te ontwikkelen (zelf)bewustzijn van persoonlijke identiteit. Zo niet, dreigen rolverwarring en gemis aan doel en essentie qua levensvervulling. [Studie- en beroepskeuze sluiten hier existentieel op aan.] Jongvolwassene (E-6) staat voor nieuw dilemma: vanuit eigen identiteit intentioneel de intimiteit (  impact) aangaan met de betekenisvolle Ander en zo dreigend isolement voorkomen in een gezamenlijke Gestalt qua creatieve betekenisvinding. 36

37 [  Intentie] E – 5 Identiteit versus Rolverwarring (adolescentie als humaniora) [  Actiecontrole] E – 4 Bedrijvigheid en vlijt versus Minderwaardigheid (tussen 6 en 11 jaar) [  Ondernemende durf] E - 2 Zelfstandigheid versus Schaamte en Twijfel (1,5 – 3 jaar) [  Agenda] E – 7 Generativiteit versus Stagnatie (volwassenheid) [  Discipline] Sociaal-culturele contexten in de werelden van het Wij – Men – Zij [  Wegwijs ] E – 3 Initiatief versus Schuld (tussen 3 en 5 jaar) [  Impact] E – 6 Intimiteit versus Isolement (jongvolwassenheid) [  Comfort] E - 1 Vertrouwen versus Wantrouwen (0 – 18 maanden) Vanuit zulke intimiteit rijst (E-7) ‘n nieuw dilemma: al dan niet, bij wij- ze van project, de zorg opnemen voor ‘n nieuwe generatie – de toe- komst - en zo dynamisch stabiliteit in dit (samen-) leven onderhouden ? E-8 vormt het sluitstuk in deze levens- expertise. Was dit mijn leven waard ? 37

38 [  Intentie] E – 5 Identiteit versus Rolverwarring (adolescentie als humaniora) [  Actiecontrole] E – 4 Bedrijvigheid en vlijt versus Minderwaardigheid (tussen 6 en 11 jaar) [  Ondernemende durf] E - 2 Zelfstandigheid versus Schaamte en Twijfel (1,5 – 3 jaar) [  Agenda] E – 7 Generativiteit versus Stagnatie (volwassenheid) [  Discipline] Sociaal-culturele contexten in de werelden van het Wij – Men – Zij [  Effectiviteit] E – 8 Ego-integriteit versus Wanhoop (‘derde’ leeftijd) [  Wegwijs ] E – 3 Initiatief versus Schuld (tussen 3 en 5 jaar) [  Impact] E – 6 Intimiteit versus Isolement (jongvolwassenheid) [  Comfort] E - 1 Vertrouwen versus Wantrouwen (0 – 18 maanden) 38

39 [  Actiecontrole] E – 4 Bedrijvigheid en vlijt versus Minderwaardigheid (twaalfjarige) [  Ondernemende durf] E - 2 Zelfstandigheid versus Schaamte en Twijfel (twaalfjarige) [  Discipline] Sociaal-culturele contexten in de werelden van het Wij – Men [  Wegwijs ] E – 3 Initiatief versus Schuld (twaalfjarige) [  Comfort] E - 1 Vertrouwen versus Wantrouwen (twaalfjarige) Halfweg uitbouw van eigen [3*3]: algemene BASIS is beschikbaar! Tijdens realisatie van ONDERBOUW wordt gedrag steeds EXTERN [  discipline] gestuurd binnen de werelden waarin jongere terechtgekomen is. LEERKRACHT  LEERKRACHT Vanaf secundair wordt gewerkt aan individuele BOVENBOUW …. Die stelt de jonge mens in staat t.z.t. ZELFSTANDIG, d.w.z. INTERN vanuit eigen [3*3] [  EFFECTIEF] in zelf te construeren wereld te functioneren! Tussentijdse balans na afloop van de basisschool. 39

