ANATOMIE FYSIOLOGIE PATHOLOGIE

Presentatie over: "ANATOMIE FYSIOLOGIE PATHOLOGIE"— Transcript van de presentatie:

1 ANATOMIE FYSIOLOGIE PATHOLOGIE
Cellen en Weefsels

2 INHOUD LES Wat is AFP? Cellen Weefsel Inleidingsopdracht Vragen

3 WAT IS AFP Anatomie is de leer van de bouw van het lichaam. In de anatomie leer je uit welke onderdelen het lichaam bestaat. Fysiologie is de leer van de lichaamsfuncties. Hoe het lichaam in gezonde toestand werkt. Pathologie, ook wel ziekteleer, beschrijft hoe bepaalde processen in het lichaam veranderen door ziekten.

4 CELLEN Het menselijke lichaam is opgebouwd uit cellen
Verschillende vormen en functies

5 CELLEN Eicel

6 CELLEN Zenuwcel

7 CELLEN Spiercellen

8 Afscheiding celvloeistof en weefselvloeistof
CELOPBOUW Celwand Afscheiding celvloeistof en weefselvloeistof Het lichaam is opgebouwd uit cellen. Hoewel cellen verschillende vormen en functies hebben, hebben alle cellen veel met elkaar gemeen. Elke cel is omgeven door een celwand en bevat celvloeistof (of cytoplasma). In het cytoplasma bevinden zich organellen en de kern van de cel. De celkern regelt alle processen van de cel, zoals: de cel voorzien van energie; nieuwe eiwitten, enzymen en hormonen maken; de afvalstoffen die vrijkomen, verwerken; de celdeling. De organellen voeren deze processen uit.

9 Celvloeistof (cytoplasma)
CELOPBOUW Celvloeistof (cytoplasma) De celkern regelt processen van de cel Welke? Zoek dit op. Het lichaam is opgebouwd uit cellen. Hoewel cellen verschillende vormen en functies hebben, hebben alle cellen veel met elkaar gemeen. Elke cel is omgeven door een celwand en bevat celvloeistof (of cytoplasma). In het cytoplasma bevinden zich organellen en de kern van de cel. De celkern regelt alle processen van de cel, zoals: de cel voorzien van energie; nieuwe eiwitten, enzymen en hormonen maken; de afvalstoffen die vrijkomen, verwerken; de celdeling. De organellen voeren deze processen uit.

10 CELOPBOUW Celkern 23 Chromosoomparen

11 DNA (Desoxyribo Nucleïne Acid)
CELOPBOUW DNA (Desoxyribo Nucleïne Acid) Vormt de Chromosomen Een stukje DNA is vormt een Gen Per Cromosoom duizenden Genen

12 CELDELING Mitose Meiose Maak de opdracht over celdeling

13 WEEFSELS Dekweefsel of Epitheel Steunweefsel Spierweefsel Zenuwweefsel Transportweefsel

14 WEEFSELS Huid en slijmvliezen (Dekweefsel)
Bescherming tegen schadelijke invloeden van buiten af Regelt door zweetafscheiding en bloeddoorstroming de lichaamstemperatuur Onderhoudt door tastlichaampjes contact met de omgeving Opslag van energie in onderhuidse vetcellen Ontvanger van impulsen en produceren van een antwoord

15 Steunweefsel Zorgt voor stevigheid
WEEFSELS Steunweefsel Zorgt voor stevigheid Bindweefsel Botweefsel Kraakbeenweefsel Niet cellen maar de stoffen tussen de cellen zorgen voor stevigheid

16 WEEFSELS Spieren Bestaan uit weefsel dat zich kan samentrekken en ontspannen Daardoor is beweging mogelijk Er zijn twee soorten spieren Willekeurige (op commando, armen en benen) Onwillekeurige (hart, maag en ingewanden)

17 WEEFSELS Spieren Buigspieren Strekspieren

18 WEEFSELS Zenuwweefsel Geleiding van prikkels Meerdere ontvangers (dendrieten) Één doorgever (neuriet) Wel 1 meter lang

19 WEEFSELS Transportweefsel Het Bloed
Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes Transport zuurstof, voeding en afval Afweer Bloedvaten, hart en organen

20 INLEIDINGSOPDRACHT AFP
Maak de opdracht in tweetallen.

21 VRAGEN?