De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Motiverende gespreksvoering

Verwante presentaties


Presentatie over: "Motiverende gespreksvoering"— Transcript van de presentatie:

1

2 Motiverende gespreksvoering
Doel: verandertaal Basistechnieken: ORBS Uitgangspunten: DROMO Geest van MGV: ASO © Ekklesia Advies 2

3 MGV: Basishouding Geest van MGV ezelsbruggetje ASO
Autonomie: de hulpvrager is verantwoordelijk voor zijn weg Samenwerken [coöperatief] Ontlokken deskundigheid en verlangen klant [evocatief] © Ekklesia Advies 3

4 Uitgangspunten Uitgangspunten van MGV: DROMO Druk empathie uit
Reparatiereflex onderdrukken Ontwikkel discrepantie Meebewegen met weerstand Ondersteun persoonlijke effectiviteit © Ekklesia Advies 4

5 Uitgangspunten MGV Druk empathie uit
Aanvaarding schept mogelijkheden tot verandering Vakkundig reflectief luisteren is fundamenteel Accepteer ambivalentie als normaal © Ekklesia Advies 5

6 Uitgangspunten MGV Reparatiereflex onderdrukken
Je neiging om te snel te adviseren Je neiging om aan te geven dat iets schadelijk is Je neiging om jouw irritatie over het lijden/geknoei van de ander zo snel mogelijk uit de wereld te hebben Alleen de jongere, niet jij, kan de keus om te veranderen maken © Ekklesia Advies 6

7 Uitgangspunten MGV Ontwikkel discrepantie
Niet veranderaar, maar cliënt, jongere moet argumenten voor verandering aandragen Verandering wordt gemotiveerd door een discrepantie tussen huidig gedrag en belangrijke doelen en waarden © Ekklesia Advies 7

8 Uitgangspunten MGV Meebewegen met weerstand (zie verder)
Vermijd discussie/debat Weerstand = feedback: dit vraagt om een andere reactie Nieuwe perspectieven worden uitgelokt, niet opgelegd © Ekklesia Advies 8

9 Uitgangspunten MGV Ondersteun zelfeffectiviteit:
Positief bekrachtigen, hoop en optimisme >> Als pedagoog gelooft dat verandering mogelijk is, neemt motivatie toe [self fullfilling prophecy] Motivatie is ‘cocktail’ van ervaren noodzaak en vertrouwen klant in kunnen doen wat wordt gevraagd. © Ekklesia Advies 9

10 MGV: Basistechnieken Vijf basistechnieken ORBS-U: Open vragen stellen
Reflectief luisteren Bevestigen Samenvatten Met als doel: Uitlokken van verandertaal © Ekklesia Advies 10

11 Basistechnieken: Reflectie
Statement en directief Interpretatie door veranderaar Geen vraag!!! Begrip laten zien/horen i.p.v. vragen of je het begrepen hebt © Ekklesia Advies 11

12 Reflectief denken “Ik zou willen dat ik wat meer balans in
mijn leven had.” Schrijf drie mogelijke reflecties neer. © Ekklesia Advies 12

13 Mogelijke boodschap Ik werk teveel Ik ben op zoek naar mindfull leven
De verhouding ‘actie’ : ‘reflectie’ is scheef Ik zou graag minder snel uit mijn evenwicht raken Etc. etc. etc. © Ekklesia Advies 13

14 Eenvoudige reflectie Je werkt teveel Je zou meer mindfull willen leven
De verhouding ‘actie’ : ‘reflectie’ is scheef Je zou graag minder snel uit je evenwicht raken Etc. etc. etc. © Ekklesia Advies 14

15 Eenvoudige reflectie: oefening
A: Iets wat ik als bijzonder ervaren heb, deze zomer, was/is ……………………………. B: eenvoudige reflectie © Ekklesia Advies 15

16 Basistechnieken: Open vragen
Open vragen stellen Ander doet grotendeels het woord Jij blijft uit de expertrol Roept minder weerstand op Ander minder snel onderverantwoordelijk © Ekklesia Advies 16

17 Vragen: onbedoelde nadelen
Je haalt de ander uit zijn ‘flow’. Hij praat eerder uit zijn hoofd dan uit zijn ‘buik’ Het zijn [vaak] de experts die de onderzoekende vragen stellen. expert><coöperatief MGV: streef naar minimaal 2 reflecties na elke open vraag © Ekklesia Advies 17