40 [  Intentie] E – 5 Identiteit versus Rolverwarring (adolescentie / ‘humaniora’) [  Agenda]  Generativiteit versus Stagnatie (Hoger Onderwijs) [  Discipline] Sociaal-culturele contexten in de werelden van het Wij – Men – Zij [  Effectiviteit]  Ego-integriteit versus Wanhoop (Hoger Onderwijs) [  Impact]  Intimiteit versus Isolement (Hoger Onderwijs) De 4 resterend – vanuit E-5, op basis van E-1 t/m E-4, naar E-8 – zelf op te lossen levensdilemma’s impliceren INHOUDELIJK een initieel nieuwe, dus vreemde, zelf te kiezen en uit te bouwen sociaal-culturele context; die van adolescentie (E-5), partnerschap (E-6 en E-7) en ouderdom (E-8). Betreffende psychologische infrastructuur is LATENT rond 18 jaar beschikbaar, bijgevolg transponeerbaar naar en inzetbaar in studie- en beroepskeuze, waarop, ook motivationeel, uitbouw van studeerexpertise dient aan te sluiten. “A SCIENTIST” – aldus Sir Peter Medawar (Nobelprijs Geneeskunde ‘60) – “who wants to do something original and important  agenda must experience as I did, some kind of shock,  impact that forces upon his intention the kind of problem  intentie that it should be his duty  discipline and wil become his pleasure to investigate.” (1986)  effectiviteit Mensen creëren in hun persoonswording hun werkelijkheid, dus zichzelf als te construeren persoonlijkheid (G.A. Kelly, 1955). Elk zoekt - als “SCIEN- TIST” alternatieven toetsend - naar zijn coherent geheel van levensexpertise. 40

41 C o n c l u d e r e n d …. 1)Elke nieuwe fase transformeert hetgeen voorafgaat tot een op dat moment nieuw geheel. Leven is immers geen opsomming van fasen, geen additie van ‘verworven competenties’, géén optelsom van behaalde credits, maar als levensexpertise steeds complexer integratie van telkenmale nog omvattender ervaring. Resulterend in E-8, maar tussentijds qua effectiviteit steeds evalueer- en optimaliseerbaar! 2)“Je leert het leven niet, je construeert je eigen probleemoplossing bij wijze van Sir Peter’s pleasure in Archimedes’ eureka! “ [slotzin in voorwoord] 3) Het is bijgevolg psychologisch weinig zinvol het hoger onderwijsgebeuren vanuit het perspectief van STUDENT – geen leerling meer, weet STUDEREND wat hij/zij wil en doet wat zij/hij weet – pedagogisch als leren te blijven omschrijven. Zulks zegt meer over de status van deze definitor dan over ‘de eigenheid, dus kwaliteit van dit proces’. 4) Ter afsluiting drie [3*3]-portretten van even zoveel clusters van ‘eerstejaars psychologie’ ….. p. 14 41

42 13,3 12.5 15,6 12.0 14.6 13.6 15.5 11.6 16.1 11.7 10.1 13.5 10.2 12.8 11,1 12.9 9.6 14.2 9.5 7.8 11.1 9.9 10.8 10.9 11,1 7.5 12.6 Cluster 3-1 (N=79; 18%) gemiddelde = 14/20 Gemiddeld examenpercentage juli = 54 (N c =46; 58%) Cluster 3-2 (N=217; 50%) gemiddelde = 12/20 Gemiddeld examenpercentage juli = 50 (N c =108; 50%) Cluster 3-3 (N=142; 32% !!!!! ) gemiddelde = 10/20 Gemiddeld examenpercentage juli = 43 (N c =62; 43%) 3 clusters eerstejaars generatiestudenten Psychologie 94/95 + 95/96; vrijwilligers (N=438), maand mei; in hun aanloop naar de blok (1) ‘n Onderzoeksbevinding: studenten in zelforganisatie Gemiddelde op 20 per cel in elk cluster; CESUUR - cfr. p. 236 - op 11/20 N c = alle examens afgelegd hebbend Fig. 73 p. 217 42 (1) Op p. 215 t/m 223 in mijn boek vindt men meer gegevens over dit project.

43 Stel dat de (uiteindelijke) doelstelling inzake ‘leren leren’ beginnend inzicht in de [3*3] van (levens)expertise zijn zou …. Dan zou onder het motto De mens zichzelf een taak in de [3*3] van eigen leven de studiekeuze in de overgang van SO  HO, ergo “kiezen”, neerkomen op …. Organizing the self effectively (eureka!) within the (new) situation. Op basis van horizonverruiming annex zelfconceptverheldering op zoek naar een‘nieuwe’ identiteit. Eureka ! 43

