De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De Europese Rechtsorde na Lissabon: hoe eigen, hoe autonoom ?

Verwante presentaties


Presentatie over: "De Europese Rechtsorde na Lissabon: hoe eigen, hoe autonoom ?"— Transcript van de presentatie:

1 De Europese Rechtsorde na Lissabon: hoe eigen, hoe autonoom ?
Professor Dr. Inge Govaere Universiteit Gent Thorbecke lezing Leiden, 25 Februari 2011

2 Inleidende beschouwing
Na > 50 jaar EU integratie: paradoxale vaststelling Eigen & autonome EU rechtsorde ‘normaal’ Toch meer en meer onder druk Globalisering/Internationalisering van het recht Gestage groeiende omvang EU bevoegdheden Symptomatisch: Kadi I & II zaken (3 sept & 30 sept. 2010): HvJ toetsing financiële EU sancties ter uitvoering VN sanctie resoluties Lijsten personen // Usama Bin Laden , Al Qa’ida netwerk en Taliban 3-ledige kritische vraagstelling (+ 1 horizontale): Bestaansreden & eigenheid EU rechtsorde Structurele druk op autonomie EU rechtsorde Inhoudelijke remedies Horizontale vraag: impact van Lissabon Thorbecke lezing Inge Govaere

3 Een rechtsorde eigen aan de EU
Quid: wat is de Europese Unie ? ‘Sui generis’ ..dooddoener // IO ? Waarnemerstatuut ? // een ‘Staat’ ? “De Unie bezit rechtspersoonlijkheid” (Lisbon, Art. 47 VEU) Belang ? Erkenning (door Lidstaten) van EU als rechtsubject (internationaal publiekrecht) Mogelijkheid voor EU om internationale rechten en plichten te contracteren (procedure Art. 218 VWEU) Doorbraak Lisbon ? Neen: codificatie EG formele rechtspersoonlijkheid (oud Art. 281 EG) EU functionele rechtspersoonlijkheid (oud Art. 24 VEU Amsterdam) Thorbecke lezing Inge Govaere

4 EU rechtspersoonlijkheid na Lisbon
EU rechtspersoonlijkheid thans // staat ? Neen: EU uitdrukkelijk slechts ‘beperkte rechtspersoonlijkheid’ Verklaring N° 24: “De Conferentie bevestigt dat het feit dat de Europese Unie rechtpersoonlijkheid bezit, de Unie geenszins machtigt wetgevend of anderszins op te treden buiten de bevoegdheden die de lidstaten haar in de Verdragen hebben toegedeeld.” enkel partiële overdracht van bevoegdheden Belang van principe van toegekende bevoegdheden (HvJ Advies 2/94, EVRM; Tabaksreclame zaak) Thorbecke lezing Inge Govaere

5 Artikel 5 VEU (oud artikel 5 VEG)
1. “De afbakening van de bevoegdheden van de Unie wordt beheerst door het beginsel van bevoegdheidstoedeling. De uitoefening van die bevoegdheden wordt beheerst door de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.” 2. “Krachtens het beginsel van bevoegdheidstoedeling handelt de Unie enkel binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de Verdragen zijn toegedeeld om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. Bevoegdheden die in de Verdragen niet aan de Unie zijn toegedeeld, behoren toe aan de lidstaten.” Thorbecke lezing Inge Govaere

6 Partiële overdracht van bevoegdheden naar EU
dewelke nodig om de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken toegekend door de Lidstaten (Lisbon) LS ‘Masters of Treaties’ (BVG Lisbon) v. ‘kompetenz-kompetenz’ HvJ (nieuwe) bevoegdheden: gedeelde en ondersteunende eerder dan exclusieve Bevoegdheidsafbakening: ‘catalogus’ (Art. 2-6 VWEU) Thorbecke lezing Inge Govaere

7 Thorbecke lezing Inge Govaere
Aard van EU Verdrag Grondwet ? Juridisch versus politiek begrip Europeesrechtelijk Instrument ? Geen rechtshandeling ex Art. 288 VWEU Verdrag naar internationaal publiekrecht ? Procedure Verdragswijziging en Toetredingsverdragen nieuwe LS (Art. 48 & 49 VEU) unanimiteit LS GW ratificatie in alle LS HvJ EU (Maastricht Verdrag arrest) Verdrag tussen LS HvJ geen jurisdictie wettigheidtoetsing (wel interpretatie !) EHRM (Matthews arrest) Primaire Verdragen toe te rekenen aan de LS EHRM wel jurisdictie wettigheidtoetsing Thorbecke lezing Inge Govaere

