Binnenste BUITEN Michelle Borghers.

Presentatie over: "Binnenste BUITEN Michelle Borghers."— Transcript van de presentatie:

1 binnenste BUITEN Michelle Borghers

2 AFSPRAKEN VINGER OPSTEKEN LEERKRACHT PRAAT = LEERLINGEN ZWIJGEN
 WE LUISTEREN NAAR ELKAAR

3 WIE BEN IK? Hoe groot ben je? Welke kleur haar heb je?
Welk type haar heb je? (krullend/golvend/sluik) Wat is de kleur van je ogen?

4 Dokter - Verkouden

5 Dokter - Griep

6 Uit welke delen bestaat de romp?
BORSTHOLTE R L BESLUIT: Het middenrif scheidt de romp in twee delen: de borst- en buikholte. BUIKHOLTE

7 Besluit BORSTHOLTE BUIKHOLTE MIDDENRIF

8 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? SCHADELIJKE STOFFEN VERWIJDEREN

9 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? VOEDSEL VERTEREN

10 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? STOFFEN VERVOEREN

11 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? BEWEGEN

12 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? BEWEGEN

13 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? VOORTPLANTEN

14 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? VOELEN

15 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?
OPDRACHT: WAT DOET HET LICHAAM? ADEMEN

16 Stelsels? Lichaamsstelsels maken al die functies mogelijk!

17 Functie: opgenomen voedsel verteren
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: opgenomen voedsel verteren SPIJSVERTERINGSSTELSEL

18 Functie: zorgt ervoor dat je kunt voelen
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: zorgt ervoor dat je kunt voelen ZENUWSTELSEL

19 Functie: regelt de ademhaling
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: regelt de ademhaling ADEMHALINGSSTELSEL

20 Functie: schadelijke stoffen verwijderen
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: schadelijke stoffen verwijderen UITSCHEIDINGSSTELSEL

21 Functie: hierdoor kan je bewegen
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: hierdoor kan je bewegen BEENDERSTELSEL

22 Functie: hierdoor kan je bewegen
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: hierdoor kan je bewegen SPIERSTELSEL

23 Functie: hierdoor kan je je voortplanten
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: hierdoor kan je je voortplanten VOORTPLANTINGSSTELSEL VAN DE MAN

24 Functie: hierdoor kan je je voortplanten
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: hierdoor kan je je voortplanten VOORTPLANTINGSSTELSEL VAN DE VROUW

25 Functie: regelt het vervoer van stoffen
Welk stelsel? WAT herken je? Functie: regelt het vervoer van stoffen BLOEDVATENSTELSEL

26 Besluit SPIJSVERTERINGSSTELSEL VOELEN ADEMHALINGSSTELSEL
UITSCHEIDINGSSTELSEL BEWEGEN VOORTPLANTEN BLOEDVATENSTELSEL

27 Hoe zijn de stelsels opgebouwd?
Neem het knipblad van de stelsels achteraan in de cursus. Knip alle tekeningen uit. Steek de organen in een enveloppe. De vakjes hoeven niet perfect rond geknipt te zijn!

28 Welk stelsel? 1: Maag 2: Dunne darm 3: Dikke darm 4: Aarsopening
5: Mondholte 6: Slokdarm BUIKHOLTE BORSTHOLTE Functie: opgenomen voedsel verteren SPIJSVERTERINGSSTELSEL

29 Welk stelsel? 7: Mondholte 8: Neusholte 9: Luchtpijp 10: Longen
BORSTHOLTE Functie: Regelt de ademhaling ADEMHALINGSSTELSEL

30 Welk stelsel? 11: Hart 12: Bloedvaten
BUIKHOLTE Functie: Regelt het vervoer van stoffen BLOEDVATENSTELSEL

31 Welk stelsel? 13: Nier 14: Urineblaas 15: Urineleider 16: Urinebuis
BUIKHOLTE Functie: Schadelijke stoffen verwijderen UITSCHEIDINGSSTELSEL

32 Welk stelsel? 17: Penis 18: Zaadleider 19: Teelbal 20: Urinebuis man
BUIKHOLTE Functie: Voortplanten VOORTPLANTINGSSTELSEL VAN DE MAN

33 Welk stelsel? 21: Vagina 22: Eierstok 23: Eileider 24: Baarmoeder
BUIKHOLTE Functie: Voortplanten VOORTPLANTINGSSTELSEL VAN DE VROUW

34 Besluit ORGANEN HART LONGEN

35 Doe en onthoud Opdracht 1: borstholte/buikholte/midd enrif aanduiden.

36 Doe en onthoud Opdracht 2: ik kan de lichaamsfuncties met het juiste stelsel verbinden. 1 2 3 4 5 6 7 D C F A B G E

37 Doe en onthoud I F E G B H C J A D LETTER ORGAAN NIEREN LUCHTPIJP
DARMEN G HART B MANNELIJK VOORTPLANTINGSSTELSEL H LONGEN C URINEBLAAS J MAAG A SLOKDARM D VROUWELIJK VOORTPLANTINGSSTELSEL

38 DOE EN ONTHOUD Opdracht 4: ik kan aanduiden waar organen zich in de romp bevinden. ORGANEN BORSTHOLTE BUIKHOLTE NIEREN LUCHTPIJP DARMEN HART LEVER LONGEN URINEBLAAS MAAG SLOKDARM X X X X X X X X X X