De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Spreuken 14 en 15 (3de deel) Wat we krijgen is niet wat we zien.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Spreuken 14 en 15 (3de deel) Wat we krijgen is niet wat we zien."— Transcript van de presentatie:

1 Spreuken 14 en 15 (3de deel) Wat we krijgen is niet wat we zien

2 dwazen bedriegen zichzelf met hun dwaasheid.
8 Door zijn wijsheid weet de wijze welke weg hij moet gaan, dwazen bedriegen zichzelf met hun dwaasheid. 9 Wat dwazen verenigt, is hun wangedrag, oprechten waarderen elkaar. 10 Alleen je hart kent je diepste verdriet, in je vreugde kan een ander niet delen. 11 Het huis van de goddelozen wordt verwoest, voorspoed is er voor de woning van de oprechten. 12 Een mens denkt de juiste weg te gaan, terwijl die eindigt bij de dood. 13 Zelfs al lacht het hart, het lijdt pijn, vreugde eindigt altijd in verdriet. 14 Wie afdwaalt krijgt zijn verdiende loon, een goed mens een wacht een betere beloning. 15 Wie onnozel is, hecht aan ieder woord geloof, wie verstandig is, let op elke stap.

3 een dwaas is roekeloos en waant zich nog veilig ook.
16 Een wijze is voorzichtig, hij gaat het kwaad uit de weg, een dwaas is roekeloos en waant zich nog veilig ook. 17 Wie onbesuisd is, handelt dwaas, wie berekenend is, maakt zich gehaat. 18 Dwaasheid wacht wie onbezonnen leeft, een verstandig iemand wordt gekroond met kennis. 20 Een arm mens wordt zelfs door zijn vriend gehaat, wie rijk Is heeft veel vrienden. 21 Wie zijn medemensen veracht, is een zondaar, gelukkig hij die zich bekommert om de armen. 22 Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde en trouw? - Spreuken 14:8-22 Elk vers in de NBV hier in dit hoofdstuk is in de Hebreeuwse Bijbel een korte zin.

4 Zijn er adviezen in dit gedeelte uit Spreuken 14:8-22 die we herkennen uit de ervaring van ons eigen leven? Vinden we het moeilijk om herkenningspunten te vinden met de adviezen uit het boek Spreuken? Probeer elk één heel concreet voorbeeld uit je eigen leven, dat je herkent in het boek Spreuken, te delen met de andere leden van je gespreksgroep?

5 Een rabbi en zijn talmidiem
De talmidiem (leerlingen) van een rabbi in Jezus’ dagen, wilden vooral leren van het karakter van hun leraar en worden zoals hem, veel minder dan een hele reeks regels en voorschriften of wijze spreuken te kennen. Alhoewel kennis verwerven er bij hoorde.

6 De Bijbelse levenswijze werd en wordt in de Joodse wereld
vergeleken met het bewandelen van een pad en Hallacha genoemd. “De Hallacha kneedde het karakter van de Jood. Het gaf de richting hoe hij nederig op weg kon gaan met zijn God.” Abraham Cohen, Everymans’ Talmud

7 Ik ben de weg (Gr.hodos) de waarheid en het leven. - Joh. 14:6 Aanhangers van de Weg (Gr.hodou) die hij daar zou aantreffen… - Hand. 9:2

8 Door zijn wijsheid weet de wijze welke weg hij moet gaan Hebreeuwse Bijbel: DEREK Septuaginta Griekse Bijbel: HODOUS , dwazen bedriegen zichzelf met hun dwaasheid. - Spr. 14:8

9 Al gauw kunnen we het boek Spreuken ervaren als een bundel regeltjes en nogal moralistisch. Zou de schrijven van Spreuken het zo bedoeld hebben? En zo niet, hoe dan wel? Is het onderwijs in uw Adventgemeente volgens u vooral gericht op de overdracht van kennis of van christelijke karaktervorming? Wat zou Jezus bedoeld hebben toen hij zei dat hij de weg was? En waarom werden de eerste christenen ‘aanhangers van de weg’ genoemd.

