De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Voegwoorden.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Voegwoorden."— Transcript van de presentatie:

1 Voegwoorden

2 Even herhalen wat we geleerd hebben:
Enkelvoudige zin: zin met 1 persoonsvorm. Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm. Hoofdzin: het onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar. Bijzin: tussen het onderwerp en persoonsvorm kunnen ook andere zinsdelen staan.

3 Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Ik eet graag patat. Hij fietst graag. Samenwerken scheelt de leerlingen veel werk. Ik eet graag patat, maar ik lust ook pannenkoeken. Hij fietst graag, omdat hij lopen saai vindt. Samenwerken scheelt de leerlingen een hoop werk en meestal gaat het goed

4 Hoofdzinnen en bijzinnen
Ik eet graag patat, of ik eet pannenkoeken. Hij fietst graag, maar lopen vindt hij ook niet erg. In deze rij staan bij beide zinnen ow en pv telkens naast elkaar: dit noem je hoofdzinnen Ik eet graag patat, hoewel pannenkoeken ook wel lekker zijn. Hij fietst graag, aangezien hij zeer sportief is. In deze rij staan bij de tweede zin de pv en ow niet naast elkaar: dit noem je een bijzin

5 Wat is een voegwoord? Een voegwoord plakt twee zinnen aan elkaar.
Er zijn twee soorten: Nevenschikkende voegwoord (en, maar, want, of, dus) Onderschikkende voegwoord (aangezien, als, dat , doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, zodat, opdat, terwijl, toen, zodra)

6 Onderschikkend voegwoord
Een onderschikkend voegwoord verbindt een hoofdzin met een bijzin. De leerlingen vinden deze les wel makkelijk, omdat zij zo slim zijn. Hij leek behoorlijk zeker van zijn zaak, terwijl hij het antwoord fout had. hoofdzin bijzin hoofdzin bijzin

7 Nevenschikkend voegwoord
Een nevenschikkend voegwoord verbindt twee hoofdzinnen of twee bijzinnen met elkaar. Hij had het antwoord fout, omdat hij niet oplette tijdens de les, hoewel dat wel de bedoeling is. De leraar vond het niet zo erg, want hij ging de les nog een keer herhalen. hoofdzin bijzin bijzin hoofdzin hoofdzin

8 Zal ik vanmiddag huiswerk gaan maken of ga ik zwemmen?
Even oefenen! Wat is de structuur van de zinnen en welke voegwoorden staan erin? Zal ik vanmiddag huiswerk gaan maken of ga ik zwemmen? De les gaat erg goed doordat de leerlingen goed mee doen. Hij houdt van biefstuk en hij vindt karbonades niet zo lekker. Hij had geen geodriehoek bij zich omdat hij die vergeten was.

9 De antwoorden Zal ik vanmiddag huiswerk gaan maken of ga ik zwemmen?
hoofdzin+hoofdzin, nevenschikkendvoegwoord=of De les gaat erg goed doordat de leerlingen goed mee doen. hoofdzin+bijzin, onderschikkend voegwoord=doordat Hij houdt van biefstuk en hij vindt karbonades niet zo lekker. hoofdzin+hoofdzin, nevenschikkend voegwoord=en Hij had geen geodriehoek bij zich omdat hij die vergeten was. hoofdzin+bijzin, onderschikkend voegwoord=omdat


Download ppt "Voegwoorden."

Verwante presentaties


Ads door Google