De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

2vwo Hoofdstuk 2 Landschap § 2-5

Verwante presentaties


Presentatie over: "2vwo Hoofdstuk 2 Landschap § 2-5"— Transcript van de presentatie:

1 2vwo Hoofdstuk 2 Landschap § 2-5

2 §2 Gesteente verandert Verwering is het langzaam afbrokkelen van gesteente: 1 Mechanische verwering 2 Chemische verwering

3 §2 Gesteente verandert Welke vorm van mechanische verwering heeft hier plaats gevonden? 1 Het gesteente is gebarsten door het krimpen tijdens kou en het uitzetten van het gesteente door de zonneschijn. 2 Water in een kleine scheur is bevroren Waardoor de scheur is gaan uitzetten. Dit heet ook wel vorstverwering. 3 Biologische verwering: wortels van bomen groeien en zorgen voor steeds grotere scheuren in het gesteente. De steen op de foto is gebarsten door vorstverwering.

4 §2 Gesteente verandert Hoe herken je op de foto dat dit beeld is aangetast door chemische verwering? Kleine delen van het beeld zijn opgelost. Dat zie je aan de putjes. Ook zie je kleurverschillen.

5 §2 Gesteente verandert Welke zinnen horen bij mechanische verwering en welke zinnen horen bij chemische verwering? A Gesteente verandert van samenstelling. B Deze soort verwering gaat snel bij grote temperatuursverschillen. C Gesteente valt uiteen in kleinere stukken. D Veel vocht en een hoge temperatuur versnellen dit type verwering. E Dit proces verloopt zeer traag. Chemisch Mechanisch Mechanisch en chemisch

6 §2 Gesteente verandert Soms helpt de natuur een handje.
grote temperatuursverschillen voldoende neerslag van nature zitten er al veel scheuren in het gesteente.

7 §2 Gesteente verandert Door chemische verwering ontstaan ook grotten.
Zet de volgende processen in de juiste volgorde. Neerslag wordt zuur door de plantenwortels. Kalksteen lost op. Er valt neerslag. Neerslag sijpelt door het gesteente naar beneden.

8 §2 Gesteente verandert Door chemische verwering ontstaan ook grotten.
Er valt neerslag. Neerslag wordt zuur door de plantenwortels. Neerslag sijpelt door het gesteente naar beneden. Kalksteen lost op. Wanneer in een gebied grote hoeveelheden gesteente door chemische verwering verdwijnen, noemen we dat een karstgebied.

9 §3 Gesteente wordt verplaatst
Massabewegingen zorgen ervoor dat verweerd materiaal langs de helling naar beneden beweegt. Onderaan de helling vormt zich een puinhelling. Welke kracht is verantwoordelijk voor massabewegingen? Zwaartekracht

10 §3 Gesteente wordt verplaatst
Materiaal kan: rollen schuiven vallen Welke bewegingen hebben op de foto plaatsgevonden? Eerst vallen en dan schuiven/rollen. Waarvan hangt het type beweging af? 1 Hoe steil de helling is. 2 De omvang van het gesteente

11 §3 Gesteente wordt verplaatst
Het verweerde materiaal wordt meegenomen door rivieren, gletsjers en door de wind. Hierbij treedt erosie op.

12 §3 Gesteente wordt verplaatst
Op welke foto zie je een rivierdal? Linkerfoto Welk verschil in vorm zie je tussen het rivierdal op de linkerfoto en het gletsjerdal op de rechterfoto? Een rivierdal heeft een V-vorm en een gletsjerdal een U-vorm.

13 §3 Gesteente wordt verplaatst
Hoe komt het dat gletsjers bewegen? Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde. Door de druk verandert sneeuw in ijs. In de bergen valt ieder jaar nieuwe sneeuw. Door de zwaartekracht stroomt het ijs langs de helling naar beneden. De sneeuw zal zich ophopen in finbekkens. Het gewicht van al dat ijs neemt ieder jaar toe.

14 §3 Gesteente wordt verplaatst
Hoe komt het dat gletsjers bewegen? In de bergen valt ieder jaar nieuwe sneeuw. De sneeuw zal zich ophopen in finbekkens. Door de enorme druk verandert sneeuw in ijs. Het gewicht van al dat ijs neemt ieder jaar toe. Door de zwaartekracht stroomt het ijs langs de helling naar beneden.