8 Imperfecte overdracht van bevoegdheden naar EU
overdracht ogv EU Verdrag // int’l publ. r. bindend voor LS intra-EU context t.o.v. elkaar extra-EU context (Mox arrest, cf. later) niet bindend voor derde landen LS blijven ‘fully fledged states’ EU als ‘+ factor’ Thorbecke lezing Inge Govaere

9 SPECIALE WERKING VAN EU VERDRAG
Vraagstelling: Van Gend & Loos t. Nederlandse Administratie der Belastingen arrest (1963) Kan verdragsverplichting tov LS worden ingeroepen door particulieren (oud art. 12 EEG)? LS : Neen: Referentiekader is internationaal publiekrecht Verdrag schept rechten & plichten tussen staten Doorwerking in nationale rechtsorde: Verdrag zelf (in casu niet) ..of anders GW (monisme of dualisme) HvJ: quid verwezenlijking doelstelling EU Verdrag ? ‘Purposive approach’, The EC and the rule of law, Lord Mackenzie Stuart (1977) Expertise rechters ttv Van Gend & Loos ? Thorbecke lezing Inge Govaere

10 Van Gend & Loos: “Pacific judicial revolution”*
“OVERWEGENDE DAT HET OOGMERK VAN HET E.E.G.-VERDRAG, NAMELIJK DE INSTELLING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT WIER WERKZAAMHEID DE INGEZETENEN DER GEMEENSCHAP RECHTSTREEKS BETREFT, MEEBRENGT DAT DIT VERDRAG MEER IS DAN EEN OVEREENKOMST WELKE SLECHTS WEDERZIJDSE VERPLICHTINGEN TUSSEN DE VERDRAGSLUITENDE MOGENDHEDEN SCHEPT;” (…) “DAT UIT DEZE OMSTANDIGHEDEN MOET WORDEN AFGELEID, DAT DE GEMEENSCHAP IN HET VOLKENRECHT EEN NIEUWE RECHTSORDE VORMT TEN BATE WAARVAN DE STATEN, ZIJ HET OP EEN BEPERKT TERREIN, HUN SOEVEREINITEIT HEBBEN BEGRENSD EN WAARBINNEN NIET SLECHTS DEZE LID-STATEN, MAAR OOK HUN ONDERDANEN GERECHTIGD ZIJN;” (HvJ, Zaak 26/62, Van Gend & Loos, pt. B) De nieuwe EU rechtsorde onderscheidt zich dus van: . Volkenrecht . GW Lidstaten *L’Europe des juges, Robert Lecourt (1976) Thorbecke lezing Inge Govaere

11 Kenmerken van de nieuwe EU rechtsorde
Directe werking Zo voldoende nauwkeurig, duidelijk en onvoorwaardelijk Voorrang over nationaal recht, incl. GW Costa Enel (1964): “Het Verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, kan op grond van zijn bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij worden gezet, zonder zijn gemeenschapsrechtelijk karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de Unie zelf daardoor wordt aangetast” Potentiële frictie met nationale hiërarchie der normen (vb. Melki & Abdeli zaak, later) Uniforme interpretatie met culturele diversificatie ? Omega zaak (GW), FIFA zaak (cultuur) Thorbecke lezing Inge Govaere

12 Gevolgen van nieuwe EU rechtsorde
nood aan interconnectie 3 rechtssystemen . dmv ‘ballon’ interconnectie dynamiek: Eerst EU rechtsorde als lege ballon tussen in volkenrecht en GW: relatief weinig frictie sterk membraan Naarmate belang van EU rechtsorde toeneemt: opblazen van ballon potentieel voor meer frictie en weerstand zwakker membraan Huidige bekommernis HvJ: gevaar van punctie membraan leegloop ballon dmv ‘spillover effect’ (‘Beware of the Trojan Horse’) Thorbecke lezing Inge Govaere

