De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Gesloten vs. Open: Freud en Rogers

Verwante presentaties


Presentatie over: "Gesloten vs. Open: Freud en Rogers"— Transcript van de presentatie:

1 Gesloten vs. Open: Freud en Rogers
Kind in ontwikkeling B Gesloten vs. Open: Freud en Rogers

2 Welkom! Programma Inleiding module Focus Freud Focus Rogers
Verwerkingsopdrachten

3 Organisatie Dinsdag 9-1300 en woensdag 9-12 Werkvormen:
- Dinsdag: focuscolleges + opdrachten - Woensdag: Expertgroepen en integratie-opdrachten 3 weken les, in 4e lesweek toets: mc + open vragen Literatuur: Rigter, J. (2008). Het palet van de psychologie. Stromingen en hun toepassingen in de hulpverlening en opvoeding. Bussem, Nederland: Coutinho Alle hoofdstukken, behalve hoofdstuk 7

4 Waar gaat het over? Verschillende stromingen in de psychologie.
Verschillende referentiekaders (‘brillen’) om de realiteit te bekijken, en specifiek naar de ontwikkeling van de mens Psychoanalyse Behaviorisme Humanistische psychologie Cognitieve psychologie Systeemtheorie Biologische psychologie

5 Thema’s Elke week staat er een thema centraal:
Gesloten vs Open; Freud vs Rogers; Psychodynamische theorie vs Humanistische psychologie Gedrag vs Gedachten; Behaviorisme vs Cognitieve psychologie Intern vs Extern; Biologische psychologie vs Systeemtheorie

6 Wat is psychologie? De academische discipline die zich bezighoudt met het innerlijk leven (kennen, voelen en streven) en het gedrag van mensen. Maar: Geen overeenstemming over definitie. Veel discussie: tussen psychologen onderling andere sociale wetenschappen

7 Relatie met pedagogiek
Pedagogiek richt zich op opvoeding en ontwikkeling van het kind. Voorbeeld: een kind met ADHD Hoe kijkt een psycholoog? Hoe kijkt een pedagoog? Hoe kijkt een orthopedagoog? Hoe kijken verschillende stromingen BINNEN de psychologie

8 Stromingen in de psychologie
Iedere stroming heeft een geschiedenis Iedere stroming heeft een mensbeeld Steeds meer aandacht voor ‘evidence based’ werken

9 Mechanische mensbeeld
Mensen als mechanieken De mens als ingewikkeld dier Afzonderlijk te bestuderen onderdelen Weinig invloed van de omgeving Lineair causaal verklaringsmodel ‘Het geheel is gelijk aan de som der delen’

10 Organistische mensbeeld
Mensen zijn als organismen, ze groeien en bloeien Vergelijkingen met dieren kunnen zinvol zijn Een organisme kun je niet los bestuderen van zijn omgeving Circulair verklaringsmodel Het geheel is meer dan de som der delen

11 Personalistische mensbeeld
Principieel onderscheid tussen mensen en overige organismen Menselijk handelen is doelgericht, mensen geven zin aan hun leven Een mens is één geheel Kennis uit dierexperimenten zegt niets over menselijk gedrag

12 Hoe maak je gebruik van de mensbeelden en methoden?
Pragmatisch: met een bril zie je beter Een theorie is als een zoeklicht: sommige aspecten worden belicht en andere juist onderbelicht

13 Algemene Systeem Theorie
De mens en zijn omgeving wordt als één systeem gezien. En meerdere systemen om het individu heen beïnvloeden hem direct of indirect. Dat is de HEDENDAAGSE visie, manier van kijken en denken Versimpeld model: bio – psycho – sociaal model 3 factoren zijn nodig om de mens te begrijpen Iedere stroming legt nadruk op één of meerdere van deze factoren

14 Waarom verschillende theorieën?
De mens is complex. Elke theorie heeft zijn eigen stokpaardje. Elke theorie heeft gedeeltelijk gelijk. Pas op voor blinde vlekken.

