De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Criminaliteit Pagina 132 tot en met 146.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Criminaliteit Pagina 132 tot en met 146."— Transcript van de presentatie:

1 Criminaliteit Pagina 132 tot en met 146

2 CRIMINALITEIT §1: Doen wat niet mag
Strafbaar gedrag: dat je wetregels overtreedt Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan misdrijf: overtreding: Vernieling, diefstal - rijden zonder licht inbraak, verkrachting door rood rijden Strafblad - geen strafblad Gevangenis -hechtenis Medeplichtig -niet medeplichtig Zwaardere straf -minder zware straf Crimineel -overtreder/ of niets

3 CRIMINALITEIT §1: Doen wat niet mag
Veelvoorkomendecriminaliteit: misdrijven die relatief vaak voorkomen: - winkeldiefstal - zakkenrollen - voetbal vandalisme -vernielingen Zware criminaliteit: - verkrachting - moord - roofoverval Verborgen criminaliteit: - belastingfraude - onterechte uitkering - internetcriminaliteit

4 CRIMINALITEIT §1: Doen wat niet mag Materiele schade:
Criminaliteit kost miljarden euro’s per jaar De tv die uit je huis gehaald is De fiets die gejat is Niet-materiele schade: Slapeloze nachten omdat er ooit is ingebroken Bang zijn op straat, wegens een overval

5 CRIMINALITEIT §2: Waarom gebeurt het?
Persoonlijke kenmerken van een crimineel; NIET: uiterlijk, NIET: Lagere maatschappelijke positie WEL: - vaker door mannen dan door vrouwen - slechte opvoeding leidt vaker tot crimineel gedrag - Groepsgedrag: als je vrienden het doen... - Spijbelaars/zonder diploma mannen vaker dan vrouwen?

6 CRIMINALITEIT §2: Waarom gebeurt het? Maatschappelijke oorzaken
 Normen en waarden zijn minder streng Sociale controle is minder geworden (pakkans is daardoor kleiner)  In een grote stad gebeurd het vaker  Alcohol en drugs gebruik toegenomen! Bindingstheorie van Hirschi: Criminaliteit een combinatie van individuele en maatschappelijke oorzaken. Niemand is alleen meer goed, iedereen kan misdadiger zijn. Ligt aan de bindingen die je hebt: vrienden, band met familie, werk etc

7 CRIMINALITEIT Casus van Pieter bron: rechtvoorjou.nl

8 CRIMINALITEIT

9 CRIMINALITEIT

10 CRIMINALITEIT

11 CRIMINALITEIT Pieter wordt opgepakt door de politie. Hij moet mee naar het bureau. Daar wordt besloten dat hij voor de rechter moet komen. Enkele weken voor de rechtszitting krijgt Pieter een dagvaarding. Dat is de oproep om voor de rechter te verschijnen.Pieter moet niet voor de politierechter komen (die is alleen bij lichte misdrijven) maar bij de meervoudige kamer. Deze bestaat uit 3 rechters en is bedoeld voor zware misdrijven zoals moord en mishandeling.

12 CRIMINALITEIT §3: Opgepakt…en dan?
Pieter is nu de verdachte: de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan. Een redelijk vermoeden van schuld. De politie kan een aantal dingen doen om een zaak op te lossen:  Fouilleren: je kleding en lichaam wordt onderzocht  Arresteren: je moet mee naar het politiebureau voor verhoor. (je kan een paar dagen worden vastgehouden)  Huis doorzoeken: zoeken naar bewijsmateriaal. Huiszoekingsbevel nodig.

13 CRIMINALITEIT §3: Opgepakt…en dan? 3 keuzes:
Seponeren: OvJ onderneemt geen stappen. Je hoeft niet naar de rechter. Vaak door onvoldoende bewijs, of als je al ‘genoeg gestraft’ bent.  Schikking: je hoeft niet naar de rechter. Je kan een boete betalen of iets dergelijks.  Vervolgen: Je moet WEL naar de rechter. De rechter zal beslissen of je schuldig of onschuldig bent. Vrijspraak: als de rechter bij vervolging beslist dat je onschuldig bent. Schuldig: als de rechter bij vervolging beslist dat er genoeg bewijs tegen je is, ben je schuldig.

14 CRIMINALITEIT §3: Opgepakt…en dan? Wat gebeurt er met verdachten

15 §4: Schuldig of Onschuldig?
Rechter: Beslist of de verdachte schuldig is en bepaalt de straf Griffier: Noteert alles wat er gezegd wordt Officier van justitie: wil bewijzen dat de verdachte schuldig is Verdachte: de persoon die verdacht wordt van een misdrijf Advocaat: verdedigt de verdachte.

