De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Beroepsethiek Les 1.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Beroepsethiek Les 1."— Transcript van de presentatie:

1 Beroepsethiek Les 1

2 Beroepsethiek voor SPH Jan Ebskamp en Henk Kroon ThiemeMeulenhoff

3 College 1: Ethiek en moraal
1 Wat is ethiek? 2 Wat is normatieve ethiek? 3 Wat zijn fundamenten voor de moraal? 4 evt. een snelle geschiedenis

4 Ethiek (Grieks) Ethos: zedelijke handeling Goed Slecht

5 Ethiek (Grieks) Ethos: zedelijke handeling Iets doen
Met de handen optreden Verrichten Intentioneel gedrag

6 Ethiek (Grieks) Ethos: zedelijke handeling Fatsoenlijk
Met goede manieren Zoals het hoort

7 De heersende opvattingen, gewoonten en gebruiken
 Moraal Handelingen die binnen een maatschappelijke context als correct en wenselijk worden gezien De heersende opvattingen, gewoonten en gebruiken

8 Zoals het hoort, zoals het moet?!
Ethos: gewoonte Amoreel = wat niets met moraal te maken heeft Immoreel = wat niet in overeenstemming is met de moraal

9 Welk gedrag aanvaardbaar is wordt bepaald
door de meeste mensen in de samenleving.

10 ? ? Moraal Ethiek: wetenschap die de moraal onderzoekt Meta-ethiek:
Wat is de inhoud en betekenis van normatief taalgebruik? ? Normatieve ethiek: Wat is een goede moraal? ? Moraal Descriptieve ethiek: Wat is de feitelijke moraal? Toegepaste ethiek: Wat zou de moraal moeten zijn bij deze specifieke kwestie?

11 Bedoelen we niet gewoon: plezierig?
Meta-ethiek Wat is goed? Bedoelen we niet gewoon: plezierig? G.E. Moore  (1873 - 1958)

12 Normatieve ethiek Wat is een goede moraal?

13 Wat is een moreel dilemma?
Een dilemma is een lastige keuze moeten maken. Een moreel dilemma gaat over een lastige ethische keuze. Het gaat over de vraag: ‘hoe goed te leven?’ Het heeft betrekking op de menselijke waardigheid, de kwaliteit van het bestaan, op welzijn, het tot zijn recht komen van ieder als persoon.

14 Een voorbeeld van een dilemma.

15 Leg uit of groente kopen ook een moreel dilemma kan zijn.
Vraag Leg uit of groente kopen ook een moreel dilemma kan zijn.

16 Een voorbeeld van een ethisch dilemma.

17 Mag je rokende zwangere vrouwen verplichten te stoppen?
Mag je een padagogische tik uitdelen? Mag je je kind een raw-food dieet geven? Mag je kinderen afnemen van een alcoholist? Wat is goed handelen? Moet je een 13 jarige verbieden een solo-reis te maken? Moet je aangifte doen als je seksueel misbruik vermoed? Moet je slimme kinderen meer aandacht geven? Moet je een kind straffen als hij zijn misdaad niet begrijpt?

18 Ik moet! Mogen /moeten: inzicht 1 Ik moet nu gaan!
Want ik wil mijn vergadering niet missen. Ik moet!

19 Ethisch moeten = dwingend, onvoorwaardelijk
‘Willen’ is geen morele norm’ Ik moet nu gaan! Want ik wil mijn vergadering niet missen. Ik wil!

20 Subjectief is dus niet Normatief
Objectief: spruiten zijn gezond Normatief: je moet spruiten eten Subjectief: spruiten zijn lekker

21 Mogen /moeten: inzicht 2
Het mag niet regenen!

22 Ethiek vooronderstelt keuzevrijheid!
Het mag niet regenen!

23 Vrije wil: het vermogen van rationeel handelende personen om controle uit te oefenen over hun daden en beslissingen Dus niet: of

24 Binnen bepaalde beperkingen ben je vrij
Negatieve vrijheid: Binnen bepaalde beperkingen ben je vrij om te doen wat je wilt.

25 Je hebt de vrijheid om 100 km per uur te rijden.

26 Je bent vrij om jezelf te bepalen en jezelf beperkingen op te leggen.
Positieve vrijheid: Je bent vrij om jezelf te bepalen en jezelf beperkingen op te leggen.

