De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 7: Gehechtheid en hechtingsstoornissen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 7: Gehechtheid en hechtingsstoornissen"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 7: Gehechtheid en hechtingsstoornissen
Normale ontwikkeling van gehechtheid Ontwikkelingsopgave Gehechtheid van het kind en de relatie met de ouders Hechtingsstoornissen Risico- en beschermingsfactoren Preventie en hulpverlening

2 Gehechtheid: niet alleen bij de mens
Processen die lijken op gehechtheid komen bij veel diersoorten voor. Vooral bij zoogdieren. Maar ook veel vogelsoorten kennen het verschijnsel van inprenting. Als ganzen uit het ei kruipen volgen ze de eerste ‘bewegende persoon’ die zij zien. Voor hen is dit ‘levenslang’ moeder. Experimenten van Konrad Lorenz uit de vorige eeuw. Hij toonde de kritische periode aan.

3 Vraag Welke van onderstaande uitspraken is juist?
Gehechtheid bij het kind kan op elke leeftijd even makkelijk ontstaan. Het ontstaan van gehechtheid is afhankelijk van de juiste stimulatie door verzorgers tijdens een korte kritische periode in het eerste levensjaar. In de eerste levensjaren is het kind het meest gevoelig om gehechtheid te ontwikkelen. Antwoord: c

4 Gehechtheidsrelatie van het kind
Kenmerken in normale ontwikkeling Gericht op een specifieke persoon: de hechtingspersoon De relatie is duurzaam De relatie is emotioneel geladen (Verlangen naar) nabijheid en contact met deze persoon Verbreking van contact leidt tot verdriet en/of boosheid Troost bij verdriet en pijn wordt bij voorkeur bij deze persoon gezocht Stek Jeugdhulp 17 september Ontwikkelingspsychopathologie bijeenkomst 1.

5 Hechtingsproces Afwisseling tussen veilige haven en veilige basis

6 Gehechtheidsrelatie Voorwaarden voor ontstaan van gehechtheidsrelatie:
Kind is van nature tot hechtingsgedrag geneigd maar het ontstaan hangt af van de manier waarop de volwassene handelt. De relatie is persoonsgebonden en heeft als kenmerk dat het kind liefde en leiding krijgt. Het effect is vertrouwen in zichzelf en in de ander (basic trust). Stek Jeugdhulp 17 september Ontwikkelingspsychopathologie bijeenkomst 1.

7 Ontstaan van gehechtheid
Ontstaan van gehechtheid tussen kind en opvoeder is vooral afhankelijk van de kenmerken van de opvoeder: sensitiviteit responsiviteit continu en regelmatig gedrag Maar ook kenmerken van het kind kunnen een rol spelen: makkelijk te troosten vrolijk en aantrekkelijk

8 Ontwikkeling van gehechtheid en leeftijd (1)
Vóór de geboorte Al tijdens de zwangerschap ontstaan er bij de ouders gevoelens en fantasieën. Dit wordt gestimuleerd door tekens van leven van het ongeboren kind, zoals bewegingen.

9 Ontwikkeling van gehechtheid en leeftijd (2)
Na de geboorte In de eerste maanden nog geen gehechtheid aan de ouders elke vriendelijke en responsieve volwassene kan het kind troosten, voeden en verzorgen. Tussen 6 en 9 maanden duidelijke gehechtheid aan unieke personen (meestal de ouders) er ontstaat een gehechtheidsnetwerk en daarbinnen een hiërarchie in gehechtheidsrelaties. Na 2 jaar: gehechtheid gaat meer cognitieve kenmerken krijgen intern werkmodel

10 Het ontstaan van gehechtheid als voorbeeld van een ontwikkelingsopgave
Ontwikkelingsopgaven Het idee is: elke levensperiode wordt gekenmerkt door bepaalde ontwikkelingsopgaven voor het kind. Het niet goed volbrengen van een ontwikkelingsopgave: vergroot de kans dat toekomstige opgaven ook niet goed volbracht worden. Gehechtheid: bij onveilige gehechtheid heeft deze persoon later in zijn leven … … meer moeite met het aangaan van veilige en warme relaties. Met partner, maar bijvoorbeeld ook met zijn eigen kind/kinderen.

11 Indeling van gehechtheid
Grofweg zijn de gehechtheidsrelaties in 2 groepen te onderscheiden: Gehechtheidsrelaties die een vorm van organisatie kennen. De opvoedingssituatie is voor het kind voorspelbaar (wat niet hoeft te betekenen dat die volmaakt is). Het heeft geleerd zich zo te gedragen dat het gevoel van veiligheid vergroot wordt of het gevoel van teleurstelling of stress verkleind wordt. Veilige en onveilige gehechtheid Gehechtheidsrelaties waarbij elke vorm van organisatie en coherentie ontbreekt. De opvoedingssituatie is onvoorspelbaar en chaotisch. Het kind weet niet hoe hij daarop moet reageren. Gedesorganiseerde gehechtheid

12 Vraag Serge van anderhalf jaar oud speelt met een blokkendoos. Hij kijkt niet op of om als zijn moeder de kamer verlaat. Ook als moeder na 4 minuten terugkeert geeft hij geen reactie en gaat helemaal op in zijn spel. Welke vorm van gehechtheid heeft Serge waarschijnlijk? Onveilige gehechtheid: de ambivalente vorm. Onveilige gehechtheid: de vermijdende vorm. Veilige gehechtheid Antwoord: b

13 Typen gehechtheid (Ainsworth)
Ainsworth onderscheidde drie vormen van gehechtheid (later onderzoek voegt daar een vierde vorm aan toe) … … en bij het onderscheiden van de vier vormen zijn 2 dimensies van belang: Gehechtheidsgedrag – exploratie Communicatie tussen kind en gehechtheidspersoon

