De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Congres Hogent “Het Kan. En Dan?”

Verwante presentaties


Presentatie over: "Congres Hogent “Het Kan. En Dan?”"— Transcript van de presentatie:

1 Congres Hogent “Het Kan. En Dan?”
9 december 2010 Wim Tops & Maaike Callens Vakgroep Experimentele Psychologie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Universiteit Gent

2 Dyslexie in het hoger onderwijs

3 Inhoud Inleiding Situering Doelstellingen Onderzoeksvragen
Onderzoekspopulatie Onderzoeksopzet Resultaten Discussie Conclusie

4 1. Inleiding www.dyslexie.ugent.be Ingrijpende functiebeperking
Grote individuele verschillen Brede invloed op dagelijks leven Socio-emotionele invloed Misverstanden over dyslexie Sensibilisering Wetenschappelijk referentiekader voor zorg binnen hoger onderwijs

5 1. Inleiding Betere doorstroming van studenten met dyslexie
Geoptimaliseerd zorgkader Oprichting van begeleidingsdiensten Diversiteitbeleid (2005) o.a. voor studenten met een functiebeperking Opvallende afwezigheid van Vlaamse statistieken Schattingen op basis van Nederlandse en Britse onderzoeken Ongeveer 4000 (2 tot 3 %) van de Vlaamse studenten (De Pessemier, 2007)

6 2. Situering onderzoek Dyslexieonderzoek in Vlaanderen
Voorspellende factoren bij kleuters Lager onderwijs Secundair onderwijs Weinig diagnostisch materiaal voor (jong)volwassenen Test voor Gevorderd Lezen en Schrijven – GL&SCHR (De Pessemier & Andries, 2009) Interactieve Dyslexietest Amsterdam Antwerpen – IDAA (Universiteit Amsterdam en Lessius Hogeschool Antwerpen i.s.m. Muiswerk Educatief, niet uitgegeven)

7 2. Situering onderzoek Centrum voor Leesonderzoek Vlaanderen
Onder leiding van Marc Brysbaert Odysseusproject gesubsidieerd door de Vlaamse regering 3 onderzoeksdomeinen Visuele woordherkenning Taaldominantie en lateralisatie Dyslexie in het hoger onderwijs

8 3. Doelstellingen Wetenschappelijk referentiekader voor de diagnostiek en de begeleiding van studenten met dyslexie in het hoger onderwijs Inventaris van noden en knelpunten Sterkte-zwakteanalyse Evaluatie van de faciliteiten Validering van recent ontwikkelde testbatterijen voor diagnostiek van dyslexie bij (jong)volwassenen

9 3. Doelstellingen Longitudinale opvolging van een groep van 100 studenten met dyslexie Bachelorstudies Slaagcijfers Toetsen van bestaande theoretische verklaringsmodellen

10 4. Onderzoeksvragen 1. Welke studenten met dyslexie komen terecht in het hoger onderwijs en wat is hun (cognitief) profiel? 2. Welke invloed heeft dyslexie op het schools presteren in het hoger onderwijs? Slaagkansen en beïnvloedende factoren Overschakeling van richting Drop out

11 4. Onderzoeksvragen 3. Welke specifieke problemen ervaren studenten met dyslexie in het hoger onderwijs? In relatie tot lezen en spelling Moderne vreemde talen Geassocieerde problemen (geheugen, aandacht, rekenen) Socio-emotionele problemen (zelfvertrouwen, faalangst)

12 4. Onderzoeksvragen 4. Zijn recent ontwikkelde dyslexiebatterijen valide en betrouwbaar? Test voor Gevorderd Lezen en Schrijven (GLETSCHR, 2009) Interactieve Dyslexietest Amsterdam Antwerpen (IDAA) 5. Welke cognitieve processen spelen een belangrijke rol in dyslexie? Fonologisch deficiet Werkgeheugendeficiet Cerebellair deficiet Temporele informatieverwerkingsdeficiet

13 doorverwezen door BSH:
5. Onderzoekspopulatie 100 studenten eerste bachelor met dyslexie uit Associatie Gent doorverwezen door BSH: - hertesting - diagnosticering 100 controlestudenten gematcht op leeftijd, geslacht en huidige opleiding - zonder functiebeperking

