De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

HOOFDSTUK 2: REVOLUTIES

Verwante presentaties


Presentatie over: "HOOFDSTUK 2: REVOLUTIES"— Transcript van de presentatie:

1 HOOFDSTUK 2: REVOLUTIES
Pagina 70 (handboek)

2 Hoofdstuk 2: revoluties
Absolute en parlementaire monarchie De Verlichting De geboorte van de VSA De Franse Revolutie Napoleon Het Congres van Wenen

3 1. PARLEMENTAIRE EN ABSOLUTE MONARCHIE
p. 70 in het handboek Voor de vakantie volledige besproken

4 DE PARLEMENTAIRE MONARCHIE IN ENGELAND
Constitutionele monarchie -> grondwet (Bill of rights) Systeem van “checks and balances” -> verdeling van de macht en onderlinge controle

5 DE PARLEMENTAIRE MONARCHIE IN ENGELAND (2)
KONING (minder macht) REGERING (o.l.v premier) Benoemt uit de meerderheid Keurt beslissingen van regering goed met meerderheid Verantwoording afleggen PARLEMENT HOGERHUIS (House of Lords: hogere adel en clerus) LAGERHUIS (House of Commons: steden, lagere adel en clerus) KIEZERS (Grootgrondbezitters en burgerij)

6 Lodewijk XIV

7 Magna Carta

8 Oliver Cromwell

9 Bill of rights

10 p. 73 in het handboek Tijd voor filosofie! =)
2. De Verlichting p. 73 in het handboek Tijd voor filosofie! =)

11 Immanuel Kant Duitser Filosoof Leefde van 1724 tot 1804
Één van zijn belangrijke werken: Kritiek van de zuivere rede Rationalist: de rede = oorsprong van kennis, ideeën <-> empirisme (ervaring)

12 Kant over de Verlichting (p. 73 HB)
Verlichting betekent de bevrijding van de mens die geen gebruik kan maken van zijn verstand zonder de leiding van iemand anders. Erger is het als de oorzaak ervan niet ligt in het ontbreken van het verstand, maar wel van wilskracht zich ervan te bedienen zonder de leiding van iemand anders. ‘Heb de moed je van je eigen verstand te bedienen!’, is dus de zinspreuk van de Verlichting.

13 Kant over de Verlichting (p. 73 HB)
De enige voorwaarde voor de Verlichting is de vrijheid, nl. in elk opzicht van zijn verstand gebruik te mogen maken in het openbaar. Nu hoor ik van alle kanten roepen: redeneer niet! De belastingontvanger zegt: redeneer niet, betaal! De geestelijke zegt: redeneer niet, geloof! … Overal wordt de vrijheid beknot…

14 Wat is de Verlichting? Oorsprong van het denken: natuurwetenschappen => nieuwe visie op mens en maatschappij Geloof in menselijke rede Geloof dat gedrag van mens bepaald wordt door natuurwetten. Verlichting = Kritisch denken Rationalisme Vrijheid van het individu => vrijheid van mening, geloof, handel,… BASIS VAN HUIDIGE SAMENLEVING!

15 De grote verlichte filosofen
Hun ideeën lagen mee aan de basis van de veranderingen in de samenleving: John Locke Charles de Montesquieu Jean-Jacques Rousseau Voltaire

16 JOHN LOCKE Brit Leefde van 1632 tot 1704
Was adviseur voor de Glorious Revolution Één van de grondleggers van het liberalisme

17 Burgers hebben rechten (p. 74 HB)
Wat zegt Locke over de wetgevende macht (WM)? Welzijn van het volk Toestemming van het volk Welke macht heeft het volk? Het volk mag het gezag afzetten (mag van God) Wat zegt hij over de godsdienst? Er moet godsdienstvrijheid zijn

18 Maatschappelijke vrijheid
De vrijheid van de mens in de maatschappij bestaat er in onder geen andere wettelijke macht te staan dan die, welke met inwilliging (“agreement”) in het gemenebest is opgericht. De mens mag zijn bestuur zelf kiezen. Elke mens heeft van nature uit macht => elke mens kan dit aan het gezag geven : Mens geeft macht af Bestuur moet verantwoording afleggen = maatschappelijk contract => GRONDWET Volkssoevereiniteit: Als het gezag faalt => gezag afzetten en nieuw gezag kiezen Volk = de hoogste macht