15 Wat is jouw visie op de (ontwikkeling) van de mens?
Bespreek het in een groepje

16 Wat betekenen de plaatjes?

17 Hoe zit het boek in elkaar?
Ieder hoofdstuk een andere stroming Bij iedere stroming: uitgangspunten/mensbeeld de theorie toepassingen in de praktijk Website met ondersteunend materiaal

18 Thema van de week GESLOTEN VS OPEN

19 “Het onbewuste bestaat niet”
Psychoanalyse “Het onbewuste bestaat niet” Waarom denk je dit wel/niet Wat zegt Freud erover en welke argumenten heeft hij (PADLET) [padlet key='l4l7qcyqwd2c' width='100%' height='480'] Welke bezwaren zijn er

20 Focus 1: Freud en de psychoanalyse
Wat weten jullie al van Freud?

21 Freud: Psychoanalyse Theorie over hoe mensen functioneren
Hulpverleningspraktijk Uitgangspunten van die theorie: subjectieve ervaringen aansturing van gedrag onbewust en bewust conflictmodel toeval bestaat niet ervaringen als kind zijn belangrijk

22 Mensbeeld Freud zegt: geen baas in eigen brein, maar gestuurd door onbewuste en irrationele wensen twee driften: agressie- en seksualiteitsdrift kindertijd is bepalend iedereen kent normaal en gestoord gedrag Maar: bewustwording kan helpen bij functioneren! Mensbeeld: mechanistisch en personalistisch Biopsychosociaal: psyche staat centraal

23 De theorie onbewuste mentale processen psychische structuur
psychoseksuele ontwikkeling verdedigingsmechanismen praktijktheorie

24 Geïnspireerd door Freud
John Bowlby: hechtingstheorie kijkt naar de biologische oorsprong in het aangaan van hechtingsrelaties Objectrelatietheorie kijkt naar de relatie tussen moeder en kind Margaret Mahler

25 De praktijk Psychische problemen zijn het gevolg van onopgeloste onbewuste conflicten. Psychoanalyse om onbegrijpelijk gedrag begrijpelijk te maken. Toepassingen in de praktijk: overdracht en tegenoverdracht aandacht voor kindertijd verdedigingsmechanismen

26 Wat vinden jullie van deze theorie?
Waar sta je achter? Waar plaats je vraagtekens bij?

27 Psychoseksuele ontwikkeling
Doel: Psychoseksuele ontwikkeling van Freud begrijpen Wat houdt het in? Verschillende fasen, leeftijd, thema Wat is de belangrijkste fase volgens Freud? Je maakt een foto van je bevindingen en deelt het op de PADLET

28 Focus 2: Rogers: humanistische psychologie
Wat weten jullie al van Rogers?

29 Rogers: Rogeriaanse psychotherapie
Humanistische stroming Grote invloed op hulpverlenings- en opvoedingspraktijk Uitgangspunten subjectieve beleving zelfbewustzijn: blik van binnenuit levenslang groeien en ontwikkelen je bent zelf verantwoordelijk voor je leven hier en nu staat centraal de mens is één geheel doel is je te bevrijden van wat groei in de weg staat.

30 Mensbeeld Optimistisch, want iedereen kan groeien
Authentieke, subjectieve ervaringen zijn de essentie van wie je bent. Een kind verschilt van een volwassene Dieren zijn wezenlijk anders dan mensen Mensbeeld: personalistisch Bio – psycho – sociaal: totaliteit, maar bio en sociaal worden niet uitgewerkt.

31 Rogers visie op persoonlijkheid

32 Hoe ga je met cliënten om?
Wel doen: client-gericht onbevooroordeeld luisteren accepteren en respecteren client is zelf competent Niet doen: adviseren, interviewen, begeleiden Drie grondhoudingen echtheid, onvoorwaardelijke acceptatie, empathie

33 De praktijk Psychische problemen zijn het gevolg van incongruentie en kunnen worden aangepakt door een hulpverlener die naar de cliënt luistert en probeert hem te begrijpen. Belangrijkste toepassingen: de houding van de hulpverlener / de benadering van de cliënt.