13 De EU rechtsorde: ‘ballon’ onder druk
2-ledige analyse: Structureel (membraan) Behoud van de autonomie EU rechtsorde HvJ: streven naar strikte divisie en ‘gesloten’ EU rechtssysteem Inhoudelijk (weerstand) Verhouding tot GW Verhouding tot internationaal recht (incl. VN, EVRM) HvJ: streven naar ‘openheid’ en symbiose 3 rechtssystemen Thorbecke lezing Inge Govaere

14 Thorbecke lezing Inge Govaere
Structurele analyse Onderscheid: Structureel intern Fundament van de EU rechtsorde Lissabon implicaties Structureel extern Verhouding tot GW Verhouding tot internationaal recht Thorbecke lezing Inge Govaere

15 Autonomie van de EU Rechtsorde
Fundament van de EU rechtsorde = Unieke positie HvJ Andere internationale hoven opgericht bij verdragen: vb. ICJ, EVRM, .. Eigenheid HvJ : samenlezen Art. 19 VEU & Art. 344 VWEU Art. 19 VEU : “Het Hof van Justitie van de Europese Unie (...) verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Verdragen.” Rechtsgemeenschap (Rule of law) Art. 344 VWEU: “De lidstaten verbinden zich, een geschil betreffende de uitlegging of de toepassing van de Verdragen niet op andere wijze te doen beslechten dan in de Verdragen is voorgeschreven.” exclusieve jurisdictie Geen forumshopping mogelijk; Uitsluiting van internationaal publiekrechtelijke geschillenbeslechting (vbn. Arbitrage, ICJ, retaliatie, economische sancties, oorlog) Thorbecke lezing Inge Govaere

16 Aanvaarding EU rechtsorde door LS ?
Ja (& neen) Graduele versteviging procedures tegen LS wegens niet-nakoming EU rechtelijke verplichtingen: . Maastricht: boetes & dwangsom bij niet-naleving 1° arrest . Lisbon: . boetes & dwangsom bij niet-notificatie omzetting RL (Art. 260, 3° VWEU) . HvJ jurisdictie ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (met beperkte beperking voor wetshandhaving door politie en uitoefening verantwoordelijkheden LS mbt openbare orde en binnenlandse veiligheid, zie Art. 276 VWEU) Voordelen LS: oa. HvJ purposive approach : doelstellingen LS Alle LS gelijk voor HvJ, Groot of klein politiek/economisch sterk of niet Thorbecke lezing Inge Govaere

17 Limiet op aanvaarding LS
Maastricht: de invoering van de EU naast EG Pijlerstructuur: voormalige 2° & 3° pijlers Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) Intergouvernementeel buiten EG rechtsorde Reden: nood aan bevoegdheidsuitbreidingen naar nieuwe ‘gevoelige’ domeinen voor de LS Thorbecke lezing Inge Govaere

18 Thorbecke lezing Inge Govaere
Lissabon implicaties . Pijlerstructuur opgeheven ‘in principe’ . EG is automatisch en formeel vervangen door EU “De Unie is gegrond op dit Verdrag en op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „de Verdragen” te noemen). Deze twee Verdragen hebben dezelfde juridische waarde. De Unie treedt in de plaats van de Europese Gemeenschap, waarvan zij de opvolgster is.” (Art. 1, para 3 VEU) Maar.. ‘horizontale’ pijler Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB, Art. 24 VEU) Thorbecke lezing Inge Govaere

19 ‘Horizontale’ GBVB pijler
“Het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid is aan specifieke regels en procedures onderworpen. Het wordt bepaald en uitgevoerd door de Europese Raad en door de Raad, die besluiten met eenparigheid van stemmen, tenzij in de Verdragen anders wordt bepaald. Wetgevingshandelingen kunnen niet worden vastgesteld. Aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid wordt uitvoering gegeven door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en door de lidstaten, overeenkomstig de Verdragen. De specifieke rol van het Europees Parlement en van de Commissie op dit gebied wordt bepaald in de Verdragen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is niet bevoegd ten aanzien van deze bepalingen, met uitzondering van zijn bevoegdheid toezicht te houden op de naleving van artikel 40 van dit Verdrag en de wettigheid van bepaalde besluiten na te gaan, als bepaald in artikel 275, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.” (Art. 24 VEU) Thorbecke lezing Inge Govaere