44 Vanuit eigen intentie (als ‘passie’ de noodzakelijke Tendenz zur guten Gestalt) het impact van beroepen en studies evalueren in het licht van een creatief uit te bouwen [ik  wereld] synthese HORIZONVERRUIMINGZELFCONCEPTVERHELDERING ELABORATIE VAN BESLISSING ENGAGEMENT via eureka in [discipline*agenda] James Marcia : ACHIEVEMENT  identiteit als student : Via [crisis*engagement] jezelf – gretig zoals Fons - op deep level maken en zo ‘rolverwarring’ – fore closure, moratorium, diffusion – voorkomen. CRISIS p. 243 e.v. 44

45 © KU Leuven – Rob Stevens gretig zoals Fons © KU Leuven – Rob Stevens 45

46 Student’s behoefte aan eureka vereist op horizonverruiming van leren te baseren ZELFCONCEPTVERHELDERING ALS ADITURIËNT 3. Ontdek jezelf ! Learning at the surface [of the lawn in Leuven’s city park]? 46

47 Adituriënt Dit is de abituriënt die, wetend dat ie weg (=ab) zal gaan, tijdig uitzoekt waarheen (ad) hij wil en die het ter zake noodzakelijke verricht ten einde met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in het studeren van zijn keuze eigen eureka te vinden. Zelfconceptverheldering Niet alleen hebben hij en zij – o.m. via de SID-IN’s - de aan beider maatschappelijke horizon opdoemende mogelijkheden grondig verkend, er relevante alternatieven in onderkend en ter zake bij henzelf levende ideeën aan voorhanden psychologisch realiteit getoetst en waar nodig bijgesteld. Adituriënt heeft zichzelf – inclusief eigen zwaktes en sterktes – idealiter ook vanuit dat perspectief beter leren kennen. Hij heeft m.a.w. op basis daarvan al kiezend ook de noodzakelijke zelfconceptverheldering gerealiseerd, zodat hij eerstdaags eigen alternatieven kan laten uitkristalliseren in de optie die hij met gerede kans op dat eureka gaat uitbouwen. Effectiviteit : conditio sine qua non Vanuit zulke keuze laat zich student’s STUDIEMETHODE uitzetten als weg-naar  effectiviteit. Zulks impliceert uitbouw via de [4*4] van [actielogica*effectiviteit]. Consequente realisatie daarvan garandeert student z’n eureka. Dergelijk studeergedrag stoelt op doorwrochte studiekeuze; o.m. gedegen horizonverruiming annex systematische, noodzakelijke stresstests omvattende, zelfconceptverheldering. Merkwaardig hoe dit laatste decaden lang politiek is afge- wezen als ondemocratisch. Heeft eerstejaars dan geen recht op zijn intrinsiek motiverend eureka? 47

48 STURING 1.Beleid (in reflectie) 2.Sufficiëntie (in actie) 3.Organisatie (in actie) 4.Efficiëntie (in reflectie) VERSTAAN 1.Tendenz zur guten Gestalt (als reflectie) 2.Analyseren (als actie) 3.Synthetiseren (als actie) 4.Smaken (als reflectie) BEHEERSEN 1.Predictie (als reflectie) 2.Tijdruimtelijk wegwijs (als reflectie) 3.Tijdruimtelijk coördineren (als actie) 4.Beheersing demonstreren (als actie) LEREN (GROEIEN IN KUNNEN) 1.Zelfredzaamheid (als reflectie) 2.Aarden (als reflectie) 3.Lerend groeien (als actie) 4.Eigen kunnen bewijzen! In voorgaand deel zijn per studeergedragsdimensie, resp. STURING, VERSTAAN, CONTRÔLEREN, LEREN, telkens vier procesmomenten actielogisch (  effectiviteit) geordend : Zij laten zich integreren in de [4*4] van (studeer)expertise als [actielogica*effectiviteit]. IN DE LOGICA VAN DE ACTIE (heuristiek, geen algoritme!) 1.Beleid qua ontwikkeling 2.Slagen qua inzichtverwerving 3.Vakbeheersing bewerken 4.Groei bewijzen 48

49 Beleid (R)Tend z.g.Gestalt (R)Predictie (R)Zelfredzaamheid (R) Sufficiëntie (A)Analyseren (A) Wegwijs (R)Aarding (R) Organisatie (A)Synthetiseren (A)Coördineren (A)Lerend groeien (A) Efficiëntie (R)Smaken (R) Contrôleren (A)Slagen (A) [4*4] van expertise Verticaal : de vier gedragsdimensies in elk van hun 4 actielogisch (kolom 1) onderscheiden procesmomenten Horizontaal : telkens een intrinsiek motiverende actielogische stap, gaande (via de diagonaal) van beleid (links boven) t/m slagen (rechts onder). 49