14 100 studenten met dyslexie
1800 uur 100 studenten zonder dyslexie

15 300 dagen van 6 uur of 12 maanden

16 6. Onderzoeksopzet Opbouw Afname Kwantitief onderzoek
Kwalitatief onderzoek Afname 2 onderzoekers 2 gecontrabalanceerde delen Afwisselend starten met deel 1 / deel 2 Controle start met zelfde blok als dyslecticus

17 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Algemene intelligentie: Kaufmann Intelligentietest voor volwassenen en adolescenten (KAIT) (Dekker, Dekker & Mulder, 2004) Fluid IQ score Chrystallized IQ score Probleem oplossend vermogen Cultureel bepaald Onafhankelijk van cultuur of opleiding Afhankelijk van opleiding en geletterdheid Total IQ score som van fluid en chrystalllized IQ score WAIS-III-NL Hertestingseffect Verbaal en performaal IQ Strengere tijdslimieten

18 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Aandacht en concentratie : Cijfer Doorstreep Test (CDT) (Dekker, Dekker, & Mulder, 2007) Volgehouden aandacht 3 minuten Aandachtscontrole onderstrepen – doorstrepen Selectieve aandacht cijfers 3,4,7

19 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Geheugen Test voor Gevorderd Lezen & Schrijven (GL&SCHR) (De Pessemier & Andries, 2009) Fonologisch korte termijngeheugen Visueel korte termijngeheugen Semantisch korte termijngeheugen Werkgeheugen KAIT (Dekker, Dekker & Mulder, 2004) Uitgesteld geheugen voor symbolen Uitgesteld geheugen voor auditieve informatie

20 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Persoonlijkheid : NEO Personality Inventory - revised (NEO-PI-R) (Hoekstra,H.A.,Ormel,J.,& de Fruyt,F. 2007) Zelfrapportering Gebaseerd op ‘Big Five’ Extraversie Neuroticisme Altruïsme Openheid Consciëntieusheid

21 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Studiehouding en motivatie : Learning and Study Strategies Inventory (LASSI) – Nederlandse bewerking (Lacante & Lens, 1999) Zelfrapportering Attitude Motivatie Tijdsbeheer Faalangst Concentratie Informatieverwerking Hoofdideeën selecteren Studietechnieken Zelftesting Teststrategieën

22 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Lezen Woorden: Een Minuut Test (EMT) (Brus & Voeten, 1999) Pseudowoorden: De Klepel (van den Bos & Scheepstra, 1992) Stilleestekst: Tekenbeet (Protocol Dyslexie Nederland, 2004) Voorleestekst Faalangst (GL&SCHR, 2009)

23 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Spelling Nederlands Woorddictee: Woordspelling Overige Spellingregels (GL&SCHR, 2009) Zinnendictee: Algemene toets Gevorderde Spelling Nederlands (AT-GSN) (Ghesquière, niet uitgegeven) Spontaan schrijfproduct op basis van stilleestekst Tekenbeet

24 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Fonologisch bewustzijn Spoonerisms vb. gele kast – kele gast Omkeringen vb. tur – rut GL&SCHR, 2009 & Interactieve Dyslexietest Amsterdam Antwerpen (IDAA)

25 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Woordenschat GL&SCHR (2009): definiëring van laagfrequente woorden KAIT (2004) : vooral woordvinding en woordenschat Morfologie en syntaxis GL&SCHR (2009): corrigeren van zinsconstructies, stijfiguren en woordvormen

26 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Snel benoemen Rapid Automatized Naming (RAN) (Denckla & Rudel, 1976) GL&SCHR (2009) Hoofdrekenen Tempo Test Rekenen (TTR) (de Vos, 1992)

27 6. Onderzoeksopzet : kwantitatief onderzoek
Moderne vreemde talen Engelse woordleestest (OMT, Protocol Dyslexie Nederland) Woorddictee (WRAT)

28 6. Onderzoeksopzet : kwalitatief onderzoek
Semi-gestructureerd interview Taal- en spraakontwikkeling Diagnosestelling Therapie-ervaringen Schoolervaringen (begeleiding, faciliteiten, moderne vreemde talen) Ervaringen met het hoger onderwijs (aanvraag faciliteiten, begeleiding) Studiemethode en -planning Computergebruik Zelfbeleving

29 7. Resultaten Eerste statistische analyses
T-toetsen voor niet-gekoppelde steekproeven Significantieniveau α = .05 Effectgrootte Cohen’s d Kleine effectgrootte 0.2 ≤ d ≤ 0.5 Medium effectgrootte 0.5 ≤ d ≤ 0.8 Groot effectgrootte 0.8 ≤ d