20 Politieke v. Juridische controle
In principe HvJ geen jurisdictie GBVB: Art. 24 (1) VEU & 275 VWEU (Uitz: Art. 40 VEU & beperkende maatregelen tov personen, cf. later) Maar.. politieke controle dmv Raad & Hoge Vertegenwoordigster GBVB (Art. 24(3)VEU) Gevolg: GBVB blijft buiten eigen & autonome EU rechtsorde (Van Gend & Loos) Quid: potentieel belang van GW & int’l publ. r., incl. controle EHRM) GBVB dus geen DW, voorrang, uniforme interpretatie HvJ Vgl. Grondwettelijk Verdrag: erkenning van het ‘Beginsel van voorrang’ Lisbon: wellicht beperkte impact Verklaring N°17 Thorbecke lezing Inge Govaere

21 Verklaring N°17 betreffende de voorrang
De Conferentie memoreert dat, in overeenstemming met de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Verdragen en het recht dat de Unie op grond van de Verdragen vaststelt, voorrang hebben boven het recht van de lidstaten, onder de voorwaarden bepaald in die rechtspraak. Voorts heeft de Conferentie besloten het advies van de Juridische dienst van de Raad betreffende de voorrang, als vervat in document 11197/07 (JUR 260), te hechten aan deze Slotakte: „Advies van de Juridische dienst van de Raad van 22 juni 2007 Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie vloeit voort dat de voorrang van het EG-recht een fundamenteel beginsel van het communautair recht is. Volgens het Hof gaat dit beginsel samen met het specifieke karakter van de Europese Gemeenschap. Ten tijde van het eerste arrest dat tot deze vaste rechtspraak behoort (Zaak 6/64, Costa/ENEL ( 1 ), van 15 juli 1964), bevatte het Verdrag geen verwijzing naar zulk een voorrang. Dit is nog altijd het geval. Het feit dat het beginsel van voorrang niet in het nieuwe Verdrag wordt opgenomen,verandert hoegenaamd niets aan het bestaan van dit beginsel of aan de rechtspraak van het Hof van Justitie. ___________ ( 1 ) „Het Verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, kan op grond van zijn bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij worden gezet, zonder zijn gemeenschapsrechtelijk karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de Unie zelf daardoor wordt aangetast.” ” Thorbecke lezing Inge Govaere

22 Afbakening GBVB-EU externe actie
Geen politieke discretie LS HVJ jurisdictie ter afbakening (Art. 40 VEU, oud art. 47 VEU): Voor Lissabon: oud Art. 47 VEU EU Verdrag zal acquis communautaire niet aantasten ‘hiërarchie’ tussen pijlers Voorheen cruciaal criterium ter uitsluiting van ‘inter-pillar mixity’ t.v.v. EG pijler vb. Dual use goederen (Werner & Leifer), Ecowas zaak C-91/05, 20 Mei 2008: controversieel : Juridische basis akkoord mbt lichte wapens Ontwikkelingssamenwerking (EG pijler), GBVB (EU) of beide? HvJ: zeker niet beide, voorrang EG pijler Thorbecke lezing Inge Govaere

23 Thorbecke lezing Inge Govaere
Ecowas §76      Krachtens artikel 47 EU is een dergelijke oplossing echter uitgesloten met betrekking tot een maatregel die meerdere doelstellingen nastreeft of meerdere componenten heeft die onder het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, zoals dat bij het EG-Verdrag aan de Gemeenschap is toegewezen, respectievelijk onder het GBVB vallen, zonder dat de ene daarvan ondergeschikt is aan de andere. §77      Aangezien artikel 47 EU zich ertegen verzet dat de Unie op grond van het EU-Verdrag een maatregel vaststelt die rechtsgeldig zou kunnen worden vastgesteld op grond van het EG-Verdrag, kan de Unie namelijk geen gebruik maken van een onder het GBVB vallende rechtsgrondslag om bepalingen aan te nemen die eveneens vallen onder een bevoegdheid die het EG-Verdrag toewijst aan de Gemeenschap. Thorbecke lezing Inge Govaere