15 §3 Gesteente wordt verplaatst
Verwering en erosie zorgen ervoor dat het vaste gesteente steeds verder uit elkaar valt. Zet de volgende grondsoorten in de juiste volgorde van grof naar fijn: Klei Zand Grind Rotsen Grof Fijn Vast gesteente  Rotsen  Grind  Zand  Klei

16 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Bij welke letter vindt de meeste verwering plaats? A Welke letter geeft een laagvlakte aan? C A B C

17 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Waarom zal vooral in gebied C veel verweringsmateriaal gesedimenteerd worden? Bij C stroomt de rivier regelmatig over. Het rivierwater komt tot stilstand in de laagvlakte. Het materiaal wordt daardoor neergelegd. A B C

18 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Ook in de monding van de rivier komt het water tot stilstand. Hier sedimenteert zand en klei en ontstaat een delta. Hoe herken je een delta? Een stuk land dat in zee uitsteekt. De rivier vertakt in meerdere geulen. Het heeft een vorm van een driehoek.

19 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Sommige rivieren hebben juist een trechtvormige monding: een estuarium. Op welk plaatje zie je een estuarium? Op plaatje A Waarom vormt zich geen delta op plaatje A? Door de sterke werking van eb en vloed wordt het zand en klei door de zee meegenomen.

20 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Een deel van het zand uit de rivieren komt terecht in zee en vormt zandbanken vlak voor de kust. Vanaf deze zandbanken wordt het zand naar het strand getransporteerd. Welke kracht is verantwoordelijk voor dit transport? Golven

21 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Na iedere golf blijft een dun laagje zand achter op het strand. Zo’n kust noemen we een aanslibbingskust. Uiteindelijk zorgt de ……… ervoor dat het zand landinwaarts wordt geblazen en zich duinen kunnen vormen. Hoe kan het dat zand op een plek blijft liggen en langzaam een duin wordt? Zand hoopt zich op in de luwte van plantjes of voorwerpen (hout). wind

22 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Op sommige plekken in de laagvlakte en op zee liggen kilometers dikke lagen sediment (zand en klei). Door de druk van de bovenliggende lagen wordt het sediment samengeperst en ontstaat sedimentgesteente.

23 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Combineer de volgende sedimenten met de juiste sedimentgesteenten: Schelpen Zandsteen Klei Kalksteen Zand Schalie

24 §4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
Welk soort sedimentgesteente zie je hieronder? Zandsteen Hoe herken je sedimentgesteente? Je ziet de laagjes nog terug en je vindt soms fossielen in het gesteente.

25 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Door welke twee processen worden oude gebergten al honderden miljoenen jaren afgebroken? Verwering en erosie Op welke foto zie je een oud gebergte? Op de bovenste foto

26 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Welke kenmerken hebben oude gebergten? Afgeronde bergtoppen Weinig hoogteverschillen Flauwe hellingen

27 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Welke kenmerken hebben jonge gebergten? Scherpe bergtoppen Grote hoogteverschillen Steile hellingen

28 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Welke kenmerken passen bij de bovenste foto en welke passen bij de onderste foto? -Hooggebergte -Ardennen -Toppen boven de 1500 meter -Alpen -Toppen tussen de 200 en 500 m -Pyreneën -Heuvelland

29 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Heuvelland Toppen tussen de 200 en 500 m Ardennen Hooggebergte Toppen boven de 1500 meter Alpen Pyreneën

30 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Hoe is het plooiingsgebergte de Alpen ontstaan? Zet de volgende processen in de juiste volgorde. Tussen Italië en de rest van Europa ligt een zee. Het sedimentgesteente wordt samengeperst en omhoog geduwd. In deze zee komen rivieren uit die zand en klei neerleggen. Langzaam ontstaat sediment- gesteente op de bodem van de zee. Afrika en Italië bewegen noordwaarts. 1 5 2 3 4

31 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Hoe zijn de Alpen ontstaan? Tussen Italië en de rest van Europa ligt een zee. In deze zee komen rivieren uit die zand en klei neerleggen. Langzaam ontstaat sediment- gesteente op de bodem van de zee. Afrika en Italië bewegen noordwaarts. Het sedimentgesteente wordt samengeperst en omhoog geduwd.

32 §5 Gebergten verslijten, gebergten ontstaan
Hoe zie je op de foto rechts dat het sedimentgesteente in de verdrukking is gekomen? Het gesteente is niet meer horizontaal gelaagd maar geplooid. In gebergten komen ook stollingsgesteenten zoals graniet voor. Stollingsgesteente ontstaat wanneer vloeibaar materiaal (magma) onder de grond stolt.


Download ppt "2vwo Hoofdstuk 2 Landschap § 2-5"

Verwante presentaties


Ads door Google