De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Welkom op deze advent- en kerstbijeenkomst 2014

Verwante presentaties


Presentatie over: "Welkom op deze advent- en kerstbijeenkomst 2014"— Transcript van de presentatie:

1 Welkom op deze advent- en kerstbijeenkomst 2014
Vrijdag 19 december 2014 Welkom op deze advent- en kerstbijeenkomst 2014

2 Advent- en kerstbijeenkomst op 19 december 2014 van de Vrouwenbijbelstudiekring EUNICE en van
de 55-plus contactcommissie van de Christelijke Gereformeerde Kerk Utrecht-Centrum. Het declamatorium ‘Van de duisternis naar het LICHT’ is samengesteld door Jannie de Lange-van Tuyl en Joke Flikweert- Zwart uit Middelburg.

3 Aanbidding door de herders
Guido Reni ± 1600

4 Opening van deze advent- en kerstbijeenkomst
Welkom (inclusief internetluisteraars)

5 Looft den HEER, want Hij is goed, trouw in alles wat Hij doet.
Psalm 136 : 1, 3, 11 en 13 Looft den HEER, want Hij is goed, trouw in alles wat Hij doet. Want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.

6 Looft Hem die de hemel schiep, zijn verstand is grondloos diep.
Psalm 136 : 1, 3, 11 en 13 Looft Hem die de hemel schiep, zijn verstand is grondloos diep. Hij bereidde zee en land. Eeuwig houdt zijn liefde stand.

7 Looft den Heer, die in de nacht der verneedring aan ons dacht,
Psalm 136 : 1, 3, 11 en 13 Looft den Heer, die in de nacht der verneedring aan ons dacht, die de tirannie verdrijft door zijn gunst die eeuwig blijft.

8 Aan den God des hemels zij eer en dank en heerschappij,
Psalm 136 : 1, 3, 11 en 13 Aan den God des hemels zij eer en dank en heerschappij, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.

9 Toelichting op het thema van het declamatorium:
Gebed Toelichting op het thema van het declamatorium: ‘Van de duisternis naar het LICHT’

10 In der schepping morgenstond klonk het eng’lenlied in ‘t rond,
‘Wie zingt mee’ nr. 74 : 1, 2, 3 en 4 In der schepping morgenstond klonk het eng’lenlied in ‘t rond, toen Gods macht in ‘t maatloos diep hemel, zee en aarde schiep.

11 Weder klonk de eng’lenstem bij de krib van Bethlehem,
‘Wie zingt mee’ nr. 74 : 1, 2, 3 en 4 Weder klonk de eng’lenstem bij de krib van Bethlehem, toen Gods Zoon op aard verscheen als een kindje, arm en klein.

12 Nog eens galmt het eng’lenkoor met gejuich de heem’len door,
‘Wie zingt mee’ nr. 74 : 1, 2, 3 en 4 Nog eens galmt het eng’lenkoor met gejuich de heem’len door, als Gods Zoon met majesteit weder komt in heerlijkheid.

13 Eenmaal juichen in Uw naam eng’len, mensen, kind’ren saam.
‘Wie zingt mee’ nr. 74 : 1, 2, 3 en 4 Eenmaal juichen in Uw naam eng’len, mensen, kind’ren saam. Och dat dan ook onze mond mee mag juichen in die stond.

14 1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Genesis 1 : 1 - 4 1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. 3 God zei: ‘Er moet licht komen’, en er was licht. 4 God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis.

15 ‘Eva’ (Nel Benschop) (1 van 4)
Ik draag het paradijs mee in mijn hart,  het stille heimwee naar verloren dromen; Gods straf was streng. De hemel leek ons zwart, en eng'len zijn als bliksems neergekomen. Nu blijft de poort voor altijd voor ons dicht.  Ik hunker naar de schone, stille tuinen,

16 ‘Eva’ (Nel Benschop) (2 van 4)
waar ik van aangezicht tot aangezicht U mocht aanschouwen, als de bomenkruinen zacht ruisten. Gij had alles schoon geschapen, maar nu 'k de vrucht der kennis heb geproefd, kan 'k zelfs in Adams arm niet rustig slapen;

17 ‘Eva’ (Nel Benschop) (3 van 4)
dat maakt mij soms zo eindeloos bedroefd. En elke avond, als de zon gaat zinken, wend ik mijn ogen naar het paradijs, maar zie nog steeds de witte zwaarden blinken.