24 Thorbecke lezing Inge Govaere
Het Lissabon antwoord GBVB & andere EU externe actie: eenzelfde juridische waarde (Art. 1, 3° VEU) dubbele test Art. 40 VEU: §1 GBVB mag acquis EU niet aantasten §2 en vice versa Niet langer interne ‘hiërarchie’: welk objectief juridisch criterium ? ‘center of gravity’ test, ter afbakening EU rechtsorde ? Wellicht ‘spill-over effect’ van intergouvernementele/politieke besluitvorming naar EU rechtsorde acquis, oa. (drie-)dubbele hoed Hoge Vertegenwoordigster recente verklaringen A. Merkel Potentiële aantasting/beperking van autonome EU rechtsorde van binnenin Thorbecke lezing Inge Govaere

25 Structureel externe druk
Onderscheid intra/extra-EU context Intra-EU context Vnl. spanningsveld met GW recht LS Meeste aandacht in verleden Exclusieve jurisdictie HvJ // GW dialoog Vb. Cilfit zaak Continue vraagstelling Vb. Melki & Abdeli zaken (C‑188/10 & C‑189/10, 22 Juni 2010) mbt ‘Verplichte voorafgaande aanhangig making bij Conseil constitutionnel wanneer vermeende strijdigheid van bepaling van nationaal recht met grondwet het gevolg is van strijdigheid van deze bepaling met Unierecht’ Thorbecke lezing Inge Govaere

26 Thorbecke lezing Inge Govaere
Melki & Abdeli HvJ: principe: “Article 267 TFEU precludes Member State legislation which establishes an interlocutory procedure for the review of the constitutionality of national laws, in so far as the priority nature of that procedure prevents – both before the submission of a question on constitutionality to the national court responsible for reviewing the constitutionality of laws and, as the case may be, after the decision of that court on that question – all the other national courts or tribunals from exercising their right or fulfilling their obligation to refer questions to the Court of Justice for a preliminary ruling.” HvJ: pragmatisme: “On the other hand, Article 267 TFEU does not preclude such national legislation, in so far as the other national courts or tribunals remain free: – to refer to the Court of Justice for a preliminary ruling, at whatever stage of the proceedings they consider appropriate, even at the end of the interlocutory procedure for the review of constitutionality, any question which they consider necessary, – to adopt any measure necessary to ensure provisional judicial protection of the rights conferred under the European Union legal order, and – to disapply, at the end of such an interlocutory procedure, the national legislative provision at issue if they consider it to be contrary to European Union law. It is for the referring court to ascertain whether the national legislation at issue in the main proceedings can be interpreted in accordance with those requirements of European Union law.” Thorbecke lezing Inge Govaere

27 Thorbecke lezing Inge Govaere
Extra-EU context Spanningsveld met geschillenbeslechting akkoorden/IO geschillenbeslechting met derde landen: Principe: Internationale geschillenbeslechting HvJ: Advies 1/76: gevolg v. EU rechtspersoonlijkheid Dergelijke geschillenbeslechting ‘in principe’ ook bindend tov HvJ (maar niet noodz. DW: WTO – Van Parys zaak) Belang voor verhouding tot EHRM bij toetreding EU, cf. later Uitzondering: zo homogeniteit als doelstelling HvJ: Advies 1/91 (EER I) & Advies 1/00 (Gem. Eur. Luchtvaartruimte) Elke uitspraak akkoord ook uitspraak EU intern recht HvJ exclusieve jurisdictie – Autonomie EU Rechtsorde Geen ‘structurele’ oplossing mogelijk (vb. EER Hof) Thorbecke lezing Inge Govaere

28 Exporteren van EU autonomie
Geschillenbeslechting akkoorden/IO NIET van toepassing - HvJ exclusieve jurisdictie bij geschillen: (autonomie EU Rechtsorde) tussen EU instellingen tussen LS / EU instellingen tussen LS onderling HvJ, Mox, zaak C‑459/03, Comm t. Ierland, 30 Mei 2006 Geschil betreffende MOX-fabriek te Sellafield (Verenigd Koninkrijk) Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee Thorbecke lezing Inge Govaere