18 Reflectief luisteren Naast eenvoudige reflecties:
Vergrotende en verkleinende Verdiepende: kan sterk directief: verdiepen naar vooronderstellingen, mentale modellen, waarden, affect Dubbelzijdige Complexe reflecties Reflectie van gevoel, bedoeling © Ekklesia Advies 18

19 Reflectief luisteren Vergrotende reflecties:
A: Dat interesseert mijn ouders niet Pedagoog: Jouw ouders zin alleen met hun eigen ding bezig. Hoe het jou gaat zal ze worst zijn. A: Nou, alleen met hun eigen ding… © Ekklesia Advies 19

20 Reflectief luisteren Verkleinende reflecties:
Op zoek naar emotie kan verkleinen helpen Pedagoog: Dat maakt je af en toe een beetje kwaad B: Nou, meer triest. Ik … Of B: Een beetje kwaad?! Ik … © Ekklesia Advies 20

21 Verdiepende reflectie : naar vooronderstelling
Reflectief luisteren Verdiepende reflectie : naar vooronderstelling A [neigt naar obesitas]: En dan gaan we straks in juni ook op schoolkamp. Daar wordt ik down van. Pedagoog: In de zomer is het zo-wie-zo lastig om je lichaam te verhullen en aan een slaapzaal zonder privacy moet je niet denken © Ekklesia Advies 21

22 Verdiepende reflectie : naar mentaal model:
Reflectief luisteren Verdiepende reflectie : naar mentaal model: “ Als meisje kun je een jongen die onveilige seks wil niet weigeren. Dan ben je een muts.” Verdiepende reflectie : naar affect: “je wordt al moe bij de gedachte” of “je staat te popelen en hebt er zin in” © Ekklesia Advies 22

23 Reflectief luisteren Dubbelzijdige reflectie: Let op: EN i.p.v. MAAR
Wat is het verschil? © Ekklesia Advies 23

24 Basistechnieken: Bevestigen
Stel vast wat sterk is. Liever geen compliment [al zal dat in de begeleiding van jongeren beter ‘ontvangen kunnen worden dan bij leeftijdsgenoten’] Liever niet: Tof dat je dat met je ouders hebt besproken. Maar: Je zag tegen dat gesprek op en hebt het toch gevoerd. Als het nodig is kun je doorbijten bij iets dat lastig of eng is.. © Ekklesia Advies 24

25 Basistechnieken: Bevestigen
Specifiek Liever niet: Jij bent een verstandige meid Maar: Verstandig dat je nadenkt over de verschillende dingen die je kunt doen Niet IK maar JIJ Liever niet: Ik ben heel blij dat je minder bent gaan drinken Maar: Het is je gelukt om minder te drinken Of: Als jij je iets voorneemt dan ga je er ook voor Of: Geweldig dat het lukte om minder te drinken © Ekklesia Advies 25

26 Basistechnieken: Samenvatten
Versterkt wat gezegd is Toont aan dat je zorgvuldig hebt geluisterd Helpt de ander zijn verhaal te structureren Bereidt de klant voor op nader onderzoek © Ekklesia Advies 26

27 Basistechnieken: Samenvatten
Verzamelende samenvatting - ‘Boeketje verandertaal’ dat je teruggeeft - Kort …… En verder?” Koppelende samenvatting - Om ambivalentie te verwoorden - ……… en …… [niet: maar, toch: ‘vlakgomeffect’] Overgankelijke samenvatting - Als afsluiting gesprek - Als overgang Fase 1  Fase 2. © Ekklesia Advies 27

28 Motivationele gespreksvoering 3
Agenda: tot nu toe: vragen m.b.t. literatuur, studiehandleiding etc. (mogelijke motiverende reactie -> goede vraag; gezien de tijd: hoe kun je antwoorden buiten de les vinden?) Verandertaal Ambivalentie Bezwaartaal Weerstand

29 Motivationele gespreksvoering 3
tot nu toe: fase 1: bewustwording van het probleem en het gerelateerde gedrag. fase 2: overweegstadium: ik wil wel/niet veranderen. Bijzonder: bewust worden van je probleem leidt al tot een proces: a) acceptatie b) ontkenning maar ondertussen toch weten… bewustwording kan leiden tot frustratie en daarmee intrinsieke motivatie. gedrags – 0 meting: hoe vaak, wanneer, etc. doe je dat gedrag? fase 3: beslis en voorbereid stadium: “Ik ga (bv. de 30 dagen van Ted) …. anders doen”. Om dat te realiseren ga ik ………….. fase 4: Ik voer dat plan deze week uit, vogens plan van aanpak. We hebben volgende week vervolggesprek.