50 Studiemethode als integratie van [actielogica*eureka] in een matrix van [4*4] procesmomenten intrinsiek motiverend eureka Beleid (R)Tend. z.g.Gestalt (R)Predictie (R)Zelfredzaamheid (R) Sufficiëntie (A)Analyseren (A) Wegwijs (R)Aarding (R) Organisatie (A)Synthetiseren (A)Coördineren (A)Lerend groeien (A) Efficiëntie (R)Smaken (R) Contrôleren (A)Slagen (A) Doelstelling : eureka in keuze Aanvangsvereiste : Assimilatie Planning : Transformatie Implementatie : Accommodatie actielogica p. 114 - 125 50

51 Studiemethode als integratie van [actielogica*eureka] in een matrix van [4*4] procesmomenten intrinsiek motiverend eureka Beleid (R)  KEUZE Tend z.g.Gestalt (R)Predictie (R)Zelfredzaamheid (R) Sufficiëntie (A) Organisatie (A) Efficiëntie (R) Doelstelling : eureka in keuze Aanvangsvereiste : Assimilatie Planning : Transformatie Implementatie : Accommodatie actielogica KEUZE als (horizontaal) gezochte drieëenheid van creativiteit (TzgG), causaliteit (Predictie resultaat) en competentie (Zelfredzaamheid inzake (toekomstig) sociaal functioneren) is als te voeren beleid (verticaal) valide (doelmatig, want effectief), wanneer efficiëntie – via sufficiëntie en organisatie – gegarandeerd is ! Kern ! 51

52 Studiemethode als integratie van [actielogica*eureka] in een matrix van [4*4] procesmomenten intrinsiek motiverend eureka Beleid (R)Tend z.g.Gestalt (R)Predictie (R)Zelfredzaamheid (R) Sufficiëntie (A) Analyseren (A) VERSTAAN Wegwijs (R)Aarding (R) Organisatie (A)Synthetiseren (A) Efficiëntie (R)Smaken (R) Doelstelling : eureka in keuze Aanvangsvereiste : Assimilatie Planning : Transformatie Implementatie : accommodatie actielogica In zulke keuze kan VERSTAAN van wat – tijdens college - ter studie aangeboden wordt geen probleem meer zijn; dat is namelijk (via zelfconceptverheldering vooraf) opgelost. Dit VERSTAAN maakt student wegwijs en doet hem aarden in het nieuwe, zodat synthetiseren en smaken op dit VERSTAAN zullen kunnen volgen. 52

53 Studiemethode als integratie van [actielogica*eureka] in een matrix van [4*4] procesmomenten intrinsiek motiverend eureka Beleid (R)Tend z.g.Gestalt (R)Predictie (R)Zelfredzaamheid (R) Sufficiëntie (A)Analyseren (A) Wegwijs (R)Aarding (R) Organisatie (A)Synthetiseren (A) Coördineren (A)  ‘STUDEREN’ Lerend groeien (A) Efficiëntie (R)Smaken (R) Contrôleren (A) Doelstelling : eureka in keuze Aanvangsvereiste : Assimilatie Planning : Transformatie Implementatie : accommodatie actielogica Jezelf transformeren als KERN van eigen studeren: het coördinerend bewerken vanuit actieve dagdagelijkse organisatie en doorleefd blijven zoeken naar synthese van eigen lerend groeien. Wie dit effectueert, verwerft vanuit dit eureka de gezochte, ter examen te bewijzen, controle ! 53

54 Studiemethode als integratie van [actielogica*eureka] in een matrix van [4*4] procesmomenten intrinsiek motiverend eureka Beleid (R)Tend z.g.Gestalt (R)Predictie (R)Zelfredzaamheid (R) Sufficiëntie (A)Analyseren (A) Wegwijs (R)Aarding (R) Organisatie (A)Synthetiseren (A)Coördineren (A)Lerend groeien (A) Efficiëntie (R)Smaken (R) Contrôleren (A) Slagen (A)  STUDIESUCCES Doelstelling : eureka in keuze Aanvangsvereiste : Assimilatie Planning : Transformatie Implementatie : Accommodatie actielogica Vanuit BELEID loopt, inderdaad, in intrinsiek motiverend eureka, een valide weg naar STUDIESUCCES; quod erat demonstrandum ! 54

