De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Cannabis en hulpverlening

Verwante presentaties


Presentatie over: "Cannabis en hulpverlening"— Transcript van de presentatie:

1 Cannabis en hulpverlening
Koen Leysens CGG Vagga Perron 11

2 Categoriale Afdeling Verslavingszorg- en preventie
Preventieteam Jongeren- en jongvolwassenen team Volwassenen- en ouderenteam Vroeginterventie / Therapie Advies

3 Instroom Verschillende wegen 1) via JRB/Therapie-Advies/
of vroeginterventie (clb, bijzondere jeugdzorg,…) 2) Vrijwillig: - ouders eerst - jongere eerst

4 Doelgroep Jongeren en jongvolwassenen van 14-26j
Dubbeldiagnose, combi- en/of multigebruik Ook partners, familieleden, broers, zussen, kinderen of andere jongeren uit het systeem van iemand met een druggerelateerde probl. Ouders (individueel of in groep) Jongeren/kinderen met verslaafde ouders nazorg

5 Visie Van bij de aanmelding stellen dat het ons streefdoel is om met jongeren en beide ouders samen te werken en met de cliënt uitzoeken hoe dit te realiseren valt We verkennen samen de functie en de invloed van het gebruik op de verschillende levensdomeinen en kijken samen of we behandeldoelen kunnen stellen en welke thema’s voorrang hebben

6 Stadia van gebruik Kennismaking
Experimenteren; nieuwsgierig, in groep (functie: ontdekken van eigen grenzen, normen en waarden) Recreatief gebruik: verstandig en bewust (van de voordelen en nadelen) Gewoonte of functioneel gebruik: gekoppeld aan vaste gebeurtenissen, gedrag of stemming Excessief gebruik: het maakt deel uit van de levensstijl; enkel vrienden die blowen, belangrijkste bezigheid, problemen op meerdere levensgebieden Verslaving/afhankelijkheid

7 Ontstaan van verslaving
1) aangeleerd gedrag: situaties, maar ook personen of emoties worden, mits ze gedurende lange periode worden gebruikt, gekoppeld aan drang en gebruik. 2) Operant leren: het gebruik wordt versterkt door het positieve effect dat het middel op het gemoed of gedrag heeft. Gebruik wordt ook versterkt doordat iets negatiefs uitblijft. 3) Sociaal leren: jongeren zijn extra beïnvloedbaar voor het uitproberen van nieuw gedrag. Wanneer de jongere beoordeelt dat het gebruik bij anderen een positief effect heeft, is de kans groot de de jongere het gedrag kopieert.

8 Problematisch druggebruik
Gebruik van verschillende middelen Ontkenning,minimaliseren, craving Impulsiviteit, prikkelbaarheid, agressie Wisselende stemming, overspoeld worden door emoties, negatief zelfbeeld Aandacht- en concentratieproblemen, geheugenproblemen Kloof met volwassenen, conflicten in gezin en op school, respect daalt Ontwikkelingsstilstand, waarden en normen dalen, vrijetijdsinvulling daalt

9 Diagnostiek van het druggebruik
Andere klachten of problemen Schools functioneren Gezin Sociale vaardigheden, relatie met leeftijdsgenoten Ontspanning/ vrije tijdsbesteding Gesprek met ouders: problemen, druggebruik, psychiatrische symptomen, ontwikkelingsverloop, voorgeschiedenis, familiegeschiedenis

10 Kenmerken van cannabismisbruik
Verslaving werkt remmend op de ontwikkeling van belangrijke vaardigheden die een jongere dient te ontwikkelen in de puberteit: zo een achterstand op leeftijdsgenoten wat betreft schoolprestaties, sociale vaardigheden, impulscontrole en frustratietolerantie Met de ernst van de verslaving neemt de kans toe dat het samengaat met een gedrags- of psychiatrische stoornis (in wording) of ernstige opvoedingsproblematiek Psychose (vdip)