18 ‘Eva’ (Nel Benschop) (4 van 4)
Vrijdag 19 december 2014 Van mijn gelukslied bleef alleen de wijs, de woorden zag ik langzaamaan verbleken; ik had ze nooit geheel en al verstaan. Leer ze mij weer! Wil mij Uw hand toesteken, laat mij Uw paradijs weer binnengaan!

19 Eeuwig Woord, U willen wij bezingen, God uit God en Licht uit Licht;
Gezang 476 : 1 Eeuwig Woord, U willen wij bezingen, God uit God en Licht uit Licht; Wijsheid, vóór de aanvang aller dingen spelend voor Gods aangezicht; engel Gods uit Isrels oude dagen, Zoon van 's Vaders eeuwig welbehagen, dienaar van Gods hoog bevel, kind der maagd, Immanuël!

20 Jesaja 7 : 14 14 Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuël noemen.

21 is weer opnieuw gaan bloeien
Gezang 132 : 1, 2 en 3 Er is een roos ontloken uit barre wintergrond, zoals er was gesproken door der profeten mond. En Davids oud geslacht is weer opnieuw gaan bloeien in 't midden van de nacht.

22 Die roos van ons verlangen, dat uitverkoren zaad,
Gezang 132 : 1, 2 en 3 Die roos van ons verlangen, dat uitverkoren zaad, is door een maagd ontvangen uit Gods verborgen raad. Maria was bereid, toen Gabriël haar groette in 't midden van de tijd.

23 Die bloem van Gods behagen heeft, naar Jesaja sprak,
Gezang 132 : 1, 2 en 3 Die bloem van Gods behagen heeft, naar Jesaja sprak, de winterkou verdragen als allerdorste tak. O roos als bloed zo rood, God komt zijn volk bezoeken in 't midden van de dood.

24 1 Uit jou, Betlehem in Efrata,
Micha 5 : 1 1 Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.

25 De profeet Micha leefde van 750-700 vóór Christus.
Zijn zojuist gelezen profetie is dus bijna drieduizend jaar geleden uitgesproken. In het volgende gedicht LIJKT het alsof er op deze wereld nog steeds niets veranderd is. Gelukkig dat het kerstevangelie (“Bethlehem”, “kribbe”, “Kind”) nog steeds actueel is.

26 ‘Dan mag ik denken aan die nacht’ (Jo van Veen-Nusmeijer) (1 van 3)
Wanneer ik zie al wat er dreigt, de onrust die maar stijgt en stijgt, de nood, de honger, het geweld en alles wat de krant vermeldt aan mensen – en aan volk’rentwist, aan wat er broeit en wat er gist, de spot, het schimpende verweer rondom de Christ’nen, meer en meer …..

27 ‘Dan mag ik denken aan die nacht’ (Jo van Veen-Nusmeijer) (2 van 3)
Als daarom angst mijn hart besluipt en ongerustheid mij doorkruipt om ons en om ons nageslacht, dan ….. mag ik denken aan die nacht toen God het donk’re zwerk doorbrak en naar ons, mensen, overstak, toen in de stal van Bethlehem geboren is de Zoon van Hem.

28 ‘Dan mag ik denken aan die nacht’ (Jo van Veen-Nusmeijer) (3 van 3)
En bij de kribbe weet ik dat God ons intens heeft liefgehad en dat, waar alle angst en pijn der wereld eens voorbij zal zijn, Gods liefde eeuwig mij omwindt omwille van en door dit Kind.