30 7. Resultaten intelligentie
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N1 M1 SD1 N2 M2 SD2 df t p d KAIT totaal IQ 100 105.50 12.966 109.83 9.291 198 2.715 .007 0,3839 KAIT chrystallized IQ 106.66 8.111 111.31 8.830 3.878 .000 0,5485 KAIT fluid IQ 0.918 n.s. Definities 20.89 1.922 22.16 1.983 4.598 0,6504 Auditief begrip 13.26 2.956 13.60 2.803 0.835 Dubbele betekenissen 14.44 3.914 16.10 3.710 3.078 .002 0,4353 Persoonlijkheden 7.26 3.139 8.41 3.251 2.545 .012 0,3599 Symbolen leren 80.19 12.732 80.93 13.144 0.404 Logisch redeneren 11.32 3.484 11.78 3.177 0.976 Geheime codes 26.78 5.486 27.46 4.908 0.924 Blokpatronen 12.23 11.71 2.965 -1.293 Uitgesteld Symb leren 99 51.52 11.247 51.67 11.266 197 0.097 Uitgesteld auditief begrip 4.99 1.403 5.54 1.500 2.677 0.008 0.9997 N = aantal proefpersonen, M = gemiddelde, SD = standaardafwijking, df = aantal vrijheidsgraden, t = t-waarde, p = p-waarde (α = .05), d = Cohen's d (effect grootte)

31 7. Resultaten aandacht en concentratie (CDT)
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d werktempo 100 421.94 84.63 467.80 79.99 198 -3.94 <.00 -0.56 concentratie 1 119.25 22.85 134.29 22.03 -4.74 -0.67 concentratie 2 119.06 22.83 133.99 22.08 -4.70 -0.66 concentratie 3 413.67 81.66 460.36 77.29 -4.15 -0.59 aantal fouten 0.19 0.56 0.30 1.65 -0.63 n.s. aantal gemist 8.08 6.61 7.09 7.17 1.02

32 7. Resultaten geheugen Studenten met dyslexie
Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p D Fonologisch 99 20.31 5.030 100 23.23 4.561 197 4.286 .000 0.608 Visueel 10.44 4.003 11.84 5.047 2.160 .032 0.307 Semantisch 35.62 6.231 37.42 5.677 2.135 .034 0.302 Werkgeheugen 39.75 5.459 41.52 4.345 2.564 .011 0.359 KAIT uitgesteld aud begrip 4.99 1.403 5.54 1.500 198 2.677 .008 0.997 KAIT uitgesteld symb leren 51.52 11.247 51.67 11.266 0.097 n.s. KAIT blokpatronen 12.23 2.715 11.71 2.965 -1.293 GL&SCHR Leesluistertekst 19.34 5.069 21.47 4.676 196 3.075 .002 0,437 N = aantal proefpersonen, M = gemiddelde, SD = standaardafwijking, df = aantal vrijheidsgraden, t = t-waarde, p = p-waarde (α = .05), d = Cohen's d (effect grootte)

33 7. Resultaten persoonlijkheidsvragenlijst
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d neuroticisme 100 147.18 19.77 99 150.86 19.51 197 -1.32 n.s. extraversie 165.23 18.66 167.53 19.59 -0.85 openheid 167.85 16.64 168.99 17.53 -0.47 altruisme 165.69 19.55 165.34 14.78 0.14 consciëntieusheid 152.35 20.29 150.21 20.57 0.74

34 7. Resultaten persoonlijkheidsvragenlijst
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d angst 100 25.77 5.09 99 26.32 4.91 -0.78 n.s. ergernis 21.86 4.67 22.76 4.12 -1.45 depressie 25.08 5.14 26.26 5.41 -1.58 schaamte 27.80 30.97 25.04 4.54 0.88 impulsiviteit 28.07 4.40 28.85 3.70 -1.35 kwetsbaarheid 21.66 4.33 21.65 4.20 0.02 hartelijkheid 29.49 4.36 29.46 4.24 0.05 sociabiliteit 28.18 5.04 28.76 4.66 -0.85 dominantie 24.04 4.37 23.69 5.17 0.52 energie 26.03 3.84 25.73 4.16 0.53 avonturisme 27.70 4.10 29.20 4.14 -2.57 vrolijkheid 29.79 30.43 4.58 -1.02 betrouwbaarheid 26.62 3.16 26.28 3.94 -1.38 ambitie 23.22 5.02 23.17 5.12 1.29 fantasie 29.58 5.26 32.68 31.13 0.98 esthetiek 28.27 5.43 27.52 5.38 gevoelens 29.14 4.50 30.01 3.99 -1.44 verandering 23.81 3.92 24.33 4.76 ideeën 27.29 5.01 27.49 5.28 -0.27 waarden 29.76 3.38