11 Kenmerken van cannabismisbruik
Jongeren ervaren weinig last van hun verslaving waardoor ze nauwelijks zijn gemotiveerd voor verandering. Dit komt door: a) door de korte duur waardoor ze weinig negatieve consequenties van hun gebruik ervaren b) hangt samen met de ontwikkelingsfase: jongeren zijn nog niet vaardig in het overzien van de consequentie van hun gedrag. Hierbij bepaalt ook de eigen leefstijl en peergroep de ervaring van de jongeren;’iedereen gebruikt toch?’ c) weed heeft vaak een direct positief effect zoals het dempen van onlusten, onderdrukken van agressie of (psychiatrische)stoornissen en het verbeteren van inslapen

12 Risico- en beschermende factoren
Specifieke risicofactoren voor drinken en druggebruik: Jongere: verkeerde opvattingen over gebruik, verkeerde inschatting van gebruik onder leeftijdgenoten, misbruik of afhankelijkheid van andere middelen, jonge leeftijd van eerste consumptie Ouders: overmatig drinken en druggebruik door de ouders zelf, vergoelijkende opvattingen over alcohol en drugs, eigen verslavingsproblematiek Vrienden: gebruik van drugs, vergoelijkende opvattingen Buurt: verkrijgbaarheid van alcohol en drugs

13 Risico-en beschermende factoren
Verslavingsproblematiek staat in wisselwerking met ander probleemgedrag Meervoudige problematiek = combi van twee of meer zaken als verslaving, delinquentie, psychologische of gedragsstoornissen. Bij de helft van alle adolescenten met meervoudige problematiek is er een verslavingsproblematiek Delinquentie en probleemgebruik kunnen leeftijdsgebonden verschijnselen zijn. Maar bepaalde risicofactoren verminderen de kans dat dit gebeurt. De kans is verkleind als de jongere zowel delinquent als verslavingsproblematiek vertoont: die twee soorten problematiek versterken elkaar

14 Voornaamste Risicofactoren
Delinquentie/deviant gedrag: (kleine) criminaliteit, spijbelen, slechte schoolprestaties Cannabis heeft een functie: zelfmedicatie Gezinsproblematiek: inconsequente opvoedingsstijl, ouders hebben zelf een psychiatrische- en/of verslavingsproblematiek Beginnende of aanwezigheid van psychiatrische/gedragsproblematiek Gebrek aan zinvolle (vrije)tijdsbesteding Omgang met drinkende, blowende en criminele leeftijdsgenoten Vroege startleeftijd

15 Signalen uiterlijk Gebruik van parfum/wierook Veranderde kledijkeuze
Opvallende bleekheid Vermoeidheid Gewichtsverlies Veranderde hygiëne Ogen Veranderd eetpatroon

16 Signalen sociaal Verandering in besteden van geld
Veranderde activiteit Veranderd slaapgedrag Opvallende verandering in de vriendenkring Relationele/seksuele problemen Onverklaarbare stemmingswisselingen of agressie Geheimhouding rond alles-veel praten over drugs Vereenzaming en isolement

17 Signalen studie/werk, hobby
Spijbelen, werkverzuim Verschil in geheugencapaciteit Sterk wisselende concentratie Gedaalde motivatie om iets (goed) te doen Sterk wisselende interesses en prestaties Opmerkelijk verschil in handigheid of praktische vaardigheid, ongevalletjes

18 Veranderingen in de persoon
Zichzelf overschatten Idealiseren van gebruik Instrumentele relaties Eigen genot ten koste van …alles Controle verwerven Hier- en-Nu Beperkte frustratietolerantie Belangrijke anderen ophemelen en weer afbreken ‘onrecht’gevoel

19 Vroeginterventie 1 Jongeren die riskant of beginnend problematisch gebruiken (12-18jaar) 3 of 5 gesprekken (+kennismakings- en evaluatiegesprek, en op verplaatsing mogelijk) Ouders en opvoeders worden betrokken Afspraken over doorgeven van informatie Individueel of in groepsverband

20 Vroeginterventie 2 Concreet, kortdurend en gekaderd Geen wachtlijst
Thema’s: Informatie over druggebruik en gevolgen Hoe omgaan met problemen Invloed van vrienden, familie,… Toekomstplannen Aandacht voor vragen van jongeren

