De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting

Verwante presentaties


Presentatie over: "Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting"— Transcript van de presentatie:

1 Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting
Week 4 Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting

2 Wat hebben jullie in de praktijk gezien van de theorie?
Voorbeelden ?

3 Hfst 7: Heeft een baby een persoonlijkheid?
Het is passender om te spreken van een gedragsstijl Temperament: een in aanleg individuele reactiewijze die zich al heel jong manifesteert en een zekere stabiliteit vertoont De uiteindelijke persoonlijkheid wordt gevormd door unieke ervaringen, waarop het kind zelf invloed uitoefent: denk aan taal, het kind is niet passief, er is sprake van interactie.

4 Hernieuwde belangstelling als reactie op nurture denken
Thomas &Chess Kinderen verschillen van elkaar,. Ook in identieke omstandigheden Oorzaak van gedragsstoornissen niet in de omgeving Druk op opvoeders Tempo, energie niveau, stemming, gerichtheid van gedrag

5 Temperamentskenmerken blz.136
Regelmaat( voorspelbaarheid) Stemming Aanpassing Toenadering/terugtrekking intensiteit

6 3 temperamentspatronen
Het moeilijke kind Het makkelijke kind De langzame starter Relatieve begrippen Goodness of fit Dwingend gedrag van peuters: hoe interpreteer je dat?

7 Een makkelijk kind Als baby slaapt en eet een makkelijk kind regelmatig. Hij huilt niet extreem veel en is niet gauw boos of geïrriteerd. Hij lacht graag. Als kind is hij opgewekt en heeft hij een positieve instelling. Hij past zich snel aan nieuwe situaties aan en heeft weinig last van stemmingswisselingen. Hij is meegaand en kan zich goed concentreren. Een moeilijk kind Een moeilijk kind wil als baby niet op regelmatige tijden eten en slapen. Hij is snel van slag, huilt veel en past zich moeilijk aan nieuwe situaties aan. Een moeilijke baby is niet gemakkelijk af te leiden of te troosten. Als kind heeft hij sterke, zeer negatieve stemmingen en trekt hij zich het liefst terug bij nieuwe situaties. Hij is snel gespannen. Een langzame starter Een langzame starter is een beetje makkelijk en een beetje moeilijk. Als baby is hij niet erg uitbundig; meestal is hij wat afwachtend. Hij komt langzaam op gang. Hij neigt naar een negatieve grondstemming. Hij is niet zo actief, weinig nieuwsgierig en niet erg gevoelig voor prikkels. Hij reageert meestal kalm en past zich langzaam aan

8 Is dit toereikend om probleemgedrag te voorspellen?
Het makkelijke temperament blijkt stabieler dan het moeilijke: hoe komt dat? Risico- en beschermende factoren

9 Ook toepasbaar op kinderen? lief Cultureel bepaald
Big five Uit psychologie Ook toepasbaar op kinderen? lief Cultureel bepaald Nederlandse ouders bijv hechten minder aan ‘gewetensvolheid’ dan Chinese ouders in hun beschrijvingen

10 5 dimensies Extraversie Vriendelijkheid Gewetensvolheid Stabiliteit
Ideeenrijkdom