55 Studiemethode als integratie van [actielogica*eureka] in een matrix van [4*4] procesmomenten intrinsiek motiverend eureka Beleid (R) KEUZE Analyseren (A) VERSTAAN Coördineren (A) ‘STUDEREN’ Slagen (A) STUDIESUCCES Doelstelling : eureka in keuze Aanvangsvereiste : Assimilatie Planning : Transformatie Implementatie : Accommodatie actielogica De 4 kernvoorwaarden voor studiesucces : 1)Geslaagde keuze, inclusief intrinsiek noodzakelijke zelfconceptverheldering. 2)Het dienvolgens ‘gegarandeerd’ verstaan (= assimilatie) wat docent inzichtelijk uit-1-zet. 3)Tijdige introductie van de [4*4] (  transformatie) aan het begin van het eerste jaar. 4)Permanente procesbewaking (inzake groei (?) in accommodatie) via de [3*3]. 55

56 Leren versus denken Diversiteit (van cursussen) versus universaliteit (qua expertise) Conservatie versus innovatie E EE [Maks ?] [Fons? ] [Renée ?] Hier van dichterbij te bekijken i.v.m. inherent in [3*3] voorhanden noodzaak tot zelfconceptverheldering als adituriënt. De intellectuele component -  zelfconceptverheldering ! – binnen de [3*3] …. De 8 cellen rondom de cel E(ffectiviteit) in de [3*3] laten zich op 3 manieren telkens in 2 viertallen t.o.v. elkaar contrasteren. Vermoed wordt dat zulks transformatiestadia in student’s ontwikkeling reflecteert : 56

57 Ondernemende durf Accommodatie : Geworden wie je in discipline en agenda wil zijn, je zelfredzaam- heid (ter examen) bewijzen. [Docent bevestigt] Agenda Vanuit eigen studeerbeleid zelf de qua aspiratie gezochte accommodatie organiseren. [Docent coacht] Discipline Van normstudent vereiste systeemcongruentie bewerken in efficiënte sufficiëntie [Docent dirigeert] Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert]f Comfort Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING. [Docent doseert] LEREN* … Comfort noodzakelijk in via open taak (sturing) verlopende kringloop. [ groei in gezocht sociaal functioneren] 57

58 Intentie Diepe interesse uitleven in het synthetiseren van inzichten in omvattend knowledge object. [Docent inspireert] Actiecontrole Je ‘nieuwe’ wereld vanuit haar inherente logica en werking naar eigen hand zetten [Docent valideert] Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert]f Wegwijs In situationele infrastructuur je methode (als weg-naar controle) stap voor stap uitbouwen. [Docent gidst, instrueert] Impact Assimilerend het complex vreemde in z’n werking smaakvol analyseren. [Docent zet uiteen] …*DENKEN herkenbaar in 4+1 test- dus toetsbare denkprocessen! 58

59 Globalisation Übergang von einem ungeord- neteten Nebeneinander zu einem einheitlichen Ganzen oder einem Zueinander von Teilganzen. (Thurstone : perceptual closure) Komplexität Afzonderlijke (denk)stapppen in Die Art Ihres Zueinander logisch zo op elkaar afstemmen dat predictief vooropgezet resultaat als probleemoplossing in juiste succes- sie van handelingen causaal bewerkt en gerealiseerd wordt g The ability to deal with the complexity of every day life // evaluation (Guilford) Flüssigkeit (Fluency) Tijd en ruimte respecteren in van persoon – handige Harry – uitgaande actiecontrôle. Tijdruimtelijke transfer; paraatheid. Plastizität Veldonafhankelijkheid; Umformung einer gegebener Struktur; analyseren wat situationeel (in)werkt en zo kern zien in wat zich voor je intentie (TzgG) aandient …*DENKEN als Meili’s (1981) 4 intelligentiefactoren + Gottfredson’s g als ‘integrator’ Richard Meili Linda Gottfredson p. 27 - 29 59

60 Comfort Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING? [Docent doseert] Comfort is via stress- tests vooraf toetsbaar ! 60

61 Komplexität Afzonderlijke (denk)stapppen in Die Art Ihres Zueinander logisch zo op elkaar afstemmen dat predictief vooropgezet resultaat als probleemoplossing in juiste succes- sie van handelingen causaal bewerkt en gerealiseerd wordt g The ability to deal with the complexity of every day life // evaluation (Guilford) Flüssigkeit (Fluency) Tijd en ruimte respecteren in van persoon – handige Harry – uitgaande actiecontrôle. Tijdruimtelijke transfer; paraatheid. …*DENKEN Causaliteit / greep op wereld Is/zijn noodzakelijke startcompetentie(s) voorhanden ? Bijv. KIW in toelatingsexamen arts en tandarts Chrysostomosproef, delen 1 (taal) en 2 (wiskunde). + Wisk 8 u STRESSTEST TYPE 1 61