21 Vroeginterventie 3 Vroeg-interventie:
Vroeg: nog geen ‘stoornis’, levensstijl nog niet volledig problematisch, nog voldoende krachten aanwezig Interventie: acties van professionelen

22 Meerwaarde vroeginterventie
Jongeren zijn nog in ontwikkeling en zijn vatbaar voor groepsdruk. Het zicht op eigen gebruik en de functie van het gebruik is belangrijk. Veel jongeren experimenteren. Psycho-educatie rond de gevolgen en risico’s van gebruik kan van belang zijn. Evolutie in gebruik is afhankelijk van mens, middel en milieu: duidelijke screening

23 Meerwaarde vroeginterventie 2
Kortdurende interventies kunnen motiverend, preventief en gedragsveranderend werken

24 Een goede relatie met jongere
Communicatie (luisteren, goed gesprek, ik-boodschap) Respect Aanspreken op gedrag (goed gedrag belonen) Kind leren omgaan met groepsdruk en frustraties Verantwoordelijkheid bij jongere laten Interesse = toezicht Onderhandelen Niet wachten tot er (grote) problemen zijn Blijf eerlijk Angst is slechte raadgever

25 Grenzen stellen Noodzakelijk voor ontplooiing
Wat niet mag is aantrekkelijk Duidelijkheid wie/wat/wanneer Respect voor de regels van het huis Hoe dicht ligt de grens bij gevaarlijk gedrag? Consequent bij straffen Conflicten zijn normaal Storend gedrag meer controleerbaar dan druggebruik Fouten maken (beiden)

26 Wat doet de deur toe? Je kwaad maken Bekritiseren van vriendenkring
Telkens controleren Alleen maar over drugs praten Doorvragen over school, vrienden,geld Op zoek gaan naar bewijzen Vragen stellen aan vrienden Derden betrekken Preken/argumenteren Maatschappelijke waarden verdedigen Vergelijken met anderen Naar de hulpverlening sturen

27 Communicatie Omgeving Gebruiker Bezorgdheid Er is een probleem
Geen probleem Bezorgdheid Er is een probleem Geen probleem Inspanningen gericht op verandering Verveeld Machteloos Kwaadheid Kwaadheid

28 Wat zet de deur op een kier?
Luisteren naar je kind, interesse voor leefwereld Oog hebben voor wat wel goed loopt Op het juiste moment waardering uiten Duidelijk aangeven dat je op de hoogte bent van gebruik Bereidheid tonen om over problemen te praten Niet doorgaan op conflict bij crisis Verantwoordelijkheid laten Je eigen mening, gevoel vertolken/ je eigen stijl bewaren Helpen bij hun probleem

29 Communicatie Gebruiker Omgeving Bezorgdheid Er is een probleem
Geen probleem Bezorgdheid Er is een probleem Geen probleem Inspanningen gericht op contact Invloed Openheid Bezorgdheid neemt af Bezorgdheid neemt toe

30 Met je kind praten over drugs
Onderschat uw kind niet Niet onder invloed Ook genot van middel bespreken Leer hen normen voor sociaal gebruik Concrete aanleidingen, functioneren Eigen ervaring Open houding, altijd eerlijk Geen horrorverhalen Timing-inhoud-locatie-dosering

31 De hulpverlening

32 Wie is de jongere in de HV?
Kwetsbare situaties: vechtscheidingen, vader in cel, traumatische ervaringen, sterfgeval van broer/ziekte,… Kopp-kind Gezinssituaties die niet de norm zijn (thuisonderwijs, zeer rijk, strenge godsdienst, opgevoed door grootouders,…) Beperkte kerngezinnen Verwenning of verwaarlozing

33 Theoretische invalshoeken
Motiverende gespreksvoering (Miller) Gedragstherapie Bio-psychosociaal model Transtheoretisch model van gedragsverandering (Prochaska & DiClemente) Systeemtheoretische Psychotherapie Ontwikkelingspsychologie Risico- en Beschermende factoren Oplossingsgericht (solution focused)