11 De verschillende persoonlijkheidskenmerken van kinderen
Op basis van onderzoek onderscheiden psychologen 5 hoofdgroepen van persoonlijkheidskenmerken bij kinderen. Deze komen overeen met de zogenaamde ‘Big Five’: de 5 dimensies waarmee de persoonlijkheid bij volwassenen wordt beschreven. Onder de 5 hoofdcategorieën vallen een aantal subcategorieën met bijbehorende kenmerken. categorie 1: Extraversie toenadering zoeken: ondernemend, vrij in de omgang, niet verlegen positieve emotionaliteit: vrolijk, enthousiast, opgewerkt sociabiliteit: populair, heeft graag mensen om zich heen, energiek categorie 2: Vriendelijkheid dominantie: wil de baas spelen, is nadrukkelijk aanwezig, wil winnen bij sport en spel altruïsme: zorgzaam, vriendelijk, trouw genegenheid: gevoelig, aanhankelijk, heeft behoefte aan warmte en genegenheid meegaandheid: eerlijk, accepteert grenzen, niet agressief categorie 3: Zorgvuldigheid zorgvuldigheid: neemt taken serieus, heeft doorzettingsvermogen, niet gemakzuchtig impulsiviteit: wil allerlei dingen tegelijk doen, druk, kan zichzelf moeilijk vermaken categorie 4: Emotionele stabiliteit stabiliteit: past zich in nieuwe situaties goed aan, heeft weinig tijd nodig om emoties te verwerken zelfvertrouwen: zelfverzekerd, nergens bang voor, kan van zich af bijten hanteerbaarheid: gemakkelijk, gehoorzaam, blijft niet doordrammen categorie 5: Ontwikkeling nieuwsgierigheid: interesseert zich overal voor, leergierig, denkt na over de dingen die hij meemaakt schoolgerichtheid: kan op school goed meekomen, is voor op leeftijdgenoten, doet zijn best voor werk op school creativiteit: fantasierijk, handig in het maken van dingen, probeert veel dingen uit autonomie: regelt zijn zaakjes zelf, vraagt zelden anderen om hulp, kan goed alleen werken

12 Anders dan anders Aanvankelijk: langzame starter
Sociale angst, verlegenheid Rol van de opvoeders belangrijk!

13 Hfst 8 Hechting Hechting is evenals temperament een bouwsteen van de persoonlijkheid. Temperament is nature, hechting heeft alles te maken met de interactie met de omgeving, dus nurture Aapje van Harlow: het gaat om meer dan alleen voeding Hechtingsfiguur, hechtingsgedrag Nabijheid zoeken, rol van huilen Exploratie gedrag

14 Ontwikkeling van gehechtheid
Bowlby Ontwikkeling loopt niet bij elk kind hetzelfde Ainsworth: vreemde situatie test A, B en C type A: (onveilig) vermijdend -onvoldoende vertrouwen in de ander, zoekt het zelf uit B: veilig- vertrouwen in de ander en in zichzelf ( 70 %) C: (onveilig) ambivalent – geen vertrouwen in zichzelf, dwingend vragen om hulp tabel8.3 blz. 196

15 Sensitiviteit en responsiviteit
Opvoedingsverleden van de ouder Werkmodel Kenmerken van het kind, of ontwikkelingsfase Gevolgen voor kinderopvang?

16 1) Opvoedingsverleden van de ouder
Eigen opvoedingsverleden speelt grote rol in de manier van opvoeding eigen kinderen. Vroeger als kind mishandelde ouders vertonen een meer rigide opvoedingspatroon (met meer fysieke straffen). Werkmodel van gehechtheid (verwerking en integratie eigen opvoedingsverleden in huidige persoonlijkheid) bepaald oudergedrag. Drie varianten hoe men negatieve jeugdervaringen verwerkt heeft: a. Veilig werkmodel Æ relativerend, geen haat-/angstgevoelens, niet ontkennend, open b. Vermijdend werkmodel Æ verdringend, oppervlakkig over verleden praten, inconsistent, idealiserend c. Verstrikt werkmodel Æ onverwerkte emoties, uitvoerig en overdreven analytisch. Indeling komt vanzelfsprekend overeen met veilige, vermijdende en ambivalente gehechtheidpatronen (8.4) • Vraag Æ Wat wordt bedoeld met ‘…door de interviewgegevens vooral op betrekkingsniveau en niet zozeer op inhoudsniveau te scoren’? 2) Uitstel van het eerste contact met het kind Zou volgens Klaus en Kennell een grote rol spelen, heeft in ieder geval voor een mindere klinische, afstandelijke benadering bij geboorten in ziekenhuizen geleid, maar resultaten nooit gerepliceerd. Ook adoptiekinderen en premature baby’s (lange tijd in couveuse) vertonen even goede hechting aan verzorger. 3) Aangeboren eigenschappen van het kind Laag geboortegewicht en lage Apgarscore zouden verhoogde kans op ambivalente gehechtheid gegeven. Diversen andere invloeden op sensitiviteit ouder en kwaliteit hechting, zoals laag sociaaleconomische status, temperament (Van den Boom), prikkelbaarheid (volgens Brazelton-schaal (NBAS), zie hoofdstuk 4). Huilbaby’s inderdaad na 1 jaar slechts 28% veilig gehecht. Na interventie (om sensitiviteit ouder te verhogen) echter 68% na 1 jaar veilig gehe