29 God zij geloofd uit alle macht, Hij komt zijn volk bevrijden
Gezang 67 : 1, 2 en 3 God zij geloofd uit alle macht, Hij komt zijn volk bevrijden en heeft aan Israël gebracht verlossing in zijn lijden. Hij heeft zijn teken opgericht: verheffing van het aangezicht voor heel het huis van David, zoals voorlang geschreven stond heeft Hij gedacht aan zijn verbond, zo doet Hij ons herleven.

30 Bevrijding uit de vijandschap de hand van die ons haten,
Gezang 67 : 1, 2 en 3 Bevrijding uit de vijandschap de hand van die ons haten, gelijk Hij eens gezworen had Abraham onze vader, opdat wij in rechtvaardigheid de Here God zijn toegewijd ons leven lang op aarde. Zo zult gij voor de Heer uitgaan, een stem die Hem de toegang baant: bereidt Hem alle wegen!

31 Gij zijt de stem der profetie sprekend van mededogen,
Gezang 67 : 1, 2 en 3 Gij zijt de stem der profetie sprekend van mededogen, want eens zal ieders oog Hem zien: de Opgang uit den hoge. Gezegend zij de dageraad het licht dat weldra schijnen gaat voor wie in duister kwijnen. Hij zal de schaduw van de dood beschamen met zijn morgenrood. Op aarde daalt de vrede!

32 ‘Die ontvangen is ……’ (Nel Benschop) (1 van 2)
Toen zij de engel Gabriël zag staan trilden haar lippen, en zij vroeg ontdaan: ‘Hoe zal dat zijn? Ik heb geen man behoord’. En toen Hij zei: ‘De Heil’ge Geest zal komen, u overschaduwen en voortaan in u wonen’, Toen boog zij: ‘Mij geschiede naar uw woord’.

33 ‘Die ontvangen is ……’ (Nel Benschop) (2 van 2)
De Geest vervulde haar; en uit haar schoot werd Hij geboren. God is eind’loos groot. Zó groot, dat Hij de minste wilde zijn; dat Hij Zijn heerlijkheid aan mensen wilde tonen door als een Mensenzoon bij hen te wonen en als de Meester aller knecht te zijn.

34 40 waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette.
Lucas 1 : 39 Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40 waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41 Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de heilige Geest 42 en riep luid:

35 43 Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
Lucas 1 : ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! 43 Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44 Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.

36 van Anton van Wilderode.
Lucas 1 : Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ En Maria zei: Vervolgtekst tot en met vers 55 hierna verwoord in het gedicht ‘Nazareth – Maria’ van Anton van Wilderode.

37 ‘Nazareth - Maria’ (Anton van Wilderode) (1 van 5)
Mijn ziel in mij zingt voor de Heer haar lof, een lied van dankbaarheid voor God-de-Redder ik ben zijn dienares en de geringste, maar in de hoge blijft Hij voor mij zorgen.

38 ‘Nazareth - Maria’ (Anton van Wilderode) (2 van 5)
Ik mag mij voor altijd gelukkig noemen tezamen met de komende geslachten, want Hij die heilig is, Heer-in-de-hemel, heeft mij zijn liefde grotelijks bewezen.

39 ‘Nazareth - Maria’ (Anton van Wilderode) (3 van 5)
Van vroeger tot vandaag was Hij de Helper voor wie Hem lief heeft, is zijn genade zijn rechterarm vormde met kracht de wereld maar weert hooghartigheid en trots terzijde.

40 ‘Nazareth - Maria’ (Anton van Wilderode) (4 van 5)
De machtigen verdreef Hij uit hun zetels, van kleinen en geringen maakt Hij meesters, wie honger had heeft Hij meer dan verzadigd, de rijken weggezonden als berooiden.

41 ‘Nazareth - Maria’ (Anton van Wilderode) (5 van 5)
Om Israël zijn knecht was Hij bekommerd want zijn barmhartigheid blijft nu en eeuwig zo had Hij met de vaders afgesproken, met Abraham en nakroost, voor altijd.