29 Thorbecke lezing Inge Govaere
MOX zaak §126    ”Zoals het Hof heeft vastgesteld, vallen de bepalingen van het zeerechtverdrag die een rol spelen in het geschil betreffende de MOX-fabriek, onder een bevoegdheid van de Gemeenschap, die deze heeft uitgeoefend door partij te worden bij dat verdrag, zodat die bepalingen deel uitmaken van de communautaire rechtsorde.” §127   ”Bijgevolg is in casu sprake van een geschil betreffende de uitlegging of toepassing van het EG-Verdrag in de zin van oud artikel 292 EG (thans 344 VWEU).” §128    ”Bovendien valt het geschil, nu daarin twee lidstaten tegenover elkaar staan wegens een vermeende niet-naleving van gemeenschapsrechtelijke verplichtingen die besloten zouden liggen in bedoelde bepalingen van het zeerechtverdrag, kennelijk onder een van de in het EG-Verdrag voorgeschreven wijzen van geschillenbeslechting in de zin van oud artikel 292 EG (thans 344 VWEU), te weten de procedure van artikel oud 227 EG (thans 259 VWEU).” §129    ”Overigens kan niet worden betwist dat een procedure als door Ierland bij het scheidsgerecht is ingesteld, een wijze van geschillenbeslechting in de zin van oud artikel 292 EG (thans 344 VWEU) is, aangezien de beslissingen van een dergelijk gerecht krachtens artikel 296 van het zeerechtverdrag definitief zijn en bindend voor de partijen bij het geschil.” Thorbecke lezing Inge Govaere

30 Thorbecke lezing Inge Govaere
Implicaties Mox HvJ exclusieve jurisdictie: Voorwaarde: EU bevoegdheid mbt geschil niet noodzakelijk exclusief bevoegd Ook indien slechts partieel bevoegd ? Wat indien gespecialiseerde geschillenbeslechting in akkoord? HvJ: hiërarchie der normen: EU Verdrag primeert (autonomie) Akkoord (mede-)gesloten door EU ? Wellicht niet advies 2/91 van 19 maart 1993 (ILO) Comm t. Griekenland (IMO voorstel), zaak C-45/07, 12 Februari 2009: §31. (zo EU zelf geen lid van andere IO:) LS gezamenlijk optreden in het belang van de Gemeenschap” Thorbecke lezing Inge Govaere

31 Quid: EU toetreding tot EVRM ?
Art. 6(2) VEU: toetreding EU tot EVRM Verhouding HvJ – EHRM ? Eerst uitputting ‘nationale’ remedies voor HvJ, dan EHRM Probleem: quid zo Nat. Rer geen prejudiciële vraagstelling mbt geldigheid EU recht ? “Om het aan het EVRM inherente subsidiariteitsbeginsel in acht te nemen en tegelijkertijd de goede werking van het rechtsplegingstelsel van de Unie te verzekeren dient bijgevolg te worden voorzien in een mechanisme dat garandeert dat de vraag naar de geldigheid van een handeling van de Unie daadwerkelijk aan het Hof van Justitie kan worden voorgelegd alvorens het Europees Hof voor de rechten van de mens uitspraak doet over de overeenstemming van die handeling met het EVRM.” Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Luxemburg, 5 mei 2010. // Gezamenlijke mededeling van de presidenten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en van het Hof van Justitie van de Europese Unie na de ontmoeting tussen beide rechterlijke instanties op 17 Januari 2011 Thorbecke lezing Inge Govaere

32 Thorbecke lezing Inge Govaere
Inhoudelijke analyse Structurele autonomie gaat hand in hand met Inhoudelijke afstemming/symbiose GW en internationaal recht. Autonomie EU rechtsorde enkel conditioneel aanvaard: zo geen open conflict mbt fundamentele waarden GW LS Internationaal recht ‘Stille’ dialoog / externe inhoudelijk toezicht door GW hoven LS EHRM Thorbecke lezing Inge Govaere

33 Constitutionele dialoog LS
Respect voor fundamentele waarden GW LS: Belang van de ‘solange’ zaken, Duitse BVG Nood aan inhoudelijke afstemming mbt mensenrechten, ook voor Art. 6 (3) VEU Lissabon (oud art. 6 VEU, sinds Maastricht) HvJ: Mensenrechten als algemene beginselen EU recht Criteria HvJ ? Constitutionele waarden gemeen aan LS EVRM als gemeenschappelijke en ‘neutrale’ maatstaf Duitse BVG mbt Lissabon verdrag: LS ‘meesters’ Verdrag vb. Advies 1/08 (WTO concessies tgv uitbreiding EU,CCP - Nice) HvJ respect voor GW waarden eigen aan 1 LS: vb. Omega zaak (Duitse GW verbod op ‘spelen om te doden’ – lasers) Thorbecke lezing Inge Govaere

