Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
2
Wat is de persoonsvorm?
3
Wat is de persoonsvorm? Een werkwoord
4
Wat is de persoonsvorm? Een werkwoord De basis van elke zin
5
Startpunt bij grammatica
Wat is de persoonsvorm? Een werkwoord De basis van elke zin Startpunt bij grammatica
6
Wat is de persoonsvorm? Een werkwoord De basis van elke zin
Startpunt bij grammatica Geklungel met d’s en t’s
7
Hoe vind je de persoonsvorm?
8
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww ? vt/tt ev/mv
9
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww De man fietst. ? vt/tt ev/mv
10
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww De man fietst. ? Fietst de man? vt/tt ev/mv
11
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww De man fietst. ? Fietst de man? vt/tt De man fietste. ev/mv
12
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww De man fietst. ? Fietst de man? vt/tt De man fietste. ev/mv De mannen fietsen.
13
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Het meisje gaat naar school. ? vt/tt ev/mv
14
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Het meisje gaat naar school. ? Gaat het meisje naar school? vt/tt ev/mv
15
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Het meisje gaat naar school. ? Gaat het meisje naar school? vt/tt Het meisje ging naar school. ev/mv
16
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Het meisje gaat naar school. ? Gaat het meisje naar school? vt/tt Het meisje ging naar school. ev/mv De meisjes gaan naar school.
17
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww De dames gaan wandelen. ? vt/tt ev/mv
18
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww De dames gaan wandelen. ? vt/tt ev/mv
19
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww De dames gaan wandelen. ? Gaan de dames wandelen? vt/tt ev/mv
20
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm? De dames gaan wandelen.
Gaan de dames wandelen? vt/tt De dames gingen wandelen. ev/mv
21
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm? De dames gaan wandelen.
Gaan de dames wandelen? vt/tt De dames gingen wandelen. ev/mv De dame gaat wandelen.
22
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Welk boek lees jij daar? ? vt/tt ev/mv
23
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Welk boek lees jij daar? ? Lees jij welk boek daar? vt/tt ev/mv
24
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Welk boek lees jij daar? ? Lees jij welk boek daar? vt/tt ev/mv
25
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Welk boek lees jij daar? ? Lees jij welk boek daar? vt/tt Welk boek las jij daar? ev/mv
26
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm? Welk boek lees jij daar?
Lees jij welk boek daar? vt/tt Welk boek las jij daar? ev/mv Welk boek lezen jullie daar?
27
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Wij meldden ons te laat bij de conciërge. ? vt/tt ev/mv
28
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Wij meldden ons te laat bij de conciërge. ? Meldden wij ons te laat bij de conciërge? vt/tt ev/mv
29
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Wij meldden ons te laat bij de conciërge. ? Meldden wij ons te laat bij de conciërge? vt/tt Wij melden ons te laat bij de conciërge. ev/mv
30
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Wij meldden ons te laat bij de conciërge. ? Meldden wij ons te laat bij de conciërge? vt/tt Wij melden ons te laat bij de conciërge. ev/mv
31
? ww vt/tt ev/mv Hoe vind je de persoonsvorm?
Wij meldden ons te laat bij de conciërge. ? Meldden wij ons te laat bij de conciërge? vt/tt Wij melden ons te laat bij de conciërge. ev/mv Ik meldde me te laat bij de conciërge.
32
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Het regent. ? vt/tt ev/mv
33
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Het regent. ? Regent het? vt/tt ev/mv
34
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Het regent. ? Regent het? vt/tt Het regende. ev/mv
35
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Het regent. ? Regent het? vt/tt Het regende. ev/mv Het regenen.
36
Hoe vind je de persoonsvorm?
ww Het regent. ? Regent het? vt/tt Het regende. ev/mv Het regenen.
37
Toch meer dan één PV in een zin?
38
Toch meer dan één PV in een zin?
Dan zijn het stiekem meer zinnen.
39
Toch meer dan één PV in een zin?
Dan zijn het stiekem meer zinnen. Ik denk niet dat hij het gedaan heeft.
40
Toch meer dan één PV in een zin?
Dan zijn het stiekem meer zinnen. Ik denk niet dat hij het gedaan heeft.
41
Toch meer dan één PV in een zin?
Dan zijn het stiekem meer zinnen. Ik denk niet dat hij het gedaan heeft. Als je wil weten hoe je de persoonsvorm kunt vinden, bekijk dan dit filmpje op internet.
42
Toch meer dan één PV in een zin?
Dan zijn het stiekem meer zinnen. Ik denk niet dat hij het gedaan heeft. Als je wil weten hoe je de persoonsvorm kunt vinden, bekijk dan dit filmpje op internet.
43
Wat moet ik met deze kennis?
44
Wat moet ik met deze kennis?
Goede zinnen maken
45
Wat moet ik met deze kennis?
Goede zinnen maken Startpunt bij grammatica
46
Wat moet ik met deze kennis?
Goede zinnen maken Startpunt bij grammatica Geklungel met d’s en t’s
Verwante presentaties