42 Verwacht de komst des Heren, o mens, bereid u voor:
Gezang 126 : 1 en 3 Verwacht de komst des Heren, o mens, bereid u voor: reeds breekt in deze wereld het licht des hemels door. Nu komt de Vorst op aard, die God zijn volk zou geven; ons heil, ons eigen leven vraagt toegang tot ons hart.

43 Een hart dat wacht in ootmoed is lieflijk voor de Heer,
Gezang 126 : 1 en 3 Een hart dat wacht in ootmoed is lieflijk voor de Heer, maar op een hart vol hoogmoed ziet Hij in gramschap neer. Wie vraagt naar zijn gebod en bidden blijft en waken, in hem wil woning maken het heil, de Zoon van God.

44 2 Het was in het begin bij God.
Johannes 1 : 1 - 5 1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

45 In den beginne was het woord, op aarde is zijn stem gehoord
Gezang 150 : 1 en 5 In den beginne was het woord, op aarde is zijn stem gehoord die spreken wil tot elk geslacht, Hij werd geboren in de nacht.

46 Dit licht dat in het duister sliep is God die ons bij name riep,
Gezang 150 : 1 en 5 Dit licht dat in het duister sliep is God die ons bij name riep, Hij roept totdat Hij wordt gehoord, in den beginne was het woord.

47 Lucas 2 : 1 - 7 1 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam.

48 Lucas 2 : 1 - 7 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was.

49 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan,
Lucas 2 : 1 - 7 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.

50 Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht,
Gezang 143 1, 2 en 3 Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal. Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer.

51 Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint,
Gezang 143 1, 2 en 3 Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt G‘ U rijkdom ontzegd, wordt G‘ op stro en in doeken gelegd. Leer m’ U danken daarvoor.

52 Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht
Gezang 143 1, 2 en 3 Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer!

53 Lucas 2 : 8 Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken.

54 Lucas 2 : 10 De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11 vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer.

55 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel
Lucas 2 : 12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

56 Hoor, de englen zingen d’ eer van de nieuw geboren Heer!
Gezang 135 1, 2 en 3 Hoor, de englen zingen d’ eer van de nieuw geboren Heer! Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem!

57 Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon,
Gezang 135 1, 2 en 3 Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de englen zingen d’ eer van de nieuw geboren Heer!

58 Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft,
Gezang 135 1, 2 en 3 Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de englen zingen d’ eer van de nieuw geboren Heer!

59 Lucas 2 : 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag.

60 Lucas 2 : 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18 Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, 19 maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.

61 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om
Lucas 2 : 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.

62 Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven!
Gezang 141 : 1, 2 en 3 Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven! Ik kom tot U en breng U, Heer, wat Gij mij hebt gegeven. O, neem mijn leven, geest en hart, en laat mijn ziel in vreugd en smart bij U geborgen wezen.

63 Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren.
Gezang 141 : 1, 2 en 3 Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Eer ik een woord van U vernam, hebt Gij mij uitverkoren. Voor dat uw hand mij heeft gemaakt, werd Gij een kindje, arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven.

64 Temidden van de nacht des doods zijt Gij, mijn zon, verrezen.
Gezang 141 : 1, 2 en 3 Temidden van de nacht des doods zijt Gij, mijn zon, verrezen. O zonlicht, mild en mateloos, uw gloed heeft mij genezen. O zon die door het donker breekt en 't ware licht in mij ontsteekt, hoe heerlijk zijn uw stralen.

65 ‘Geboorte’ (Ida Gerhardt) (1 van 3)
Gods liefde op aarde neergedaald ligt in een stal op stro te slapen. De stille herders van de schapen zij hebben het alom verhaald.

66 ‘Geboorte’ (Ida Gerhardt) (2 van 3)
De ster staat boven Bethlehem. De koningen uit het oosten vonden een kind in windselen gewonden en os en ezel zien naar Hem.