35 7. Resultaten persoonlijkheidsvragenlijst
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d vertrouwen 100 28.47 4.65 99 27.64 4.45  197 1.29 n.s. oprechtheid 27.05 5.27 27.22 4.67 -0.24 zorgzaamheid 29.86 3.47 30.28 3.22 -0.90 inschikkelijkheid 23.49 4.38 22.97 4.02 0.90 bescheidenheid 27.99 4.58 27.75 3.97 0.40 medeleven 28.72 4.00 29.46 3.60 -1.38 doelmatigheid 26.62 3.16 26.28 3.94 0.68 ordelijkheid 23.22 5.02 23.17 5.11 0.07 betrouwbaarheid 28.14 3.88 28.26 4.36 -0.21 ambitie 27.35 4.07 26.50 4.75 1.35 zelfdiscipline 24.18 4.80 23.31 4.94 1.27 bedachtzaamheid 5.41 22.80 5.25 0.23

36 7. Resultaten studievragenlijst (LASSI)
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d attitude 99 31.05 4.27 31.89 3.85 196 -1.45 n.s. motivatie 27.00 4.99 26.74 4.43 0.39 tijdsbeheer 23.09 5.41 22.85 5.53 0.31 faalangst 24.76 5.07 26.14 5.45 -1.85 .06  -0,23 concentratie 24.83 4.83 24.67 4.98 0.23 informatieverwerking 29.07 4.45 28.01 4.58 1.65 hoofdideeën selecteren 16.81 3.11 17.56 3.55 -1.58 studietechnieken 25.04 4.52 25.64 4.14 -0.97 zelftesting 24.13 3.77 23.87 4.60 0.44 teststrategieën 26.73 4.25 29.35 4.11 -4.42 <.00 -0.63

37 7. Resultaten lezen Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie
t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d EMT Gelezen 99 78.95 4.329 101.51 10.730 196 12.537 .00 1,7823 Fouten 2.05 2.100 .91 1.120 -4.789 -0,1012 Totaal 76.91 14.232 100.30 10.729 13.060 1,856 Klepel 1 minuut 98 46.07 9.837 100 63.26 12.899 10.528 1,4986 5.20 3.774 3.67 3.101 -3.128 -0,4430 40.88 10.458 59.72 13.101 11.171 1,5894 Klepel 2 minuten 55 77.80 16.656 101.04 13.565 153 9.398 1,5300 12.69 8.707 6.25 4.652 -6.009 -0,9225 64.13 19.344 93.75 17.104 9.844 1,6223

38 7. Resultaten lezen Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie
t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d FAALANGST substantieve fouten 94 15.68 10.909 97 10.44 25.757 189 -1.821 n.s. tijdscons fouten 14.36 8.775 98 9.24 4.899 190 -5.015 .00 -0,7205 leestijd 311.40 52.178 99 254.88 37.902 195 -8.705 -1,2394 TEKENBEET woorden/minuut 187.34 57.34 243.71 57.88 -6.87 <.00

39 7. Resultaten spelling Studenten met dyslexie
Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d ATGSN 99 54.04 24.17 100 23.2 11.65 197 11.49 <.00 1.629 GL&SCHR totaalscore woordsp 91.70 15.916 121.40 12.843 14.495 .00 2,0537 correct woordsp 17.49 4.044 24.60 2.807 14.410 2,0425 schrijfsnelheid 24.85 4.006 26.50 3.404 3.315 .002 0,4439 totaalscore O. S 50.80 11.797 62.45 13.589 6.457 0,9156 correct O. S 10.03 4.896 13.81 8.148 3.961 0,5624

40 7. Resultaten fonologie Studenten met dyslexie
Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d GL&SCHR spoonerismsaantal 99 17.68 9.422 100 18.19 1.674 197 0.592 n.s. spoonerismstijd 178.97 65.981 115.48 42.786 -8.062 .00 -1,141 omkeringaantal 16.87 9.035 17.72 2.025 0.919 omkeringtijd 105.77 38.373 76.61 16.264 -6.996 -0,990 IDAA omkerking 72.490 11.721 85.500 10.446 198 8.286 1,172