62 Globalisation Übergang von einem ungeord- neteten Nebeneinander zu einem einheitlichen Ganzen oder einem Zueinander von Teilganzen. (Thurstone : perceptual closure) g The ability to deal with the complexity of every day life // evaluation (Guilford) Plastizität Veldonafhankelijkheid; Umformung einer gegebener Struktur; analyseren wat situationeel (in)werkt en zo kern zien in wat zich voor je intentie (TzgG) aandient …*DENKEN Creativiteit / omgang met novelty informatie verwervend én verwerkend Is noodzakelijke LEES-vaardigheid afdoend voorhanden ? Bijv. Stilleestekstproef in toelatingsexamen A&T / Excursie in domein van …. / Chrysostomosproef, deel 3. STRESSTEST TYPE 2 62

63 Ondernemende durf Accommodatie : Geworden wie je in discipline en agenda wil zijn, je zelfredzaam- heid (ter examen) bewijzen. [Docent bevestigt] Agenda Vanuit eigen studeerbeleid zelf de qua aspiratie gezochte accommodatie organiseren. [Docent coacht] Discipline Van normstudent vereiste systeemcongruentie bewerken in efficiënte sufficiëntie [Docent dirigeert] Effectiviteit Het (goed) maken in het studerend in eureka realiseren van je transformatie in expert. [Docent communiceert]f Comfort Assimileren in houvast resulterende hechting binnen je ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING. [Docent doseert] LEREN* … [ groei in gezocht sociaal functioneren] STRESSTEST TYPE 3 Naar behoren sociaal functioneren als (tand-)arts APG in toelatingsexamen A&T 63

64 Globalisation Übergang von einem ungeord- neteten Nebeneinander zu einem einheitlichen Ganzen oder einem Zueinander von Teilganzen. (Thurstone : perceptual closure) Komplexität Afzonderlijke (denk)stapppen in Die Art Ihres Zueinander logisch zo op elkaar afstemmen dat predictief vooropgezet resultaat als probleemoplossing in juiste succes- sie van handelingen causaal bewerkt en gerealiseerd wordt g The ability to deal with the complexity of every day life // evaluation (Guilford) Flüssigkeit (Fluency) Tijd en ruimte respecteren in van persoon – handige Harry – uitgaande actiecontrôle. Tijdruimtelijke transfer; paraatheid. Plastizität Veldonafhankelijkheid; Umformung einer gegebener Struktur; analyseren wat situationeel (in)werkt en zo kern zien in wat zich voor je intentie (TzgG) aandient …*DENKEN Comfort ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELING is voorhanden ? JA? GA ! [docent katalysator kan doseren!] 64

65 Abituriëntenbegeleiding : strategie tijdens laatste semester jaar SO ! Keuzebeleid SENSIBILISATIE September (indien niet reeds eerder ingezet!) Sufficiëntie HORIZONVERRUIMING (Crisis W  p) Oktober – Kerstmis SID-IN / Chrysostomosproef in aansluiting bij Kerstexamens Organisatie Half januari : Uitslag Chrysostomosproef ZELFCONCEPTVERHELDERING (Crisis w  P) Kerstmis - Pasen Op weg naar engagement : Infodagen / Excursie Efficiëntie ELABORATIE VAN BESLISSING  ENGAGEMENT Rond Pinksteren Sluiting van ‘de’ [3*3]  studeerbeleid (als aanloop naar introductie van de [4*4]) …. abituriënt transformeert stilaan in adituriënt 65

66 Ontwikkeling van de auteur laat zich LEZEN in de successie van 4 van zijn ‘werken’ … 1968 1988 1996 2009 Idee, design en tekst Piet J. Janssen Portretjes van auteurs: Internet via Google c o l o f o n Foto’s (tenzij anders vermeld) Piet J. Janssen Herent, 25 september 2012 66


Download ppt "Student’s behoefte aan effectiviteit vereist op horizonverruiming van leren te baseren zelfconceptverheldering als adituriënt VVKHO Studienamiddag 5 oktober."

Verwante presentaties


Ads door Google