67 ‘Geboorte’ (Ida Gerhardt) (3 van 3)
Hier slaapt, der wereld toevertrouwd, Die was vóór de aanvang van de tijden, het kind waarom Maria schreide, waarover elk de handen vouwt.

68 Looft God, gij christnen, maakt Hem groot in zijn verheven troon,
Gezang 147 : 1 en 2 Looft God, gij christnen, maakt Hem groot in zijn verheven troon, die nu zijn rijk voor ons ontsloot en zendt zijn eigen Zoon, en zendt zijn eigen Zoon.

69 Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer een kindje arm en naakt en teer
Gezang 147 : 1 en 2 Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer op aard om kind te zijn, een kindje arm en naakt en teer al in een kribje klein, al in een kribje klein.

70 ‘Maar weet ….’ (Magda Visser) (1 van 6)
Nu is de wereld van een zwijgend wachten, waarin het hart zijn eigen klop herkent. Want deze nacht is niet als and’re nachten: God heeft zich naar de wereld toegewend!

71 ‘Maar weet ….’ (Magda Visser) (2 van 6)
In drommen lopen zij de donk’re wegen, tot daar, waar ook dit jaar de Ster bleef staan. En duizendmaal kom ik mijzelve tegen, in hen, die hunkerend naar ’t Licht toe gaan.

72 ‘Maar weet ….’ (Magda Visser) (3 van 6)
Ik zie hen gaan: bedroefde trieste mensen, de zwerver, die ’s nachts onder bruggen slaapt, zij, die gebukt gaan onder onvervulde wensen, en hij, die langs de straten peukjes raapt.

73 ‘Maar weet ….’ (Magda Visser) (4 van 6)
Zij sjokken zonder hoop en zonder zegen. Is niet de stal voor zoveel leed te klein? Als zij geen woning vinden langs de wegen, hoe moet dit Kind hen dan tot schuilplaats zijn?

74 ‘Maar weet ….’ (Magda Visser) (5 van 6)
Maar wéét: vermoeiden zullen ruste vinden, bedroefden stralend in Zijn vreugde staan, God’s Gloria ruist aan op alle winden, wij mogen met de herders Huiswaarts gaan.

75 ‘Maar weet ….’ (Magda Visser) (6 van 6)
Want Bethlehem ligt dicht bij alle steden, bij Amsterdam en Londen of Parijs. Ons leed wordt overspoeld door deze vrede. O, Kind dat Christus heet: Kyrieleis !

76 Komt en laat ons Christus eren, hart en zinnen tot Hem keren!
Ned. Herv. Bundel nr. 22 : 1, 3 en 4 Komt en laat ons Christus eren, hart en zinnen tot Hem keren! Zingt die trouwe Heer der heren, Christ’nen, in zijn naam gedoopt!

77 Hem, die blijde herders vonden, toen hun d’engelen verkondden,
Ned. Herv. Bundel nr. 22 : 1, 3 en 4 Hem, die blijde herders vonden, toen hun d’engelen verkondden, dat Hij redden kwam van zonden: Hem zij lof in eeuwigheid!

78 Zingen wij met dank en bede ‘t lied der heil’ge eng’len mede:
Ned. Herv. Bundel nr. 22 : 1, 3 en 4 Zingen wij met dank en bede ‘t lied der heil’ge eng’len mede: “Eer omhoog, op aarde vrede door het welbehagen Gods”.

79 Nu gaan de bloemen nog dood; nu gaat de zon nog onder.
We luisteren naar piano (Rick Marsman) en saxofoon (Jennemieke Rijken van Olst): Nu gaan de bloemen nog dood; nu gaat de zon nog onder. En geen mens kan zonder water en zonder brood. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Zing voor de eeuwige dag. Zing voor Zijn komst en zeg: amen. Zing voor de Heer, die ons samen daar al voor eeuwigheid zag.

80 1 Johannes 1 : 5 - 7 5 Dit is wat wij hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis. 6 Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.

81 1 Johannes 1 : 5 - 7 7 Maar gaan we onze weg in het licht, zoals hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde.