41 7. Resultaten WS en morfologie/syntax
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d GL&SCHR woordenschat 100 7.83 4.144 99 10.79 4.775 197 4.668 .00 0,6620 morfologie juist 97 9.61 4.685 12.25 7.037 195 3.092 .002 0,4416 morfologie totaal 98 49.92 11.233 59.19 11.051 196 5.855 0,832

42 7. Resultaten hoofdrekenen
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d Totaal 100 121.24 20.67 144.75 23.83 198 -7.45 <.00 -1.05 Optellen 30.46 3.52 33.81 3.41 -6.84 -0.97 Aftrekken 27.31 4.17 30.14 3.96 -4.91 -0.69 Vermenigvuldigen 21.74 5.02 26.78 6.19 -6.33 -0.90 Delen 19.73 5.82 26.29 7.29 -7.04 -1.00 Gemengd 22.93 4.45 28.33 4.98 -8.10 -1.15

43 7. Resultaten vreemde talen
Studenten met dyslexie Studenten zonder dyslexie t-test voor niet-gekoppelde steekproeven N M1 SD1 M2 SD2 df t p d OMT gelezen 98 71.20 10.775 100 84.99 9.489 196 9.559 .00 1,3583 fout 3.99 2.719 2.53 2.148 -4.196 -0,5959 juist 65.87 14.195 82.49 10.20 9.508 1,3447 WRAT aantal juist 16.91 5.7 24.26 5.47 -9.2 <.00

44 7. Slaagcijfers Eerste zittijd Tweede zittijd Totaal p = .109 p =0.078
GROEP GESLAAGD NIET-GESLAAGD Dyslexie 27 73 Controle 33 67 GROEP GESLAAGD NIET-GESLAAGD Dyslexie 21 53 Controle 28 37 GROEP GESLAAGD NIET-GESLAAGD Dyslexie 39 53 Controle 61

45 8. Discussie Verschil in crystallized intelligence en totaal IQ van KAIT Medium effect grootte enkel bij Chrystallized IQ Significante verschillen op 3 subtesten Definities Dubbele betekenissen Persoonlijkheden Problemen met het snel en adequaat oproepen van woorden en eigennamen: woordvindingsproblemen en/of beperkte woordenschat

46 8. Discussie Problemen met het korte termijngeheugen
Fonologisch (medium effect size) Visueel Semantisch Werkgeheugen Leesluistertekst (ook auditieve aandacht) Problemen met het auditief langetermijngeheugen : Moeite met het inprenten én vasthouden van auditieve informatie Geen significant verschil voor het visueel lange termijngeheugen Uitgesteld symbolen leren (KAIT)

47 8. Discussie Problemen met aandacht, concentratie en werktempo (CDT)
Zwakkere scores op de 4 hoofdbewerkingen van hoofdrekenen Trager leesniveau Woordniveau = zinsniveau Pseudowoorden > woorden Hogere foutenlast voor pseudowoorden (verschil 1 minuut – 2 minuten) Tempoprobleem voor woorden Stillezen verloopt significant trager

48 8. Discussie Spellingproblemen Woordniveau = zinsniveau Dictee
Regelwoorden Inprentwoorden Spontaan schrijven Schrijftempo ligt aanzienlijk lager

49 9. Conclusie Algemeen cognitief profiel Tempoproblemen voor lezen
Hoge foutenlast voor spelling Tragere schrijfsnelheid Algemeen zwakke automatisering (vb. hoofdrekenen) Beperkt korte termijngeheugen Problemen met auditief lange termijn geheugen Problemen met aandacht, concentratie en werktempo Problemen met vreemde talen

50 9. Conclusie Wetenschappelijk referentiekader voor compenserende maatregelen Lezen meer examentijd spraaksoftware Spellen software spellingcontrole Hoofdrekenen zakrekenmachine Geheugen begrippenkaarten en formularia examenspreiding

51 9. Conclusie Trainen van leerstrategieën en metacognitieve vaardigheden Teststrategieën Studietechnieken Ondersteuning bij Cursusmateriaal en nota’s (digitalisering) Gebruik laptop tijdens lessen en examens Moderne vreemde talen Aandacht voor emotioneel welzijn Concentratieproblemen Faalangst

52 Bedankt voor jullie aandacht


Download ppt "Congres Hogent “Het Kan. En Dan?”"

Verwante presentaties


Ads door Google