De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hfdst 22: Cultuur Wat is cultuur?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hfdst 22: Cultuur Wat is cultuur?"— Transcript van de presentatie:

1 Hfdst 22: Cultuur Wat is cultuur?
Bedenk 5 dingen die volgens jou bij de Nederlandse cultuur horen: -----

2 Kenmerken cultuur: Cultuur = alles wat van invloed is op onze manier van leven Cultuur wordt gevormd door onze gewoonten en manieren waarop wij ons gedragen: onze ‘way of life’ Gaat over: opvoeding, voedselvoorziening, veiligheid, wonen enz.

3 Kenmerken cultuur: Cultuur= gedrag dat je hebt geleerd (vooral tijdens je opvoeding). Kortom: aangeleerd gedrag Natuurlijke eigenschappen: haarkleur, intelligentie, aard = aangeboren=geen cultuur

4 Kenmerken cultuur (vervolg)
Cultuur verandert door de tijd Cultuur kent veel variatie: regionale verschillen, stad/platte land, multiculturele samenleving Cultuur is groepsgebonden: muziek, sport, religie, bedrijf, gaming

5 Hfdst 23: cultuurverschillen
Nederland= Westerse cultuur Westerse landen delen veel waarden en normen wel verschillen tussen Engeland, Nederland, Italië ook verschillen binnen Nederland: stad – platteland andere culturen komen ook uit ons eigen land

6 Subcultuur = klein onderdeel van de cultuur
Voorbeeld: jeugdcultuur: gothic, skaters Verschillende stijlen: muziek, kleding, begroeting, ideeën

7 Culturen beïnvloeden elkaar
Verschillende culturen leven in zelfde wijk Culturele minderheden= groep met een bepaald kenmerk met beperkt aantal Hoeft niet perse uit ander land te komen Vb: Antillen, Staphorstenaren, moslims

8 Allochtoon en autochtoon
Allochtoon= (letterlijk) ergens anders geboren Autochtoon= als beide ouders in Nederland geboren zijn (volgens CBS)

9 Verschil in waarden en normen
W&N in Nederlandse/Westerse cultuur: individuele vrijheid onderhandelingscultuur schuldcultuur: persoonlijke verantwoordelijkheid leven in toekomst: afspraken in agenda

10 Vervolg verschil waarden en normen
Niet Westerse landen: autoritair, strakkere regels familie centraal: familie-eer schaamtecultuur (eerwraak) gearrangeerde huwelijken traditioneel leven in hier en nu

11 Hfdst 24: de multiculturele samenleving
Multi= meer Verschillende culturen leven in de maatschappij Door invloed tv, vliegtuig, internet is hele wereld 1 grote multiculturele samenleving

12 Integratie Integratie = (letterlijk) opname in een geheel
Gericht op overnemen van waarden en normen van het land Gemiddelde duur integratie: 3 generaties Tempo afhankelijk van de verschillen

13 Onderscheid Westers- niet Westers
Verschillen in waarden en normen (v.b. India) Taal Religie Eetgewoontes Kleding

14 Integratie niet Westerse mensen
Aanslag 9/11 tot angst geleid Slechts kleine groep religieuze extremisten Voorbeeld: Al Qaida Islam is vredelievende godsdienst

15 3 modellen integratie Assimilatie= geheel opgaan in nieuwe cultuur
Regenboog= eigen waarden en normen behouden, totaal niet aanpassen aan nieuwe cultuur (tijdelijkheid benadrukt) Mozaïek = in elkaar passen, aanpassing van beide kanten

16 Inburgering Basisvoorwaarde voor inburgering: informatie
Virtueel inburgeringsloket = digitale bank met informatie in 4 talen….. Informatie over: …….. Informatie voor: oudkomers en nieuwkomers

17 Hfdst 25: rollen en macht Positie= plaats die je inneemt t.o. van anderen in groep/maatschappij Toegewezen positie: broer, zoon Verworven positie: keeper, aanvoerder, medewerker ICT

18 rolpatroon Gedrag passend bij rol, volgens de verwachting= rolpatroon
Traditioneel rolpatroon: man/vrouw beroepen, verdeling taken gezin

