De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Presentatie van Daya, Félice en Linda

Verwante presentaties


Presentatie over: "Presentatie van Daya, Félice en Linda"— Transcript van de presentatie:

1 Presentatie van Daya, Félice en Linda
Fotosynthese Presentatie van Daya, Félice en Linda

2 Inhoud Wat is fotosynthese?
De invloed van licht op snelheid van fotosynthese De invloed van kleur op snelheid van fotosynthese Wat heeft de kleur groen met fotosynthese te maken? Groeilampen Kleuren onder water

3 Wat is fotosynthese? Fotosynthese is het proces waarin licht en koolstofdioxide in glucose en zuurstof wordt omgezet. Het proces komt voor in planten en sommige bacteriën. Deze organismen noemen we autotrofen, omdat ze zichzelf kunnen voorzien van energie. Mensen en dieren hebben die glucose en zuurstof nodig om te leven. de geproduceerde glucose wordt opgeslagen in de bladeren, in de wortels ,vruchten en in de zaden van de plant. Dieren kunnen dat dan weer eten. Groene planten kunnen zichzelf en anderen dus voorzien van voedingsstoffen. Fotosynthese bij Landplanten Planten nemen met hun wortels het water uit de bodem op. Dan gaat het water via de vaatbundels in de plant naar de nerven om bij de bladgroenkorrels te komen. Bladgroenkorrels zijn nodig om de energie van licht op te vangen. Dat doen ze met de stof chlorofyl, dat zit in de bladgroenkorrels. Chlorofyl geeft de planten ook hun groene kleur. Daarom kan alleen in groene planten fotosynthese plaats vinden. Hoewel alle groene delen van een plant bladgroenkorrels bevatten wordt de meeste energie opgewekt in de bladeren. Ook is er koolstofdioxide nodig om glucose en zuurstof te produceren. Koolstofdioxide en de zuurstof worden via huidmondjes in het blad uitgewisseld. Dat zijn kleine openingen in het blad van een plant.

4 Wat is fotosynthese? Fotosynthese bij waterplanten
ook bij waterplanten komt fotosynthese voor. Dat is ongeveer hetzelfde als bij landplanten. Met hun wortels nemen ze het water op en word het via de vaatbundels naar de bladeren gebracht. Het licht komt door het water heen en kan zo ook de plant bereiken (niet al het licht komt even diep). De koolstofdioxide wordt uit het water gehaald en de zuurstof komt in belletjes naar boven totdat ze uit het water zijn. Ook zorgen Waterplanten dat het water helder blijft. De planten halen met hun wortels en bladeren schadelijke stoffen uit het water. Fotosynthese bij bacteriën en algen Fotosynthese bij algen vind op dezelfde manier plaats als bij planten. Alle algen produceren zuurstof. Bacteriën die gebruik van fotosynthese hebben geen bladgroenkorrels. De fotosynthese vind direct plaats in de cel plaats. Er zijn een paar uitzonderingen Bijvoorbeeld cyanobacteriën. Die bevatten chlorofyl en zuurstof op dezelfde manier als bladgroenkorrels.

5 Invloed van licht op snelheid van fotosynthese
Proef 1 Is fotosynthese afhankelijk van de hoeveelheid licht ? we hebben 3 reageerbuisjes met water gevuld en de lamp op 5, 16,5 en 42 centimeter vast gemaakt. al de buisjes hebben we onder een aparte lamp gezet. Daarna hebben we de hoeveelheid licht gemeten. En toen keken we hoeveel zuurstofbelletjes er in 1 minuut uit de stengel van de plant kwamen. Onze resultaten reageerbuisjes 1 2 3 Soort water kraanwater Hoogte lamp 5 cm 16,5 cm 42 cm Hoeveelheid licht lux 97000 lux 20500 lux Aantal zuurstofbelletjes per minuut 5 belletjes per minuut 4 belletjes per minuut 3 belletjes per minuut Soort water CO2-rijk CO2-arm kraanwater Hoogte lamp 18 cm Aantal zuurstofbelletjes per minuut 7 belletjes per minuut 0 belletjes Per minuut 5 belletjes De conclusie Licht en koolstofdioxide zijn van groot belang bij fotosynthese. Als meer licht op het plantje valt, komt er meer fotosynthese voor.

6 Invloed van kleur op de snelheid van fotosynthese
Proef 2 Heeft de kleur van het licht effect op fotosynthese ? We hebben 2 reageerbuisjes met kraanwater gevuld en de ene onder en witte lamp gezet en de andere onder een rode lamp. Onze resultaten reageerbuisjes 1 2 Soort water Kraan water kraanwater Kleur licht rood wit Hoogte lamp 18 cm Hoeveelheid licht 9500 lux 41000 lux Aantal zuurstofbelletjes per minuut 5 belletjes per minuut 4 belletjes Per minuut De conclusie Rood licht werkt beter bij fotosynthese dan wit licht. Groen licht werkt niet goed bij groene planten, omdat ze het licht absorberen.

