De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

het weer en de seizoenen

Verwante presentaties


Presentatie over: "het weer en de seizoenen"— Transcript van de presentatie:

1 het weer en de seizoenen

2 Nijntje Dick Bruna (Utrecht, 1927) Naar vele talen vertaald (Miffy)

3 Liedje Nijntje, Nijntje kom er bij, Met jouw vriendjes reuzeblij Snuffie, Knorretje en Boris-beer, Kijk ook Betje is er weer. Lekker buiten iedereen, Niemand blijft alleen. Nijntje! Lief klein konijntje. Een pienter konijntje. Knuffelkonijntje. Kijk mee!

4 Liedje De reus – reuzeblij, reuzegroot,… Pienter = slim, intelligent
De knuffelbeer – knuffelen

5 Invullen Op een mooie ... dag… Ze genieten van het mooie ….
Maar plotseling komen er … en begint het te …. Omdat ze geen … bij zich hebben, schuilen ze onder de bomen. De … duurt gelukkig maar even. Maar dan gaat het opeens hard …. Het is moeilijk om te steppen met zulke harde ….

6 Invullen Op een mooie zonnige dag… Ze genieten van het mooie weer.
Maar plotseling komen er wolken en begint het te regenen. Omdat ze geen paraplu bij zich hebben, schuilen ze onder de bomen. De regen duurt gelukkig maar even. Maar dan gaat het opeens hard waaien. Het is moeilijk om te steppen met zulke harde wind.

7 Invullen Onze kleren zijn niet … genoeg voor deze … wind.
En net als ze bij Nijntjes huis zijn, begint het opnieuw te … , maar het is zo koud dat de regen in … verandert. Nijntje en Nina zijn blij dat ze nu lekker … binnen zitten. Ze zijn verbaasd dat het weer zo snel kan ….

8 Invullen Onze kleren zijn niet warm genoeg voor deze koude wind.
En net als ze bij Nijntjes huis zijn, begint het opnieuw te regenen, maar het is zo koud dat de regen in sneeuw verandert. Nijntje en Nina zijn blij dat ze nu lekker warm binnen zitten. Ze zijn verbaasd dat het weer zo snel kan veranderen.

9 De lente

10 De lente In de lente gaan de bloemen groeien.
Ja, omdat het warmer wordt begint alles te groeien in de lente.

11 De lente De zon schijnt. Het is zonnig. Het is bewolkt. (de wolk)
Het is wisselvallig. Het regent. (de regen) Het regent pijpenstelen. Het motregent = het miezert. Maartse buien, aprilse grillen. De (regen)bui.

12 De zomer

13 De zomer In de zomer is het lekker warm. Dat vind ik fijn want dan kan ik gaan zwemmen. Nina vindt het leuk om op het strand te spelen. De zomer is het warmste seizoen van het jaar.

14 De zomer Het is mooi weer. Het is warm. Het is heet. Het is snikheet.
Het onweert. (het onweer) Het dondert en bliksemt. (de donder en de bliksem)

15 De herfst

16 De herfst In de herfst waait de wind, het wordt kouder en alle blaadjes vallen van de bomen.

17 De herfst Het waait. (de wind) Het stormt. (de storm)
Het is mistig. (de mist)

18 De winter

19 De winter Dan moet ik mijn warme kleren aandoen want dan wordt het heel koud. En soms gaat het sneeuwen.

20 De winter Het sneeuwt. (de sneeuw) Het hagelt. (de hagel, de hagelbui)
Het ijzelt. (de ijzel, het ijs) Het vriest. Het is glad. De wegen zijn glad. Het is slecht weer. Het is hondenweer. Het is ijskoud.

21 Ja zuster, nee zuster Populaire televisieserie (1966 – 1968)
In 2002 een film Teksten: Annie M.G. Schmidt

22 Het weerbericht

23 Ja zuster, nee zuster http://www.youtube.com/watch?v=bzBT2KqWXNM
Juffrouw, waarom is uw kat zo blauw?

24 Ja zuster, nee zuster http://www.youtube.com/watch?v=PWPlCex9jZY
Met u onder een paraplu


Download ppt "het weer en de seizoenen"

Verwante presentaties


Ads door Google