19 Persoonlijke vrijheid
De vrijheid bestaat er in dat ik in alle dingen waar de wet niets bepaalt mijn eigen wil kan volgen, en dat ik niet onderworpen ben aan de veranderlijke, onzekere, onbekende, willekeurige wil van een andere persoon,… De mens heeft: Vrijheid Eigendomsrecht Wat de wet niet voorschrijft => ik mag zelf doen wat ik wil Iedereen is gelijk voor de wet

20 Ideeën van John Locke De mens heeft natuurlijke rechten gekregen van God. De koning moet die rechten beschermen => contract met zijn burgers. Volkssoevereiniteit: als koning contract niet naleeft => burgers mogen hem afzetten Principes moeten in een grondwet geschreven worden (contract)

21 CHARLES DE MONTESQUIEU
Fransman Leefde van 1689 tot 1755 Baseerde zich op de ideeën van Locke

22 Scheiding van de machten
Basis van de ideeën van Montesquieu. 3 verschillende machten: Wetgevende Rechterlijke uitvoerende

23 Scheiding van de machten
Wetgevende macht: de vorst of regering maakt wetten voor een bepaalde tijd of voor altijd en verbetert of schaft die af welke reeds gemaakt zijn. Uitvoerende macht: de vorst of regering maakt oorlog of vrede, zendt of ontvangt ambassades, handhaaft de rust, voorkomt invallen. Rechterlijke macht: de vorst of regering straft de misdaden of oordeelt de geschillen van de particulieren. De macht om recht te spreken.

24 Scheiding van de machten
Hoe is de verdeling van deze macht in het huidige België? Wetgevende macht? Uitvoerende macht? Rechterlijke macht?

25 Scheiding van de machten (p. 74 HB)
Wat als de wetgevende en uitvoerende macht bij 1 persoon zijn? Geen vrijheid o.v. willekeur Wat als de rechterlijke en wetgevende macht bij 1 persoon zijn? Onbeperkte macht over leven en vrijheid van burgers Wat als de rechterlijk en uitvoerende macht bij 1 persoon zijn? Onderdrukking mogelijk Wat is de taak van het volk? Vertegenwoordigers kiezen

26 Staatsvorm volgens Montesquieu
Voorstander van CONSTITUTIONELE PARLEMENTAIRE MONARCHIE. Het volk is niet bekwaam => vertegenwoordigers kiezen (o.b.v. cijnskiesrecht)

27 Ideeën van Montesquieu
Scheiding van de drie staatsmachten Grondslag van de rechtsstaat: geen willekeur Constitutionele parlementaire monarchie Cijnskiesrecht: o.v. onbekwaamheid van het volk

28 JEAN-JACQUES ROUSSEAU
Frans-Zwitserse nationaliteit Leefde van 1712 tot 1778

29 Gelijkheid (pag. 74 HB) Wat is gelijkheid volgens Rousseau?
Elke mens is van nature gelijk: dezelfde natuurlijke behoeften => dus ook de middelen moeten overal dezelfde zijn Wat is eigendom? Volgens Rousseau is er geen privé-eigendom. Wie is de wetgevende macht? Algemene wil = algemeen welzijn. Volk is onderworpen aan wet => moet er ook de maker van zijn. Wetgevende macht = het volk

30 Staatsvorm volgens Rousseau
Voorstander van DEMOCRATISCHE PARLEMENTAIRE REPUBLIEK. Het volk is bekwaam => WM = het volk => voor algemeen stemrecht. Niet alleen een politiek, maar ook sociaal contract Persoonlijke vrijheden < sociale vrijheden GEVOLG: totalitaire dictatuur (vb. communisme)

31 Ideeën van Rousseau Voor absolute gelijkheid en vrijheid van de mensen. Pleitte voor democratische republiek. Volkssoevereiniteit: volk heeft de hoogste macht.

32 VOLTAIRE Pseudoniem van François-Marie Arouet Fransman
Leefde van 1694 tot 1778 Inspiratiebron voor Franse Revolutie

33 Over de Verlichte vorst (pag. 75 HB)
Is Voltaire een voorstander van de volkssoevereiniteit? Neen, als het volk zijn verstand gebruikt, is alles verloren. Is Voltaire een voorstander van het absolutisme? Neen, vorst moet rede gebruiken en zoveel mogelijk goed doen voor zijn volk. Van welke vorm is Voltaire wel voorstander? Verlichte vorst die de vooruitgang van de rede moet bevorderen.