19 Rolpatronen leiden tot macht
Macht in relatie tot anderen= machtsverhouding/relatie Afhankelijk van situatie: school, gezin, sport

20 Soorten machtsverhoudingen
Dwang Beloning Manipulatie Afhankelijkheid

21 Negatieve gevolgen van macht
Chantage Machtsmisbruik

22 Gezag Gezag= macht geaccepteerd door anderen Op grond van:
Erkenning (wet/agent) Traditie (ouders) Respect ( Johan Cruijff)

23 Hfdst 26 : sociaal gedrag Maatschappij verwacht van de mensen die er leven sociaal gedrag: Rekening houden met anderen en aanpassen aan heersende waarden en normen Wanneer je dit niet doet = asociaal gedrag

24 Gevolgen niet aanpassen
Ontslag werk Onvoldoende beoordeling stage Geen diploma Buitensluiting groep Buitensluiting maatschappij

25 Maatschappij verwacht iets terug
Vrijwilligerswerk: 1 op de 4 Nederlanders doet vrijwilligerswerk: 4 miljoen vrijwilligers Positieve effecten: waardering, voldoening, sociale contacten, verhoging kansen op werk (extra info voor CV) Steeds moeilijker vrijwilligers te vinden door invidualisering van maatschappij

26 Hfdst 27 Hulpverlening Bij problemen verstandig om hulp te zoeken:
Bij: ziekte, verslaving, schulden, mishandeling enz. Eerst met iemand over praten: ouders, vrienden, mentor, huisarts

27 Hulp vragen bij: Kindertelefoon: ook voor jongeren!
Hulpinstanties: eerste stap: naar huisarts!

28 Verslaving Lichamelijke verslaving: bij stoppen ontwenningsverschijnselen en wanneer je steeds meer nodig hebt voor bereiken effect Geestelijke verslaving: het idee in je hoofd dat je niet kan functioneren zonder ….

29 Soorten verslaving Middelen: alcohol, drugs, medicatie, maar ook koffie en thee Internetverslaving Gamingverslaving Gokverslaving

30 Fasen bij gokverslaving
De winnende fase De verliezende fase De wanhopige fase Zwolle en omgeving: Tactus

31 Internetverslaving Amerikaans onderzoek: 6 % van de internetgebruidkers verslaafd Hoe merken?: - niet kunnen stoppen of verminderen, rusteloosheid, irritatie of depressiviteit bij niet kunnen interneten

32 Verslaving gaat geleidelijk
Testen door langere periode geen alcohol te drinken Doen van testen op internet Oorzaak kan zijn onrust of slaapproblemen Middel: benzodiazepines, werkt rustgevend Gevaar: verslaving Cirkel rond

33 6 kenmerken gokverslaving
Ik wil nu gokken (kan het niet uitstellen) Ik ga iedere dag gokken (herhalend gedrag) Ik heb schulden door het gokken (gedrag is schadelijk voor de person en omgeving) Ik kan niet ophouden met gokken (verlies controle) Ik ben niet verslaafd, valt best mee (tolerantie eigen gedrag neemt toe) Ik voel me onprettig als ik niet gok (onthoudingsverschijnselen)

34 Hulpinstanties Blijf-van-mijn-lijfhuis
In 1974 in Amsterdam 1e huis, daarna in Zwolle in 1984 Adres geheim Ook ‘bang-voor-mijn wijf’-huis Verwijzing via huisarts, mw, Dimence, politie t/m 311, vr 15)

35 Hulpinstanties (vervolg)
CABO (oudere allochtonen) COC (voor homo- en biseksuele mannen en vrouwen) vaak voor jongeren Hoezo/Expreszostichting tot 26 jaar Bespreekbaar maken op scholen belangrijk

36 GGD = Gemeenschappelijke GezondheidsDienst,
4 taken: Preventie (vb: onderzoek borstkanker) Snel handelen bij gevaar volksgezondheid Signaleren van gezondheidsbedreigingen (SARS/vogelpest) Bevorderen samenwerking (politie, huisartsen) (t/m pag 319, vr 16 t/m32)

