De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wiskunde A of wiskunde B?.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wiskunde A of wiskunde B?."— Transcript van de presentatie:

1 wiskunde A of wiskunde B?

2 HAVO en VWO De grafische rekenmachine Kosten: ongeveer 120 euro
Te gebruiken als ‘gewone’ rekenmachine Afhankelijk van de vraagstelling mag de GR gebruikt worden bij het berekenen van bijzondere punten van de grafiek.

3 HAVO Profiel CM: geen wiskunde of wiskunde A Profiel EM: wiskunde A
Profiel NG: wiskunde A of wiskunde B Profiel NT : wiskunde B

4 HAVO Wiskunde A Wiskunde B Statistiek Formules en grafieken
Telproblemen Formules en grafieken Lineaire en exponentiële groei, differentiequotiënten Wiskunde B Formules en grafieken Hogeregraadsvergelijkingen Differentiëren Logaritmen Goniometrie Meetkunde

5 HAVO Voorbeeld opgaven wiskunde A
Een auto wordt geleverd in de kleuren rood, wit, blauw of zwart. Daarnaast kun je kiezen uit diesel, benzine of elektrisch en wel of geen trekhaak. Hoeveel verschillende uitvoeringen zijn er mogelijk?

6 HAVO Annemieke heeft op 1 januari 1990 een bedrag op een spaarrekening gezet tegen een vaste rente. Op 1 januari 2000 is het bedrag aangegroeid tot € 854,07 en op 1 januari 2008 tot € 1310,73. a Stel de formule op van het bedrag B op de spaarrekening. Neem de tijd t in jaren met t = 0 op 1 januari b Tegen welk rentepercentage heeft Annemieke het geld weggezet?

7 HAVO Een marktkoopman verkoopt aardbeien. Hij heeft 119 euro aan vaste kosten per dag. Verder heeft hij per kg aardbeien 35 cent aan kosten. Hij verkoopt de aardbeien voor € 1,75 per kg. a Stel de formule op van de kosten K in euro's per dag en van de opbrengst O in euro's per dag bij een verkoop van q kg aardbeien per dag. b Los de vergelijking K = O algebraïsch op. c Bij welke verkoop maakt de marktkoopman winst?

8 HAVO Voorbeeld opgaven wiskunde B
Gegeven is de cirkel met middelpunt M en straal 5. Op de cirkel liggen de punten A en B. a Neem AB = 2 en bereken de oppervlakte van driehoek ABM en de oppervlakte van cirkelsector ABM. b Gegeven is dat de oppervlakte van cirkelsector ABM gelijk is aan 5. Bereken AMB.

9 HAVO Los algebraïsch op. a √ (10x + 11) = x b log (4x) + log (3) = 5
c cos (2x + 0,25 ∏ ) = 0

10 HAVO Gegeven zijn de punten P(2,1), Q(11,4) en R(3,8). a Stel een vergelijking op van de middelloodlijn van QR. b Bereken de coördinaten van het snijpunt S van de middelloodlijnen.

11 VWO Profiel CM : wiskunde C of wiskunde A Profiel EM : wiskunde A Profiel NG : wiskunde A of wiskunde B Profiel NT : wiskunde B

12 VWO Wiskunde A Wiskunde B Kansrekening en statistiek Kansverdelingen
Lineaire en kwadratische functies Machtsfuncties en logaritmen Differentiëren Rijen Wiskunde B Functies Differentiëren Integraalrekening Goniometrie Machtsfuncties en logaritmen Vectoren

13 VWO Voorbeeld opgaven wiskunde A
Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken. Neem aan dat de zwangerschapsduur normaal verdeeld is met een standaardafwijking van 10 dagen. Baby’s die geboren worden na een zwangerschap van 37 weken of minder heten te vroeg geboren. a Bereken de kans dat een baby te vroeg wordt geboren. b Hoeveel procent van de vrouwen bevalt tussen de 38 en 42 weken?

14 VWO In een klas met 12 jongens en 14 meisjes worden vijf leerlingen aangewezen om corvee te doen. Bereken het aantal mogelijke vijftallen met drie jongens en twee meisjes.

15 VWO Gegeven is de volgende tabel. a Bereken de gemiddelde leeftijd.
15 16 17 18 frequentie 26 48 12 7 a Bereken de gemiddelde leeftijd. b Bereken de standaarddeviatie.

16 VWO Voorbeeld opgaven wiskunde B Gegeven is de functie f(x) = 9x - x3
Het vlakdeel V wordt ingesloten door de grafiek van f en de positieve x-as. a Bereken algebraïsch de oppervlakte van V. b De lijn x = p verdeelt V in twee delen met gelijke oppervlakte. Bereken p algebraïsch. Rond het antwoord af op twee decimalen.

17 VWO Bereken in graden nauwkeurig de hoek tussen de volgende lijnen: x + 2y = 10 en 3x – y = 9 Bereken de afstand van het punt P(3, -2) tot de lijn y = 2x – 3.

18 VWO Los de volgende vergelijkingen algebraïsch op. a x3 – 9x√x = -8 b 100 – (2x + 1)5 = 68 c ln2 (x) – 2 ln (x) – 3 = 0 d sin(x) cos (x) = ½ sin ( x - 1)

19 HAVO en VWO Vragen?


Download ppt "Wiskunde A of wiskunde B?."

Verwante presentaties


Ads door Google