De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

OMGAAN MET LIJDEN VANUIT SCHRIFT EN THEOLOGIE HDGI-Gent, 2007 PRESENTATIE 3 Verkenningen : 3 Lijdenstheologie in een post-christelijke tijd 4 De wanhopige.

Verwante presentaties


Presentatie over: "OMGAAN MET LIJDEN VANUIT SCHRIFT EN THEOLOGIE HDGI-Gent, 2007 PRESENTATIE 3 Verkenningen : 3 Lijdenstheologie in een post-christelijke tijd 4 De wanhopige."— Transcript van de presentatie:

1 OMGAAN MET LIJDEN VANUIT SCHRIFT EN THEOLOGIE HDGI-Gent, 2007 PRESENTATIE 3 Verkenningen : 3 Lijdenstheologie in een post-christelijke tijd 4 De wanhopige vraag : “waarom?’

2 Lijdenstheologie in een post-christelijke tijd

3 Post-christelijke tijd “Dit weke pluralisme biedt weinig houvast in lijdenssituaties” (Marc Desmet) Het ontbreken van “een levensbeschouwelijke ruggengraat” (Bert Vanderhaegen)

4 Post-christelijke tijd Een cultuur van “agnosme” (Anton Houtepen) Een diffuus proces waarbij God en de verwijzing naar God langzamerhand uit het bewustzijn verdwijnen. Een leefvorm waarin God in de vergetelheid geraakt : God hoeft niet meer. (“Wat missen we eigenlijk wanneer we God uit ons woordenboek schrappen?” ) Het culturele agnosme is een diepgaand proces van bewustzijnsverandering : van anders denken, anders voelen, anders handelen met betrekking tot alle domeinen van het leven, inclusief de grenzen ervan: geboorte en dood.

5 Post-christelijke tijd De onmacht om in God te geloven “Ik zou het prachtig vinden als ik kon aanvaarden dat God bestond. Dat vind ik een van de grootste tragedies, dat God niet zozeer dood is als wel een rationele onmogelijkheid.” (Freek De Jonge)

6 Post-christelijke tijd “Betty Mellaerts over de mens” in KNACK van 21 maart Gelooft u in God? Nee. Ik ben erg wetenschappelijk ingesteld. Het is in hoge mate te verklaren hoe alles is ontstaan en hoe het leven is geëvolueerd. Er blijft altijd een mysterie over, maar dat heeft voor mij niets met godsdienst of religie te maken. (stil) Dit is wel een van de moeilijkste onderwerpen, natuurlijk. (…)

7 Post-christelijke tijd “Betty Mellaerts over de mens” in KNACK van 21 maart (…) Maar ik ga ervan uit dat na dit leven alles ophoudt, dat er verder niets bestaat, geen hiernamaals, geen God, geen goden. Ik zie wel dat andere mensen troost vinden in hun godsdienst, maar ik schiet daar niets mee op. (…)

8 Post-christelijke tijd Benijdt u de gelovige mens soms niet? Nee, want ik kan mij niet voorstellen dat ik de verantwoordelijkheid voor mijn leven zou afstaan aan iets of iemand die buiten mezelf ligt. Misschien heb ik dat al te vaak gedaan in mijn leven. Ik zou me niet kunnen onderwerpen aan dat systeem. (…)

9 Post-christelijke tijd (…) En ik heb ook geen godsdienst nodig om te weten hoe ik een goed mens kan proberen te zijn, hoe ik kan proberen te leven op een vriendelijke manier, zonder andere mensen pijn te doen. En zelfs toen mijn vader op sterven lag, is het geen seconde bij mij opgekomen om iets of iemand te aanroepen om mij bij te staan.”