34 Verhouding tot internationaal recht
HvJ consistente RS: EU rechtspersoonlijkheid // gebonden door internationaal recht in relaties 3° landen/IO Int’l Fruit Co: akkoorden & int’l recht Racke zaak (& Opel Austria): incl. internationaal gewoonterecht (mbt verdrag van Wenen) Verhouding tot EVRM ? EU (nog) geen lid, EU niet formeel gebonden Toch EVRM als maatstaf bij wettigheidstoetsing HvJ Inclusief uitdrukkelijke verwijzingen naar RS EHRM Quid: Verwijzing naar ‘vreemd’/extern Hof ? Thorbecke lezing Inge Govaere

35 Thorbecke lezing Inge Govaere
Dialoog met EHRM EU/EVRM: Communicerende vaten EHRM Matthews zaak (18 Februari 1999) overdracht bevoegdheden LS naar EU // EVRM op voorwaarde dat gelijkwaardige bescherming wordt verzekerd EHRM Bosphorus zaak (Bosphorus t. Ierland, 30 June 2005) : mbt economische sancties Servië & Montenegro ‘Externe’ analyse rechtsbescherming EU Rechtsorde Beginsel van de ‘juridische presumptie van gelijkwaardige bescherming’ Maar.. mogelijke verwerping zo ‘manifeste schending in specifiek geval’ Stok achter de deur voor EHRM interventie Thorbecke lezing Inge Govaere

36 Draagwijdte presumptie equivalente bescherming
Beperking: draagwijdte presumptie van equivalente bescherming: enkel zo eigen & autonoom EU rechtsorde, niet GBVB ? EHRM, MSS t. België & Griekenland zaak (21 Januari 2011) Terugverwijzing asielzoekers naar 1° LS, Dublin II VO EHRM: In casu LS marge van discretie: toerekening aan LS Verduidelijking Bosporus presumptie: rol van HvJ cruciaal (complementariteit) §338 “The Court found that the protection of fundamental rights afforded by Community law was equivalent to that provided by the Convention system (ibid., § 165). In reaching that conclusion it attached great importance to the role and powers of the ECJ – now the CJEU – in the matter, considering in practice that the effectiveness of the substantive guarantees of fundamental rights depended on the mechanisms of control set in place to ensure their observance (ibid., § 160). The Court also took care to limit the scope of the Bosphorus judgment to Community law in the strict sense – at the time the “first pillar” of European Union law (ibid., § 72).” Thorbecke lezing Inge Govaere

37 Kadi complexe probleemstelling
1. Fin. sancties: zowel EG als EU rechtshandeling Interne limieten autonomie EU rechtsorde 2. EU sancties lijst identiek aan VN resoluties Voorrang van VN verplichtingen LS/verhouding tot EU 3. Manifeste tekortkomingen fundamentele rechten bij opstellen sancties lijst Potentieel conflict met GW waarden LS & EVRM Risico van BVG en/of EHRM interventie Zo aantasting autonomie EU rechtsorde: gevaarlijk precedent Thorbecke lezing Inge Govaere

38 Thorbecke lezing Inge Govaere
HvJ Kadi I ‘Brug’ tussen pijlers (eenrichting) - doelstelling van de EG: doeltreffend gebruik van econ/fin. sancties - HvJ jurisdictie respect fundamentele rechten volledig EU sanctie regime 2. Tweedeling VN/EU: (vgl. Gerecht: unitaire visie) - uitvoering resoluties VN volgens nationale rechtsorde LS - VN belet niet dat uitvoeringsmaatregelen worden onderworpen aan ‘normale’ rechterlijke toetsing, incl. fundamentele rechten (uitdrukkelijke verwijzing ECHR Bosphorus; dus geen conflict) 3. HvJ claimed klaar & duidelijk jurisdictie wettigheidstoetsing EU sancties – cruciaal belang van dialoog met GW & EHRM - (conditionele) autonomie EU versus soevereiniteit staat - HvJ moet gezien & gehoord worden GW & EVRM te volgen Thorbecke lezing Inge Govaere