17 Effecten van de gehechtheidkwaliteit
Moeder weliswaar primair gehechtheidfiguur vanuit traditioneel rolpatroon, ook vader belangrijk gehechtheidfiguur. Door veranderde rolpatronen meer en meer aan de orde. Volgens onderzoek kunnen kinderen zich even goed en veilig hechten aan vader, sensitiviteit vader is bepalend voor veilige hechting. Wel verschil omgang vader/moeder en kind Æ bij moeder zorgaspect centraal, vader eerder speelkameraad. Kinderen die aan beide veilig gehecht zijn Æ gunstige prognose voor latere sociale ontwikkeling. Regelmatig niet beschikbaar zijn van primaire gehechtheidfiguur Æ door Bowlby overschat (zou schaden aanrichten), omstandigheden bepalend voor mate van frustratie bij kind (bijv. waar wordt kind achtergelaten, ziekenhuis of crèche?). Ook kwaliteit vervangende zorg (beschikbaarheid, vast personeel, sensitief, groepsgrootte, dagprogramma), vertrouwdheid omgeving, aanwezigheid broertjes/zusjes, aanwezigheid knuffel van invloed. Onderzoek naar herhaalde scheidingen door buitenshuis werken van moeder hebben aangetoond dat moment dat moeder weer gaat werken belangrijk is (tweede helft 1ste levensjaar kan negatieve gevolgen op hechtingsproces hebben) en arbeidssatisfactie belangrijk (moeder tevreden met werk, dan weinig werkdruk en dus ook sensitief naar kind).

18 Gehechtheid en competenties Æ onderzoek toont aan (stressvolle taak voorgelegd aan peuters, die ze onmogelijk zonder hulp van moeder konden oplossen): - A-kinderen (vermijdend gehecht) onvoldoende vertrouwen in ander, valt volledig terug op eigen kunnen (sterk taak gericht, weinig contact gericht). - C-kinderen (ambivalent gehecht) onvoldoende vertrouwen in zichzelf, doet voortdurend beroep op ander, neemt nauwelijks initiatief (sterk contact gericht, weinig taak gericht). - B-kinderen kiezen tussenweg, voldoende vertrouwen in zichzelf en ander, probeert het eerst zelf en vraagt dan ander Æ onderzoek toont hetzelfde resultaat als in de vreemde-situatietest. Ego-veerkracht Æ vermogen om flexibel en vasthoudend te reageren in probleemsituaties, veel ego-veerkracht: bereid en in staat problemen zelfstandig op te lossen, wetende een beroep op een ander te kunnen doen. Ego-controle Æ neiging gevoelens te onderdrukken of juist meteen aan bod te laten komen. Sterke ego-controle (geremd, zich afsluiten van nieuwe en onbekende) en zwakke ego-controle (impulsief, moeite op taak te concentreren) beide dus niet optimaal. Verband ego-veerkracht en gehechtheid Æ twee verwachtingen (zelfvertrouwen en vertrouwen in ander; metafoor twee benen), worden beïnvloed door sociale ondersteuning van buitenaf en veerkracht. Stevige basis om problemen op te lossen (hoge veerkracht). Zowel vermijdend gehecht en ambivalent gehecht kind steunen teveel op één been (lage veerkracht).

19 Gehechtheid en competentie
Maximale ego veerkracht en optimale ego controle Grootste kans hierop bij veilig gehechte kinderen Welke onderwerpen uit de hoofdstukken die we hebben behandeld kom je hierin tegen?

20 tips american history x incendies once were warriors


Download ppt "Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting"

Verwante presentaties


Ads door Google