De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Scheikunde Chemie overal

Verwante presentaties


Presentatie over: "Scheikunde Chemie overal"— Transcript van de presentatie:

1 Scheikunde Chemie overal
Kelly van Helden

2 Planning Week 1 Vandaag: paragraaf 7.2 Huiswerk maken

3 7.2 Organische chemie Is de chemie van de koolstofverbindingen
Alle organische stoffen zijn opgebouwd uit koolstofatomen Voorbeelden van koolstofverbindingen: vetten, eiwitten en koolhydraten Vetzuur

4 Het koolstofatoom Staat centraal in de koolstofverbinding
Deze koolstofatomen kunnen zich binden aan niet-metalen dit is een ……………… Waar in deze figuur zien we dit? atoombinding

5 Het koolstofatoom Een koolstofatoom heeft covalentie 4
Covalentie van alle niet-metalen Atoom Covalentie C 4 H 1 F, Cl, Br, I O en S 2 N 3 Uit je hoofd kennen!!!

6 De belangrijkste organische groepen

7 Structuurformule en molecuulformule
Wat was het ook alweer?

8 Vertakt of onvertakt

9 Verzadigd of onverzadigd
Etheen

10 Alkanen Koolstofverbindingen: stoffen waarin een C (koolstof) voorkomt
Koolwaterstoffen: verbindingen die uitsluitend bestaan uit koolstofatomen en waterstofatomen Homologe reeksen: stoffen die op elkaar lijken. (verhoudingen zijn gelijk)

11 Alkanen Vertakte of onvertakte
Alleen enkelvoudige bindingen dus altijd verzadigd Algemene formule: CnH2n+2 Brandbaar Lossen niet op in water C1 t/m C4 Gasvorming C5 t/m C16 Vloeibaar C17 enz Vast

12 Alkanen (CnH2n+2) Eerste 10 alkanen zijn:

13 Naamgeving alkanen 1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de vertakking. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Komt deze zijgroep vaker voor dan geef je dat aan met het griekse telwoord. (di, tri, tetra, penta, hexa) 4. Geef de naam van de hoofdketen.

14 Naamgeving alkanen Zijgroepen:

15 Opdracht Geef de naam aan:

16 Huiswerk Maak opdracht 2 t/m 6 en 10 Niet maken 4c,

17 Week 2 Scheikunde Kelly van Helden

18 Planning Huiswerk nakijken Paragraaf 7.2 afmaken Huiswerk maken

19 Huiswerk nakijken 2. a. Een koolwaterstof is een molecuul met alleen C atomen en H atomen. (ook wel alkanen) b. Onverzadigde koolwaterstoffen wil zeggen dat er ergens een dubbele binding zit c. Vertakt wil zeggen dat er ergens een zijgroep zit (nooit aan de buitenkant)

20 3. Verbindingen B en D zijn onverzadigd Verbindingen A en C zijn vertakte moleculen 4. Een homologe reeks is een groep van stoffen die dezelfde algemene formule hebben CnH2n+2 5. C9H20 2*7+2=16 dus alkenen

21 Alkenen (er zit een dubbele binding)
6. Alkenen (er zit een dubbele binding) Alkanen (er zit geen dubbele binding) . C6H14 C4H8 C7H16 C5H8

22 10.

23 Herhaling alkanen Vertakte of onvertakte
Alleen enkelvoudige bindingen dus altijd verzadigd Algemene formule: CnH2n+2

24 Alkanen (CnH2n+2) Eerste 10 alkanen zijn:

25 Naamgeving alkanen 1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de vertakking. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Komt deze zijgroep vaker voor dan geef je dat aan met het griekse telwoord. (di, tri, tetra, penta, hexa) 4. Geef de naam van de hoofdketen.

26 Verzadigd of onverzadigd Vertakt of onvertakt
Etheen

27 Isomeren Verbindingen met een zelfde molecuulformule maar een verschillende structuurformule C4H10

28 Alkenen CnH2n Koolstofverbindingen met één of meerdere dubbele bindingen tussen de koolstofatomen (dubbele binding)

29 Naamgeving alkenen 1. Wat is je hoofdketen?
Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de dubbele binding. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Zijgroepen worden hetzelfde weergegeven als bij alkanen. 4. Geef de naam van de hoofdketen - In plaats van –aan eindigt je stamnaam nu op -een - Alkenen met een 2 dubbele bindingen krijgen de uitgang: –dieen - Geef aan op welk C-atoom de dubbele binding zit dmv een nummer.

30 Huiswerk Maken alle opdrachten paragraaf 7.2
Opdracht 4c, 7 t/m 9 en 11 t/m 13

31 Week 3 Scheikunde Kelly van Helden

32 Planning Huiswerk nakijken Aromaten, alkynen, halogeenalkanen
Huiswerk maken

33 Huiswerk nakijken 4. c. CnH2n 7. Isomeren zijn moleculen met dezelfde molecuulformule maar een andere structuurformule 8. a. b.