34 Geïnspireerd door Rogers
Gendlin: experientele therapie, focussing Seligman: positieve psychologie Gordon: ik-boodschap Motiverende gespreksvoering

35 Wat vinden jullie van deze theorie?
Waar sta je achter? Waar plaats je vraagtekens bij?

36 Opdrachten bij Humanistische psychologie
Doel: Humanistische theorie en praktische toepassing begrijpen Piramide van Maslow Echtheid Rogers als hulpverlener GordonMethode Groepjes doen een opdracht en delen de bevindingen in één foto op PADLET

37 Is een mens van nature GOED of SLECHT?
Integratie Is een mens van nature GOED of SLECHT? Wat zegt Rogers? Wat zegt Freud?

38 Expertgroep Opdracht voor expertgroep:
Werk de integratie-opdracht uit: Deze week: vergelijking tussen Rogers en Freud (zie p.18)

39 Woensdag Expertgroep Gelegenheid voor vragen over de literatuur
Gelegenheid voor vragen over de opdrachten Eindopdracht Empathie-opdracht

40 Empathie In de benadering van Rogers speelt empathie een essentiële rol. Hoe empathisch ben jij? Zou je empathie kunnen opbrengen voor: Een moeder die haar kind afstaat? Iemand die een moord gepleegd heeft Een terrorist in Irak? TedTalk

41 Mijn studie-object Mijn studie-object is een jonge vrouw in de bloei van haar leven. Ze woont samen met haar vader en zes zussen in een waterrijke omgeving. Haar moeder is op jonge leeftijd overleden (ongeveer toen ze vijf jaar oud was). Haar vader is een dominant type, misschien komt dat door de hoge functie die hij vervult binnen zijn omgeving. Hij wantrouwt iedereen die in zijn dochter’s buurt komt. Hij houdt haar in de gaten, en wanneer hij dat niet zelf kan, dan vraagt hij een medewerker om haar te volgen. Mijn studie-object is niet gelukkig. Ze ziet haar toekomst somber in. Ze zit niet lekker in haar vel, ondanks dat ze goeie vrienden heeft met wie ze de wildste avonturen beleeft. Ze ontmoet op een bijzondere manier een leuke zachtaardige man, die hetzelfde werk doet als haar vader, waar ze meteen verliefd op wordt. Zij redt hem van de verdrinkingsdood. Hij is ook op slag verliefd. Hij denkt dat hij haar leert, maar ze is niet helemaal zichzelf. Ze draagt een geheim met zich mee. Ze komt in aanraking met de verkeerde mensen met slechte intenties. Als ze kiest voor een leven met haar droomman, dan wordt ze gedwongen haar oude leven vaarwel te zeggen. Ze zal dan haar familie en oude vrienden een stuk minder vaak gaan zien. Uiteindelijk kiest ze voor haar man. Haar vader accepteert dat, en ziet dat ze gelukkiger is met hem dan als ze thuis bij haar familie zou blijven. Ze voelt dat ze eindelijk haarzelf is, en is gelukkig met wie ze is geworden.

42 Analyse Psychodynamische psychologie – Ze is haar moeder verloren in de fallische/oedipale fase. Daardoor heeft ze zich nooit kunnen identificeren met haar moeder. Ze neigt naar een totaal ander leven dan dat ze nu heeft, waarschijnlijk door invloed van haar dominante vader. Ze wordt verliefd op haar droomman, iemand die in eerste instantie totaal niet lijkt op haar vader (zachtaardig), maar die dezelfde hoge positie bekleedt als haar vader.

43 Analyse Humanistische psychologie – ze is niet tevreden met haar leven. Er is een duidelijke incongruentie tussen haar zelfbeeld en haar ideaalbeeld, en het beeld dat anderen (haar vader) van haar heeft. Ze wil veranderen, want ze wil groeien en zich ontwikkelen, en dat kan niet als ze op dezelfde plek blijft. Maar daarnaast wil ze haar vader niet verlaten en heeft ze empathie voor zijn situatie. Ze is in tweestrijd. Ze neemt uiteindelijk de touwtjes in eigen handen en gaat op zoek naar haar eigen geluk. Ze wordt wie ze wil worden


Download ppt "Gesloten vs. Open: Freud en Rogers"

Verwante presentaties


Ads door Google