De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11

Verwante presentaties


Presentatie over: "Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11"— Transcript van de presentatie:

1 Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11
Vous êtes d’où? Il y a une fille … Nous sommes vendredi le 10 octobre 2014

2 Vorige les + devoirs Gymnastique
Zaz – vocabulaire Cijfers 1-10 Voyages p. 8 Il y a combien de? Oefeningen maken in werkboek: oef 1 t/m 4 Groene woorden leren Powerpoint bekijken, links bekijken Leer de groene woorden + woorden vorige week Het is / dat is C’est Er is / er zijn Il y a Ik wil Je veux Niet Ne… pas hoeveel combien Ik ben Je suis U bent / jullie zijn Vous êtes

3 Il y a combien de..?

4 Il y a combien de clowns? Il y a trois clowns

5 Er is één zeemeermin / hond
Il y a une sirène. Il y a un chien. Er is één zeemeermin / hond

6 Wat denk je dat Il y a betekent?
Er is / er zijn

7 Il y a combien de …? “Hoe veel …. zijn er?”

8 Il y a combien de chiens? Dus Il y a un chien Er is een hond
Il y a une sirène Er is een zeemeermin Il y a trois chiens Er zijn drie honden

9 Qu’est-ce qu’il y a dans mon/ton sac?
qu’est-ce que wat il y a er is / er zijn Qu’est-ce qu’il y a wat is er (wat zit er) dans in mon sac / ton sac mijn tas / jouw tas Combien de hoeveel ? dans mon sac il y a in mijn tas zijn er/ is er [kè sukkiel ie jaa daa moh ssak ?] [kè sukkuh] = qu’est-ce que

10 uitleg exercice 1 exercice 2 exercice 3 Voyages p. 10 Liaison

11 Voyages p. 10 Voorstellen informeel Formeel Vraag Tu es….? Vous êtes…?
Comment tu t’appelles? Comment vous vous appelez? (Quel est votre nom) Antwoord Je suis …. et toi ? Je suis. … et vous? Je m’appelle …et toi? Je m’appelle… et vous?

12 Voyages p. 11 être être = zijn suis Ik es Jij est sommes Wij êtes
JE / J’ Ik es TU Jij est IL /ELLE/ON Hij/zij/men (wij) sommes NOUS Wij êtes VOUS U / jullie sont ILS/ELLES zij uitleg être exercice 1 exercice 2

13 Devoirs Oefeningen maken in werkboek oef 3 t/m 8
pour om ne…pas niet qui wie ou of ce dit / deze c’est dat is/het is chez bij/naar et en dans in combien hoeveel il y a er is/er zijn Oefeningen maken in werkboek oef 3 t/m 8 Powerpoint bekijken, links bekijken Leer de groene woorden + woorden vorige week Leren zinnen + woorden + werkwoord être


Download ppt "Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11"

Verwante presentaties


Ads door Google