30 Gedrags – 0 - meting Wie is het goed afgegaan?
Bij wie was ging het nog niet zo makkelijk? Feedbackopdracht voor de groep. Wie het goed is afgegaan: kun je vertellen hoe je het hebt gedaan? Wie niet zo makkelijk: a) vertel hoe het is gegaan, b) groep 1: gidsen, formuleer gidsende stimulans, 2 :volgen, formuleer volgende stimulans 3: richtinggeven. Formuleer richtinggevende stimulans. c) demonstratie 3 x stimulans – rest krijgt observatie opdracht daarna feedback.

31 uit de lessen tot nu toe: 2 stappen vooruit – 1 achteruit
terugval, weerstand etc. hoort bij veranderingsprocessen. Onze taak om de oorspronkelijke motivatie steeds te activeren. Diverse gesprekstechnieken of gesprekken zelf moeten soms worden “teruggehaald”. Maak echt realistisch weekplan (bv. experiment om een week tussen 9 en 10 uur niet te roken) om succeservaring te realiseren. Vergroot de positieve ervaringen in het gesprek uit. Onderscheid richting geven, volgen en gidsen “ik wil je helpen op jouw manier jouw doel in jouw tempo te bereiken” Welke eyeopeners ben ik vergeten?

32 (H 7-8-9) Verandertaal / bezwaartaal / weerstand.
Veranderen heeft voor- en nadelen. Brainstorm in groepjes 3: Hoe verandert mijn leven als ik stop met ……bv. roken, pc spelletjes, Macs, eerder naar bed ga ets.). denk aan bv. gezondheid, sociale contacten, financieel, tijd etc. Voordeel voor jezelf Voordeel voor anderen gezondheid: Sociale contacten: Financieel: Etc….. Nadeel voor jezelf Nadeel voor anderen

33 Ambivalentie = normaal.
eerdere moeizame ervaringen met veranderen omgeving cultiveert oude patroon. Intrinsieke of extrinsieke motivatie? Hoe dan? Onzekerheid mbt de toekomstsituatie… er is altijd een maar….(en dat is the issue!)

34 herkomst ambivalentie
rivaliserende positieve doelen: studeren – vrije tijd. kiezen tussen 2 kwaden: stoppen met roken is minder genot en minder sociale contacten. Positieve en negatieve kant: veel toestaan geeft gezelligheid, maar ook chaos. Vaak spelen meerdere positieve en negatieve stromingen tegelijkertijd.

35 ambivalentie herkennen in inzet en taal:
Ambivalentie:“Zo erg was het eigenlijk niet… “Het is nu eenmaal zo, dat moet ik accepteren” “het lukt mij toch niet” “Zoveel beter is die gewenste situatie eigenlijk ook niet… “Ik moet eerst …., dan pas kom ik daar aan toe…” “Wat zullen anderen er van vinden?” “Ik weet niet hoe…?” Verandertaal: “ik wil het gewoon anders! “Ik kan best een aantal dingen anders aanpakken “zoals het nu is, is het niet ok “Verandering biedt veel voordelen”…

36 brainstorm: ambivalentie herkennen in inzet en taal:
Is er verschil in lichaamstaal bij bezwaarfase en veranderfase…? bezwaartaal verandertaal

37 ambivalentie herkennen
het denken, de energie en handelen stagneert…. Onderzoek wat daarin de kern is. “Ik wil er wel van af maar ben daartoe zelf niet in staat” (schulden, opvoedproblemen etc). De coachee appelleert aan je drang om te helpen/aardig te zijn: “neem de last van me over – doe jij het – jij kan het zo goed – ik kijk wel!”. Bespreek de last (en eventuele winst van het probleem), wat wil je dan wel?(voldoende geld, beter contact met mijn kind.