34 Vrijheid en gelijkheid volgens Voltaire
Ten opzichte van de vorst zijn alle onderdanen wel gelijk! Belang van de rede: vrijheid van denken!

35 Ideeën van Voltaire Tegen onverdraagzaamheid vanuit de Kerk
Voor persoonlijke vrijheid en gewetensvrijheid Sterk verlicht staatsgezag, maar ten dienste van het volk

36 Hoe werden deze verlichte ideeën verspreid?
Encyclopedie: overzicht van wetenschap en filosofie Salons: mensen discussiëren Koffiehuizen Tijdschriften

37 VERLICHT ABSOLUTISME Koningen worden beïnvloed door de ideeën van de Verlichting: Revolutie van bovenaf. Gebruik van verlichte ideeën om meer macht te hebben. Hervormingen, maar geen veranderingen op politiek vlak. Koning = eerste dienaar van het volk

38 Leuze van het Verlicht Absolutisme
Alles voor het volk, Niets door het volk!

39 Voorbeelden van Verlichte vorsten
Frederik II van Pruisen ( ) Jozef II van Oostenrijk (in onze regio) ( ) Catharina II van Rusland ( )

40 Jozef II over de godsdienst
Tolerantie-edict (1781): enerzijds overtuigd, dat het nadelig is het geweten te dwingen en anderzijds dat een christelijke verdraagzaamheid nuttig zou zijn voor de godsdienst en voor de staat; hebben wij besloten aan de Lutheranen, Calvinisten alsook de Grieks-orthodoxen de vrije private uitoefening van hun godsdienst te verlenen. Doel: macht van de kerk breken Godsdienstvrijheid Afschaffen van contemplatieve kloosters (onnuttig) Laïcisatie van de samenleving: macht van de kerk afbouwen (vb. zorg, burgerlijk huwelijk,…) Had ook positieve gevolgen op andere gebieden: bv. afschaffen bedevaarten => minder epidemies

41 Jozef II over het sociale aspect
Sterk uitbouwen van het onderwijs Afschaffen van de standenmaatschappij en het lijfeigenschap Wij, Jozef II, Keizer bij Gods genade, hebben beslist de lijfeigenschap in heel ons rijk af te schaffen. Daarom vestigen wij de aandacht van onze ambtenaren en onderdanen op de volgende maatregelen: Iedere onderdaan heeft het recht te huwen op voorwaarde dat hij zich daartoe bij de ambtenaren van de burgerlijke stand komt aanmelden. Iedere onderdaan heeft het recht zijn vroegere meester te verlaten en elders werk te zoeken. Alle onderdanen mogen een ambacht leren naar keuze.

42 Jozef II over bestuur en rechtspraak
Rationalisatie Administratieve uniformiteit: Afschaffen van wirwar aan vorstendommen,… Oprichten van 9 kreitsen (provincies)

43 Jozef II = een verlichte vorst
Alle macht ligt bij hem. Het volk heeft geen inspraak. Wel goede maatregelen voor het volk genomen.

44 Jozef II in de Zuidelijke Nederlanden
Voert hervormingen door. Reactie: Bisschoppen en gelovigen (o.v. laïcisatie) Leidende kringen en ambtenaren (o.v. reorganisatie staat) : BRABANTSE OMWENTELING 2 partijen: Statisten en Vonckisten

45 Voorstanders van het Ancien Régime Progressieven
STATISTEN VONCKISTEN Conservatieven Voorstanders van het Ancien Régime Progressieven Voorstanders van democratie Kleine groep radicalen 1789: monsterverbond tussen de 2 groepen tegen Jozef II. -> overwinning in de slag bij Turnhout. 1790: oprichting van de Verenigde Belgische Staten. -> onenigheid tussen 2 groepen komt terug. Statisten krijgen steun van Pruisen en de Vonckisten worden verbannen en krijgen steun van Oostenrijk. Opvolger van Jozef II -> Leopold II stelt autonomie voor Zuidelijke Nederlanden en modernisering voor -> Statisten gaan hier niet op in. Pruisen en Oostenrijk verzoenen zicht -> steun voor Belgische staten weg en het A.R. herstelt zich.

46 BESLUIT BRABANTSE OMWENTELING:
Onbloedige revolutie Werk van Vonckisten en Statisten plukken vruchten Kortstondig interregnum mislukt o.v. gebrek aan bekwame leiders en onderlinge twisten


Download ppt "HOOFDSTUK 2: REVOLUTIES"

Verwante presentaties


Ads door Google