82 Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht! God, laat mij voor uw aangezicht,
Gezang 437 : 1, 2 en 3 Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht! God, laat mij voor uw aangezicht, geheel van U vervuld en rein, naar lijf en ziel herboren zijn.

83 Schep, God, een nieuwe geest in mij,
Gezang 437 : 1, 2 en 3 Schep, God, een nieuwe geest in mij, een geest van licht, zo klaar als Gij; dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt en ga de weg die U behaagt.

84 Wees Gij de zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan,
Gezang 437 : 1, 2 en 3 Wees Gij de zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan, tot ik U zie, o eeuwig Licht, van aangezicht tot aangezicht.

85 ‘Stad van Kristal’ (Huub Oosterhuis) (1 van 4)
En ik zag een nieuwe hemel, een nieuwe aarde. En ik zag een stad van de vrede, neerdalend uit de hemel, van God: een stad, bekleed met louter licht, schitterend als het kostbaarste gesteente fonkelend als kristal, met poorten van parels,

86 ‘Stad van Kristal’ (Huub Oosterhuis) (2 van 4)
en de straten van die stad waren van zuiver goud, doorzichtig als glas; en een rivier van levend water helder als kristal doorstroomde die stad, en op haar oevers stonden de bomen des levens.

87 ‘Stad van Kristal’ (Huub Oosterhuis) (3 van 4)
En ik hoorde roepen, een machtige stem: Dit is het huis van God, hier zal Hij wonen met de mensen, Hij die hun God wil zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn,

88 ‘Stad van Kristal’ (Huub Oosterhuis) (4 van 4)
geen zuchten en kreunen, geen pijn en geen rouw zal meer zijn. En ook de nacht zal niet meer zijn. En die op de troon, die sprak: Ik maak alle dingen nieuw.

89 In de hoge, in de hoge, in de hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde.
“Ere zij God” Ere zij God, ere zij God, In de hoge, in de hoge, in de hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde. In de mensen een welbehagen. Amen.

90 Bedanken alle medewerkenden.
Een collecte voor Christina van der Zande, die een paar jaar als verpleegkundige bij Mercy Ships op een hospitaalschip gaat werken in Afrika. Ten slotte: Gebed van Fransiscus van Assisi. Voor iedereen een smakelijke toegift hierna.

91 ‘Hèt varende ziekenhuis voor de allerarmsten’
Collecte voor MERCY SHIPS ‘Hèt varende ziekenhuis voor de allerarmsten’ De medewerkers komen uit veel landen en doen hun professionele werk als (onbetaald) vrijwilliger. Januari 2015 wordt Christina van der Zande door onze gemeente uitgezonden als missionair diaconaal werker.

92 Gebed van Franciscus van Assisi

93 Gebed van Franciscus van Assisi (1 van 2)
Machtige God, met eerbied noemen wij Uw naam. Heer, maak mij tot en werktuig van uw vrede, waar haat is, laat mij liefde brengen, waar belediging is - vergeving, waar onenigheid is, laat mij eensgezindheid brengen, waar dwaling is – waarheid, waar twijfel is – geloof, waar wanhoop is – hoop, waar duisternis is, laat mij licht brengen

94 Gebed van Franciscus van Assisi (2 van 2)
en waar droefheid is – vreugde. Heer, dat wij niet zozeer verlangen om getroost te worden, dan wel om te troosten, om begrepen te worden, dan wel om te verstaan, om bemind te worden, dan wel om lief te hebben, want, zichzelf gevende wordt men rijk, zichzelf verliezende vindt men vrede, vergevende ontvangen wij vergiffenis en stervende worden wij wedergeboren voor altijd. Amen.

95 Sluiting van deze advent- en kerstbijeenkomst
(inclusief afscheid internetluisteraars)

96 GEZEGENDE FEESTDAGEN


Download ppt "Welkom op deze advent- en kerstbijeenkomst 2014"

Verwante presentaties


Ads door Google