14 De vier types van gehechtheid
Veilig gehecht (ca 65%) snel weer neiging tot exploreren weinig vermijding of afwering van verzorger, troostbaar Onveilige gehechtheid: de vermijdende vorm (15%) (te) veel exploratie, verkennen omgeving actief vermijden van de verzorger bij terugkeer Onveilige gehechtheid: de ambivalente vorm (ca 10%) weinig exploratie aanklampen én afweren van verzorger, moeilijk troostbaar (nieuw) Gedesorganiseerde gehechtheid (ca 15%) geen strategie, gedrag doelloos en tegenstrijdig

15 Gehechtheid van kind en de relatie met ouders (1)
Gehechtheidsrelaties: Bieden het kind bescherming tegen gevaar en geven een gevoel van emotionele zekerheid. Gehechtheidsgedrag van het kind is contact en nabijheid zoeken bij iemand die sterker is. Gevaar of verstoring van de gehechtheidrelatie (zoals echtscheiding) zullen leiden tot gehechtheidsgedrag. Een voorbeeld van dit gedrag is aanklampen bij jonge kinderen

16 Gehechtheid van kind en de relatie met ouders (2)
Een kind kan met elk van beide ouders een verschillende gehechtheidsrelatie hebben Twee veilige, twee onveilige, of een veilige en een onveilige relatie. Wordt ingewikkelder bij nieuw samengestelde gezinnen. Advies: Als je in de praktijk de gehechtheid van het kind moet beoordelen onderzoek dan altijd de relaties tussen kind en beide ouders, eventueel ook de relaties met andere significante opvoeders zoals grootouders.

17 Gehechtheid van kind en de relatie met ouders (3)
Kwaliteit van de zorg die het kind wordt geboden (door opvoeders, onder wie de ouders) … … leidt tot veilige (optimale) of … … onveilige (niet-optimale) gehechtheidsrelatie: De gehechtheidsrelatie beïnvloedt het ontwikkelingstraject van een kind. Ze is niet deterministisch, maar vergroot of verkleint de kansen op een gezonde ontwikkeling. Onveilige hechting is niet synoniem met een stoornis … … net zo goed als een veilige hechting geen garantie is tegen een stoornis.

18 Gehechtheid van kind en de relatie met ouders (4)
Vroege gehechtheidsrelaties worden geïnternaliseerd en zijn van invloed op verwachtingen over andere belangrijke relaties. Innerlijk werkmodel of gehechtheidsrepresentatie. Model is niet statisch maar verandert als de ervaringen met de relatie(s) veranderen. Maar ook hier geldt dat vroege ervaringen zwaarder meewegen.

19 Gehechtheid van kind en de relatie met ouders (5)
Gehechtheid is belangrijk maar niet gelijk aan de gehele ouder-kindrelatie. Advies voor de praktijk: Onderzoek ook andere aspecten van de relatie. Zoals: het kind onderrichten en disciplineren. Zoals: de zorg voor lichamelijke behoeften van het kind. Enzovoort …

20 Hechtingsstoornissen
DSM 5 onderscheidt 2 hechtingsstoornissen: Reactieve of geremde hechtingsstoornis. Geen enkele of zeer weinig gehechtheidsgedrag. Zoeken bijvoorbeeld geen troost. Emotioneel teruggetrokken. Willekeurig sociale of ontremde hechtingsstoornis Laten zich door volstrekt vreemden troosten en klampen hen aan. Kritiekloos in het zoeken van gehechtheidsfiguren.

21 Vraag Bij welke hechtingsstoornis is het lastig om haar te onderscheiden van een autismespectrumstoornis? De reactieve of geremde hechtingsstoornis. De willekeurig sociale of ontremde hechtingsstoornis. Dat geldt voor beide hechtingsstoornissen. Antwoord: a.

22 Onderscheid met andere stoornissen
ASS: Gebrekkig sociaal contact bij kinderen met autismespectrumstoornis kan lijken op de reactieve hechtingsstoornis. PTSS: In DSM-5 worden de hechtingsstoornissen geschaard onder het kopje trauma- en stress-gerelateerde stoornissen. Onderscheid met posttraumatische stress-stoornis is lastig. Gedragsstoornissen: Kinderen met een hechtingsstoornis kunnen agressief gedrag vertonen. Daarom zeker op oudere leeftijd onderscheid met gedragsstoornissen lastig.

23 Preventie Vooral onderzoek bij jonge kinderen en hun ouders.
Video-feedback to promote positive parenting (VIPP, Universiteit Leiden) is effectief. relatief kortdurend (6 bijeenkomsten) gedragsgericht verhoging van ouderlijke sensitiviteit leren stellen en handhaven van grenzen vermindert gedesorganiseerd gehechtheidsgedrag

24 Behandeling hechtingsstoornissen
Een hechtingsstoornis is geen levenslange diagnose. Vooral pleeggezinnen lijken in redelijke mate effectief te kunnen zijn. Extra aanvullende behandeling is nodig bij complicerende agressie Dwang, zoals holding, werkt niet en kan de problematiek zelfs verergeren.

25 Risico en bescherming bij pleegzorg
Scheiding biologische ouders Verwaarlozing en/of mishandeling Getuige van geweld Meerdere scheidingservaringen (ook van pleegouders) Bescherming Training van vaardigheden van pleegouders Jonge leeftijd van het kind bij plaatsing Langdurige zorg Autonome gehechtheid bij pleegouders


Download ppt "Hoofdstuk 7: Gehechtheid en hechtingsstoornissen"

Verwante presentaties


Ads door Google