38 ambivalentie herkennen
het denken, de energie en handelen stagneert…. Onderzoek wat daarin de kern is. B) “Ik heb geen probleem, jij maakt dat ervan…” Onderzoek: hoe huidige situatie is (incl.voor+ nadelen) en gewenste situatie. Versterk de discrepantie: “als jij kiest voor het gedrag wat de huidige situatie in stand houdt….oke, da’s een keuze. Je noemde net ook nadelen, nl…. Je noemde ook voordelen van die nieuwe situatie…” zie basistechnieken hoofdstuk 5. Bewustwording van gedrag dat strijdig is met wat werkelijk belangrijk is in het leven leidt tot gedragsverandering.

39 ambivalentie verkennen
Open vragen, onderzoek en verdiep je in de voor en nadelen, wat wil hij/zij het liefst???? Da’s toch beter dan het nu handhaven…, reflecteer op eerdere positieve ervaringen van wel-kunnen. Valkuil: hulpverlener concludeert wat de ander moet gaan doen; laat ‘t laatste woord aan de coachee! (verandertaal geeft uiting aan het voornemen tot verandering).

40 2 fasen verandertaal: (hardop denkend): Ik zou wel willen, ik denk erover om, Zo kan het niet langer, Ik geloof wel dat dat kan lukken… Respons: Uitlokken: waarom is het juist nú van belang? Wat precies denk je dat zal gaan lukken? Eigen voorbeelden (zie 7.6….). Zoek de Positieve uitzondering: Was er een keer dat het wél goed ging? Uitvergroten door uitgebreid te laten vertellen hoe daarin gehandeld is: het eigen succes opnieuw doen ervaren.

41 2. Vertrouwen uitlokken Wat je wilt bereiken, is dat in het algemeen haalbaar? Schat je in dat het ook voor jou haalbaar is? Hoe zou je dat kunnen realiseren? Valkuilen: Adviseren bv Volgens mij moet jij dat kunnen / moet je het zo aanpakken/ geruststellen: “het komt wel goed”…je neemt daar-mee de eigen verantwoordelijkheid over, verkleint autonomie. Meegaan in pessimisme: “Ja ik snap wel waarom je twijfelt…..”. Wel: verandertaal versterken: Ik zie helemaal je energie als je over die nieuwe situatie praat Zijn er nog andere manieren of meer aspecten waardoor je het doel kan gaan realiseren. Daarnet zag ik nog iemand vol aarzeling, maar nu u bedacht heeft hoe u het kunt gaan aanpakken, wauw!

42 Andere feedbackvormen (1)
Assessment feedback: gebaseerd op een ‘meting’ van het nu t.o.v. de omgeving of de ontwikkeling. “een tijdje terug reageerde je net als die hele groep, nu zie ik ……” of “weet je nog hoe je hier 2 maanden terug op gereageerd zou hebben? En nu?” Kun je dan zeggen dat er van verandering sprake is????

43 Andere feedbackvormen (2)
Inschat-schalen: (denk ook aan wondervraag) Als je een cijfer tussen 0 en 10 zou geven voor het belang voor jou om dit doel te bereiken, wat voor cijfer zou je dan geven? - Als je een cijfer tussen 0 en 10 zou geven voor jouw motivatie om dit doel te bereiken, wat voor cijfer zou je dan geven? Hoeveel SMART-doelen heb je inmiddels geformuleerd waarvan het belang en/of je motivatie matig was? Vanaf nu: SMARTI (inspirerend)

44 Andere feedbackvormen (3)
Beslissingsbalans. “we hebben de voor- en nadelen van de huidige situatie, en de voor- en nadelen van de nieuwe situatie op een rijtje gezet. Als je dat nu naast elkaar zet, als in een balans…. Voor welke situatie kies je dan?” Groepjes van 3: oefen 1 feedbackvorm.

45 “als ik eerlijk zou zijn, dan zit ik straks met de brokken”
In Bezwaartaal hoor je de ambivalentie/weerstand, overhellen naar handhaven van de huidige situatie. “nu ik ziek ben, merk ik hoe fijn het is thuis te zijn…. Bv. geen last van school/werkdruk. “als ik eerlijk zou zijn, dan zit ik straks met de brokken” “Ik heb het geprobeerd, maar …..” “ach, mannen zijn allemaal hetzelfde, wat heeft het voor zin?” Etc Eigen voorbeelden van bezwaartaal

46 Omgaan met bezwaartaal 1.
1. Empathie, afstemmen op die ander. 2. Erken het als bezwaar. 3. Verken het bezwaar. 4. Reflecteren 5. Naast de cliënt gaan staan. 6. Blikrichting veranderen. 7. Keuzevrijheid benadrukken. 8 Herkaderen (iets positieve betekenis geven. 9. Meegaan en een draai geven. Valkuil bij empathie: te diep ingaan op het bezwaar leidt tot bestendiging en vergroting van de bezwaren. “Tja, die kans is groot dat hij het dan uitmaakt. En ja, in zo’n situatie ligt een depressie op de loer….”.

