De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Literatuur 16e en 17e eeuw algemene theorie maart 2007.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Literatuur 16e en 17e eeuw algemene theorie maart 2007."— Transcript van de presentatie:

1 Literatuur e en 17e eeuw algemene theorie maart 2007

2 Vraag 1 Maarten Luther spijkerde in 1517 iets tegen de kerkdeur van Wittenberg. Wat?
95 stellingen waarin hij de rooms-katholieke kerk bekritiseerde. 14 stellingen waarin hij de protestantse kerk bekritiseerde. 38 liefdesbrieven van zijn overspelige vriendin.

3 Vraag 2 Wat is een aflaat? Een geschrift waarin staat dat je bent vrijgesteld van kerkelijke straffen. Een brief waarin je afstand van iets doet. Iemand die niet aflaat, oftewel ergens maar niet mee ophoudt.

4 Vraag 3 Keizer Karel V streefde (voor De Nederlanden) naar:
grote mate van gewestelijke en stedelijke autonomie. een eenheidsstaat. een mix van A en B.

5 Vraag 4 De zoon van Karel V heet:
Filips III Karel de Kale Filips II

6 Vraag 5 De rederijkers waren:
dichters die samenkwamen in verenigingen. mensen die schepen en werven bezaten. mensen die door te praten rijk geworden waren.

7 Vraag 6 De renaissance ontstond in Italië en was
een poging om het katholieke geloof omver te werpen. een stroming in de schilderkunst die zo precies mogelijk de werkelijkheid wilde weergeven. een poging om de klassieke oudheid te doen herleven en na te volgen.

8 Kijk goed naar het volgende schilderij

9 De luitspeelster Jan Steen                                                                                                                                                                             

10 Wat zag je? Een nette mevrouw die aan het musiceren is.
Een niet zo nette mevrouw die aan het musiceren is. Een peinzende man die een kopje koffie gaat drinken.

11 De antwoorden Vraag 1: antwoord A. Maarten Luther spijkerde 95 stellingen aan de kerkdeur. Vraag 2: antwoord B. Een aflaat is een geschrift waarin staat dat je bent vrijgesteld van kerkelijke straffen. Vraag 3: antwoord B. Karel V wilde van De Nederlanden een eenheidsstaat maken.

12 De antwoorden (vervolg)
Vraag 4: antwoord C. Karels zoon heet Filips II. Vraag 5: antwoord A. Rederijkers waren dichters die samenkwamen in verenigingen. Vraag 6: antwoord C. De renaissance (wedergeboorte) was een poging om de klassieke oudheid te doen herleven en na te volgen. Vraag 7: B! Maar waarom? Luister en huiver.

13 De achtergronden Politieke achtergronden
Sociaal-economische achtergronden Culturele achtergronden Paleis op de Dam, Amsterdam

14 Politieke achtergronden: de hervorming of reformatie
1517: Maarten Luther formuleert kritiek op de misstanden in de katholieke kerk, zoals de aflaat Johannes Calvijn is een andere hervormer Maarten Luther Johannes Calvijn

15 Politieke achtergronden: de Nederlanden
De Nederlandse gewesten waren verbonden met Spanje, maar vormden geen eenheid

16 Karel de Vijfde en zijn opvolger Filips de Tweede wilden de Nederlanden verenigen tot één staat, met één centraal gezag en één geloof, het rooms-katholieke Karel V Filips II

17 Verzet tegen eenheidsstreven:
1566: Beeldenstorm : Tachtigjarige Oorlog (de Opstand)

18 Leiders van het verzet:
Willem van Oranje Zijn zoons Maurits en Frederik Hendrik Willem van Oranje

19 Tegenstander, namens Filips II: de hertog van Alva
Het Bruto Nationaal Product bestond nog niet, maar Alva wist als prototypisch fiscalist de volksziel in het hart te treffen door een soort BTW te heffen die men als Tiende Penning kent. Zo’n aanslag van maar 10 % valt in verhouding nog wel mee naast de moderne BTW maar toen was Nederland te klein. Je weet hoe Nederlanders zijn: ze zien het in abstracto groot, maar op een cent vallen ze dood. (J.P.Rawie/D. van Wissen Rijmkroniek des Vaderlands)

20 Meer dan 1300 mensen ter dood gebracht als ketters (afvalligen van de rooms-katholieke kerk)

21 26 juli 1581 Acte van Verlatinghe: onafhankelijkheidsverklaring waarin de Staten-Generaal hun trouw aan Filips II opzeggen De gewesten stellen dat een vorst door God is aangesteld om zijn onderdanen te beschermen:

22 “gelijck een herder tot bewaernisse van zijne schapen”.
God heeft zijn onderdanen niet geschapen om te worden onderdrukt. Sommige mensen vinden dat 26 juli in Nederlands onafhankelijkheidsdag zou moeten zijn.