34 Behandelmethoden en technieken
1) motiverende gespreksvoering. Drie technieken: -ambivalentie -reflecteren -open vragen Vijf strategieën;a)uitdrukken van empatie en acceptatie b)vergroten van discrepantie c) vermijden van discussie d)omgaan met weerstand e)vergroten van persoonlijke effectiviteit

35 Behandelmethoden Meestal dragen alle domeinen in het leven van de jongere bij aan de problematiek en ze kunnen dus ook bijdragen aan de verbetering De therapeut preekt niet, steekt geen vingertje op, veroordeelt niet. Het is meestal niet moeilijk om af te kicken; de uitdaging begint daarna (‘craving’) 2) Gedragstherapeutische technieken: opmaak van een functioneel analyse Het innemen van drugs is niet iets dat je overkomt: het betreft lastig te doorbreken gewoontes. Verslavingsgedrag wordt in stand gehouden door ‘bekrachtigers’. Die gewoontes zijn aangeleerd uit eigen keus. Elke jongere heeft eigen beweegredenen waarom hij besloot tot (overmatig) middelengebruik. Die moeten duidelijk worden. De bedoelde bekrachtigers moeten worden afgezwakt door de jongere te leren ze te vermijden en door er bekrachtigers van gezonder gedrag voor in de plaats te stellen (beloning van alternatief gedrag, andere vrienden,andere vrijetijdsbesteding, betere verhoudingen in het gezin en betere relatie met school) Essentie van verslavingsproblematiek = verlies van controle over zichzelf. Dus moet de controle met inzet van de jongere zelf en met behulp van buitenaf worden hersteld. Een behandeling sorteert meer effect als er ‘belangrijke anderen’ bij betrokken zijn.

36 Behandelmethoden 3) Gezinstherapie Keuze van de setting Ter evaluatie
Scoort hoog op therapietrouw en ‘engagement’ = de bereidheid van de jongere om in begeleiding te gaan

37 Volledige abstinentie vs gecontroleerd gebruik
Afhankelijk van mate van afhankelijkheid Afhankelijk van comorbiditeit Afhankelijk van probleemsamenhang Afhankelijk van motivatie van cliënt Afhankelijk van hulpverlenersvisie Kan gedifferendieerd worden per middel, tabak inclusief.

38 Op een rijtje… Sluit aan bij stadium van motivatie
Aandacht en bevragen van signalen Zoek de functie van het gebruik (voor de cliënt) Biedt keuze tussen 2 haalbare gedragsopties hier & nu (autonomie) Werk aan de relatie (verbondenheid) Haal de sterktes naar voor, beloon initiatief (competentie) Herhaling werkt (blijven proberen)

39 Methodieken Kwaliteitenspel Drugkwis
Voor-en nadelen van middelengebruik Levenslijn van genotsmiddelen Seld-lijst = aan de jongere wordt gevraagd of het in bepaalde situaties moeilijk zal zijn om niet te gebruiken Registratie van gebruik

40 Methodieken 2 Sociaal atoom Rollenspel (bv. Neen leren zeggen
10 manieren om je ouders te versieren Waarden en normen: wat is voor jou een gezin?, wat zijn de waarden van thuis (= zaken die je ouders belangrijk vinden), met welke waarden ben je het eens/oneens?, wat waardeer je in je ouders,…

41 Methodieken 3 Motivatiepeiler
4 affecten: toetsing van de vier basisemoties (blij, kwaad, bang en droevig): Hoe gaat de jongere hiermee om (copingvaardigheden)? Ook screening op emotionele problemen Risicosituaties en hoe ze te vermijden

42 dubbeldiagnose Twee maanden regel Foutieve diagnoses/labels
Emoties mogen er zijn; iedereen is bipolair Medicatie: te snel, te toegeeflijk, waslijst Duidelijke afspraken met de context Samenwerken psychiater Verschillende hulpverleners betrokken:’gezamenlijke cliënt’ Opname en nazorg


Download ppt "Cannabis en hulpverlening"

Verwante presentaties


Ads door Google