10 De wanhopige vraag : ‘WAAROM’?

11 GEZOND vanzelfsprekende verhoudingen lichaam-instrument groot territorium begrip, organisatie rond ego theoretische vraag weinig waaroms ZIEK conflictueuze belevingen LICHAAM lichaam-hinder DINGWERELD klein territorium MENSENWERELD onbegrip – isolement EINDIGHEID ervaring, te veel waaroms GENEZEN groeiend naar nieuwe harmonie lichaam-partner waarde van het alledaagse begrip om onbegrip solidariteit kern-leven aanvaarding

12 “Mijn lastige vriend” Katrien KUTI “Ik zeg je, meisje sta op.” Over hoop en vreugde als je leeft met beperkingen.

13 Waarom-continuüm INTERESSE-uitersteWANHOOP-uiterste Alles wat als mogelijk antwoord bedacht of gevonden is in de buurt van het interesse- uiterste van het waarom-continuüm, is ongeldig in de buurt van het wanhoop- uiterste

14 Wanhoop-continuüm INTERESSE-uitersteWANHOOP-uiterste In de buurt van het wanhoop-uiterste van het continuüm wordt de waarom-vraag in toenemende mate een hulp-vraag.

15 Wanhoop-continuüm INTERESSE-uitersteWANHOOP-uiterste Gespecialiseerde hulpdiensten en therapeuten zijn niet bij machte naar behoren in te gaan op de hulpvraag die verborgen zit achter de uiterste waarom-vraag.

16 “U geeft mij antwoord” Psalm 22 en de waarom-vraag

17 Mc 14,50.15, 27-32 “Toen lieten allen hem in de steek, en vluchtten weg.” “Samen met hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem : ‘Ach, kijk nu toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, red jezelf toch door van dat kruis af te komen.’ Ook de hogepriesters en de schriftgeleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet; laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de twee andere gekruisigden beschimpten hem. Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem : Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent : ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’.”

18 Jean ROULLAND “Le Christ Oublié” (1975)

19 [2] Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. [3] ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en u antwoordt niet, ’s nachts, en ik vind geen rust.

20 [4] U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont. [5] Op u hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en u verloste hen, [6] tot u geroepen en zij ontkwamen, op u vertrouwd en zij werden niet beschaamd. (…)

21 [20] HEER, houd u niet ver van mij, mijn sterkte, snel mij te hulp. [21] Bevrijd mijn ziel van het zwaard, mijn leven uit de greep van die honden. [22] Red mij uit de muil van de leeuw, bescherm mij tegen de horens van de wilde stier. U geeft mij antwoord.

22 [23] Ik zal uw naam bekendmaken, u loven in de kring van mijn volk. [24] Loof hem, allen die de HEER vrezen, breng hem eer, kinderen van Jakob, wees beducht voor hem, volk van Israël. [25] Hij veracht de zwakke niet, verafschuwt niet wie wordt vernederd, hij wendt zijn blik niet van hem af, maar hoort zijn hulpgeroep.

23 [26] Van u komt mijn lofzang in de kring van het volk, mijn geloften los ik in bij wie u vrezen. [27] De vernederden zullen eten en worden verzadigd. Zij die hem zoeken, brengen lof aan de HEER. Voor altijd mogen jullie leven! [28] Overal, tot aan de einden der aarde, zal men de HEER gedenken en zich tot hem wenden. Voor u zullen zich buigen alle stammen en volken. [29] Want het koningschap is aan de HEER, hij heerst over de volken.

24 [31] Een nieuw geslacht zal hem dienen en aan de kinderen vertellen van de Heer; [32] aan het volk dat nog geboren moet worden zal het van zijn gerechtigheid verhalen: hij is een God van daden.

25

26 “Natuurlijk ben ik van mening dat het christelijk geloof, uiteindelijk, onuitsprekelijk troostrijk is. Maar het begint niet met troost. Het begint met verslagenheid en het heeft geen enkele zin naar die troost op zoek te gaan zonder eerst die verslagenheid te doorlopen.” C.S. LEWIS


Download ppt "OMGAAN MET LIJDEN VANUIT SCHRIFT EN THEOLOGIE HDGI-Gent, 2007 PRESENTATIE 3 Verkenningen : 3 Lijdenstheologie in een post-christelijke tijd 4 De wanhopige."

Verwante presentaties


Ads door Google