27 Jezelf dwingen om te studeren.

28 In communicatie met mensen om je heen je eigen weg bepalen.
Heteronoom Autonoom Isolerend individualisme In communicatie met mensen om je heen je eigen weg bepalen. Alles laten bepalen door anderen Alles zelf bepalen

29 Mogen /moeten: inzicht 3
Je mag een zwerver niet doodschieten!

30 Een moraal moet je kunnen onderbouwen
Je mag een zwerver niet doodschieten! Maar waarom eigenlijk niet?

31 Fundering van de moraal:
De godsdienst (levensovertuiging) De rede, het denken De menselijke natuur Het menselijk welzijn De samenleving

32 Normen: (Latijns) norma 
Winkelhaak, richtsnoer, maatstaf of regel  Waarden:  Idealen waarop de concrete normen zijn gebaseerd. Normen en regels zijn instrumenteel aan waarden.

33 Docent: Waarde: rust in de klas Norm: niet bellen in de klas
Student: Waarde: geruste ouders Norm: altijd telefoon opnemen

34 Casus Wat moet Gerda doen? En waarom?
Fien (14 jaar) is vanaf haar nek volledig verlamd. Ze heeft dagelijks recht op hulp voor de dingen die ze zelf niet kan. Verzorgende Gerda maakt haar bijvoorbeeld op, of helpt haar een appeltaart te bakken voor haar jarige moeder. Fien is boos op haar buurmeisje Jet. Fien zegt dat Jet stinkt. Ze vraagt Gerda om haar deobus leeg te spuiten op Jet, zodra Jet binnenkomt. Jet is een kwetsbaar meisje, dat daar waarschijnlijk overstuur van raakt.

35 Fundering van de moraal
Gevolgethiek Utilisme Plichtsethiek Intentie-ethiek Deugdethiek Zorgethiek Nihilisme Relativisme

36 Plichtethiek Handel zoals je zou kunnen willen dat iedereen zou handelen. Behandel een ander nooit slechts als middel. Immanuel Kant (1724 – 1804)

37 Gevolgethiek Handel met als doel:
het maximaliseren van het totale geluk. Bentham en Mill Rond

38 We kunnen (en moeten dus) veel meer doen voor het welzijn van elkaar.
Peter Singer

39 Deugdenleer Aristoteles (384 v.Chr. – 322 v.Chr.) Handel om jezelf te vervolmaken. Deugdzaam. Gulden middenweg.

40 Eudaimonia (Grieks) Geluk(T) Welvaart Menselijke bloei Goede geest

41 Wanneer ben je gelukt? Menselijke essentie = verstand
Deugd = juiste midden kiezen

42 Waarden in de deugdethiek
Word wie je bent! Vervul je rol!

43 Algemene waardevolle deugden
Loyaliteit Moed Compassie Redelijkheid Zelfcontrole Bedachtzaamheid Beleefdheid Dienstbaarheid

44 De nieuwe deugdethiek van MacIntyre Gemeenschapscontext
Deugd heeft erkenning nodig van sociale orde. Waarden zijn ingebed in sociale orde. Wat goed is hangt af van de situatie en jouw rol in de samenleving.

45 Deugdethiek en traditie
Opvoeding en traditie vormen je karakter. Wat deugdzaam is hangt af van je situatie. Een rol vervul je binnen een gemeenschap.

46 Zorgethiek Centrale waarden: - Verantwoordelijkheid - Betrokkenheid

47 Zorgvrager heeft recht op Respect en zelfbepaling
GOED boven RECHT Een goede relatie staan bovenaan Zorgvrager heeft recht op Respect en zelfbepaling

48 Nihilisme Moraal is subjectief en relatief
“De mens is de maat van alle dingen” Protagoras (490 v.Chr v.Chr) Moraal is subjectief en relatief

49 Subjectief

50 Relatief Mag je liegen?

51 Relatief Mag je liegen? En om iemand te beschermen?

52 Oefenvraag: Bij welke norm en welke waarde is sprake van moraal
Oefenvraag: Bij welke norm en welke waarde is sprake van moraal? Leg uit waarom! Normen - Draai de schroeven altijd naar rechts. - Eet met mes en vork - Trouwen met je broer is per wet verboden - Liegen is verkeerd Waarden: Economische winst - Rechtvaardigheid - Schoonheid - Kennis


Download ppt "Beroepsethiek Les 1."

Verwante presentaties


Ads door Google