37 Hulpverleners (vervolg)
Psycholoog/gedragskundige (Dimence) Reclassering -begeleiding plegers van strafbare feiten) Jeugdreclassering: begeleiding jongeren tussen jaar

38 Hulpverlenende instanties (vervolg)
Schuldhulpverlening (preventie: Nibud) Slachtofferhulp Vluchtelingenwerk (begeleiding asielzoekers) Seksueel misbruik (Jeugdzorg, jeugd GGZ) (tm pag324, vr 33 t/m 52)

39 Hfdst 28 Arbeidsvoorschriften
Arbowet= Arbeidsomstandighedenwet Voor personeel, maar ook voor bezoekers Voorkomen ziekte en ongevallen Arbowet is gericht op: - Veiligheid - Gezondheid

40 Arbowet (vervolg) Gezondheid: gevaarlijke stoffen, rookvrije omgeving, geluidsoverlast Veiligheid: werken op grote hoogte, werken met machines, elektriciteit Zowel werkgever als werknemer heeft verplichtingen

41 Arbowet geldt ook voor kantoorwerk:
Risico’s inventarisatie RE &I Langdurig kijken naar beeldscherm Houding tijdens werken met beeldscherm Oplossingen: pauzes inlassen, tafels verstelbaar maken

42 BHV Bedrijfshulpverlening: Door werknemers Regelmatig bijscholing

43 Hfdst 29: Verzorgingsstaat
Collectieve voorzieningen: betaald uit belastinggeld vb: studiefinanciering, AOW, zorg, drinkwater, dijkbescherming, kinderbijslag Sociale voorzieningen: bijstand, studiefinanciering, huurtoeslag

44 Collectieve verzekering:
Sociale verzekering: werknemersverzekering en volksverzekering

45 Werknemersverzekeringen
WW: WerkloosheidsWet 70% van laatst verdiende loon Duur afhankelijk van gewerkte jaren 4 uit 5 eis Plicht om te solliciteren

46 Werknemersverzekeringen (vervolg)
WIA= Werk Inkomen naar Arbeidsvermogen (voorheen: WAO) Uitgangspunt: wat kan iemand nog wel doen? Bestaat uit 2 delen: WGA: werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikt IVA: geheel arbeidsongeschikt (70% van laatstverdiende loon levenslang)

47 Ziektewet en minimumloon
Bij ziekte 1e 2 jaar 70% van loon (soms hoger, ligt aan CAO) Na 2 jaar in WIA (via UWV) Per bedrijf/sector eigen regels ziekmelding Wet Minimumloon (WML) Tot 23 jaar In CAO’s soms andere afspraken

48 Werknemersverzekeringen
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen: UWV

49 Zorgverzekeringswet (voorheen ziekenfonds)
1 basispakket zorgverzekering Verplicht verzekerd Aanvullende verzekering vrijwillig Zelf kiezen zorgverzekeraar

50 Volksverzekeringen AOW: Algemene OuderdomsWet
ANW: Algemene Nabestaanden Wet AWBZ: Algemene Wet Basis Zorg AKW: Algemene Kinderbijslag Wet (t/m 17 jaar, daarna studiefinanciering) Uitvoerende instantie: Sociale Verzekerings Bank (SVB)

51 Voorzieningen en verzekeringen
Voorziening= daaraan zijn voorwaarden gekoppeld. Betaald uit Belstinggeld Verzekeringen: je bent verzekerd, daaraan kun je rechten ontlenen

52 Hfdst 30: sociale voorzieningen
Bijstand/ WWB: Wet Werk en Bijstand: Uitvoering: gemeente Aanvraag bij UWV Vangnetfuntie Wel/niet: hangt af van inkomen partner/bezit Informatieplicht (voorkomen fraude)

53 Sociale voorzieningen (vervolg)
Studiefinanciering: basisbeurs, aanvullende beurs, rentedragende beurs Huurtoeslag: via Belastingdienst, zelfstandige eenheid, passende woning, afhankelijk van inkomen


Download ppt "Hfdst 22: Cultuur Wat is cultuur?"

Verwante presentaties


Ads door Google