16 CRIMINALITEIT §4: Schuldig of Onschuldig? 1 hoge raad In cassatie gaan
5 gerechts hoven In hoger beroep gaan 19 recht banken

17 CRIMINALITEIT §4: Schuldig of onschuldig
Pieter weet precies wat er gaat gebeuren: De rechter controleert alle persoonlijke gegevens. (naam, geboortedatum, adres) OvJ leest de aanklacht voor. Daarin staat waarvan Pieter verdacht wordt en wanneer het is gebeurd. De rechter, de OvJ en de advocaat gaan Pieter nu vragen stellen. Bvb of hij wel eens eerder met de politie te maken heeft gehad Een vriend is opgeroepen als getuige. Hij moet eerlijk vertellen wat er is gebeurd. Getuiges mogen niet liegen!

18 CRIMINALITEIT §4: Schuldig of onschuldig
5. De OvJ legt uit waarom hij vindt dat Pieter schuldig is en eist een straf 6. De advocaat neemt het dan op voor Pieter en vraagt om strafvermindering 7. Pieter mag als verdachte zelf het laatste woord hebben en spijt betuigen. 8. De rechter spreekt het vonnis uit: Hij veroordeelt Pieter tot 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 120 uur taakstraf. Voorwaardelijk betekent dat Pieter voorlopig niet de gevangenis in hoeft, tenzij hij weer zoiets stoms doet.

19 CRIMINALITEIT §4: Schuldig of Onschuldig? Soorten straffen:
Hoofdstraffen: zoals gevangenisstraf, geldboete, taakstraf - Bijkomendestraf: zoals rijbewijs inleveren - Maatregelen: TBS (ter Beschikking stelling aan de staat), agressietraining, etc Pieter krijgt van de rechter 2 maanden voorwaardelijk en een taakstraf als hoofdstraf en de maatregel dat hij agressietraining moet volgen.

20 CRIMINALITEIT §5: Wat doen we eraan? Waarom straffen we?
afschrikking: mensen moeten niet crimineel willen worden Resocialisatie: gedrag verbeteren, zodat criminelen terug kunnen in de samenleving Veiliger: criminelen zitten in de gevangenis, dus is het daarbuiten veiliger. Wraak: slachtoffers en familiedaarvoor wilden vergelding.

21 CRIMINALITEIT §5: Wat doen we eraan?
Straffen helpt niet voldoende: 4 oplossingen Strenger straffen: straffen hoger maken, hogere boetes, langere gevangenisstraf. Lik-op-stukbeleid: dader sneller pakken én berechten. Taak- en leerstraffen: alternatieve straffen: helpen in de winkel waar je hebt gestolen, dronken iemand aangereden: gehandicapte slachtoffers helpen. Preventie: voorkomen dat er criminaliteit plaats heeft. Meer politie op straat, meer camera’s bij winkels, etc

22 CRIMINALITEIT §6: Drugs en criminaliteit Softdrugs: hasj, wiet 
Pieter was agressief mede door de hoeveelheden drank die hij genomen had. Drugs en drank zijn vaak de oorzaak van misdrijven Opiumwet: alle regels over drugs Softdrugs: hasj, wiet  GEDOOGD NIET LEGAAL! Harddrugs: heroïne, cocaïne, xtc ILLEGAAL Gedoogbeleid: kleine handel en gebruik van soft Drugs wordt met rust gelaten.

23 CRIMINALITEIT §6: Drugs en criminaliteit
Harddrugs bestrijden door de grote misdaadorganisaties aan te pakken. De politie… Pakt grote handel in soft- en harddrugs hard aan Laat kleine handel in softdrugs met rust Pakt het gebruik van klein beetje soft- of harddrugs niet aan

24 CRIMINALITEIT §6: Drugs en criminaliteit
Buitenland heeft veel kritiek op het Nederlandse gedoogbeleid. Voordelen gedoogbeleid: Gedogen softdrugs, daardoor minder gebruik harddrugs. Door gedogen verkoop in coffeeshops, minder overlast op straat. Tegenstanders gedoogbeleid: Kleine stap softdrugs  harddrugs. Risico’s aan sofrdrugs: Minder concentratie Geestelijk verslaafd aan raken

25 CRIMINALITEIT "moordvrouwen" Succes met leren!
Heb je hoger dan een 8.5 ? Dan iets lekkers...


Download ppt "Criminaliteit Pagina 132 tot en met 146."

Verwante presentaties


Ads door Google