23 Omstreeks 1570: minder dan 30.000 inw. In 1622: ruim 100.000
Sociaal-economische achtergronden: Amsterdam maakt een explosieve groei door nadat Antwerpen in Spaanse handen valt Omstreeks 1570: minder dan inw. In 1622: ruim Einde van de 17e eeuw: meer dan

24 Gevolg: grote bloei van kunst en cultuur in de Republiek
De zeventiende eeuw wordt wel genoemd: de Gouden Eeuw In de Hollandse steden werden veel grachtenpanden gebouwd

25 Culturele achtergronden: renaissance en humanisme
Renaissance: wedergeboorte van de kunst en cultuur van de klassieke oudheid (Griekse en Romeinse) Ontstaan in Italië (14e eeuw), daarna verspreid over West-Europa

26 Pleidooi voor verdraagzaamheid, ook op godsdienstig terrein.
Humanisme: herontdekking van het denken van de klassieke oudheid. Menselijke waardigheid en zelfontplooiing komen centraal te staan. Pleidooi voor verdraagzaamheid, ook op godsdienstig terrein. Erasmus

27 Grote wetenschappelijke ontwikkelingen
Ontwikkelingen in de wiskunde maakten de ontdekking van het perspectief mogelijk. Copernicus, Galilei en Kepler ontdekten dat de zon het middelpunt van het heelal was en werkten dit verder uit. Copernicus’ heliocentrisch systeem

28 Perspectief

29 Carlo Crivelli

30 Functie van kunst en literatuur
Utile et dulce: nuttig en vermakelijk (Romeinse dichter Horatius) Het publiek werd een wijze les gegeven, maar ook mooie vormen, ingenieuze verwijzingen of formuleringen die ontraadseld moesten worden. De kunst probeerde een stedelijke gedragscode te propageren, een gedragscode voor een sterk groeiende groep: de stedelijke burgerij.

31 1637: Statenvertaling Het Nederlands: van verzameling dialecten naar
standaardtaal

32

33 Een huishouden van Jan Steen!

34 Soorten literatuur Strijdliteratuur Emblemata Lyriek, liederen Sonnet
Toneel

35 Strijdliteratuur: het Wilhelmus
Eerste couplet Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij, onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.

36 Zesde couplet Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.

37 Achtste couplet Als David moeste vluchten voor Saul den tiran, zo heb ik moeten zuchten met menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uut alder nood. een koninkrijk gegeven In Israël zeer groot.

38 Vijftiende couplet Voor God wil ik belijden end Zijner groter macht dat ik tot genen tijden den konink heb veracht dan dat ik God den Here den hoogster Majesteit heb moeten obediëren in der gerechtigheid

39 wilhelmus Acrostichon (naamdicht) WILLEM VAN NASSOV (V=U)
Schrijver? Filips Marnix van Sint-Aldegonde of Coornhert of?

40 Emblemata

41

42 Lyriek, liederen 1544: ‘Antwerps liedboek’ Sociale functie
Petrarkisme: het verlangen naar de ideale vrouw wordt op conventionele wijze bezongen Petrarca

43 Sonnet 14 regels octaaf (of twee kwatrijnen), sextet (of twee terzetten) volta/wending/chute in inhoud P.C.Hooft

44 opgedragen aan zijn afwezige verloofde Christina van Erp, met wie Hooft 3 maanden later in 1610 in het huwelijk zou treden.) Gezwinde grijsaard die op wakkre wieken staag* De dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken* Altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken, Doodsvijand van de rust, die woelt* bij nacht, bij dag, Onachterhaalbre Tijd, wiens hete honger graag* Verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken En keert en wendt en stort Staten en Koninkrijken; Voor iedereen te snel, hoe valt gij* mij zo traag? Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijve* ik met mishagen De schoorvoetige Tijd, en tob de lange dagen Met arbeid avondwaarts; uw afzijn valt te bang. En mijn verlangen kan de Tijdgod niet bewegen*. Maar ‘t schijnt* verlangen daar zijn naam af heeft gekregen, Dat ik de Tijd die ik verkorten wil, verlang*

45 Woordverklaringen: op wakkre wieken staag - op altijd snelle vleugels zonder zeil te strijken - zonder het zeil neer te laten woelt - vooruitsnelt wiens hete honger graag - wiens grote, gretige honger valt gij - lijkt gij verdrijve - breng door bewegen - bewegen tot meer spoed t schijnt - het schijnt dat verlang - verleng

46 Toneel stedelijke functie meningvormend ethisch-didactisch
De Weereld is een “ Speel-Tooneel, Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel”. (Vondel) Toegangspoort Amsterdamse Schouwburg

47 Soorten toneel - tragedie (treurspel) retorische –didactische tragedie Aristotelische tragedie - klucht - komedie (blijspel)

48 Kenmerken retorisch-didactische tragedie
drama’s van Seneca dienden als voorbeeld vijf bedrijven koren geen hechte structuur

49 Kenmerken Aristotelische tragedie
                                                                     eenheid van tijd eenheid van plaats eenheid van handeling ondergang van een hooggeplaatst persoon Joost van den Vondel schreef ‘Gysbrecht van Amstel’

50 Kenmerken komedie lagere klassen speelden hoofdrol
      lagere klassen speelden hoofdrol taal was meer spreektaal happy-end Bekende komedies: ‘Warenar’ van Hooft en ‘Spaanschen Brabander’ van Bredero

51 Kenmerken klucht kort grappige situaties
personages vaak afkomstig uit lagere sociale klassen primaire levensdriften (eten, zuipen en vrijen) spelen grote rol


Download ppt "Literatuur 16e en 17e eeuw algemene theorie maart 2007."

Verwante presentaties


Ads door Google