7 Wat heeft de kleur groen met fotosynthese te maken?
In de herfst hebben bladeren de kleuren geel, rood en oranje. Deze kleuren zaten altijd al in het blad. Maar in de lente en de zomer zie je deze kleuren niet. Dit komt omdat het groen in het blad overheerst. Dat groen wordt veroorzaakt door bepaalde stoffen in het blad: deze kleuren het blad dus groen. Chlorofyl is een stof die in bladeren zit en ze groen kleurt. Chlorofyl zorgt voor fotosynthese. In de winter stoppen planten en bomen met hun fotosynthese. De productie wordt stopgezet en chlorofyl verdwijnt uit het blad. De bladeren laten hun oorspronkelijke kleuren geel, oranje en rood zien. Wanneer de bladeren afvallen, verdorren ze tot een bruine kleur. Planten laten hun bladeren vallen om te overwinteren: in de winter is er minder water te krijgen en bij veel blad zou er water via de bladmondjes verdampen. De plant zou dan uitdrogen en sterven. Een groen blad maakt van koolstofdioxide zuurstof. Maar in de nacht is het andersom: er wordt dan zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven. Omdat de nacht korter duurt dan de dag, komt er meer zuurstof dan koolstofdioxide vrij via de planten. En in de winter dan geven naaldbomen zuurstof af, hoewel een stuk minder dan loofbomen.

8 Groeilampen Groeilampen worden gebruikt in de tuinbouw. Het is een aanvulling van zonlicht, waardoor de planten langer glucose en zuurstof kunnen produceren, en door kunnen groeien. De gemiddelde verlichtingssterke is 8000 lux. De eenheid lux is alleen niet de juiste maat voor de belichting van groene planten. Planten reageren het meest op rood en paars licht en het minst op groen licht. Ze gebruiken vaak natriumlampen omdat die het meest in de buurt komen van rood licht en goedkoop geproduceerd kunnen worden. Fotosynthese is een proces waarbij het licht opgenomen wordt chlorofyl en carotenoïden van bladeren. Carotenoïde is een groep gele tot roodachtige kleurstoffen, die vooral in de bladgroenkorrels van planten en in bacteriën voorkomen. Het opgenomen licht wordt in vorm van lichtenergie gebruikt voor de vorming van suiker uit koolzuurgas, dat door de bladeren worden opgenomen. Veel suiker die wordt gemaakt stoppen de planten in de vruchten. Daarvan worden onder andere zetmeel en cellulose gemaakt. Zetmeel is een efficiënte opslagvorm van suikers. Als planten te veel suikers aan maken zetten ze dit om in zetmeel. Die slaan ze op in de wortels of zaden voor later gebruik, zodat de kiemplanten genoeg energie hebben. Cellulose wordt vrijwel door elke plant gemaakt, vooral door bomen, en het zit vooral in natuurlijke vezels. Veel producten die door de plant worden gemaakt, worden door dieren of mensen gegeten.

9 Kleuren onder water Kleuren zijn maar tot een bepaalde diepte zichtbaar. Hoe dieper je onder water gaat, hoe minde kleuren er zijn. Dit heeft te maken met de breking van het licht in water. Het heeft daarom geen zin om diep onder water een felle kleur te hebben. De meeste planten diep onder water zijn gewoon groen. Sommige zijn rood, als verdediging tegen het felle zonlicht dat door het water schijnt. In de diepzee kom je vaak geen rode planten tegen, maar in zonnige gebieden dichtbij het wateroppervlak wel. Fotosynthese diep onder water komt niet meer voor. Daar is er chemosynthese, als het ware een vervanging voor fotosynthese. Chemosynthese is een proces waardoor sommige organismen (vooral bacteriën) chemische energie in zich opnemen. Dit doen ze doordat er geen zonlicht en koolstof voorkomt. De chemische energie is afkomstig van oxidatie van verschillende anorganische stoffen. Zulke organismen worden chemo-autotroof genoemd: ze maken organische stoffen (bijvoorbeeld koolhydraat) uit koolstofdioxide en water. Door de oxidatie van de anorganische stoffen krijgen ze energie. Zwavelbacteriën kunnen bijvoorbeeld waterstofsulfide omzetten tot zwavel Nitrietbacteriën kunnen ammoniak omzetten tot nitriet Nitraatbacteriën zetten nitriet om tot nitraat Nitriet- en nitraatbacteriën worden nitrificerende bacteriën genoemd, doordat ze een belangrijke schakel vormen in het omzetten van stikstof, afkomstig van proteïnen, tot stikstof die in de vorm van nitraat opneembaar is voor planten. Een andere vorm van chemosynthese is acetotroof. Hierbij verkrijgt een organisme de benodigde energie door het omzetten van acetaat tot methaan. Kleuren die doordringen onder water:


Download ppt "Presentatie van Daya, Félice en Linda"

Verwante presentaties


Ads door Google