34 9. A en E (dezelfde molecuulformule andere structuurformule). 11. a. 1
9. A en E (dezelfde molecuulformule andere structuurformule). 11. a. 1. Butaan 2. 1-Buteen 3. 2-Buteen b. 2 en 3 zijn isomeren

35 12. a. Butaan methyl-propaan Hexaan 2 methylpentaan 3 methylpentaan 2,3 dimethylbutaan 2,2 dimethylbutaan

36 12. b. a. 2 methyl pentaan b. 1 buteen c. 2,4 dimethylpentaan d
12. b. a. 2 methyl pentaan b. 1 buteen c. 2,4 dimethylpentaan d. 1,3 pentadieen e. Hexaan 13. a.

37 Herhaling naamgeving alkanen
1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de vertakking. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Komt deze zijgroep vaker voor dan geef je dat aan met het griekse telwoord. (di, tri, tetra, penta, hexa) 4. Geef de naam van de hoofdketen.

38 Naamgeving alkenen 1. Wat is je hoofdketen?
Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de dubbele binding. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Zijgroepen worden hetzelfde weergegeven als bij alkanen. 4. Geef de naam van de hoofdketen - In plaats van –aan eindigt je stamnaam nu op -een - Alkenen met een 2 dubbele bindingen krijgen de uitgang: –dieen - Geef aan op welk C-atoom de dubbele binding zit dmv een nummer.

39 Aromaten Cyclische koolwaterstoffen met tenminste 1 onverzadigde ringstructuur C6H6 Benzeen

40 Nog een paar aromaten Fenol Chloorbenzeen

41 Alkynen Koolwaterstoffen met een drievoudige koolstof koolstof binding
CnH2n-2 Naam eindigt op –yn Bijvoorbeeld: Ethyn

42 7.3 karakteristieke groepen

43 Halogeenalkanen Alkanen waarin één of meer H-atomen door een halogeen atoom zijn vervangen. F, Cl, Br, I Fluor, chloor, broom, jood

44

45 Halogeenalkanen Naamgeving
Nummer de keten aan de kant met de karakteristieke groep. Geef aan op welk c-atoom de karakteristieke groep zit. Geef de naam van de karakteristieke groep.

46 Volgorde Eerst alkenen Dan halogenen Dan alkanen

47 Voorbeeld Chloormethaan Tetrachloormethaan

48 Opdracht

49 Opdracht (iets moeilijker)

50 Huiswerk Opdracht 14, 16 t/m 18

51 Week 4 Kelly van Helden

52 Planning Huiswerk nakijken Alcoholen en zuren Huiswerk maken

53 Huiswerk nakijken 14. a. Een karakteristieke groep is een groep waar bij een alkaan/alkeen een H atoom vervangen wordt door iets anders b. Zuur (-COOH) c. Alcohol of hydroxy groep (-OH) d. Halogeen (F, Cl, Br, I) e. Amine (-NH2)

54 16. Een halogeenalkaan is een alkaan waarbij een (of meerdere) H atoom is vervangen door een halogeen (F, Cl, Br, I) fluorpropaan 2-chloorbutaan 1-broommethaan 2-joodbutaan chloorhexaan 2-chloorhexaan 3-chloorhexaan

55 Alcoholen (alkanolen)
Alcoholen zijn herkenbaar aan de hydroxy-groep (OH) 1 hydroxy groep = alkanol Meerdere hydroxy groepen = alcohol

56 Naamgeving Nummer de koolstofketen. Begin aan de kant waar de karakteristieke groep het dichts bij zit. Geef de naam aan de langste keten en voeg –ol toe. Geef aan met een nummer op welk C-atoom de OH-groep zit. Bij twee OH-groepen geef je dat aan door het griekse telwoord (-diol)

57 Volgorde Eerst alcohol Dan alkenen Dan halogenen Dan alkanen

58 Voorbeeld propaan1,3 diol

59 Teken de structuurformules
Propaan-1-ol propan-2-ol Ethanol ethaan1,2-diol propaan1,2,3-triol propaan1,3-diol 2-methylpropaan2-ol

60 Alkaanzuren Zijn te herkennen aan carboxylgroep Eigenschappen
De alkaanzuren behoren tot de zwakke zuren. Hoe langer de koolstofketen hoe zwakker het zuur.

61 Alkaanzuren Naamgeving
Nummer de langste keten vanuit de karakteristieke groep. Noem de stam hetzelfde als bij de alkanen en zet achter de stamnaam –zuur. Bij meerdere zuurgroepen gebruik je het Griekse telwoord Plaats voor de naam de eventuele zijgroepen.