47 Omgaan met bezwaartaal, voorbeeld.
“Ik ben vorige week vreemd gegaan, voel me rot, ik zou het eigenlijk moeten vertellen, maar durf niet….” Empathie, afstemmen op die ander. “Dat is lastig, ik kan me voorstellen dat je je daar rot over voelt”. (stilte) 2. Erken het als bezwaar. “Tja, als je het vertelt zal hem dat zeker raken”. 3. Verken het bezwaar. “Waar ben je precies bang voor?” 4. Reflecteren. “dus je wilt eerlijk zijn, maar bent bang dat hij het dan uitmaakt”… 5. Naast de cliënt gaan staan.

48 Omgaan met bezwaartaal, voorbeeld.
“Ik ben vorige week vreemd gegaan….” vervolg 5. Naast de cliënt gaan staan. “Dat is ook lastig: hij is belangrijk voor je, maar ook eerlijkheid…” 6. Blikrichting veranderen. “Maar hoe zou het voor je zijn om met dit geheim met hem door te gaan?” 7. Keuzevrijheid benadrukken. “Tja, dus je hebt 2 mogelijkheden: of verzwijgen of eerlijk zijn” 8 Herkaderen (iets positieve betekenis geven). “Als je kiest voor eerlijk zijn is dat niet alleen moedig, het maakt ook duidelijk hoe belangrijk jij het vindt om eerlijk te zijn in een relatie hoe moeilijk dat ook is”. 9. Meegaan en een draai geven. “ik vond het fijn dat wij er eerlijk over hebben kunnen praten. Het is spannend hoe hij gaat reageren. Succes! Ik zie je morgen weer.”

49 3. Verkennen bezwaartaal ORBS Open vragen stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen Samenvatten, Verandertaal uitlokken Opdracht: Je vriendin heeft nieuwe schoenen gekocht. Niet echt nodig, er waren thuis afspraken gemaakt over geld, kon het niet laten, wat nu? A) formuleer minimaal 4 open vragen aan deze vriendin. B) in trio: die vriendin, jij als gesprekspartner, een observator. De observator en vriendin geven later feedback op ORBS, de stappen en bloopers. nb. Bloopers kun je i.h.a. herstellen en….Van bloopers kun je juist leren!

50 Weerstand (reactie op de druk die men ervaart)
“Ik ben vorige week vreemd gegaan….” vervolg Reacties als: “Dus jij vindt dat ik eerlijk moet zijn? Jij hebt makkelijk praten, jouw vriend pikt alles van jou”, “Jij kent hem niet zoals ik hem ken…” “Jij hebt een dak boven je hoofd, ik sta straks op straat”… “Jij begrijpt het gewoon niet…”, je zit te drammen!” zijn signalen dat je onvoldoende was afgestemd op de eigenheid van de ander.

51 Stelling: “Ik ben vorige week vreemd gegaan….” vervolg Reacties als:
“Dus jij vindt dat ik eerlijk moet zijn? Jij hebt makkelijk praten, jouw vriend pikt alles van jou”, “Jij kent hem niet zoals ik hem ken…” “Jij hebt een dak boven je hoofd, ik sta straks op straat”… maken duidelijk dat mijn vriendin er dus voor kiest het te verzwijgen.(en dat vind ik…)

52 Stellingen. mijn cliënt kiest er dus voor het te verzwijgen, dat vind ik… A. Een goede hulpverlener moet de cliënt ervan overtuigen hoe belangrijk eerlijkheid is…. Waar …………. Niet waar? B. Vervang het woord eerlijkheid door een eigen overtuiging. Bespreek in trio’s hoe daarmee om te gaan.