39 Bewaker van de autonomie
Dialoog met GW Hoven: § 316    ”Zoals in de punten 281 tot en met 284 van het onderhavige arrest reeds in herinnering is gebracht, vormt de toetsing door het Hof van de geldigheid van een gemeenschapshandeling aan de grondrechten immers in een rechtsgemeenschap de uitdrukking van een uit het EG-Verdrag als autonoom rechtsstelsel voortvloeiende constitutionele garantie waarop een internationale overeenkomst geen inbreuk kan maken.” Dialoog met EHRM § 317 “De vraag naar de bevoegdheid van het Hof rijst immers in het kader van de interne en autonome rechtsorde van de Gemeenschap, waarvan de litigieuze verordening deel uitmaakt en waarin het Hof bevoegd is om de geldigheid van de gemeenschapshandelingen te toetsen aan de grondrechten.” Thorbecke lezing Inge Govaere

40 Lissabon & Kadi problematiek
Lissabon codificeert essentie van Kadi uitspraak Structurele remedie: HvJ jurisdictie beperkende maatregelen tov personen, incl GBVB (Art. 24(1) VEU & 275§2 VWEU) + voormalige derde pijler Eenzelfde doelstelling voor alle EU externe actie (niet langer ‘brug’). Inhoudelijke remedie: Respect voor mensenrechten en internationaal recht cruciaal (incl. VN) Art. 3(5)VEU: “In de betrekkingen met de rest van de wereld handhaaft de Unie haar waarden en belangen en zet zich ervoor in, en draagt zij bij tot de bescherming van haar burgers. Zij draagt bij tot de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede en de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van het kind, alsook tot de strikte eerbiediging en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.” Thorbecke lezing Inge Govaere

41 Thorbecke lezing Inge Govaere
Post Lissabon: Kadi II Nieuwe vraagstelling: Gerecht Kadi II zaak (T-85/09, 30 september 2010) Draagwijdte van juridische toetsing fundamentele waarden ? Gerecht: volle toetsing, ‘volledig en nauwgezet’, incl. VN oorsprong Vgl. Kadi I ‘unitaire benadering’ Gerecht: zwart-wit visie 3 X Hogere voorziening ingesteld, door Commissie, Zaak C-584/10 P, 13 dec. 2010 Raad, Zaak C-593/10 P, 16 dec. 2010 Verenigd Koninkrijk, Zaak C-595/10 P, 16 dec.2010 Verkeerde maatstaf Geen oog voor internationale (VN) verplichtingen & aanpassingen na Kadi I Thorbecke lezing Inge Govaere

42 Toekomst ‘eigen’ en ‘autonome’ EU rechtsorde ?
Les uit ontstaansgeschiedenis: . EU rechtsorde (& interconnecties) ‘not to be taken for granted’ Toekomst op korte/middellange termijn afhankelijk van: Hogere voorziening Kadi II: Inhoudelijke vraagstelling maatstaf mensenrechten controle zet vroegere structurele autonomie op helling Modaliteiten toetreding EU tot EVRM Nieuwe vraagstelling ivm structurele autonomie ipv vroegere inhoudelijke afstemming/complementariteit HvJ/EHRM Voorlopige antwoord op initiële vraag: thans EU rechtsorde nog ‘eigen en autonoom’ Thorbecke lezing Inge Govaere

43 Thorbecke lezing Inge Govaere
Verdere interesse ? GOVAERE, I., “Beware of the Trojan Horse: Dispute Settlement in (Mixed) Agreements and the Autonomy of the EU Legal Order”, in Hillion & Koutrakos (eds.), Mixed Agreements revisited: the EU and its Member States in the World , Hart Publishing, Oxford, 2010, pp , ISBN / GOVAERE, I., “The importance of International Developments in the case-law of the European Court of Justice: Kadi and the autonomy of the EC legal order”, in Hiscock, M. & van Caenegem, W. (eds.), The Internationalisation of Law: Legislation, Decision–Making, Practice and Education, Edward Elgar Publishing, 2010, p , ISBN Thorbecke lezing Inge Govaere


Download ppt "De Europese Rechtsorde na Lissabon: hoe eigen, hoe autonoom ?"

Verwante presentaties


Ads door Google