62 Volgorde Eerst zuur Dan alcohol Dan alkenen Dan halogenen Dan alkanen

63 Teken de stuctuurformules
Methaanzuur Ethaanzuur Propaanzuur Butaanzuur Pentaanzuur Ethaandizuur

64 huiswerk Opdracht 20 t/m 25

65 Week 5 Kelly van Helden

66 Planning Huiswerk nakijken Amine en koolhydraten Huiswerk maken

67 Huiswerk nakijken 20. Een alkaanzuur is een alkaan waar een zuurgroep aan zit. Bijv: 1. ethaanzuur 2. hexaanzuur 3. methaanzuur 22. a. b. c.

68 23. 1. dit is een aminozuur dus geen alkaanzuur 2
dit is een aminozuur dus geen alkaanzuur 2. dit is een alkaanzuur omdat er alleen maar een alkaan te zien is met een zuur 3. dit is een alkeenzuur dus geen alkaanzuur. 24. Een alkanol is een alkaan met een alcohol groep (OH) eraan propanol 2-propanol

69 Amine Koolstofverbindingen met NH2 groep behoren tot de aminen.

70 Aminen Naamgeving Nummer de langste keten vanaf de karakteristieke groep. Geef aan met een nummer op welk C-atoom de karakteristieke groep zit. Geef de naam aan de langste keten nu met de uitgang –amine. Komt naast de NH2-groep een COOH-groep voor dan eindigt de naam met –zuur. De NH2-groep krijgt de naam amino.

71 Volgorde Eerst zuur Dan alcohol Dan amine Dan alkenen Dan halogenen
Dan alkanen

72 Koolhydraten De naam zegt het al Anders gezegd: sacchariden of suikers
Kool(stof) en hydraten (ander woord voor waterstof) Anders gezegd: sacchariden of suikers Onderverdeling Monosacchariden Disacchariden polysacchariden

73 Monosacchariden De meest bekende is Glucose Andere bekende zijn:
Fructose Galactose Dit zijn isomeren van glucose In de natuur gemaakt door fotosynthese:

74 disacchariden Bijvoorbeeld: Saccharose
Bestaat uit een molecuul glucose en een molecuul fructose

75 Overige disacchariden

76 polysacchariden Bijvoorbeeld zetmeel
Bestaat uit vele aaneengeschakelde glucosemoleculen Met voedsel in ons lichaam eerst omgezet tot monosacchariden door middel van enzymen (speeksel)

77 Huiswerk Opdracht 26 t/m 28

78 Week 6 Kelly van Helden

79 Planning Huiswerk nakijken Esters, vetten en oliën Huiswerk maken

80 Esters Een alcohol toegevoegd aan een alkaanzuur:
Karakteristieke geur (reuk en smaakstoffen) H2O verdwijnt

81 Ester Functionele groep:

82 Naamgeving Begin met de alkylgroep uit de alcohol
Daarachter komt de naam van de zuurrest eindigend op –noaat Ethyl ethanoaat

83 Volgorde Eerst zuur Dan ester Dan alcohol Dan amine Dan alkenen
Dan halogenen Dan alkanen

84 Vetten Vetten en oliën ook wel lipiden Bijzonder soort esters

85 Verschil vet en olie Vet Op kamertemperatuur meestal vast
Meestal van dierlijke oorsprong Gemaakt uit verzadigde vetzuren Olie Op kamertemperatuur meestal vloeibaar Meestal van plantaardige oorsprong Gemaakt uit een of meerdere onverzadigde vetzuren

86 Opdracht Hoe heet deze groep a. Alkaanzuur b. Alkanol c. Amine

87 Huiswerk Opdracht 48 t/m 51a, 51d, 52, 57, 59 (blz 212 en 213)
en 60 (blz. 217)

88 Week 7 Kelly van Helden

89 Planning Huiswerk nakijken Oefeningen maken

90 Huiswerk nakijken 48. a. b. Zijgroep en hoofdgroep bepalen. Vervolgens zijgroep benoemen dan hoofdketen en dan noaat erachter. 49. a. butaanzuur en ethanol b. propaanzuur en ethanol c. ethaanzuur en propanol

91 50. 1. butaanzuur 2. methylpropanoaat 3. ethylethanoaat 4
butaanzuur 2. methylpropanoaat 3. ethylethanoaat 4. propylethanoaat 51 a. Zuur en een alcohol d. Water 57. aroma’s, oplosmiddel, medische toepassing 59. a. dan ruik je het goed b. door de karakteristieke geur c. de smaak gaat dan weg (verdampt)

92 Opdracht 52

93 Oefenen Maak de oefeningen die uitgedeeld worden


Download ppt "Scheikunde Chemie overal"

Verwante presentaties


Ads door Google