53 Bron van weerstand De coachee heeft het gevoel dat je:
subtiel probeert te overtuigen. (hoevaak zeg je wat jij vindt dat moet en zegt dan “toch?”) Je veel veronderstellingen over die ander hebt Je eigen normen projecteert Geen echte belangstelling/tijd hebt Teleurgesteld bent (ook over jezelf) en wilt forceren etc.

54 Weerstand ontdekken Tegenspreken en argumenteren. “Ja, maar..”,”Nee, want..” Onderbreken en/of overnemen vh gesprek “Hoe kun jij dat nou weten, jij hebt geeneens kinderen”. Van onderwerp veranderen Schijnbaar meewerken, sociaal wenselijk/pleaserig gedrag (maar geen echte inzet). Zwijgen / koppig.

55 Wanneer is er vaak weerstand?
Als de doelen niet van de client zelf zijn. Als de cliënt veel faal-ervaring heeft (m.a.w. zichzelf beschermt tegen opnieuw falen) Als de maatschappij (en daarmee de coach) het te veranderen gedrag afkeurt (bv. Diefstal, incest etc.). De cliënt voelt zich bij voorbaat geïdentificeerd als dader. Negatieve ervaringen met eerdere hulpverleners. (Denk ook aan de structurele ontrouw in de organisatie van de jeugdbescherming in Nederland: veel wisselingen,overplaatsingen etc.) Verstandelijke beperking/dementie etc.

56 Omgaan met weerstand Realiseer je dat die cliënt een impliciete veroordeling verwacht (de IB-er waarmee je moet praten ivm spijbelen, de reclassering etc) Reflectief luisteren: open opstellen, je verplaatsen in de ander. ORBS toepassen. (Open vragen stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen, Samenvatten, Verandertaal uitlokken) Open staan voor zijn beleving, voor de persoon zelf ipv het gedrag. Niet afwijzend reageren op de negativiteit vd ander. Neem de tijd.

57

58 Opgedrongen doelen (1) Bv. Bij uithuisplaatsing: jij moét dát leren.
Voor de cliënt vertegenwoordig je het systeem. Probeer daaruit te komen “Dat zijn de regels. Het is niet relevant wat jij of ik daarvan vinden. Ik moet ze handhaven. Wat ik zou willen is –als jij daarvoor kiest- jou helpen minder straf te krijgen en je beter aan de regels te kunnen houden. Als je dat wilt….” Spreek minder over probleem, meer in termen van “zorgen”, “tegenslag”, “aandachtspunt”. Empathie: toon begrip voor weerstand. Hoe zou het voor jou zijn om uithuis geplaatst te worden? Om iedereen te horen denken “eigen schuld, dikke bult”.

59 Opgedrongen doelen (2) Bv. Bij uithuisplaatsing: jij moét dát leren.
Maak onderscheid tussen de opgelegde doelen, en doelen die voor de cliënt zelf belangrijk zijn…. “Hoe kijk jij er tegen aan? Wat vind jij dat je zou moeten leren?” (ga uit van ontkenning-ik heb het niet gedaan, ben erin geluist”. Een werkrelatie opbouwen vergt tijd). Als er sprake is van ontkenning… Hoe het precies is gegaan is niet meer zo relevant, je bent veroordeeld en in deze groep geplaatst. Ik zou willen weten waar ik je het beste mee kan helpen? Hard op inhoud (duidelijk/neutraal : dit zijn regels, grenzen, verwachtingen, consequenties. Respecteer persoonlijke keuzes), zacht op relatie (niet negatief/confronterend, iets voor de ander willen betekenen

60 Overige gesprekstechnieken bij weerstand
ORBS Reflectie Omgaan met agressie________________________ Bij gedwongen maatregel of bv. een klein lontje is er vaak agressie. Bij verslaving of stoornis. Bij gewenning aan “functionele agressie geeft macht”. Creëer veiligheid voor iedereen, Creëer tijd, Vermijd discussie. Doseer reflectie en feedback “Als je zo schreeuwt kan ik je niet horen.”, “als je fysiek wordt, roep ik bewaking”. Wees duidelijk als je proeft dan agressie een functioneel chantagemiddel is. Let op eigen emotie: belangrijk betrokken en neutraal te zijn. Voel je agressie of angst organiseer steun en bespreek je eigen emotionaliteit in je team.


Download ppt "Motiverende gespreksvoering"

Verwante presentaties


Ads door Google