A) het volume krimpen. B) er niets gebeuren.

Presentatie over: "A) het volume krimpen. B) er niets gebeuren."— Transcript van de presentatie:

1 Als een zak chips op grotere hoogte wordt gebracht, zal (veronderstel T constant):
A) het volume krimpen. B) er niets gebeuren. C) het volume groter worden. D) de chips sneller slecht worden.

2 Waarom blijven kleren nat in een gesloten plastieken zak bij 25 °C ?
A) Watermoleculen verdampen niet in een plastieken zak. B) Sommige watermoleculen verdampen, maar in de gesloten zak condenseert water terug. C) Alle watermoleculen verdampen, maar in de gesloten zak condenseert water terug. D) Omdat er geen water kan ontsnappen uit de zak.

3 Kalk (CaCO3) strooien zorgt in de tuin voor een
A) verhoging B) verlaging C) constant blijven van de zuurtegraad van de bodem.

4 Welk zijn de functionele groepen in vitamine C?
A) Alcohol, ether, carbonzuur. B) Ether, alkeen, alcohol. C) Alkeen, alcohol, ester. D) Alcohol, carbonzuur, alkeen.

5 Wat kan gezegd worden over onderstaand uittreksel van etiketten (per 100 g) ?
A) Etiket 1 en 2 zijn beide etiketten van een produkt om te bakken en te braden. B) Etiket 1 en 2 zijn beide etiketten van een produkt om op je boterham te smeren. C) Etiket 1 is een etiket van een produkt om je boterham te besmeren, etiket 2 is een etiket van een produkt om te bakken en te braden. D) Etiket 1 is een etiket van een produkt om te bakken en te braden, etiket 2 is een etiket van een produkt om je boterham te besmeren.