10 vol met zwart-wit denken?
Een prangende vraag: Zit het boek Spreuken vol met zwart-wit denken?

11 Enkele gevolgen van wijsheid in het gedeelte dat we gelezen hebben:
- weten welke weg je moet gaan 14:1 - voorspoed in de woning 14:11 - wordt gekroond met kennis 14:18 - gelukkig 14:21 - oogsten liefde en trouw 14:22 Enkele gevolg van dwaasheid in het gedeelte dat we gelezen hebben: - ze bedriegen zichzelf 14:8 - hun wangedrag verenigt hun 14:9 - hechten aan ieder woord geloof 14:15

12 Spreuken hoofdstukken 14 en 15 zijn zeer symmetrisch. De
“wijze” wordt “gezegend” en de “dwaze” overkomt het “onheil”. Dit kan heel erg zwart/wit overkomen. Dit symme- trisch denken is voor een deel analoog aan de symmetrische beschrijving van het leven in Deuteronomium (14 x wordt een zegen beloofd voor wie gehoorzaam is en 60 x een vervloeking voor wie ongehoorzaam is ). Alhoewel het ons niet mag ontgaan dat zelfs in het Bijbelboek Deuteronomium Gods onvoorwaardelijke beloften, gegeven aan de aarstvaders, primeren boven zijn zegeningen en straffen. Zie Deut.7:8 “Maar omdat hij u liefhad en zich wilde houden aan wat hij uw voorouders onder ede had beloofd, heeft de HEER u met sterke hand Bevrijd uit de slavernij, uit de macht van de farao, de koning van Egypte”.

13 Het scharnier-vers in de Thora waar het onvoorwaardelijk
verbond van Godswege vooraf blijkt te gaan aan het voorwaardelijke verbond van de Sinaï is Exodus 2:24 “God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met Abraham, Isaak en Jacob had gesloten. Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan”. Wie goed leest, merkt op, dat ze niet tot God riepen in hun nood, maar andersom, God hoorde namelijk hun jammerkreten en trok zich hun lot aan. De Eeuwige dacht aan zijn onvoorwaardelijk verbond met het volk. En daarom greep Hij in en bevrijdde Hij zijn volk uit Egypte en sloot met hun het (voorwaardelijk) verbond van de Sinaï dat heel erg symetrisch aandoet.

14 Het luistert dus zeer nauw, hoe we het boek Spreuken lezen. Als een bundel moralistische voorschriften of als oprechte adviezen van de Eeuwige die ons onvoorwaardelijk liefheeft. In de Hebreeuwse Bijbel staat het onvoorwaardelijk verbond met Abraham en zijn nageslacht (Gen.15) voorop als eerste verbond met het Godsvolk, lang voorafgaand aan het voorwaardelijk verbond aan de Sinaï (Ex.19)

15 Hoeveel altaren heeft Efraïm niet gebouwd – maar
om te zondigen! …nu zal ik hun wandaden in rekening brengen en hun zonden straffen: ze gaan terug naar Egypte. - Hosea 8:13 Ik zal mijn toorn laten varen en Efraïm niet opnieuw ten grond richten. Want God ben ik en geen mens. - Hosea 11:9

16 Enerzijds laat God zich in de Bijbel kennen als een God ons de gevolgen laat kennen van ons handelen. Anderzijds als iemand die zijn volk nooit los wil laten, hoe valt dit met elkaar te rijmen? In de profeet Hosea lijkt de Eeuwige wel in tweestrijd met zichzelf. Hoe zou je dit kunnen vergelijken met ouderliefde voor kinderen die opstandig zijn tegen hun ouders en zich van hen afkeren? Welke processen spelen er zich dan af?


Download ppt "Spreuken 14 en 15 (3de deel) Wat we krijgen is niet wat we zien."

Verwante presentaties


Ads door Google